Scheppingsverhalen

Beoordeling 4.6
Foto van een scholier
  • Verslag door een scholier
  • 3e klas havo | 1723 woorden
  • 17 december 2013
  • 29 keer beoordeeld
Cijfer 4.6
29 keer beoordeeld

1) Scheppingsverhalen zijn ongelofelijk kwetsbaar. Iedereen gelooft weer iets anders. De ene gelooft in de Oerknal, de andere gelooft dat God de aarde heeft geschapen. Iedereen heeft een ander geloof, soms omdat ze zelf besloten hebben om dit te geloven, en soms omdat er nou eenmaal een bepaalt scheppingsverhaal bij een bepaalde godsdienst hoort. Maar God en de Oerknal zijn niet de enige scheppingsverhalen die er bestaan, er bestaan nog zo veel meer! Twee andere scheppingsverhalen zijn bijvoorbeeld de verhalen van de Egyptenaren (er bestaan meerdere versies van) en het verhaal uit China. Deze twee heb ik uitgekozen en hieronder ga ik ze vertellen/beschrijven.

 

 

- Het scheppingsverhaal van de Egyptenaren: (Bron: http://jamato.wrhsonline.net/download/EGYPTIAN_CREATION_NL.pdf)

“Nu” was de naam van de donkere, kolkende chaos voordat de geschiedenis van de wereld begon. Op een zeker moment kwam uit deze wateren Atum tevoorschijn. Hij schiep zichzelf en gebruikte daarvoor zijn gedachten en zijn sterke wilskracht.

Hij maakte een heuvel omdat er nergens een plek was waar hij kon staan. Atum was alleen op de wereld. Hij was geen man en geen vrouw en hij had één alziend oog dat door het  universum kon dolen. Samen met z’n schaduw maakte hij een zoon en een dochter

 

Atum spuwde zijn zoon uit. Hij noemde hem Shu en maakte hem god van de lucht. Atum braakte zijn dochter uit. Hij noemde haar Tefnut en maakte haar de godin van de mist en de nattigheid. Shu en Tefnut kregen de taak om de chaos op te delen in de principes van wet, orde en stabiliteit. De chaos werd opgedeeld in licht en duisternis en deze kregen hun juiste plaats. Deze orde werd Maat genoemd. Hiermee waren de principes van het leven voor altijd vastgelegd. Maat had de vorm van een veer; het was licht en zuiver.  Ze maakten Geb, de Aarde en Nut de Hemel. Aanvankelijk waren deze twee verstrengeld in elkaar en vormden ze één lichaam. Shu, de god van de lucht, duwde Nut omhoog naar de hemel. Daar strekte ze zich uit over Geb, haar partner. Ze verlangden ernaar om samen te zijn, maar in de naam van Maat moesten ze gescheiden blijven om zo hun functie te kunnen vervullen. Nut maakte regen voor Geb en op zijn beurt zorgde Geb ervoor dat er allerlei dingen groeiden op de aarde.

Iedere dag, vlak voor de morgenschemering, baarde Nut de zon. Overdag volgde de zon zijn koers over de aarde en bij zonsondergang stierf hij. Shu en Tefnut maakten de andere goden. Isis, de koningin van de goden, Hathor, de godin van liefde en schoonheid, Osiris, de god van wijsheid en gerechtigheid, Seth, de god van het kwaad, Thoth, de god van wijsheid en Nephthys, de beschermster van de doden. De chaos was echter nog steeds niet volkomen opgedeeld volgens de orde van Maat. Op een dag raakten Shu en Tefnut verdwaald in de donkere wateren van Nu. Atum ging wanhopig op zoek naar zijn kinderen. Hij zond zijn alziende oog naar alle uithoeken van de hemel en de aarde om hen te vinden. Na verloop van tijd kwam het oog inderdaad terug met Shu en Tefnut. Toen Atum hen zag, was hij zo verrukt dat hij tranen van vreugde huilde. Toen de tranen de aarde hadden geraakt ontstonden hieruit de eerste mensen.

 

De mensen bevolkten de aarde. Ze moesten de waarheid en de balans van Maat in acht nemen en ze hadden de plicht om de aarde te verzorgen en de goden te aanbidden. De goden, op hun beurt hielden van hun schepsels en beschermden ze.

 

 

- Het scheppingsverhaal van de Chinezen: (Bron: http://www.beleven.org/verhaal/de_schepping_van_de_wereld)

In het begin der tijden bestond de aarde met zijn bergen, zeeën en rivieren nog niet. Er was ook geen uitspansel, waaraan overdag de zon straalde en 's nachts de maan blonk en de sterren schitterden. Zonder vaste vormen zweefde de oerstof door een reusachtige bol, de chaos. Toen deze bol openbrak, kwam P'an Koe eruit tevoorschijn.

Hij scheidde de zwaardere delen van de bol van de lichtere. Zo ontstonden aarde en hemel. P'an Koe stond met beide voeten op de aarde en liet de hemel op zijn hoofd rusten. Hemel en aarde werden steeds groter, maar ook de afstand tussen beiden nam elke dag met drie meter toe. Dit duurde achttienduizend jaren, en in al die tijd groeide P'an Koe mee. Toen kwam de beweging tot stilstand en was het grote werk volbracht. P'an Koe strekte zich op de aarde uit en stierf.

