Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Coniunctivus

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • 4e klas vwo | 709 woorden
  • 11 november 2006
  • 302 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
302 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Coniunctivus Met de coniunctivus neemt de spreker afstand tot de realiteit van de handeling; wat hij zegt is misschien geen realiteit (geweest), maar hij heeft er wel een mening over. Het Nederlands gebruikt geen coniunctivus meer, behalve in uitdrukkingen als ‘lang leve de koningin!’ De visie op een handeling wordt in het Nederlands uitgedrukt door middel van omschrijvingen. Eerst zal worden uitgelegd hoe de coniunctivus vertaald in zowel de hoofdzin als de bijzin. Dit wordt gedaan aan de hand van voorbeeldzinnetjes. Daarna zullen we alle werkwoords- vormen van de coniunctivus geven. Coniunctivus in de hoofdzin Bepalend voor de vertaling van een coniunctivus in de hoofdzin is de werkwoordstijd. Praesens - twijfel Quid faciat? Wat moet hij doen? - wens Hoc faciat. Moge hij dit doen. - aansporing Hoc faciat. Laat hij dit (maar) doen. (ontkenning met ne) Ne hoc faciat. Hij moet dit (maar) niet doen. - mogelijkheid Hoc faciat. Hij zou dit wel kunnen doen, hij zal dit wel doen. De vier opties in het praesens in de hoofdzin kun je onthouden door middel van het ezelsbruggetje TWAM (= Twijfel, Wens, Aansporing, Mogelijkheid). Perfectum - verbod Ne hoc feceris. Doe dit niet. Imperfectum - irreële wens Hoc faceret. Deed hij dit maar. - irreële situatie Hoc faceret. Hij deed dit vast wel. - mogelijkheid Hoc faceret. Hij had dit kunnen doen. - twijfel Quid faceret? Wat had hij moeten doen? Plusquamperfectum - irreële wens Hoc fecisset. Had hij dit maar gedaan. - irreële situatie Hoc fecisset. Hij had dit vast wel gedaan. Coniunctivus in de bijzin

In een aantal gevallen is de coniunctivus in de bijzin verplicht. (con = coniunctivus) cum + con: 1. toen/nadat
Cum Caesar advenisset, statim occisus est. Nadat Caesar was aangekomen, werd hij meteen gedood. 2. omdat
Cum canis me terreat, fugio. Omdat de hond mij bang maakt, vlucht ik. 3. hoewel
Cum saepe virum vidissem, tamen nomen eius nesciebam. Hoewel ik de man vaak had gezien, kende ik toch zijn naam niet. ut + con: 1. met de bedoeling dat, om te
Ad villam it, ut dormiat. Hij gaat naar zijn villa om te slapen. 2. met als gevolg dat, zodat
Puer cecidit, ut vulneratus sit. De jongen viel, zodat hij verwond werd. Let op vaste verbindingen: - tam … ut
Puer tam timidus erat, ut nihil dicere auderet. De jongen was zo bang, dat hij niets durfde te zeggen. - adeo … ut
Puer adeo ridet, ut nihil dicere possit. De jongen lacht zo, dat hij niets kan zeggen. - tantus … ut
Tantus clamor erat, ut ubique audiretur. Het geschreeuw was zo groot, dat het overal gehoord werd. ne + con: 1. om te voorkomen dat, opdat niet
Hostes capti custodiebantur, ne evaderent. De gevangen vijanden werden bewaakt, om te voorkomen dat ze ontsnapten. 2. (bij werkwoord van vrees of gevaar) dat
Servus timet, ne dominus eum puniat. De slaaf vreest, dat zijn meester hem straft. indirecte vraag: 1. vraag als object

Non intellego, quid dicas. Ik begrijp niet, wat je zegt. 2. vraag als subject
Incertum erat, utrum gauderet an doleret. Het was onzeker, of hij blij was of verdriet had. Bijzin in de indirecte rede: Vidi puellam lacrimare, quod doleret. Ik zag dat het meisje huilde, omdat ze verdriet had. quin + con: werkwoord van twijfel
Non dubito quin fugere possimus. Ik twijfel niet of wij kunnen vluchten. Wanneer de coniunctivus in een bijzin niet verplicht is, voegt deze een extra dimensie toe, die je in je vertaling van de bijzin uit moet laten komen. Coniunctivus in de relatieve bijzin: 1. doel/bedoeling
Dominus servum, qui cimbum emeret, ad forum misit. De meester stuurde de slaaf naar het forum om eten te kopen. 2. nadere bepaling
Non sum, qui libenter laboret. Ik ben niet (zo) iemand, die zich graag inspant. 3. reden
Ego, qui poeta non sim, versus scribere non possum. Ik, die immers geen dichter ben, kan geen verzen schrijven. Coniunctivus na quia, quod, quoniam: - Subjectieve reden
Dominus servum punivit, quia cenam malam paravisset. De meester strafte de slaaf, omdat deze (volgens hem) een slechte maaltijd had klaargemaakt. Te adibo, quoniam mihi auxilium ferre possis. Ik zal naar jou toe gaan, omdat jij me (volgens mij) kunt helpen. Coniunctivus na antequam, priusquam: - voordat = om te voorkomen dat
Servus fugit, antequam dominus eum puniat. De slaaf vlucht, voordat de meester hem kan straffen.

REACTIES

I.

I.

heel goed gekopieerd van latijnengrieks.com ...

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.