Handleiding casus schrijven
Bij elke bijeenkomst is er iemand die een casus inbrengt. Een casus gaat over een ervaring op stage, school, werk of privé die relevant is voor de studie en waar je nog vragen over hebt. In de casus staat deze ervaring beschreven en heeft te maken met je leervragen en/of je leerdoelen, dit noemen we ookwel een ‘rijke ervaring’. De casus heb je voor je aan de bijeenkomst begint uitgewerkt en af. De bijeenkomst begint met het doornemen van deze casus, je klasgenoten krijgen de kans om deze dan door te lezen. Hierbij krijgen ze ook de kans om vragen te bedenken die zij jouw graag willen stellen ter verheldering.
De casus bestaat uit 2 delen. In de 1ste deel beschrijf je het moment, de plaats, wie waren de betrokkenen en je gedrag van dat moment. Met gedrag wordt bedoeld, schok je, was je boos, was je verdrietig enzovoort. Beschrijf daarbij ook hoe dit gedrag zich ging uitten, trok jij je terug, balde jij je vuisten, kwamen er tranen tevoorschijn enzovoort. In de 2de deel geef je een toelichting over wat je wilde bereiken, hoe het verlopen is, wat er werkelijk gebeurd is en sluit je af met een vraag. Deze vraag leg jij tijdens de bijeenkomst bij je klasgenoten om te beantwoorden in de vorm van een advies.
Vragen die kunnen helpen om de ervaring op papier te zetten zijn:
Deel 1:
1. Wat is er gebeurd?
2. Wat is er interessant aan de situatie?
3. Welk doel heb ik bij het op papier zetten van deze ervaring?
4. Hoe breng ik dit het beste over?
5. Aan wie vertel ik het (wie is het publiek)?
6. Wat is de volgorde (opbouw) van het verhaal?
Deel 2:
1. Welke alternatieven had ik ter beschikking?
2. Welke keuze heb ik daaruit gemaakt?
3. Welke verklaringen kun je geven voor het verloop van de gebeurtenis?
4. Welke verklaring is voor jou de meest logische?
Bij elke bijeenkomst is er iemand die een casus inbrengt. Een casus gaat over een ervaring op stage, school, werk of privé die relevant is voor de studie en waar je nog vragen over hebt. In de casus staat deze ervaring beschreven en heeft te maken met je leervragen en/of je leerdoelen, dit noemen we ookwel een ‘rijke ervaring’. De casus heb je voor je aan de bijeenkomst begint uitgewerkt en af. De bijeenkomst begint met het doornemen van deze casus, je klasgenoten krijgen de kans om deze dan door te lezen. Hierbij krijgen ze ook de kans om vragen te bedenken die zij jouw graag willen stellen ter verheldering.
De casus bestaat uit 2 delen. In de 1ste deel beschrijf je het moment, de plaats, wie waren de betrokkenen en je gedrag van dat moment. Met gedrag wordt bedoeld, schok je, was je boos, was je verdrietig enzovoort. Beschrijf daarbij ook hoe dit gedrag zich ging uitten, trok jij je terug, balde jij je vuisten, kwamen er tranen tevoorschijn enzovoort. In de 2de deel geef je een toelichting over wat je wilde bereiken, hoe het verlopen is, wat er werkelijk gebeurd is en sluit je af met een vraag. Deze vraag leg jij tijdens de bijeenkomst bij je klasgenoten om te beantwoorden in de vorm van een advies.
Deel 1:
1. Wat is er gebeurd?
2. Wat is er interessant aan de situatie?
3. Welk doel heb ik bij het op papier zetten van deze ervaring?
4. Hoe breng ik dit het beste over?
5. Aan wie vertel ik het (wie is het publiek)?
6. Wat is de volgorde (opbouw) van het verhaal?
Deel 2:
1. Welke alternatieven had ik ter beschikking?
2. Welke keuze heb ik daaruit gemaakt?
3. Welke verklaringen kun je geven voor het verloop van de gebeurtenis?
4. Welke verklaring is voor jou de meest logische?
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden