H4 en H5

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Verslag door een scholier
  • 4e klas vmbo | 534 woorden
  • 9 december 2017
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
5 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

produceren is het maken van goederen en het leveren van diensten.

Productie in enige zin: productie in de formele sector bij de overheid en bedrijven.

Productie in ruime zin: werken buiten werk

Alles wat je nodig hebt om te produceren noem je productiefactoren.

  • Natuur
  • Arbeid
  • Kapitaal
  • Ondernemerschap

Kapitaal intensief: wanneer meer kapitaal dan arbeid wordt gebruikt

Arbeidsintensief: wanneer er meer arbeid wordt gebruikt dan kapitaal.

Bedrijfskolom: alle bedrijven die na elkaar aan een product mee werken, het eerste bedrijf is het oer producent, aan het laatste staat meestal een detaillist.

Toegevoegde waarde: elk bedrijf werkt aan het product om het zo meer mogelijk gebruikt kan worden, hoe meer toegevoegde waarde hoe duurder het product.

Toename van productie komt door onze stijgende welvaart en de groei van de bevolking.

Maatschappelijke kosten: de kosten milieuvervuiling die voor rekening komt van de samenleving.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen: als een bedrijf rekening houd met het milieu, soms moet dat door de overheid.

  • Milieu vriendelijker produceren
  • Recycling of hergebruik van materialen.
  • Het installeren van zuiveringsinstallaties.

De overheid kan verschillende maat regelen nemen om milieu schade te voorkomen.

  • Subsidies geven om recycling en hergebruik te ondersteunen.
  • Milieu belasting verheven
  • Regels of wetten in te stellen
  • Voorzieningen treffen om recycling makkelijker te maken.
  • Voorlegging geven

Bedrijven kan je indelen in 4 sectoren:

  • Primaire sector: landbouw, mijnbouw en visserij. (bedrijven die goederen leveren rechtsreeks uit de natuur.
  • De secundaire sector:
  • De tertiaire sector: commerciële dienstverlening, bedrijven die uit zijn op winst.
  • De quartaire sector: niet-commerciële instelling in het dienst verlenen .

Vacature: een baan waarvoor iemand wordt gezocht.

Bedrijfstak: een bedrijfstak of een branche is een groep gelijksoortige bedrijven.

Organigram: hoe een bedrijf is georganiseerd.

 Werknemers mogen niet zomaar ontslagen worden, hij kan alleen iemand ontslaan als hij:

  • Een ontslagvergunning van het UWV werkbedrijf heeft.
  • Op staande voet wegens dringende redenen.
  • In de proeftijd
  • Met wederzijds goed vinden

Arbeidsovereenkomst: dit is een overeenkomst tussen werknemer en werkgever waar in staat hoeveel de werknemer uren moet draaien, de werkgever moet onder andere loon betalen.

Cao: de cao is een reeks afspraken over de arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak.

Bedrijven met veel werknemers hebben vaak hun eigen cao.

Primaire arbeidsvoorwaarden zijn de hoofdzaken die je afspreekt, loon, werktijden en vakantie dagen.

Secundaire arbeidsvoorwaarden zij alle dingen die niet vallen onder de primaire arbeidsvoorwaarden zoals studiemogelijkheid, verlofregeling of een auto van de zaak.

De afzet is het aantal producten dat een bedrijf verkoopt.

De omzet is de geldopbrengst van de verkochte producten.

Het marktaandeel is het totale afzet of omzet van een bedrijf in verhouding tot de totale omzet of afzet van het product.

Brutowinst: brutowinst is omzet-verkoopwaarde= brutowinst

Nettoresultaat is het geld dat je overhoud nadat je alle kosten er van af hebt gehaald, het kan dan winstgevend zijn (nettowinst) of verlieslijdend zijn (nettoverlies)

Afschrijving: de jaarlijkse afneming van een kapitaalgoed.

Consumentprijs: de prijs dat een consument betaalt in een winkel inclusief btw.

Productiecapaciteit: productiecapaciteit is het aantal beschikbare arbeidskrachten en arbeidsgoederen.

Arbeidsproductiviteit: de productie per persoon in een bepaalde tijd.

Bedrijfstijd is de aantal uren dat een bedrijf open is.

Arbeidsmarkt is het geheel van vraag en aanbod naar arbeid.

Beroeps bevolking zijn alle mensen van 15 tot 65 die werken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.