Wordfile H5 t/m H8

ENG_NL oef 83

Hoofdstuk 5

To apportion Toebedelen
To insist Staan op
To engage in Bezig zijn met
To confine to Beperken tot
A scandal erupted Een schandaal barstte los
To suspend Schorsen
Media coverage Verslaggeving door de media
To dub Noemen
To condemn Veroordelen
To purport Beweren
To jump to a conclusion Een overhaastte gevolgtrekking maken
To reveal Onthullen
Access toegang
Irreparable damage Onherstelbare schade
To emphasize Benadrukken
Rarely Zelden
To ignore Negeren
An insatiable desire Een onverzadigbaar verlangen
To concede Toegeven
To acknowledge Erkennen

Hoofdstuk 6

NL_ENG oef 103

Aflopen, verwelken To expire
Streng Stern
Reisroute Initerary
Vergezicht Prospect
concurrentie Competition
Opstopping Congestion
Uitrusting Equipment
Schurk Villain
Gevierd Celebrated
Stappen To amble
Fantasierijk Imaginative

ENG_NL oef 117

To board a plane In een vliegtuig stappen
Eventually Uiteindelijk
To issue a passport
A severe ache Een erge pijn
To relieve the pain De pijn verlichten
Grateful dankbaar
Eclipse Verduistering
Aviation museum Luchtvaart museum
To preserve a collection Het behouden van een collectie
In vain Te vergeefs
Evidence Bewijs
Tyre pressure
Gauge Diepgang
Accelerator Gaspedaal
Plywood Mutiplex/triplex

Hoofdstuk 7

ENG_NL oef 123

Vacancy: vacature
Staggering: schrikbarend
Prospect: vooruitzicht
Applicant: sollicitant
Increase: toename
Bright: slim
Assessment: beoordeling
Require: nodig hebben
Prediction: voorspelling
Extra-curricular: buitenschools
Inclined:geneigd
Initiial erste
Mismatch: verkeerde combinatie
Wasteful: verkwistend

ENG_NL oef 137

Director: regisseur
To pace: stappen
To rub: wrijven
Moderate: gematigd
Purpose: aanzoeken
To trust: vertrouwen
To chuckle: grinniken
Aucience: publiek
Threat; behandelen
Dumbfounded: verstomd staan
Divine assistance:
Eloquently: welsprekend
Resigned: gelaten
Determined: vastberaden
To whine: grienen
A laughing-stock: mikpunt van spot
To wink; knipogen

Hoofdstuk 8

ENG_NL oef 143

Ancestors: voorouders
Determination: vastberadenheid
Craftsmanship: vakmanschap
Deliberate: opzettelijk
To lure: lokken
To allocate: toewijzen
Commerce; handel
Merchant: koopman
Expansion: uitbreiding
To decline; afnemen
Mature: rijp
Diligence: ijver
To unveil onthullen

ENG_NL oef 157

To appraise: waarderen
Breezy: winderig
To cut a dash: de show stelen
To reinforce: versterken
Root: wortel
Ancestry: voorouders
To benkon: wenken
To exile: verbannen
To lose one’s bearings: je rust verliezen
To dwindle: afnemen
To bowl along; voortrollen
Driveway: oprit
Forebear: voorouder
Semblance: gedaante schijn
To abandon: verlaten