Vroeg Christelijke Kunst

Vroeg Christelijke kunst

Ongeveer 50 na Christus tot 500 na Christus

Schilderkunst

Vroeg christelijke kunstenaars maakten Fresco’s met als thema geschiedenissen uit de bijbel. De religieuze gedachte is voor de kunstenaar belangrijker dan hoe het eruit ziet.

De meeste figuren waren vereenvoudigd en gestileerd, waardoor het er stijf uitzag. Ook was het in 2D, er werd er niet veel gebruik gemaakt van schaduwen. Het hoefde ook niet erg realistisch te zijn, of perfect.

Het doel was om gelovigen te laten mediteren. Het ging meer om de symbolische betekenis.

Beeldhouwkunst

De bouwkunst is vooral gevonden op sarcofagen. Er werden reliëfs van Bijbelse taferelen en figuren gemaakt.

De mensen worden gestileerd weergegeven en net als bij de schilderkunst streeft de maker niet naar realisme en perfectie. De symbolische weergave van het christelijke geloof is het hoofddoel van de vroegchristelijke kunst. De meeste beelden werden met beitels uit steen gehakt, later werd ivoor snijden toegepast.

Architectuur

De vroeg christelijke architectuur is de bouwkunst van kerkgebouwen en andere christelijke bouwwerken. Er worden voor kerken typen gebouwen gebruikt. Hiervan zijn  de belangrijkste Basilica en de centraal bouw. Basiliek heeft de kenmerken rechthoekige ruimte, breed middenschip, twee smalle zijbeuken, beuken gescheiden door zuilen met bogen. Het algemene thema is dat Christus de mens verlost uit de bitterheid van de dood.  Andere christelijke bouwwerken zijn: Kloosters, Baptisterium (hier worden mensen gedoopt) en graven. Vroeg Christelijke bouwkunst heeft vaak een sobere vormgeving, gestileerd, onpersoonlijk, onrealistisch, Bijbelse/religieuze/symbolische voorstellingen.

Veelvoorkomende dingen

• Menselijke afbeeldingen zijn gestileerd
• Godsdienst staat centraal
• Symbolen
• Inspiratie uit Bijbelse verhalen
• Architectuur van kerken is gebaseerd op de Romeinse Basilica

Ontwikkelingen

Nadat Christus dood is verspreid het Christendom zich snel. De Romeinen zien dit als een bedreiging voor de rust en eenheid in hun rijk, en proberen het te onderdrukken, waardoor het christendom gedwongen is om te vluchten. Ze maken catacomben uit het zicht van Rome. Dit zijn onderaardse gangenstelsels met een totale lengte van 200 kilometer die naar graven leiden.

Als keizer Constantijn aan de macht komt, komen er positieve veranderingen omtrent het christendom. Ze krijgen vrijheid van geloofsuiting en in 337 bekroont de keizer zicht tot keizer van het christendom. Ook komen er meer kerken en andere dingen voor het christendom wat het begin is van de vroegchristelijke kunst. Ze namen wel dingen over van de Romeinen, maar bepaalde dingen niet omdat dit pro romeins zou zijn.

In het Oost-Romeinse Rijk, met als hoofdstad Byzantium, ging de vroegchristelijke kunst over in de Byzantijnse kunst. Hier werden de vroegchristelijke vormgeving, symboliek en voorstellingen overgenomen en verfijnd.