Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

RoundUp: Irregular Verbs

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • 2e klas vwo | 1528 woorden
  • 22 juni 2013
  • 51 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
51 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

(r) betekent: ook de regelmatige vorm eindigend op-ed komt voor.

ontstaan         

arise

arose

arisen

ontwaken       

awake

awoke

awoken

(ver)dragen   

bear

bore

borne

geboren worden        

 

 

be born

(ver)slaan      

beat

beat

beaten

worden          

become

became

become

beginnen        

begin

began

begun

buigen            

bend

bent

bent

wedden          

bet

bet

bet

binden            

bind

bound

bound

bijten  

bite

bit

bitten

bloeden          

bleed

bled

bled

blazen, waaien          

blow

blew

blown

breken           

break

broke

broken

opvoeden, fokken

breed

bred

bred

(mee)brengen           

bring

brought

brought

uitzenden       

broadcast

broadcast

broadcast

bouwen          

build

built

built

branden         

burn

burn (r)

burnt (r)

barsten, springen      

burst

burst

burst

kopen

buy

bought

bought

werpen          

cast

cast

cast

vangen           

catch

caught

caught

kiezen

choose

chose

chosen

zich vastklemmen

cling

clung

clung

komen            

come

came

come

kosten

cost

cost

cost

kruipen          

creep

crept

crept

snijden, knippen        

cut

cut

cut

handelen        

deal

dealt

dealt

graven           

dig

dug

dug

doen   

do

did

done

Trekken ,tekenen      

draw

drew

drawn

dromen          

dream

dreamt (r)

dreamt (r)

drinken          

drink

drank

drunk

rijden, drijven            

drive

drove

driven

 

 

 

eten    

 

 

eat

 

 

ate

 

 

eaten

vallen

fall

fell

fallen

(zich) voeden

feed

fed

fed

(zich) voelen  

feel

felt

felt

vechten          

fight

fought

fought

vinden            

find

found

found

vluchten         

flee

fled

fled

vliegen           

fly

flew

flown

verbieden      

forbid

forbade

forbidden

voorspellen    

forecast

forecast

forecast

vergeten        

forget

forgot

forgotten

vergeven        

forgive

forgave

forgiven

vriezen           

freeze

froze

frozen

krijgen, worden         

get

got

got

geven

give

gave

given

gaan   

go

went

gone

groeien ,verbouwen, worden           

grow

grew

grown

(op)hangen    

hang

hung

hung

horen

hear

heard

heard

verbergen      

hide

hid

hidden

raken, treffen, slaan

hit

hit

hit

(vast)houden  

hold

held

held

bezeren, kwetsen      

hurt

hurt

hurt

(be)houden, bewaren           

keep

kept

kept

knielen           

kneel

knelt (r)

knelt (r)

breien

knit

knit

knit

kennen, weten           

know

knew

known

leggen            

lay

laid

laid

leiden, voeren           

lead

led

led

leunen            

lean

leant (r)

leant (r)

springen         

leap

leapt (r)

leapt (r)

leren  

learn

learnt (r)

learnt (r)

(ver)laten, achterlaten         

leave

left

left

(uit)lenen       

lend

lent

lent

laten, verhuren         

let

let

let

liggen

lie

lay

lain

aansteken, verlichten           

light

lit (r)

lit (r)

verliezen        

lose

lost

lost

maken            

make

made

made

bedoelen, betekenen

mean

meant

meant

ontmoeten     

meet

met

met

betalen          

pay

paid

paid

leggen, zetten           

put

put

put

 

 

 

 

 

 

lezen  

 

 

 

read

 

 

 

read

 

 

 

read

rijden

ride

rode

ridden

klinken, bellen           

ring

rang

rung

stijgen, opstaan, opgaan       

rise

rose

risen

hard lopen, rennen   

run

ran

run

zagen

saw

sawed

sawn

zeggen           

say

said

said

zien    

see

saw

seen

zoeken           

seek

sought

sought

verkopen        

sell

sold

sold

zenden, sturen           

send

sent

sent

zetten, ondergaan     

set

set

set

naaien            

sew

sewed

sewn

schudden, beven       

shake

shook

shaken

schijnen, schitteren   

sine

shone

shone

(dood)schieten          

shot

shot

shot

laten zien, wijzen      

show

showed

shown

krimpen, terugdeinzen         

shrink

shrank

shrunk

sluiten            

shut

shut

shut

zingen

sing

sang

song

zinken

sink

sank

sunk

zitten  

sit

sat

sat

slapen

sleep

slept

slept

ruiken

smell

smelt (r)

smelt (r)

zaaien

sow

sowed

sown

spreken          

speak

spoke

spoken

z. spoeden, hard rijden         

speed

sped

sped

uitgeven, doorbrengen         

spend

spent

spent

spinnen, draaien       

spin

spun

spun

spuwen          

spit

spat

spat

spijten            

split

split

split

bederven, verwennen           

spoil

spoilt (r)

spoilt (r)

verspreiden   

spread

spread

spread

springen         

spring

sprang

sprung

staan  

stand

stood

stood

stelen, sluipen           

steal

stole

stolen

(blijven) steken, plakken       

stick

stuck

stuck

steken, prikken          

sting

stung

stung

stinken           

stink

stank

stunk

slaan, treffen; staken            

strike

struck

struck

zweren, vloeken        

swear

swore

sworn

zweten           

sweat

sweat (r)

sweat (r)

vegen

sweep

swept

swept

 

 

 

 

zwemmen      

 

swim

 

swam

 

swum

zwaaien, schommelen          

swing

swung

swung

nemen, (weg)brengen          

take

took

taken

leren, onderwijzen    

teach

taught

taught

scheuren, trekken     

tear

tore

torn

zeggen, vertellen      

tell

told

told

denken, vinden, menen        

think

thought

thought

gooien            

throw

threw

thrown

begrijpen, verstaan   

understand

understood

understood

wekken, ontwaken    

wake

woke

woken

dragen (aan het lichaam)     

wear

wore

worn

wenen            

weep

wept

wept

winnen           

win

won

won

(op)winden    

wind

wound

wound

(zich) terugtrekken    

withdraw

withdrew

withdrawn

schrijven        

write

wrote

written

 

REACTIES

E.

E.

To be, was/were, been staat er niet in

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.