Redemittel

H7 Freizeitspaß

REDEMITTEL1
Wo ist die Kasse Bitte? = Waar is de kassa, alsjeblieft?
Da vorne links. = Daar vooraan links.

Wo finde ich den Ausgang? = Waar vind ik de uitgang?
Geradeaus und am Endelinks. = Rechtdoor en aan het einde links.

Ich suche die Toiletten. = Ik zoek de toiletten.
Um die Ecke links. = Op de hoek naar links.

Wie teuer ist eine Karte? = Hoe duur is een kaartje?
Für Kinder bis 12 Jahre 22 Eüro. = Voor kindderen tot 12 jaar 22 euro.

Was kostet eine Karte? = Wat kost een kaart?

Erwachsene zahen 16 Eüro. = Volwassene betalen 16 euro.

Gibt es Ermäßigung für Schüler? = Krijgen scholieren korting?
Ja , dann kostet es pro Person 17 Eüro. = Ja dan kost het per persoon 17 Euro.

Wie lange is heute geöffnet? = Hoelang is het vandaag geopend?
Wir schließen um 19 Uhr. = We sluiten om 19 uur.

Haben Sie einen Prospekt für mich? = Heeft u een folder voor mij?
Hier ist ein Prospekt und das Programm für heute. = Hier is een folder en het programma voor vandaag.

Können Sie mir bitte eine Plan geben? = Kunt u mij alstublieft een plattegrond geven?
Aber gerne. = Graag.

Wann ist die nächste Vorstellung? = Wanneer is de volgende voorstelling?
Die Vorstellung beginnt um 14 Uhr. = De voorstelling begint om 14 uur.

Können Sie mir bitte sagen, wo das Kino ist? = Kunt u mij alsjeblieft zeggen waar de bioscoop is?
Du gehst am besten am Restaurant vorbei und dann rechts. = Het beste ga je het restaurant voorbij en dan rechts.

Wo kann ich Postkarten bekommen? = Waar kan ik postkaarten krijgen?

Da drüben, beim Kiosk. = Daarachter, bij de kiosk.

Wissen Sie viellecht, wann der Film beginnt? = Weet u misschien, wanneer de film begint?
Um drei und um vier. = Om drie en om vier.

Können Sie mir sagen, ob jemand ein armband gefunden hat? = Kunt u mij zeggen, of iemand een armband gevond heeft?
Tut mir Leid, man hat nichts afgegeben. = Het spijt me, men heeft niet afgegeven.


REDEMITTEL2
Was wünschen Sie? = Wat wenst u?
Einmal Pommes mit Mayo bitte. = Eenmaal friet met mayonaise alsjeblieft.

Ws möchtet ihr?= Wat willen jullie?
Iche nehme ein großes Eis. = Ik neem een groot ijsje.

Ja, bitte? = Ja(zeg het maar)?
Ich hätte gern eine Limo. = Ik heb graag een limonade.

Wie viel kosten die Gummibärchen? = Hoeveel kostten die gummyberen?
2,50 (zwei fünfzig) = 2,50 (twee vijftig)

Wieviel macht das zusammen? = Hoeveel kost dat samen?
12, Eüro sechzig, bitte = 15 euro zestig, alsjeblieft.


Ist hier nog frei? = Is het hier nog vrij?
Nein, hier ist besetzt. = Nee, die zijn bezet.

Kann ich nog einge hamburger bekommen? = Kan ik nog een hamburger krijgen?
Selbverständlich. = Spreekt vanzelf. / Natuurlijk.

REDEMITTEL3
Welches Hobby hast du? = Welke hobby heb je?
Mein Hobby ist lesen. = Mijn hobby is lezen.

Welche Hobbys hast du? = Welke hobby's heb je?
Meine Hobbys sind reiten und Schlittschuh laufen. = Mijn hobby's zijn paardrijden en schaatsen.

Was machst du gern? = Wat doe je graag?
Ich spiele gern am Computer. = Ik speel graag op de computer.

Was machst du am Liebsten? = Wat doe je het liefste?
Ich tanze am Liebsten. = Ik dans het liefste.

Wo spielst du Fußball? = Waar speel je voetbal?
Auf dem Fußballplatz. = Op het voetbalveld.

Wo trainierst ihr heute Abend? = Waar trainen jullie vanavond?

Wir trainieren in der Halle. = We trainen in de hal.

Trainierst du allein oder mir anderen? = Train je alleen of met andere?
Wir trainier immer zusammen. = We trainen altijd samen.

Wann trainiert ihr? = Wanneer trainen jullie?
Am Dienstag und Donnerstag. = Op dinsdag en donderdag.

Wann hast du ein Spiel? = Wanneer heb je een wedstrijd?
Meistens am Samstag. = Meestal op zaterdag.

Wie oft schwimmst du? = Hoevaak zwem jij?
Ich schwimme einmal pro Monat. = Ik zwem eenmaal per maand.

Wie viel Zeit kostet dein Hobby? = Hoeveel tijd kost jouw hobby?
Fünf Stunden pro Woche. = Vijf uur per week.

Wie lang sitzt du am Computer? = Hoelang ziit jij achter de computer?
Zwei Stunden pro Tag. = Twee uur per dag.

Warum spielst du Geige? = Waarom speel je viool?
Weil es mir Spaß macht. = Omdat ik er plezier in heb.

Ist dein Hobby nicht gefährlich? = Is jouw hobby niet gevaarlijk?

Nein, es gibt ja Spezialkleiding. = Nee, je krijgt speciale kleding.

Ist dein Hobby teuer? = Is jouw hobby duur?
Es geht. = Het gaat.