Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Fysica : Proef/Verslag over de eenparige beweging.

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Verslag door een scholier
  • aso | 1020 woorden
  • 18 oktober 2012
  • 26 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
26 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Een verslag van Fysica over de Studie van de eenparige beweging.

Zie document 
Leerlingenproef 1 : Studie van de eenparige beweging.

1) Onderzoeksvraag

Wat is het verband tussen de hoek waarop de buis op het statief ligt ?

2) Hypothese

Hoe kleiner de hoek, hoe sneller de luchtbel beweegt. Hoe groter de hoek, hoe trager de luchtbel beweegt.

3) Benodigdheden

Een afgesloten glazen buis met glycerine en een luchtbel 
Statief met klem
Chronometer

4) Werkwijze

Een glazen buis bevat glycerine en wordt zo afgesloten dat er nog juist een kleine luchtbel. De buis wordt met haar bovenuiteinde in de klem van het statief geplaatst en rust met haar onderuiteinde op tafel. Om de 10 cm staat er en merkteken op de buis (anders doe je het zelf !). We tillen het onderuiteinde van de buis op zodat de luchtbel weer naar dit punt gaat. Met de chronometer meten we het tijdsverloop dat de luchtbel nodig heeft om vanaf de gekozen nulstand vervolgens 10 cm, 20 cm, 30 cm, ... af te leggen.We noteren deze gegevens in een tabel.
OPGELET: Na het optillen van de buis moet deze weer in haar oorspronkelijke stand                   
                      gelegd  worden.
We herhalen dezelfde proef voor een andere helling.
We berekenen de verhouding van de verplaatsing ( Δx ) en het overeenkomstig tijdsverloop 
            ( Δt ). Telkens berekenen we de AF en de PF.

5) De opstelling
Maak een schets maar gebruik wel een meetlat. 

Glazen buis met glycerine                                                                                 Statief met klem


        Luchtbel

 

6) Metingen en berekeningen.
Meettabel : hoogtze (1) : 50 cm

 
Δx    AF    PF    Δt    AF    PF    Vg    AF     PF       
10 cm    0,5 cm    5,00%    9,8 s    0,1 s    1,00%    0,1 m /9,8 s    0,05 m / 0,1 s           
20 cm    0,5 cm    2,50%    21,9 s    0,1 s    0,45%    0,2 m / 21,9 s    0,05 m / 0,1 s           
30 cm    0,5 cm    1,60%    27,3 s    0,1 s    0,36%    0,3 m / 27,3 s    0,05 m / 0,1 s           
40 cm    0,5 cm    1,25%    43,0 s    0,1 s    0,23%    0,4 m / 43,0 s    0,05 m / 0,1 s           
50 cm    0,5 cm    1,00%    53,3 s    0,1 s    0,19%    0,5 m / 53,3 s    0,05 m / 0,1 s           
60 cm    0,5 cm    0,83%    61,1 s    0,1 s    0,16%    0,6 m / 61,1 s    0,05 m / 0,1 s           
70 cm    0,5 cm    0,71%    66,4 s    0,1 s    0,15%    0,7 m / 66,4 s    0,05 m / 0,1 s           
80 cm    0,5 cm    0,63%    72,5 s    0,1 s    0,14%    0,8 m / 72,5 s    0,05 m / 0,1 s           
90 cm    0,5 cm    0,55%    81,3 s    0,1 s    0,12%    0,9 m / 81,3 s    0,05 m / 0,1 s           
100 cm    0,5 cm    0,50%    95,6 s    0,1 s    0,10%     1 m / 95,6 s    0,05 m / 0,1 s         

Meettabel : hoogte (2) :70 cm

 
Δx    AF    PF    Δt    AF    PF    Vg    AF     PF       
20 cm    0,5 cm    2,50%    18,8 s    0,1 s    0,50%    0,2 m / 18,8 s    0,05 m / 0,1 s           
40 cm    0,5 cm    1,25%    32,4 s    0,1 s    0,30%    0,4 m / 32,4 s    0,05 m / 0,1 s           
60 cm    0,5 cm    0,83%    48,9 s    0,1 s    0,20%    0,6 m / 48,9 s    0,05 m / 0,1 s           
80 cm    0,5 cm    0,63%    66,4 s    0,1 s    0,15%    0,8 m / 66,4 s    0,05 m / 0,1 s           
100 cm    0,5 cm    0,50%    84,5 s    0,1 s    0,11%     1 m / 84,5 s    0,05 m / 0,1 s         


6) Grafiek
Teken op een mm-papier een x, t diagram ( x = ordinaat, t = absis ) 

7) Vragen

a ) Welke betrekking bestaat er hier tussen de afgelegde weg Δx en het tijdsverloop Δt ? 
Het is constant

b) Welke formule kan je nu afleiden voor de EB ? 

8) Besluit

Hoe kleiner de hoek, hoe sneller de luchtbel beweegt. 
Hoe groter de hoek, hoe trager de luchtbel beweegt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.