Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Tekst 286 (Rue du bac)

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • 5e klas vwo | 888 woorden
  • 23 april 2004
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Tekst 286 Rose Het zal 4 jaar geleden zijn in de herfst, ik was zonder kamermeisje. Ik heb er één na het andere geprobeerd, 5 of 6 die dom waren, en ik had de hoop bijna opgegeven om er één te vinden, toen ik in de advertentie in een krant las, een jong meisje die naaien, borduren, (haar) kappen kon, die een plek zocht, en die voorzien is van de beste referenties. Ze sprak bovendien Engels. Ik schreef naar het aangegeven adres, en de dag daarop meldde de persoon in kwestie zich. Ze was groot genoeg, slank, een beetje bleek, met een bescheiden /verlegen houding. Ze had mooie zwarte ogen, een charmante gelaatskleur, ze beviel me meteen. Ik vroeg haar naar haar certificaten: ze gaf me er één in het Engels, want ze kwam, zei ze, van Huize Lady Rymwell, waar ze 10 jaar verbleef. Het certificaat bewees dat het jonge meisje geheel vrijwillig vertrokken was om naar Frankrijk terug te gaan en dat men haar slechts kon verwijten, tijdens haar lange verblijf, dat ze een beetje pronkerig (chic) deed (op z’ n Frans). Het preutse aanzien van de Engelse zin, deed me zelfs een beetje glimlachen en ik nam dit kamermeisje onmiddellijk aan. Ze kwam dezelfde dag nog bij mij, haar naam was Rose. Aan het einde van een maand was ik dol op haar. Het was een gelukkige vondst, een parel, een natuurwonder. Ze wist te kappen met een oneindige smaak; zij zette het kant(werk) van een hoed beter dan de beste hoedenmaakster, vast, en kon zelfs jurken maken. Ik was versteld van haar goede eigenschappen. Nooit zou ik zo’ n dienstmeisje kunnen vinden. Ze kleedde me snel (aan) met een verbazingwekkende lenige hand. Nooit voelde ik haar vingers op mijn huid, en niets was voor mij zo onaangenaam als het ‘contact’ van een hand van een dienstmeisje. Ik nam gauw de gewoontes van overdreven luiheid (aan), zó aangenaam was het voor mij om te laten kleden, van top tot teen, en van overhemd tot handschoenen, door dit grote, verlegen, rustige meisje, altijd een beetje ‘roodblozend’, en die nooit praatte. Na een bad wreef ze me en masseerde me, terwijl ik een beetje (in)sliep op mijn divan; ik waardeerde haar, mijn vertrouwen, vriendin van lagere afkomst, eerder dan een eenvoudige bediende. Echter, op een ochtend vroeg mijn conciërge me geheimzinnig om met me te praten. Ik was verrast en ik liet hem binnen. Het was een erg zekere man, een oude soldaat, een voormalige oppasser van mijn man. Hij leek in verlegenheid gebracht van wat hij mij wilde zeggen. Uiteindelijk sprak hij stamelend uit: ‘Madame, er is een ondercommissaris van de wijkpolitie. Ik vroeg nors: ‘Wat wil hij?’ ‘Hij wil een huiszoeking in het grote huis doen.’ Zeker, de politie is nuttig, maar ik haat ze. Ik vind het geen nobele, statige beroep. En ik antwoordde, geïrriteerd evengoed gekwetst: ‘Waarom deze huisbezoeking? Met wat voor een bedoeling? Hij zal niet binnenkomen.’ De conciërge begon opnieuw: ‘Hij beweert dat er een verbogen misdadiger is’. Dit keer was ik bang en ik beviel hem om de politiecommissaris binnen te brengen in mijn nabijheid om opheldering te vragen. Het was een nogal geleerde man, onderscheiden met de ‘Hoge Franse Onderscheiding’. Hij excuseerde zich, zei ‘Neem me niet kwalijk’, vervolgens bevestigde hij me dat ik, te midden van de bediendes, een dwangarbeider had! Ik was gechoqueerd/ verontwaardigd en antwoordde dat ik gegarandeerd heel het personeel van een hotel (heb) en dat ik hen een inspectie heb laten ‘passeren’(=ondergaan, doen) ‘(Is het) de conciërge Pierre Courtin, oud-soldaat.’ -‘Het is hem niet.’ ‘De koetsier François Pingau, een landbouwer uit de Champagne, zoon van een boer van mijn vader.’ -‘Het is hem niet.’ ‘Een stalknecht, ook uit de Champagne ‘genomen’ en altijd zoon van de landbouwer die ik ken, meer een lakei, die u kwam bekijken.(?) -‘Het is hem niet.’ ‘Dus meneer, u ziet dat u bedrogen bent’. -‘Pardon madame, ik weet zeker dat ik niet bedrogen ben. Zoals het gaat bij een veelplegend crimineel, kunt/ wilt u dankbaar zijn dat we hier verschijnen, voor u en mezelf, en uw hele personeel. Eerst verzette ik me, vervolgens gaf ik toe, en ik ging al mijn mensen laten zien, mannen en vrouwen. De politie commissaris onderzocht hun alleen door een oogopslag, vervolgens verklaarde hij: ‘Dit zijn ze niet allemaal’. -‘Pardon meneer, dit zijn ze, alleen mijn kamermeisje niet, een jong meisje die u niet kunt verwarren met een dwangarbeider’. Hij vroeg: ‘Mag ik haar ook zien?’ -Natuurlijk. Ik belde Rose op, die onmiddellijk verscheen. Ze was nauwelijks binnengekomen of de commissaris gaf een teken, en 2 mannen die ik nooit gezien had, verscholen achter de deur, sprongen op haar en overmeesterde haar handen en maakten ze vast met touwen. Ik slaakte een gil van woede, en ik wilde toesnellen om te verdedigen. De commissaris hield me tegen: ‘Dit meisje, madame, is een man, die Jean-Nicolas Lecapet heet en die in 1879 veroordeeld is voor moord. Zijn straf werd omgezet in levenslang. Hij is 4 maanden hierheen ontsnapt. Sindsdien zoeken we hem.’ Ik was radeloos, verbijsterd. Ik geloofde het niet. De commissaris begon opgewekt opnieuw: ‘Ik kan slechts 1 bewijs geven. Hij heeft een tatoeage op zijn rechterarm.’ De mouw werd opgerold. Het was waar. En ze namen mijn kamermeisje mee!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.