Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Wasserbob en De Regenboogforel (Regenbogen)

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • 4e klas vwo | 1148 woorden
  • 23 mei 2004
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
24 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Vertaling Wasserbob Tekst 76 Jarl Zegers 4VB Waterbob, dat is de naam van de kleine slee, waarmee men/je op de wilde wateren, met de buik naar beneden, naar beneden kan glijden. Het lijkt erg op een bob of een kleine eenmansslee. Je gaat erop liggen, om – drijvend op de stroming – langs de kronkelingen van een wildwaterstroming naar beneden te schieten. Bijna zoals op een ijspiste, waar de kleine slee wordt gedreven door de zwaartekracht. De benen zijn het roer, de voeten de motor. Beslist een individuele sport. Hydrospeed, letterlijk vertaald ‘snelheid op water’. De uitdrukking ‘Waterbob’ zou misschien duidelijker zijn. Deze sport, die tegenwoordig vooral bij de jeugd populair is, is in 1978 in Frankrijk door atleten uitgevonden, die al aan raften en wildwatervaren doen en zeer precieze ideeën hebben over het bobvaren, over de daarbij horende fysieke inspanningen, over de moeilijkheden. De afgronden, waarin de wilde wateren, die de pistes van deze sport zijn, vallen, worden gevuld met de echo van de gillen van de sterke jonge mannen, die zich vastklampen aan hun van kiel voorziene planken. Door te schreeuwen, worden ze moediger, bovendien maken ze indruk op hun bewonderaars. Het water is fris en geeft kracht. Het contact met de natuur is perfect: Men voelt zich als het ware het middelpunt van een heilig ritueel, een soort wijding. En ook dat is de fascinatie van de waterbob, zoals bij alle extreme sporten waarbij mensen als vanouds hun moed willen bewijzen en bij elke onderneming het noodlot op de proef stellen. Door deze fascinatie geïnspireerd/gevangen heeft Michael Horn, een Zuid-Afrikaan, al snel zijn geboorteland verlaten, om zich in Zwitserland te vestigen, waar de Alpen hem veel gelegenheid geven tot opzienbarende afdalingen. Het is waar, het gaat hier om een verheffende belevenis. De afdaling verloopt nooit kalm, voor deze grootte van de natuur moet men simpelweg verstommen. Wanneer men met grote snelheid tussen de enorme ijs- en sneeuwwanden naar beneden stort, voelt men zich plotseling heel klein, maar toch machtig. Men vertrouwt zichzelf toe aan de ongerepte natuur, een rivier, een stroming, een waterval, maar men weet dat men haar onder controle kan houden. De imposante rotswanden, die men eerst vanuit heel ander perspectief heeft bekeken, verschijnen nu, zoals ze werkelijk zijn: concreet, angstaanjagend, ze komen steeds dichterbij. Je kunt ze bijna aanraken, als je je niet aan je bob zou moeten vasthouden, die over het wilde water naar beneden valt. Men/je gaat de uitdaging van een waterval aan, zonder eerst de mogelijkheid te hebben gehad, om hem van een afstand te zien, zijn eigenschappen en gevaren te onderzoeken en op basis daarvan de navigatietechnieken te bepalen. Men/je begint gewoon. Het water bruist. De stroming wordt steeds sterker. De adrenalinespiegel stijgt, uit de ogen fonkelt grote vreugde, maar ook een beetje angst. Men/je geeft zich/je over aan de nauwelijks houdbare kracht van de stroming. Tegenstrijdige gevoelens nemen bezit van ons. Men verwacht de klap van het water bij de eerste moeilijke stroomversnelling. De verwachting is groot, maar ook de angst, met een woord: een grote opwinding. Waarmee kan men dit ogenblik vergelijken? Met de afdaling van de top van een berg met een fiets, een rit met de achtbaan? Nee, niets van dit allemaal. De fysieke kracht dient de athleten, om zich stevig vast te houden aan de handvaten van zijn waterbob. De stroming wordt sterker en neemt alles met zich mee. Men moet zenuwen als staaldraad hebben, zijn instinctieve reacties meester zijn. Al in de voorbereidingsfase lijkt het materiaal piepklein, maar robuust. Nu, tijdens de afdaling, lijkt het op niets meer, zo wordt het als een speelbal door de kracht van het water heen en weer gesmeten, volledig door water omgeven. Iedere sportman is nu, omgeven door donderend water, helemaal op zichzelf aangewezen, op zijn moed. Slechts zijn gevoel, zijn stemming kan hij onder controle hebben, het water niet. En ook als hij de laatste, moeilijke hindernis overwint, weet hij nog niet, of het ‘grote ogenblik’ werkelijk voorbij is. Zijn hart klopt snel, de spieren trillen van het aanspannen. Hij weet nog niet zeker, of hij zich echt kan ontspannen. Hydrospeed is een spel van emoties, zowel tijdens de afdaling als erna, als je weet dat je het hebt gehaald. Dan is misschien de emotie wel het diepst. De Regenboogforel: De vis die de vissers laat spartelen Psst, heel zachtjes, als u nu langs de beek wandelt. Ergens daar beneden ligt een regenboogforel op de loer, wachtend, tot kevers of vissen voorbijkomen. Hup! Daar schiet ze uit haar schuilplaats, (en) hapt toe. En als ze zich omdraait, zien we, hoe mooi ze is (veel mooier dan “blauw”): Een slank lichaam met zwarte stippen, ze glinstert blauw en groen, heeft van kop tot staart een roze – lila – gekleurde streep. Vandaar haar naam. Is de regenboogforel een binnenlandse vis? Nee, ze is Amerikaans. In 1881 geïmporteerd, omdat ze veel meer kan dan onze forellen (wat visserijbezitters en hengelaars interessant vonden): robuust als een tankschip, ongevoelig voor vuil water, ze kan zelfs in 25 graden (warm) water leven, groeit bijna dubbel zo snel als Europese soortgenoten. Waarom ontkomt ze de meeste hengelaars? · Ze kan, net zoals wij mensen, kleuren zien (zeldzaamheid in de dierenwereld). · Ze kan horen als een lynx, bijvoorbeeld hoe kiezelstenen over de beekbodem schrapen, hoe snoeken zich verslikken, hoort zelfs het sluipen van de hengelaar aan de beekrand. · Ze bezit een soort onderwater-rader (in de regenboogschubben), kan daardoor in troebel water jagen, botst in de nacht niet tegen een rots. Zwemmen forellen in een zwerm, houden ze zo afstand en contact. · Ze kan gewichtloos in het water glijden, zich als een onderzeeër op de bodem laten vallen en als een raket naar boven schieten. Dat zorgt voor een met gas gevulde zwemblaas: bij het duiken wordt namelijk het gas in het bloed gepompt. (forel wordt zwaarder), bij het opduiken wordt de zwemblaas weer met gas gevuld (opwaartse druk). Kunnen regenboogforellen ook in zoutwater leven? Ja. Een ondersoort genaamd: “staalhoofd” (naar de kleur van hun kop) volgt een raadselachtig instinkt, zwemt gelijk na de geboorte van de rivieren naar de zee en blijft daar 8 maanden tot 2 jaar. Om te paren keren ze in het zoetwater terug. Dermatologisch wonder: in zee verliezen de staalkoppen de regenboogstreep, in beken en rivieren keert hij terug. In hengelaar – Latijn worden regenboogforellen vaak zo groot als een halve walvis. Er werden wel al reuzen van 70 cm lang gevangen (7 kg zwaar). Normaal gesproken zijn ze maar 30 cm lang. Gemiddelde leeftijd: 4-6 jaar. Ps: Ze worden in visvijvers extra voor de keuken gefokt. De fokker wrijft met de hand over de buik van het vrouwtje, de eitjes vloeien eruit, dan wrijft hij over de buik van het mannetje, laat de zaadjes over de eieren druppelen – ze worden bevrucht. Als de vissen uit de eitjes zijn gekomen, voeden ze zich eerst met de dooierzak, worden later met fijnkorrelig voedsel gevoed.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.