Vluchten voor eigen leven
Het zal je maar gebeuren, vluchten naar een andere stad omdat het in je eigen plaats niet meer veilig is. Dat overkwam ook Sooys, een jongen van 15 jaar. Met zijn zusje en twee neefjes moest hij vluchten naar een veilige plek tot de oorlog voorbij is.
Overal bommen
Sooys loopt rustig op de markt als er ineens Engelse bommenwerpers over komen vliegen. De Engelsen bombarderen het dorp waar Sooys woont en ook zijn huis. Sooys vlucht snel een zijstraatje in. Daar gaat hij een schuilkelder binnen om te schuilen tot het voorbij is.
Sooys gaat het bombardement naar huis daar ziet hij zijn zusje voor het raam staan, maar ze beweegt niet. Sooys rent naar binnen en daar ziet hij dat een steunbalk van hun huis in de rug van zijn zusje was gevallen. ‘Ik wist aan het begin niet wat ik moest doen. Ik was geschokt.’ Vertelt Sooys. ‘Later heeft de hulpverlenging haar opgehaald.’ Sooys zijn moeder was ook geraakt door de bommen toen zij in het dorp was. Maar dorpelingen hadden gezegd dat ze er goed van af was gekomen. Ze moest wel naar het ziekenhuis.
Brand!
Sooys moet met zijn andere zus weg naar een veilige plek. Hij gaat eerst met haar naar zijn oom toe om daar misschien te kunnen blijven. Ze komen daar aan en er komen weer Engelsen overvliegen met bommen. Door de bommen vliegt de boerderij in brand. ‘Ik ging zo snel als ik kon naar de schuur toe om de dieren te redden en emmers te pakken. Ik kon nog een paar kippen redden maar de koeien waren gevlucht. Sommige dieren waren al dood gebrand.’ Zegt Sooys. Hij moet de twee kinderen van zijn oom meenemen en ze moeten naar de rode vuurtoren toe.
Het verlaten dorp
Na een lange tocht langs mijnenvelden, Duitse legerkampen en bezette dorpen komen Sooys, zijn twee neefjes en zijn zusje aan bij de vuurtoren, maar op die locatie is alleen maar een groot afgebrand stuk grond. Er is geen vuurtoren meer. Sooys wil levend uit de oorlog komen dus zette hij door. Na een lange tocht komen ze aan in een verlaten dorp. ‘Ik dacht eerst dat het een basis van de Duitsers was.’ Verteld Sooys. In het dorp was niks te bekennen, alleen maar verlaten huizen. In de huizen pakten de kinderen schone kleding. Sooys: ‘Ik vond nog wat droog brood in een kast, dat hebben we toen opgegeten.’
Een veilige plek
Als ze hun tocht voort hebben gezet, komen ze Engelse soldaten tegen. Die brengen hen naar een veilige plek tot de oorlog voorbij is. Na de oorlog zijn Sooys en zijn zusje Niesje terug naar huis gegaan. Daar was gelukkig zijn moeder ook weer.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden