Ik zag hem lopen. Echt een knappe gozer, dacht ik. Donker golvend haar, lang, gespierd, maar ook weer niet te. Als hij me aankeek met zijn groenbruine ogen, kreeg ik zo’n heftig draaiend gevoel in mijn buik, en was ik opeens onwijs zenuwachtig.
Op het schoolplein zag ik hem vaak praten, met een meisje bij mij uit de klas, Chantal. Of hij bij ons op school zat of de school naast ons, wist ik niet. Meestal was hij met een rode scooter, met een vriend, en soms met een hele groep. Ik werd vriendinnen met Chantal, en ergens hoopte ik dat ik zo wat meer over hem te weten kon komen.
Op een vrijdag liep ik samen met Chantal de school uit. Tussen een paar van zijn vrienden zag ik hem ook staan. Chantal trok me mee. Ze had ondertussen iets met een van zijn vrienden. Ik voelde hoe hij heel de tijd naar me keek, maar zelf durfde ik hem nog niet aan te kijken.
Hij kwam dicht bij me staan praten met een vriend. Hij begreep het echt helemaal, z’n kleren waren oké, z’n lichaam was perfect, en z’n parfum kan ik me nu nog herinneren, zó lekker. Zenuwen gierden door me heen als ik zijn stem hoorde. Ik hoopte dat hij het niet zou merken.
‘En’, vroeg hij opeens aan de vriend van hem die naast me stond, ‘hoe heet je vriendin?’ De jongen keek me lachend aan. ‘Ik weet het niet’, zei hij, terwijl hij me aankeek.
Ik keek mijn stuk voorzichtig aan en zei: ‘Britt.’ ‘Britt'? Stoere naam. 'Jan’, terwijl hij zijn hand op z’n borst hield.
Hij begon grapjes te maken over zijn vriend; we lagen helemaal dubbel van het lachen. Hij vroeg me waar ik woonde en liep vervolgens met me mee naar huis.
De dagen erna sprak ik hem steeds vaker. Hij bracht me naar huis, soms op de scooter, een andere keer met de auto van een vriend. We konden echt onwijs goed praten, en lagen samen vaak krom van het lachen. Hij nam vaak een roos voor me mee. Ik leerde ook al zijn vrienden kennen. Hij was zo stoer, grappig, romantisch, echt een lekker ding gewoon. Als hij een romantische bui had, kwam hij me ophalen met de auto en gingen we ergens uit eten. Hij had dan een mooie ketting of een lekkere parfum voor me uitgezocht, die hij me tijdens het eten gaf.
Hij gaf me het gevoel dat ik heel speciaal voor hem was – we waren onwijs verliefd…
Ik ging overal met hem mee naartoe. Al zijn vrienden en vriendinnen wisten dat ik de vriendin van Jan was. Het enige jammere was dat hij het niet zo kon vinden met mijn ouders. Mijn ouders hadden hem een keer thuis ontmoet toen hij me op kwam halen, en gingen hem helemaal uithoren. Hij voelde zich zo ongemakkelijk; ik zag hoe hij ervan baalde. Toen hij was vertrokken, was ik zo boos op mijn ouders. We hebben een flinke ruzie gekregen. Had ik een leuk vriendje, gunden ze me hem niet of zo? Mijn ouders kwamen toen met het verhaal dat ze hem niet vertrouwden; hij was zo vaag. Toen werd ik helemaal woest. Hij was altijd goed voor me, dacht aan me, ik was altijd met hem samen – en dan komen zij met zo’n vage reden.
Wij hadden het samen geweldig, daar kon niets of niemand tussenkomen. Hij hield van me, dat kon ik aan alles merken. Hij zei dat ook tegen me. Ik was de belangrijkste persoon in zijn leven, met mij wilde hij oud worden. Hij vond het wel heel jammer dat mijn ouders hem niet mochten, zei hij kalm tegen me.
Op een gegeven moment was het zover. Het was een romantische avond en ik voelde me zo gelukkig als ik bij hem was. Het was een perfecte avond. Hij had me mee uitgenomen. We hadden gedanst, gelachen, gezoend. En voordat hij me wegbracht, kreeg ik van hem een cadeau. Ik pakte het uit en er bleek een ring in te zitten. Hij verlangde zo naar me, en vroeg of ik die avond met hem mee naar huis wilde. Tegen mijn ouders zei ik dat ik bij een vriendin bleef slapen. Ik ging met hem naar het huis van een vriend van hem. Het was echt een spannende nacht: we hebben geen oog dichtgedaan.
