Alles is oke, zei de dokter. Lig naar achter en relax. Zij stem was mijlenver in de afstand en het leek of hij aan het schreeuwen was tegen haar. Je hebt een zoon.
Een wat?
Je hebt een goede zoon, snap je dat? Een goede zoon. Hoor je hem huilen?
Is hij helemaal gezond, dokter?
Natuurlijk is hij gezond.
Alsjeblieft laat hem aan me zien.
Je zal hem zien binnen een moment.
Ben je zeker dat hij goed is?
Ik ben zeer zeker.
Is hij nog aan het huilen?
Probeer te rusten. Er is niks om je zorgen over te maken.
Waarom is hij gestopt met huilen, dokter? Wat gebeurd er?
Wind jezelf alsjeblieft niet op. Alles is normaal.
Ik wil hem zien. Alsjeblieft laat me hem zien.
Mevrouw, zei de dokter, pakte haar hand. Je hebt een goed sterk gezond kind. Geloof je me niet wanneer ik je dat zeg?
Wat is de vrouw daar met hem aan het doen?
Uw baby mooi aan het maken voor u, zei de dokter. We geven hem een kleine wasbeurt, dat is alles. Je moet ons daar een minuut of 2 voor geven.
Zweer je dat alles goed met hem is?
Ik zweer het. En nu naar achter liggen en relaxen. Sluit je ogen. Kom op, sluit je ogen. Dat is goed. Dat is beter, goede meid …
Ik heb gebeden en gebeden dat hij zal leven, dokter.
Natuurlijk zal hij leven. Waar praat je over?
De anderen niet.
Wat?
Geen van mijn anderen leefden, dokter.
De dokter stond naast het bed, beneden kijkend naar het bleke uitgeputte gezicht van de jonge vrouw. Hij had haar nog nooit gezien voor vandaag. Zij en haar man waren de nieuwe mensen in de stad. De vrouw van de herbergier, wie was opgekomen om te helpen had hem verteld dat de echtgenote werkte bij de lokale douane aan de grens en dat de twee van hen opeens waren gearriveerd in de herberg met een hutkoffer en een koffer 3 maanden geleden. The man was een alcoholist, de vrouw van de herbergier had gezegd een arrogant, bazig, pestende kleine alcoholist, maar de jonge vrouw was aardig en godsdienstig. En ze was erg verdrietig. Ze lachte nooit. In de paar weken dat ze hier was, the vrouw van de herbergier had haar niet een keer zien lachen. Er waren ook geruchten dat dit de man’s derde echtgenote was, dat een vrouw was gestorven en de ander was van hem gescheiden door onsmakelijke redenen. Maar dat was alleen een roddel.
Blz. 27
De dokter boog naar beneden en legde het laken iets hoger over de patients borst. Je hoeft je nergens zorgen over te maken, zei hij aardig. Dit is een perfecte normale baby.
Dat is exact was mij verteld is over de anderen. Maar ik verloor ze allemaal, dokter. In de laatste 18 maanden ben ik al mijn drie kinderen verloren, dus je moet me niet de schuld geven van angstig zijn.
Drie?
Dit is mijn vierde … in vier jaar.
De dokter verschoof zijn voet onrustig over de kale vloer.
Ik denk niet dat je weet wat dat betekent, dokter, om ze allemaal te verliezen, alle drie, langzaam, afzonderlijk, een voor een. Ik blijf ze zien. Ik kan Gustav’s kant nu zien zo schoon als hij naast me lag in het bed. Gustav was een lieve jongen, dokter. Maar hij was altijd ziek. Het is vreselijk als ze altijd ziek zijn en er is niks wat je kan doen om ze te helpen.
Ik weet het.
De vrouw opende haar ogen, staarde naar de dokter voor een paar seconden, en sloot ze daarna opnieuw.
Mijn kleine meisjes was Ida genoemd. Ze stierf een paar dagen voor Kerstmis. Dat is maar 4 maanden geleden. Ik wens dat je Ida had kunnen zien dokter.
Je hebt een nieuwe nu.
Maar Ida was zo mooi.
Ja, zei de dokter. Ik weet het.
Hoe kan je dat weten? Gilde ze.
Ik ben zeker dat het een lief kind was. Maar deze nieuwe lijkt daar op. De dokter liep weg van het bed en liep naar het raam en keek eruit. Het was een natte grijze april middag. Aan de overkant van de straat kon hij de rode daken van de huizen zien en grote regendruppels vielen op de tegels / dakpannen.
Ida was 2 jaar oud, dokter … en ze was zo mooi ik was nooit in staat mijn ogen van haar af te houden vanaf de tijd dat ik haar aankleedde ’s morgens tot dat ze veilig in bed lag ’s nachts. Ik leefde in de heilige verschrikking dat er iets zou gebeuren met dat kind. Gustav was weg en mijn kleine Otto was ook al weg en zij was alles wat ik nog had. Soms stond ik op ’s nachts en kroop ik naar het wiegje en legde ik mijn oor op haar mond om er zeker van te zijn dat ze ademde.
Probeer te rusten, zei de dokter, ga terug naar bed. Probeer alsjeblieft te rusten. Het gezicht van de vrouw was wit en kleurloos, en er was een lichtblauwe grijze tint rond haar neusvleugels en mond. Een paar plukken vochtig haar hingen over haar voorhoofd plakkend aan haar huid.
Wanneer ze stierf … was ik al opnieuw zwanger, dokter.
Deze nieuwe was goed en wel vier maanden onderweg wanneer Ida stierf. Ik wil het niet! Gilde ik na de begrafenis. Ik wil het niet hebben! Ik heb genoeg kinderen begraven. En mijn man … slenterde / wandelde met de gasten en een groot glas bier in zijn hand … hij draaide zich om en zei snel : ik heb nieuws voor je Klara, ik heb goed nieuws.
Kun je je dat inbeelden, dokter. We hadden net ons derde kind begraven en hij had goed nieuws. Vandaag ben ik geboekt naar Braunau, zei hij, dus je kan beginnen met pakken.
De vertaling gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden