De republiek in tijd van vorsten

Beoordeling 3.7
Foto van een scholier
  • Verslag door een scholier
  • Klas onbekend | 950 woorden
  • 26 mei 2014
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 3.7
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
De republiek in een tijd van de vorsten

Frankrijk = Blauw

Engeland= Rood

Nederland = Zwart

Periode 1477 – 1555
Strijd om macht tussen: Doel

Vorsten Centralisme
Adel Particularisme
Opkomende burgerij Particularisme

In Engeland 1485: Hendrik Tudor → Koning Hendrik VII
Centralisatiepolitiek

  • eigen legers hoge edelen ontbonden

  • invloeg hoge adel op rechtspraak beperkt

  • steden hielden zelfbestuur maar leverden deel zelfstandigheid in

Maar → parlement bleef sterke tegenwicht voor de vorstelijke macht

In Frankrijk 1461: Lodewijk XI wordt koning → centralisatiepolitiek
Verschil met Engeland = Staten-generaal weinig te vertellen; Lodewijk absolute macht

Vanaf 1477 Zuidelijke Nederlanden onder Habsburgs gezag en vanaf 1543 ook Noord-Nederlandse gewesten. Karel V zette centralisatiepolitiek voort d.m.v. landvoogd + 3 centrale raden:

  • de Raad van Financiën

  • de Raad van State

  • de Geheime Raad

1555 → Filips II volgt zijn vader Karel V op.

Kerngewesten zijn Brabant en Vlaanderen → beiden zijn sterk verstedelijkt vergelijke met Frankrijk, grote delen van Engeland en andere gewesten in de Nederlanden. Vlaamse handelssteden maken deel uit van een internationaal handelsnetwerk (Oostzeegebied, Italië, Frankrijk en Engeland)

Holland: Kleine steden & lage (graan)opbrengst van de landbouw
Oorzaak: Veel veengrond ingeklinkt en uitgeput
Gevolg: Voedseltekort

Maar, landbouw wordt winstgevend gemaakt

  • Commercialisering

  • Specialisatie

  • Graanimport uit Oostzeegebied (moedernegotie)

Moedernegotie = De handel (negotie) tussen de Republiek en het oostzeegebied. Uit het oostzeegebied werden grote hoeveelheden graan geïmporteerd. De verkoop daarvan op de Amsterdamse stapelmarkt leverde de Nederlandse kooplieden veel winst op.

Hierdoor konden Hollandse steden weer meebetalen aan oorlogen die Karel V elders voert → in ruil voor de belastingbijdrage vragen het gewest Holland samen met andere Noord Nederlandse gewesten meer regionale autonomie.

Vanaf 15e eeuw heftige discussies binnen de katholieke kerk:
het ware en zuivere geloof
toestand in de katholieke kerk

1575: Begin reformatie

Breuk in Christendom tussen Katholieken VS Protestanten.
Vorsten zijn hierdoor bang voor maatschappelijke chaos als gevolg van geloofsstrijd
Oplossing: Vorsten bepalen in hun staat het geloof, andersdenkenden worden onderdrukt.

1534: Anglicaanse kerk wordt, onder druk van koning Hendrik VIII, uitgeroepen tot staatskerk.

Franse koningen zijn katholiek → vervolging protestanten.

Periode 1555 – 1588

Kenmerken Filips II:
Politiek: Voortzetting centralisatiepolitiek Karel V
Religie: Strenge godsdienstpolitiek: handhaving van de plakkaten tegen de ketters
Economie: hoge belastingdruk

Gevolg hiervan was een toenemende ontevredenheid bij de elites in steden, het gewestelijke bestuur en de protestanten.

1566: Lage edelen bieden landvoogdes Margaretha van Parma een smeekschrift aan → ze vroegen om matiging van de plakkaten (wetten) tegen de protestanten en om de bijeenroeping Staten-generaal.

1566: Beeldenstorm → Het op grote schaal vernielen van heiligenbeelden en andere bezittingen van de Katholieke Kerk. De godsdienstige oorzaak was de afkeer onder protestanten van de macht van de Katholieke Kerk en katholieke gebruiken.

→ Kloof tussen edelen en landsheer Filips II wordt groter

→ Filips II stuurt Alva naar de Nederlanden

1568: Openlijke opstand tegen Filips II: begin Tachtigjarige oorlog. Leider: Willem van Oranje

Opstand/tachtigjarige oorlog:
'In de jaren zestig van de zestiende eeuw groeide de ontevredenheid in de Nederlanden over het beleid van koning Filips II. De kritiek spitste zich toe op zijn centralisatie van het bestuur en zijn strikte handhaving van de katholieke leer als enige toegestane religie. De Beeldenstom in 1566 was het eerste gewelddadige verzet. In de jaren daarna escaleerde de ontevredenheid tot een opstand onder leiding van Willen van Oranje. '

1576: Pacificatie van Gent → De vredesovereenkomst tussen de Staten-generaal en de opstandige gewesten Holland en Zeeland. De plunderingen in Vlaanderen en Brabant door Spaanse soldaten vormden de aanleiding voor de overeenkomst.

Doel:

  • Muitende Spaande troepen verdrijven

  • Orde en rust in de Nederlanden herstellen

  • Godsdiensttegenstelling oplossen

  • benoeming van een nieuwe landvoogd die de Pacificatie van Gent erkende en goed samenwerkte met de gewesten

  • Plakkaten tegen ketters opheffen

1579
De unie van Atrecht onderwerpt zich aan het Spaanse gezag (Zuidelijke gewesten)
De unie van Utrecht zet de strijd tegen het Spaanse gezag voort (Noordelijke gewesten)

1581: De Staten-generaal ondertekenen het Plakkaat van Verlatinge → Trouw aan Filips II werd opgezegd. Dit besluit werd onderbouwd met het argument dat het volk het recht had de vorst af te zetten wanneer deze zich als een tiran gedroeg.

1588: De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Religie → Algemeen kenmerk: de scheuring in de christelijke kerk leidt tot onrust, geloofsstrijd en (burger)oorlogen in grote delen van Europa

Willem van Oranje over de verhouding tussen overheid en het geloof onderdanen:

  • tegen dwingende rol van de overheid

  • voor verdraagzaamheid en vrijheid van geloof

  • voor acceptatie andersdenkenden

Doel: Herstel van de orde in de Republiek

Frankrijk
Felle geloofsstrijd en godsdienstoorlogen tussen katholieken en hugenoten
1572: verzoeningspoging van de katholieke Franse koning: zus van koning trouwt in Parijs met hugenoot Hendrik de Bourbon → moordpartij, ook wel bekend als Bloedbruiloft

Burgeroorlog om Franse troon

1588: Dochter Hendrik VIII, Elisabeth I, wordt koningin.

→ vervolging van protestanten wordt gestaakt → katholieke opstanden

De Anglicaanse kerk blijft wel staatskerk → felle kritiek van de paus en van Spanje op het beleid van Elisabeth I.

Economie in de Nederlanden
Economie staat in dienst van het Spaanse rijk, de opbrengst van centraal opgelegde (vaste) belastingen gebruikt Filips II vooral voor oorlogen. De oorlog met Frankrijk leidt tot handelsblokkades.

→ groeiend verzet tegen centralisatiepolitiek

Vanaf 1585: Holland en in het bijzonder Amsterdam groeien uit tot het centrum van Europese handel.

Oorzaken:

  • Spanjaarden heroveren Antwerpen in 1585

  • Structurele verbeteringen in de economie van Holland en Zeeland

  • Eenheid in het economisch beleid van de kooplieden-regenten

  • Weinig concurrentie van Engeland en Frankrijk in deze periode

→ periode van bloei: De Gouden Eeuw

Frankrijk
De economie lijdt in deze periode onder de burger- en godsdienstenoorlog
De landbouw blijft traditioneel
De adel is machtig en wenst geen veranderingen.

Engeland
Op het platteland blijft het grootgrondbezit de belangrijkste bron van welvaart.
De handel:

  • lagere adel gaat zich meer richten op de commerciële handel

  • groei van de internationale handel met bijvoorbeeld de Levant

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.