Tekst 8 en 9

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • 4e klas vwo | 2505 woorden
  • 13 december 2004
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
12 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
Tekst 8A

CRIMINELE ROLSTOELRIJDER BEDRIEGT DE POLITIE MET GASPISTOOL
Dat had diepe gevolgen kunnen hebben! “Stel je eens de titel ‘politie schiet weerloze rolstoelrijder dood’ voor,” huivert de woordvoerder van de politie Richard Bauch, toen hij een voorval van een maandag in de carnavalstijd bij het ministerie van binnenlandse zaken beschreef. “Als onze ambtenaren van slechts 2 meter afstand gehandeld zouden moeten hebben, was het misschien wel zo gelopen.”
Om 20.00 mokte de 29-jarige Peter G voor de metro in Odeonsplein. De alcoholist is sinds de amputatie van zijn linker onderbeen rolstoelrijder. 2 Ambtenaren van de M.E. op patrouille langs het ministerie van binnenlandse zaken grijpen in. Toen ze onmiddellijk voor hem stonden, trok de invalide een revolver en richtte daarmee op een van de geüniformeerden. Bauch: ,,Bij grote afstand zouden de collega’s minstens het dienstwapen getrokken hebben” –voor de eigen veiligheid en afweer van het ontstane levensgevaar. Zo echter kon de bedreigde 20-jarige hoofdwachtmeester de zittende man reflexmatig met de voet het wapen uit de handen trappen. Nu pas bleek, dat het bij hij bedrieglijk uitziende schietijzer om een gasrevolver ging, die bovendien niet geladen was. Als zwaar kaliber bleek daarentegen de dronken oproerwaaier: Peter G. was door de officier van justitie in München had een arrestatiebevel uitgevaardigd, die hij ook al in Ulm en Hamburg had gekregen – het toebrengen van lichamelijk letsel. De dakloze werd gearresteerd en er werd bloed afgenomen en op carnavalsdinsdag werd hij voorgeleid aan de onderzoeksrechter om te bepalen of hij vast gehouden moest worden

8I

Als 7-jarige maakte hij zijn eerste tijdschrift, met 20 gaf hij het grootste oplagenmagazine van Oostenrijk uit: Wolfgang Fellner, 39, megaster van de Oostenrijkse gedrukte media. Zijn volgende doel: “ik wil ‘den Spiegel’ en de ‘stern’ en poepie laten ruiken.”
MAX- schrijfster Brigitte Blobel bezocht in Wenen de ‘News’ –uitgever en hoofdredacteur.
OOSTENRIJKS NUMMER 1
Dinsdags heerst er achter de barokke gevel van het Weense stadspaleis angst, minister en staatssecretaris, president, gemeenteraad en burgemeester, kanselier en kandidadaten doen allemaal een schietgebedje, dat louter klinkt dan het 6-uur luiden van de klokken van de Stephandsdom. Dadelijk komt het ‘News’, ---hopelijk--- staat er niks ergs over me in. Of over m’n vrouw. Of over m’n bankrekening. Het politieke en maatschappelijke Oostenrijkse leven speelt zich voornamelijk in Wenen af - als er niet net een festival in Salzburg of badtijd aan de Wörthersee is – en zo brengt Wolfgang Fellner, 39, uitgever en hoofdredacteur van ‘News’, iedere dinsdag op het “blue hour” heel Wenen in een gemeenschappelijke verlamming. Men zit in de dienstkamers, de kantoren wachten op de koerier met het gedrukte exemplaar van ‘News’, dat eigenlijk vanaf donderdag aan de kiosken verkocht wordt. Op de koffie in de mooie porseleinen kopjes trilt de slagroom, en onder de onrustige stap van de Bundeskanzlier rammelt de kroonluchter zacht.
---Ondertussen--- leunt Wolfgang Fellner in zijn kantoorpand van glas en staal, dat ook nog ‘Galaxie’ heet, gemakkelijk achterover en wacht, tot de telexen van het nieuwsagentschap warm lopen. Heeft de Bundespresident Dr. Thomas Klestil een geliefde? Moet de vrouwelijke minister haar wittebroodsweken afbreken? Heeft de voorzitter van de FPÖ Jörg Haider illegale asielzoekers in dienst? Alfred Worm, plaatsvervangend hoofdredacteur bij ‘News’ en affaire-blootlegger nummer 1, was vroeger in dienst bij ‘Profil”, het nieuwsmagazine met het goede, intelligente, serieuze imago. Mar ‘Profil’ had tegen ‘News’ geen kans, en aangezien een goede journalist ook graag bij een succesvol blad werkt, liet Worm zich aannemen.
---Nadien--- heeft ‘News’, zoals Wolfgang Fellner trots vermelde, “80% van alle verhalen” geleverd, die in Oostenrijk voor gespreksstof zorgen.
“Sinds de verschijning van ‘News’ op 15 oktober 1992 op de markt wordt over ‘News’ gesproken, in de wijklokalen, de cafés, de kantoren en de verdieping van de bedrijfsbazen. De jongen mensen lezen ‘News’, maar ook alle prominenten. Je komt niet onder ons uit.”
Sinds hij dat klaar heeft gespeeld, kan hij een beetje ---ontspannen---. Want zijn doel is, gewoonweg de nummer 1 te zijn. – met alles wat hij aanpakt. Al met 7 jaar is de zoon van een universitaire professor beroepsmatig flink gas gegeven: hij heeft op carbonpapier een krant uitgebracht, en waarschijnlijk was ze niet slecht --- in ieder geval --- was hij onder de 7-jarige hoofdredacteuren zeker de nummer 1. Met 14 had hij zijn 2 jaar jongere broer zo ver, dat zij zich aan een echte taak wilden wijden. Ze brachten in Salzburg een scholierentijdschrift uit die de naam ‘Rennbahnexpress’ kreeg en werd hij bij wijze van spreken plotseling spreekbuis van de jongeren. Natuurlijk nummer 1 onder de schooltijdschriften, werd ‘Rennbahnexpress’ zo sterk, dat de gebroeders Fellner besloten, daarmee naar de kiosk te gaan. Dat was 1972, en de mengeling van Pop en politiek, rock en spektakel was het 2 jaar later het tijdschrift met de meeste oplages in Oostenrijk.
“We hebben ‘Bravo’ ---uit de kiosk gekregen---,” zegt Wolfgang Fellner stralend. “We hebben hits van Falco en Ambros en van de ‘eerste eigen naam’ op ‘Schallfolien’ bijgelegd, dat werd door de industrie gefinancierd en heeft ons niks gekost.”
Op een leeftijd waarop nog veel van de cheque van hun ouders leven, waren de gebroeders (Helmut 20 en Wolfgang 22) al op weg naar hun eerste miljoen. Dat laat zo z’n sporen achter. Voor een normale carrière waren ze niet meer verkrijgbaar, alleen nog voor superrelatieven. En ze legde de grondslag voor ‘Basta’, de voorganger van ‘Wiener’ en ‘Tempo’, en natuurlijk was ‘Basta’ zeer snel Oostenrijks nummer 1.
Toen volgden financiële transfers, en de gebroeders Fellner gebruikten de adempauze en het vele geld, om aan hen opleiding in Amerika de laatste hand te leggen. Terwijl Wolfgang door de redacties en tv-stations tourde, was Helmut economie aan het studeren aan de ‘Harvard University’. Toen ze terug kwamen, saneerde ze maar kort het dagblad ‘Kurier’, voor ze besloten, een magazine te ontwikkelen, dat ‘Profil’ van de markt moest vegen. Dat was na een jaar gelukt.
“En nu,” zegt Wolfgang Fellner “kan ik ontspannen.” Dat doet hij, doordat hij zich 2 vakantiemaanden per jaar toekent, die hij het liefst in een villa op het karibisch-eiland Mustique doorbrengt. Uschi, zijn vrouw, die bij ‘News’ de styling leidt, neemt dan de beide kinderen Niki 9 en Jenny 7, uit school – iets wat, wat in Duitsland tamelijk ---ondenkbaar--- was, maar “Oostenrijk is een klein land,” zegt Wolfgang Fellner lachend. “Ik heb de leraren dus beloofd, dat ik met de kinderen iedere dag 3 uur leer.” Dat doen we ook. ‘s Morgens sta ik altijd om 6 uur op. Dan kan ik zwemmen, met de kinderen leren, tennis spelen, lezen, van het leven genieten.”
Even had hij ‘Enthüllung’, het nieuwe ‘Crichton’, gelezen, maar in de oude boerderij aan de Attersee, dat de familie in het weekeinde bezit, leest hij het liefst ‘clippings’, bij voorkeur over de mediawereld, de tv en wat men elektronisch en technisch in dit tijdperk zo allemaal op poten kan zetten. Natuurlijk wil ‘News’ ooit ook op tv, natuurlijk wil Wolfgang Fellner ooit een tv-zender en een privé radiozender (die er in Oostenrijk nog niet zijn, en die daarom Radio 1 moet heten.)
Hij heeft zijn leven goed in de hand. Hij houdt van Sushi en Campari, en levenskunstenaars zin hem ergens lief, ook wanneer hij meer tot de ---workaholics--- behoort: “Het klopt, dat ik iedere moren om 8.15 op kantoor ban (de eerste), maar alleen, omdat ik mijn kinderen naar school rijd en dat hij half opweg naar de redactie is.” Het klopt ook, dat hij ‘s avonds de laatste is. Maar zolang hij het leuk vindt –wat maakt het dan uit.

9A

Uit een interview met Emmi Bonhoeffer, geboren in Delbruck, echtgenote van Klaus Bonhoeffer. Klaus Bonhoeffer had aan de aanslag op Hitler op 20 juli 1944 meegedaan, hij werd na zijn veroordeling op 23 april 1945 door de SS vermoord
Een paar weken later, na de boykot op Joodse winkels op 1 april, ging Grünfeld voorop, om was te leveren, die mijn moeder besteld had. Daar kwam mijn zus de trap afgestormd en zei: “Mamma, ik zie je koopt nog bij Joden. Ik moet de leider zeggen, je hebt de keuze gemaakt: of de Joden of je dochter.” Waarop mijn moeder in haar rust, maar vastberaden aard zie: “Mijn kind, ik kies de Joden.” Dat had mijn zus niet verwacht. Mijn moeder was in deze dingen zeer duidelijk, maar dit conflict heeft haar een stuk gezondheid gekost: De grootmoeder Bonhoeffer, de moeder van Karl, heeft nog met meer dan 90 jaar de jodenboycot gebroken. Ze leefde bij de Bonhoeffers, had een mooie balkonkamer en at middag- en avondbrood met de familie. Het ontbijt maakte ze zelf, en daar deed ze van tijd tot tijd 25 gram boter op. Toen ze op 1 april 1933 stierf, stond er een SA-man met hoge laarzen voor en zei: “Moet u echt bij de Joden kopen?” Daarbij bedoelde hij haar stok, daarmee klopte hij op zijn laarzen, do dat hij terzijde stapte en zei “ik koop mijn boter, waar ik mijn boter altijd koop.” Dat hier niets gebeurd is, daarvoor heeft ze waarschijnlijk haar ouders stuk geschud. – En toch hoorde een menigte dienstverleners daar bij –Met de dienstverleners is het een verhaal. Al in de zomer van 42 zocht ik in onze hoekwinkel naar groente. In een gesprek met mijn buurman zei ik: “Nu zijn ze begonnen, in concentratiekampen de Joden met gas te doen en te verbranden.” De verkoopster, die het hoorde, sprak me aan: “Frau Bonhoeffer, als u niet ophoudt, zulke flauwe kul te verspreiden, zal u ook nog in een concentratiekamp eindigen. Dan kan niemand u meer helpen, we hebben het allemaal gehoord.” – “Dat zal u ook altijd horen, dat is namelijk de waarheid.” `s Avonds vertelde ik tamelijk trots het verhaal aan mijn man. Deze deed al lang mee aan de samenzwering. “Ben je volkomen waanzinnig?” zei hij, “begrijp a.u.b., een dictatuur is een slang. Wanneer je ze op de staart ---trapt---, als dat doet, dan bijt ze je. Je moet je kop houden. Dat kan je niet, en is zelfmoord. Wat je doe is zelfmoord.” Hij had me dit verhaal erg kwalijk genomen, ---omdat--- ik daarmee de hele familie in gevaar bracht. Het was duidelijk, dat we het nu van Dohnanyi weten konden. Dohnanyi werkte in de staf van de Duitse militaire inlichtingendienst bij het opperbevel van de Duitse strijdkrachten. En nog een ander verhaal moet ik vertellen. – dat moet eind 1941 geweest zijn – in de tram aan de Kurfürstendam. In een volle tram stond een oude kleine, elegante Joodse dame met een ster, arbeider stond op, maakte voor haar plaats en zei op de goedmoedige, onbeschoft Berlijnse manier; “Nou, ga zitten joh, kleine sterdraagster.” Ze had het verzoek niet aangenomen, en de conducteur kwam onmiddellijk aangerend en zei tegen de man: “Je weet toch, dat Joden niet durven te zitten.” Waarop hij “Nu wil ik je wat zeggen, vriend. Over mijn kont beschik ik.” Sprak en stond op. K drukte de vrouw op de plaats en fluisterde in haar oor ‘Blijft u rustig zitten.” Ik bleef bij haar staan, tot ze moest uitsappen. Die conducteur protesteerde niet meer, en er was gelukkig niemand van de Gestapo en de wagon. Interessant aan dit verhaal is, dat de medepagagiers sympathiek waren tegen de arbeider en de Joodse, niet tegen de conducteur. Maar niemand durfde 1 woord te zeggen. Dat is dictatuur.