Uit zijn adem ontstonden de wolken en de wind. Uit zijn stem kwam de donder voort. Uit zijn linkeroog groeide de zon en uit zijn rechter de maan. De haren van zijn hoofd werden sterren en planeten. Uit zijn lichaamsharen kwamen planten en bloemen voort. Uit de welvingen van zijn lichaam ontstonden bergen en uit zijn beenderen rotsen en stenen. Uit zijn tanden werden metalen gevormd. Zijn beenmerg stolde tot jade en zijn zaad tot parels. Uit het zweet dat zijn lichaam bedekte, nadat hij al die duizenden jaren het uitspansel had moeten stutten, ontstond de regen die de aarde vruchtbaarheid schonk. Uit zijn bloed ontstonden de rivieren en uit zijn aderen de wegen die zich in alle richtingen over het land verspreidden. Zo heeft alles op deze wereld zijn ontstaan aan P'an Koe te danken.

Maar de aarde was nog woest en verlaten. Moe Koea, die een drakenlichaam had met een menselijk hoofd, wilde de aarde bewoond zien door levende wezens. Met haar klauwen vormde zij mensen uit gele aarde.

 

In plaats van een drakenlijf, gaf zij hen een menselijk lichaam met handen en voeten. Alleen het hoofd vormde zij als dat van haar zelf.

De eerste mensen die zij zorgvuldig gevormd had, waren volmaakt. Het werden edelen en rijken. Maar toen zij vermoeid van het werk raakte, doopte zij een touw in de klei en liet er stukken van afdruipen. Dat werden kreupelen en armen, zieken en gebrekkigen. Toen Moe Koea merkte dat het een eindeloos werk zou zijn om steeds nieuwe mensen te vormen, bracht zij een man en een vrouw tezamen en leerde hen zich te vermenigvuldigen. Hierna was haar werk volbracht en zouden de mensen in vrede en rust met elkaar kunnen leven.

Maar er ontstond een grote strijd tussen Koeng Koeng, de Watergeest en Tsjoe Joeng, de Vuurgeest. In het begin leek Koeng Koeng te winnen, maar uiteindelijk was hij niet tegen de kracht van het vuur opgewassen. Hij moest inderhaast vluchten en daarbij stootte hij zijn hoofd tegen de berg Roe Tsjoe S'an, de pilaar waar de westelijke hemel op rustte. De gehele wereld begon te wankelen en er ontstonden grote gaten in het uitspansel. De aarde helde in het westen naar boven en in het oosten naar beneden. In het westen ontstonden grote kloven en spleten, terwijl het water van alle rivieren naar het oosten stroomde, zodat hier een grote oceaan ontstond.
 

Intussen raasde het vuur over de aarde voort en verbrandde alle mensen en dieren die het op zijn weg ontmoette. Moe Koea, die het menselijk geslacht geschapen had, kon niet langer aanzien dat haar schepselen zo moesten lijden. Zij doofde het vuur en herstelde de gaten aan het firmament door ze met grote stenen op te vullen. Daarna doodde zij een reusachtige schildpad en maakte van zijn vier poten pilaren die zij aan de uiteinden van de vier windrichtingen plaatste. Hierop zou de hemel voortaan stevig rusten en ook de aarde kon op haar plaats blijven.

 

2) Het omschrijven van het scheppingsverhaal van de Islam en het Boeddhisme.

Elke godsdienst heeft een ander scheppingsverhaal. Sommige lijken heel erg op elkaar. Bij sommige is soms gewoon een andere god in het scheppingsverhaal geplaatst. Ik zal hier laten zien hoe dat precies met de Islam en het Boeddhisme zit, en daarna zal ik vertellen wat de verschillen en de overeenkomsten zijn.

 

- Het scheppingsverhaal van de Islam: (Bron: http://www.loesje.info/esoterie/religieuze_scheppingsverhalen_islam.htm)

De wereld ontstond uit het niets. Na de schepping van de engelen werd Adam gevormd uit klei en aangesteld als rechterhand van God. God beval de engelen te knielen voor Adam. Satan weigerde dit en werd vervloekt. De gevallene haalde Adam en Eva over om de verboden vrucht te eten, wat leidde tot hun verdrijving uit het paradijs. 

 

Het verhaal is in detail natuurlijk veel uitgebreider, maar dat is even het verhaal heel kort omschreven.

 

- Het scheppingsverhaal van de Boeddhisten:

De boeddhisten hebben eigenlijk geen scheppingsverhaal. Ze geloven niet in een bepaalde god, ze geloven niet in een ziel, ze geloven niet in bewustzijnsmonade, los van het lichaam. Voor de boeddhisten is ALLES (het hele universum) één cyclische beweging zonder einde of begin.

 

Maar er is wel het verhaal van de Tibetaanse boeddhisten. Er komt geen god en geen ziel in voor, want daar geloven ze niet in. Tibetaanse boeddhisten kennen meer scheppingsverhalen. Één beschrijft het begin als een leegte. Vanuit de leegte ontstond een wezen, gevolgd door een licht met vele kleuren. Vervolgens werden wind, vuur, water, schuim en een schildpad geboren. De schildpad had zes eieren, waaruit zes slangen kwamen; de zes klassen van levende wezens op aarde.

 

3) Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Eigenlijk is er maar één overeenkomst, en heel veel verschillen. De grootse verschillen zijn bijvoorbeeld dat, volgens het verhaal van de Islam, Adam werd geschapen uit klei, en het de rechterhand van God werd. In het boeddhisme zien we helemaal niks over God, over Adam of dat mensen uit klei gemaakt werden. Het verhaal van de Islam verteld ook over engelen, die voor Adam moesten knielen. En Satan die weigerde dat te doen. Engelen komen in het verhaal van het Boeddhisme helemaal niet voor, en Satan ook niet. De enige overeenkomst is dat ze allebei zeggen dat de wereld uit het niets ontstond. Zoals het boeddhisme zegt "het begin was als een leegte", verklaart de Islam ook dat er in het begin ook niks was, en dat de aarde uit het niets bestond.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.