Cobra 1948-1951: korte uitleg

CoBra 1948-1951

De drie kunstenaars die de stroming vertegenwoordigen zijn: Karel Appel, Corneille Guillaume Beverloo, Constant Nieuwenhuijs.
Het is een avant-garde stroming die zich keerde tegen de intellectuele vorm die de kunst had aangenomen. Ze wilden juist terug naar het primitieve, het spontane: niet meer dan lijn, vorm en kleur. Ze lieten zich dan ook inspireren door kindertekeningen en tekeningen van geestelijk zieke mensen. Hun kunst had een naïef (ongeschoold) karakter. Ook waren ze beïnvloed door de ideeën van Karl Marx: ze stelden zich een maatschappij voor waar de kunst niet alleen vóór, maar ook dóór het volk gemaakt was, ongeacht klasse, nationaliteit, kennis- en opleidingsniveau. De naam CoBrA is een acroniem (een afkorting die wordt uitgesproken als een woord) van de hoofdsteden waar de oprichtende leden vandaan komen: Copenhague, Bruxelles en Amsterdam.

Welke technieken hanteren ze?

De Cobra-kunstenaars schilderen vrijwel altijd direct en spontaan. Net als kinderen willen zij zonder vooropgezet plan en met veel fantasie werken. Zij zetten zich af tegen de regels van de kunstacademie. Zij vinden het bijvoorbeeld niet belangrijk om de regels van het perspectief toe te passen. Cobra-kunstenaars streven naar een ongedwongen kunst en proberen met allerlei materialen te werken. Het experiment staat voorop. De Cobra-kunstenaars presenteren zich als experimentelen.

Voorstellingsaspecten:

• figuratief
• abstraheren
• naturalistisch
• vereenvoudigd
• deformeren

Vormgevingsaspecten:

• vorm: organisch, onregelmatig, dynamisch, vlakke vormen
• licht: geen schaduw,
• kleur: primaire, secundaire en tertiaire kleuren. verzadigde kleuren, licht-donker contast, kwaliteitscontrast, complementaircontrast
• lijn: contourlijnen, gebogen lijnen.
• ruimtewerking: geen dieptesuggestie, omklappen, afsnijding, overlapping,• compositie: vaak geen aandachtsplek, niet symmetrisch, over-all compositie,

Wat valt je op?

Dieren zoals een vogel, kat, hond, slang zijn een favoriet onderwerp bij de Cobra-kunstenaars.
fantasiewezens zijn zeer geliefd. Sommige wezens bestaan uit een combinatie van dieren en mensen. Cobra-kunstenaars laten zich bij het maken van hun afbeeldingen inspireren door mythen, volkskunst, kindertekeningen, de prehistorie, oosterse kalligrafie, primitieve kunst (niet-westerse kunst uit o.a. Afrika en Oceanië) en kunst van geesteszieken.