9C, Thomas Valentin
PLATVOETEN IN DE KRISTALNACHT
“Siegfried,” zei hij “Siegfried in plaats van Sally. Dat Meyer gebleven is!” “En jij bent daar nog nooit bij opgevallen?” “Nee, de vereniging houdt je. En ik speel alleen op vreemde plaatsen. Waar niemand me kent.” “Snel zullen ze je kennen! Je bent te goed.” Hij gooide de volleybal tegen de muur van het huis, hij stopte hem in de lucht, schopte hem met de binnenkant van zijn voet over de kop, hakje, en het leer lag op de neus van zijn schoen, rustig, zeker, gehoorzaam. “Die 2:1 was een prentenboekgek!” Zei hij. “Half hoge voorzet van rechts in de doorgang, lichaamsbedrog en droog uit de enkel onder de lat. 2 Keepers zouden die ook niet gepakt hebben.”
Hij hoorde net als ik het kabaal, beide spurten achter het gesloten kelderraam, zag het vuur achter de toren van de St. Peter, rook de rook en zei: “Alleen mijn platvoeten doet ze bezorgt maken.” Platvoeten als een Nebbich, heeft onlangs iemand, een toeschouwer, gebruld, toen ik een omhaal maakte.” En jij” “ er zijn ook arische platvoeten, heb ik gezegd. En de bal zo’n effect geven, dat hij direct in de hoek spartelt. Noodlot, ga in de kast!” Ik plaatste de 2 blikken weer terug, Sally liep 16 meter af, legde de bal recht en kwam in beweging. Ik hoorde alleen blikken rammelen. “binnenkant!” zei hij, “kon je niet houden.”
Het kabaal wentelde om de hoek van de straat, de fakkels kwamen in de namiddag nog niet tot hun recht, de uniformen schoven ducht tegen elkaar aan. Ik haalde de bal uit de haag, zette de blikken op hun plaats en ging gevederd op m’n hurken zitten. “Hij maait het gras.” Zie Sally “Linker hoek!” Ik bukte, maar de bal schoot onder me door.
Ze bleven aan de rand van de tuin staan. De fakkeldrager vooraan. Sommigen toonden hun moet met hun blikken. De leider riep een leuze. Ik schopte de bal zacht terug, Sally nam hem met z’n zool aan, hupste de bal van de rechter op de linker wreef, wigde hem recht en schopte hem glashard met de neus van zijn schoen tussen m’n armen. “Je moet de hoek verkleinen!” zei Sally. Ik sprong naar de haag, wierp deze keer op, hij nam de bal met z’n knie, hupste hem op z’n hoofd, liet hem afglijden, draaide een rondje om zijn eigen as pakte hem op halve hoogte en schoot hem met een ruk tussen mijn benen.
Iemand spring over de haag, haalde de bal uit de haag en duwde mij opzij. “16 meter!” zei hij “3 keer, 2 houd ik tegen!” Sally mat zorgvuldig nog een keer de 16 meter op, nam afstand en plaatste de opspringende bal op heuphoogte langs de doelman. Deze gespte de riem aan en schoof de pet in z’n nek. “Nog 2!” zei hij. Hij toonde een wondervolle afweer. Stroop de mouwen op, maar hij had de bal. Het werd donker, en de fakkels wierpen hun schaduw op de muur van het huis.
De bal suisde aan de rechter struik voorbij binnenkant, ze snorde, bleef recht staan. Sommige klapten, kort. De keeper haakte z’n bajonet aan en bromde “Nog 3!” Op dit moment brak een gejoel uit bij de toeschouwers, de leider brulde “ SA-man Cullay, KOMEN!” De doelman gespte zijn riem weer terug, zette z’n pet goed, sprong over de haag en ging in de rij staan. ‘Tot zondag, Siegfried!” zei hij nog kort over z’n schouder. Ze gingen verder marcheren, de fakkel voorop. “Wanner het Joodse bloed van de messen drupt!” brulde de leider, ze begonnen met zingen, lusteloos en luidkeels, en weken af naar de synagoge. “Hij had op zondag 2 penalty’s gehouden!” zei Sally en z’n gezicht betrok langzaam “Twee penalty’s!” Ik nam de bal onder de arm, zette de twee blikken voor het kelderraam en ging naar huis, het werd nacht.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.