Euphiletos verdedigt zich
Ἡγοῦμαι δέ, ὦ ἄνδρες, τοῦτό με δεῖν ἐπιδεῖξαι,
Ik denk, o/beste mannen, dat het nodig is dat ik het volgende aantoon,
ὡς ἐμοίχευεν Ἐρατοσθένης τὴν γυναῖκα τὴν ἐμὴν καὶ ἐκείνην τε διέφθειρε
dat Eratosthenes mijn vrouw verleidde en en haar verpestte/vernietigde
καὶ τοὺς παῖδας τοὺς ἐμοὺς ᾔσχυνε καὶ ἐμὲ αὐτὸν ὕβρι-σεν εἰς τὴν οἰκίαν τὴν ἐμὴν εἰσιών,
en mijn kinderen onteerde en overmoedig handelde tegen mijzelf door mijn huis binnen te gaan
καὶ οὔτε ἔχθρα ἐμοὶ καὶ ἐκείνῳ οὐδεμία ἦν πλὴν ταύτης,
en er was geen enkele vijandschap tussen mij en hem behalve deze,
οὔτε χρημάτων ἕνεκα ἔπραξα ταῦτα, ἵνα πλούσιος ἐκ πένητος γένωμαι,
ik eiste dit ook niet wegens geld, opdat ik in plaats van armoedig goed voorzien ben,
οὔτε ἄλλου κέρδους οὐδενὸς πλὴν τῆς κατὰ τοὺς νόμους τιμωρίας.
en niet geen enkel ander voordeel behalve de straf volgens de wetten.
Ἐγὼ τοίνυν ἐξ ἀρχῆς ὑμῖν ἅπαντα ἐπιδείξω τὰ ἐμαυτοῦ πράγματα, οὐδὲν παραλείπων,
Ik zal dus aan jullie vanaf het begin alle zaken van mij aantonen, terwijl ik niets weglaat,
ἀλλὰ λέγων τἀληθῆ· ταύτην γὰρ ἐμαυτῷ μόνην ἡγοῦμαι σωτηρίαν,
maar terwijl ik de waarheid spreek: ik beschouw alleen dit immers een redding voor mijzelf,
ἐὰν ὑμῖν εἰπεῖν ἅπαντα δυνηθῶ τὰ πεπραγμένα.
namelijk als ik alle gebeurtenissen aan jullie heb kunnen vertellen.
Ἐγὼ γάρ, ὦ Ἀθηναῖοι, ἐπειδὴ ἔδοξέ μοι γῆμαι καὶ γυναῖκα ἠγαγόμην εἰς τὴν οἰκίαν,
Want ik, Atheners, toen ik besloot te trouwen en ik voerde een vrouw naar mijn huis (voor mijzelf),
τὸν μὲν ἄλλον χρόνον οὕτω διεκείμην ὥστε μήτε λυπεῖν μήτε λίαν ἐπ᾽ ἐκείνῃ εἶναι ὅ τι ἂν ἐθέλῃ ποιεῖν,
gedroeg ik mij zo de eerste tijd dat ik haar niet in de weg liep en ook niet al te veel was het voor haar mogelijk om wat zij wilde te doen,
ἐφύλαττόν τε ὡς οἷόν τε ἦν, καὶ προσεῖχον τὸν νοῦν ὥσπερ εἰκὸς ἦν.
ik beschermde haar voor zover het mogelijk was en ik lette op haar zoals zij passend/normaal was.
Ἐπειδὴ δέ μοι παιδίον γίγνεται, ἐπίστευον ἤδη καὶ πάντα τὰ ἐμαυτοῦ ἐκείνῃ παρέδωκα,
Toen de baby voor mij geboren werd, vertrouwde ik haar al en ik overhandigde aan haar al mijn zaken,
ἡγούμενος ταύτην οἰκειότητα μεγίστην εἶναι·
dat beschouwde ik als het grootste teken van vertrouwen te zijn:
ἐν μὲν οὖν τῷ πρώτῳ χρόνῳ, ὦ Ἀθηναῖοι, πασῶν ἦν βελτίστη· καὶ γὰρ οἰκονόμος δεινὴ καὶ φειδωλὸς καὶ ἀκριβῶς πάντα διοικοῦσα·
dus in de eerste tijd, Atheners, was alles het beste: terwijl zij alles regelde/verzorgde, want zij was een geweldige huishoudster en spaarzaam en iemand die alles nauwkeurig regelde
ἐπειδὴ δέ μοι ἡ μήτηρ ἐτελεύτησε, πάντων τῶν κακῶν ἀποθανοῦσα αἰτία μοι γεγένηται.
en toen mijn moeder stierf, is zij de oorzaak geworden voor mij van alle rampen, nadat zij gestorven was.
De feiten volgens Euphiletos
Ἐπ᾽ ἐκφορὰν γὰρ αὐτῇ ἀκολουθήσασα
Want nadat ze haar begeleid heeft om haar uit te dragen,
ἡ ἐμὴ γυνὴ ὑπὸ τούτου τοῦ ἀνθρώπου ὀφθεῖσα, χρόνῳ διαφθείρεται·
en nadat ze is gezien, mijn vrouw wordt na verloop van tijd verleid/vernietigd door die man:
ἐπιτηρῶν γὰρ τὴν θεράπαιναν τὴν εἰς τὴν ἀγορὰν βαδίζουσαν
want terwijl hij het dienstmeisje beloerde terwijl ze naar de markt liep
καὶ λόγους προσφέρων ἀπώλεσεν αὐτήν.
en omdat hij (haar) seksuele voorstellen deed verwoestte hij haar.
Πρῶτον μὲν οὖν, ὦ ἄνδρες, (δεῖ γὰρ καὶ ταῦθ᾽ ὑμῖν διηγήσασθαι)
Dus eerst, Atheners, (want het is nodig ook dit aan jullie te vertellen),
οἰκίδιον ἔστι μοι διπλοῦν,
ik heb een huisje met twee woonlagen,
ἴσα ἔχον τὰ ἄνω τοῖς κάτω κατὰ τὴν γυναικωνῖτιν καὶ κατὰ τὴν ἀνδρωνῖτιν.
hebbende de bovenverdieping gelijk aan de benedenverdieping wat betreft de vrouwenkamer en de mannenkamer.
Ἐπειδὴ δὲ τὸ παιδίον ἐγένετο ἡμῖν, ἡ μήτηρ αὐτὸ ἐθήλαζεν·
Toen het kindje van ons geboren werd/ontstond, gaf zijn moeder hem zelf de borst:
ἵνα δὲ μή, ὁπότε λοῦσθαι δέοι, κινδυνείῃ κατὰ τῆς κλίμακος καταβαίνουσα
en zodat zij geen gevaar zou lopen telkens wanneer het nodig was dat het kindje gewassen werd terwijl zij vanaf de trap naar beneden liep,
ἐγὼ μὲν ἄνω διῃτώμην, αἱ δὲ γυναῖκες κάτω. Καὶ οὕτως ἤδη συνειθισμένον ἦν,
woonde ik boven en de vrouwen beneden. En zo was het al de gewoonte,
ὥστε πολλάκις ἡ γυνὴ ἀπῄει κάτω καθευδήσουσα ὡς τὸ παιδίον,
zodat mijn vrouw vaak wegging naar beneden terwijl zij bij het kindje zou slapen,
ἵνα τὸν τιτθὸν αὐτῷ διδῷ καὶ μὴ βοᾷ. Καὶ ταῦτα πολὺν χρόνον οὕτως ἐγίγνετο,
opdat zij de borst aan het geeft en hij niet schreeuwt. En dat gebeurde zo lange tijd,
καὶ ἐγὼ οὐδέποτε ὑπώπτευσα, ἀλλ᾽ οὕτως ἠλιθίως διεκείμην,
en ik was nooit achterdochtig, maar zo goedgelovig was ik er aan toe,
ὥστε ᾤμην τὴν ἐμαυτοῦ γυναῖκα πασῶν σωφρονεστάτην εἶναι τῶν ἐν τῇ πόλει.
dat ik dacht/meende dat mijn eigen vrouw de meest verstandige was van alle vrouwen in de stad.
Προϊόντος δὲ τοῦ χρόνου, ὦ ἄνδρες, ἧκον μὲν ἀπροσδοκήτως ἐξ ἀγροῦ,
Terwijl de tijd verstreek, o/beste mannen, kwam ik eens onverwacht van de akker/het land,
μετὰ δὲ τὸ δεῖπνον τὸ παιδίον ἐβόα καὶ ἐδυσκόλαινεν
en na de maaltijd schreeuwde het kindje en was het vervelend,
ὑπὸ τῆς θεραπαίνης ἐπίτηδες λυπούμενον, ἵνα ταῦτα ποιῇ·
omdat het door het dienstmeisje met opzet gepijnigd werd, opdat het het zou doen,
ὁ γὰρ ἄνθρωπος ἔνδον ἦν· ὕστερον γὰρ ἅπαντα ἐπυθόμην.
want de man was binnen: want later vernam ik alles.
Merkwaardige gebeurtenissen
Καὶ ἐγὼ τὴν γυναῖκα ἀπιέναι ἐκέλευον καὶ δοῦναι τῷ παιδίῳ τὸν τιτθόν,
En ik beval mijn vrouw om weg te gaan en de baby de borst te geven,
ἵνα παύσηται κλᾶον.
opdat het zou stoppen met huilen.
Ἡ δὲ τὸ μὲν πρῶτον οὐκ ἤθελεν, ὡς ἂν ἀσμένη με ἑωρακυῖα ἥκοντα διὰ χρόνου·
Eerst wilde ze dit niet, want, alsof ze blij was mij gezien te hebben terugkomend na lange tijd:
ἐπειδὴ δὲ ἐγὼ ὠργιζόμην καὶ ἐκέλευον αὐτὴν ἀπιέναι,
maar toen ik boos werd en haar beval om weg te gaan, zei zij:
« ἵνα σύ γε» ἔφη «πειρᾷς ἐνταῦθα τὴν παιδίσκην· καὶ πρότερον δὲ μεθύων ἀσμένη αὐτήν.»
“zodat jij zeker daar het slavinnetje lastigvalt: en ook eerder, toen je dronken was, betastte je haar.”
Κἀγὼ μὲν ἐγέλων, ἐκείνη δὲ ἀναστᾶσα
En ik lachte, terwijl zij doet alsof ze een geintje maakt, maar zij,
καὶ ἀπιοῦσα προστίθησι τὴν θύραν, προσποιουμένη παίζειν, καὶ τὴν κλεῖν ἐφέλκεται.
nadat ze opgestaan was en terwijl ze wegging, sloot de deur en vergrendelde de deur.
Κἀγὼ τούτων οὐδὲν ἐνθυμούμενος οὐδ᾽ ὑπονοῶν ἐκάθευδον ἄσμενος,
En ik, terwijl ik aan niets van die dingen dacht en niet vermoedens koesterde, sliep ik blij,
ἥκων ἐξ ἀγροῦ. Ἐπειδὴ δὲ ἦν πρὸς ἡμέραν,
nadat ik van het land terugkwam. Toen het tegen de dag aanliep,
ἧκεν ἐκείνη καὶ τὴν θύραν ἀνέῳξεν. Ἐρομένου δέ μου τί αἱ θύραι νύκτωρ ψοφοῖεν,
kwam zij en opende de deur. Nadat ik vroeg waarom de deuren in de nacht kraakten,
ἔφασκε τὸν λύχνον ἀποσβεσθῆναι τὸν παρὰ τῷ παιδίῳ,
zij beweerde dat het olielampje naast het kind gedoofd was
εἶτα ἐκ τῶν γειτόνων ἐνάψασθαι. Ἐσιώπων ἐγὼ καὶ ταῦτα οὕτως ἔχειν ἡγούμην
en dat zij het bij de buren liet ontsteken. Ik zweeg en meende dat het zo was.
Ἔδοξε δέ μοι, ὦ ἄνδρες, τὸ πρόσωπον ἐψιμυθιῶσθαι
Ze wekte de indruk aan mij, o mannen, dat haar gezicht met witte make-up was opgemaakt,
τοῦ ἀδελφοῦ τεθνεῶτος οὔπω τριάκονθ᾽ ἡμέρας·
hoewel de broer nog geen 30 dagen was gestorven:
ὅμως δ᾽ οὐδ᾽ οὕτως οὐδὲν εἰπὼν περὶ τοῦ πράγματος ἐξελθὼν ᾠχόμην ἔξω σιωπῇ.
toch, nadat ik zo niets zei over de gebeurtenis, ging ik in stilte weg naar buiten.
Μετὰ δὲ ταῦτα, ὦ ἄνδρες, χρόνου μεταξὺ διαγενομένου
En daarna, o mannen, nadat ertussen tijd was verstreken
καὶ ἐμοῦ πολὺ ἀπολελειμμένου τῶν ἐμαυτοῦ κακῶν,
en omdat ik geen enkel besef had van de ellende van mijzelf,
προσέρχεταί μοί τις πρεσβῦτις ἄνθρωπος, ὑπὸ γυναικὸς ὑποπεμφθεῖσα
kwam bij mij een oud mensje dat door een vrouw in het geheim gestuurd werd,
ἣν ἐκεῖνος ἐμοίχευεν, ὡς ἐγὼ ὕστερον ἤκουον· αὕτη δὲ ὀργιζομένη
waarmee hij een verhouding had, zoals ik later hoorde: terwijl zij zelf boos werd
καὶ ἀδικεῖσθαι νομίζουσα, ὅτι οὐκέτι ὁμοίως ἐφοίτα παρ᾽ αὐτήν,
en menend onrechtvaardig behandeld te worden, omdat hij niet meer even veel langskwam bij haar (als vroeger),
ἐφύλαττεν ἕως ἐξηῦρεν ὅ τι εἴη τὸ αἴτιον.
zo lang als zij op haar hoede bleef, totdat zij erachter kwam wat de oorzaak was.
Euphiletos krijgt argwaan
Ταῦτα εἰποῦσα, ὦ ἄνδρες, ἐκείνη μὲν ἀπηλλάγη, ἐγὼ δ᾽ εὐθέως ἐταραττόμην,
Nadat zij dit vertelde, o mannen, ging zij weg, maar ik was onmiddellijk van slag,
καὶ πάντα μου εἰς τὴν γνώμην εἰσῄει, καὶ μεστὸς ἦν ὑποψίας,
en alles ging naar mijn gedachten en ik was vol van wantrouwen,
ἐνθυμούμενος μὲν ὡς ἀπεκλῄσθην ἐν τῷ δωματίῳ,
en terwijl ik overdacht dat ik opgesloten was in het huisje,
ἀναμιμνῃσκόμενος δὲ ὅτι ἐν ἐκείνῃ τῇ νυκτὶ ἐψόφει ἡ μέταυλος θύρα καὶ ἡ αὔλειος,
terwijl ik mij herinnerde dat in die nacht de deur naar de binnenplaats en naar de straat kraakten,
ὃ οὐδέποτε ἐγένετο, ἔδοξέ τέ μοι ἡ γυνὴ ἐψιμυθιῶσθαι.
wat nooit gebeurde en mijn vrouw scheen mij toe zich met witte make-up ingesmeerd te hebben.
Ταῦτά μου πάντα εἰς τὴν γνώμην εἰσῄει, καὶ μεστὸς ἦ ὑποψίας.
En al die dingen kwamen binnen tot mijn geest en ik was vol van wantrouwen.
Ἐλθὼν δὲ οἴκαδε ἐκέλευον ἀκολουθεῖν μοι τὴν θεράπαιναν εἰς τὴν ἀγοράν
Nadat ik naar huis was gegaan, beval ik het dienstmeisje mij te volgen naar de markt,
ἀγαγὼν δ᾽ αὐτὴν ὡς τῶν ἐπιτηδείων τινὰ
nadat ik haar gebracht had naar een van mijn vrienden
ἔλεγον ὅτι ἐγὼ πάντα εἴην πεπυσμένος τὰ γιγνόμενα ἐν τῇ οἰκίᾳ·
zei ik dat ik had vernomen van alles wat in het huis gebeurt, ik zei:
«σοὶ οὖν» ἔφην «ἔξεστι δυοῖν ὁπότερον βούλει ἑλέσθαι,
“Dus het is voor jou nu mogelijk uit 2 mogelijkheden te kiezen, welke van beide je wil,
ἢ μαστιγωθεῖσαν εἰς μύλωνα ἐμπεσεῖν
of nadat je met een zweep geslagen bent in een molenhuis te belanden
καὶ μηδέποτε παύσασθαι κακοῖς τοιούτοις συνεχομένην,
en je nooit stopt gekweld te worden door deze ellende,
ἢ κατειποῦσαν ἅπαντα τἀληθῆ μηδὲν παθεῖν κακόν,
of nadat je de gehele waarheid vertelt ondergaat je niks slechts,
ἀλλὰ συγγνώμης παρ᾽ ἐμοῦ τυχεῖν τῶν ἡμαρτημένων.
maar dat je vergeving van mij krijgt vanwege je fouten.
ψεύσῃ δὲ μηδέν, ἀλλὰ πάντα τἀληθῆ λέγε.»
Lieg niet, maar spreek de hele waarheid.”
De afrekening
Ὤσαντες δὲ τὴν θύραν τοῦ δωματίου
Nadat wij de deur van het huisje open hadden gestoten
οἱ μὲν πρῶτοι εἰσιόντες ἔτι εἴδομεν αὐτὸν κατακείμενον παρὰ τῇ γυναικί,
en terwijl de eersten naar binnen gingen, zagen wij hem nog bij mijn vrouw liggen,
οἱ δ᾽ ὕστερον ἐν τῇ κλίνῃ γυμνὸν ἑστηκότα.
maar degenen die later binnen kwamen zagen hem naakt op het bed staan.
Ἐγὼ δ᾽, ὦ ἄνδρες, πατάξας καταβάλλω αὐτόν,
En ik, Atheners, nadat ik hem klappen had gegeven, gooide ik hem naar beneden
καὶ τὼ χεῖρε περιαγαγὼν εἰς τοὔπισθεν καὶ δήσας
en nadat ik zijn beide handen naar achteren gedraaid had en hem vastgebonden had,
διὰ τί ὑβρίζει εἰς τὴν οἰκίαν τὴν ἐμὴν εἰσιών.
vroeg ik waarom hij misdrijven pleegt door mijn huishouden binnen te gaan.
Κἀκεῖνος ἀδικεῖν μὲν ὡμολόγει, ἠντεβόλει δὲ καὶ ἱκέτευε μὴ ἀποκτεῖναι
En hij gaf toe onrecht te begaan, hij vroeg nederig en smeekte hem niet te doden,
ἀλλ᾽ ἀργύριον πράξασθαι. Ἐγὼ δ᾽ εἶπον ὅτι «Οὐκ ἐγώ σε ἀποκτενῶ,’ ἀλλ᾽ ὁ τῆς πόλεως νόμος,
maar een afkoopsom te vragen. Ik zei dat: “Niet ik zal jou doden, maar de wet van de stad,
ὃν σὺ παραβαίνων περὶ ἐλάττονος τῶν ἡδονῶν ἐποιήσω,
waar jij minder om geeft dan je lusten door ze te overtreden
καὶ μᾶλλον εἵλου τοιοῦτον ἁμάρτημα ἐξαμαρτάνειν εἰς τὴν γυναῖκα τὴν ἐμὴν καὶ εἰς τοὺς παῖδας τοὺς ἐμοὺς ἢ τοῖς νόμοις πείθεσθαι καὶ κόσμιος εἶναι.»
en jij koos eerder om zo'n misdaad begaand tegen mijn vrouw en tegen mijn kinderen dan aan de wetten te gehoorzamen en fatsoenlijk zijn.”
Οὕτως, ὦ ἄνδρες, ἐκεῖνος τούτων ἔτυχεν ὧνπερ οἱ νόμοι κελεύουσι τοὺς τὰ τοιαῦτα πράττοντας,
Zo, mannen, kreeg hij die dingen die de wetten voorschrijven wat betreft degenen die zulke dingen doen,
οὐκ εἰσαρπασθεὶς ἐκ τῆς ὁδοῦ,
omdat hij niet meegesleurd werd vanaf de straat,
οὐδ᾽ ἐπὶ τὴν ἑστίαν καταφυγών, ὥσπερ οὗτοι λέγουσι.
en ook niet nadat hij gevlucht was naar de haard, zoals zij (zij: de aanklagers) beweren.
REACTIES
1 seconde geleden