4.2 Marcus wil trouwen, maar ...

4.6

Vertaling door een scholier
Klas onbekend | 301 woorden
9 december 2001
57 keer beoordeeld

4.6

57 keer beoordeeld

ADVERTENTIE

Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter.

Meer informatie

4.2 Marcus wil trouwen, maar … Centesimus Wat hoor ik over jou, Marcus? Onze vijanden
zien je dikwijls met een meisje
dat niet jou zuster Cornelia is. Is jou meisje
die Aurelia morosa
die in de Nieuwstraat woont? Marcus Het is niet, vader. Centesimus Ik vind het jammer
dat het niet Aurelia Morosa is. Want Aurelia
bezit veel rijkdom. Dat meisje waar je echt van houdt, woont die niet
in de Nieuwstraat? Marcus Ze woont daar niet, vader. Centesimus Ik vind het jammer
dat ze niet in de Nieuwstraat woont. Want de families

die daar wonen, zijn allen rijk. Maar … heeft jou vriendin
veel goud? Marcus Ze heeft geen goud, vader. Centesimus Heeft ze tenminste geld? Marcus Ze heeft ook geen geld, vader. Centesimus Bezit ze tenminste andere bezittingen? Marcus Ze bezit niets, vader. Centesimus Maar als ze geen goud, en geen geld, en geen andere bezittingen bezit, waarom hou je van haar? Je bent dwaas! Marcus Ik ben helemaal niet dwaas, vader
Ik hou van haar omdat ze mooi is en vrolijk en … Centesimus En de overige en de overige! Je vertelt dwaas en je bent dwaas! Want dat meisje bezit niets. Aurelia Morosa bezit echt
goud en geld en vele andere rijkdommen. Marcus Maar Aurelia die
lastig en ijdel en gierig is. Bevalt mij helemaal niet. Centesimus Maar jou vriendin
Bevalt mij nog minder, want ze bezit niets. Ik verbied je van haar te houden! En ik verbied je
naar haar te gaan
en met haar uit te gaan! Hoor je me? Marcus Ik hoor je goed, vader. Je verbied mij
naar haar te gaan
en met haar uit te gaan? Goed: Ik blijf thuis en wacht. Maar ik hou van haar en zal altijd van haar houden. Want liefde is een grote god. Ik moet ook hem gehoorzamen. Dag, vader.