De volgende dag kwam ik thuis en zaten mijn ouders net aan tafel te ontbijten. Ik had helemaal geen zin in gezeur en probeerde snel gedag te zeggen. Ze waren woest. ‘Hoe was het slapen bij Jasmijn?’ vroegen ze. Ik zei kort: ‘Leuk hoor…’ Ik zag mijn vaders hoofd langzaam rood worden en mijn moeder begon te huilen. ‘We hebben Jasmijn gebeld. Je bent daar al in geen tijden geweest, en dus ook niet de afgelopen nacht. Hoe kun je ons dit aandoen? Stel dat er iets was gebeurd?’
Op dat moment begon ik ook te huilen. ‘Ik mag niets van jullie, jullie hebben altijd iets te zeuren. Jan moeten jullie ook al niet. Als ik zo’n last voor jullie ben, dan ga ik wel weg.’ Ik rende naar mijn kamer en gooide de deur dicht. Ik belde Jan op en vertelde hem het verhaal. ‘Wat een … zeg, die Jasmijn! Ze had toch net alsof kunnen doen? Waarom kom je niet bij mij wonen?’ zei Jan. ‘Eens ga je toch uit huis, en ik kan voor je zorgen. We kunnen nu bij Ricardo blijven en sparen, zodat we samen kunnen gaan wonen.
Je ouders blijven toch alleen maar zeuren.
Ik pakte mijn spullen en vertrok zonder mijn ouders iets te zeggen. Ik werd door Jan opgehaald op de hoek van de straat. De volgende dag werden we samen wakker op een matras op de grond in Ricardo’s logeerkamer. jan moest iets regelen, zei hij, en liet me vervolgens achter bij Ricardo. Ricardo kwam bij me zitten op de bank en legde zijn arm over me heen. ‘En vertel, is Jan wel goed voor je?’ ‘Ja, natuurlijk.’ Ik voelde me niet zo op mijn gemak bij Ricardo, ik vond hem altijd al zo opdringerig. Ik begreep Jan ook niet; hij wist dat ik hem raar vond. Ricardo keek me met zo’n vreemde blik in zijn ogen aan. Gelukkig kwam toen net Jan weer binnen. ‘Kom, we moeten even iets ophalen’, zei hij.
We reden een heel eind met de auto. Ricardo was ook mee. Op een gegeven moment reden we door smalle straatjes met bruggetjes en oude huizen. Toen ik goed keek, zag ik allemaal meisjes zitten achter een raam, in ondergoed. Ik had echt zoiets van: Wat doen we hier? Jan stapte uit en wenkte me met zijn hand om mee te komen. Ik vond het allemaal een beetje vreemd, maar dacht: Nou, ja als Jan erbij is, zal het wel goed zijn. Jan sloeg zijn arm om me heen en samen liepen we de straat in. Ongelofelijk dat hier zo veel meisjes zitten. Hij zag de verbazing op mijn gezicht en zei: ‘Het zijn best toffe meiden hoor, die hier zitten. Ze weten wat ze doen. Ze doen dit werk even en hebben ontzettend veel geld.’ We gingen bij een meisje, Zoela, langs. Zoela was echt aardig. Ik begreep er niets van: hoe kon zij daar nou haar lichaam verkopen aan mannen? ‘Ik doe dit even’, zei ze, ‘en als ik genoeg geld gespaard heb, dan stop ik ermee. Het werk valt best mee hoor’, zei ze.
We gingen steeds vaker bij Zoela langs, en nog bij andere meisjes die hij kende. Op een morgen hoorde ik hard geschreeuw. Ricardo en Jan hadden ruzie. Ik werd er echt een beetje bang van. Ik hoorde hoe ze schreeuwden en smeten met spullen. Ik was te bang de kamer in te gaan. Jan gooide de deur open en schreeuwde tegen mij dat ik mijn spullen moest pakken. Samen liepen we in de richting van de auto. Jan zei dat we bij Ricardo hadden gewoond en wij geld van hem hadden geleend. Wij hadden het samen gebruikt voor het uitgaan, de auto en zo. Nu hadden we geen onderdak. Ik word afgemaakt als ik het geld niet teruggeef, zei Jan. Ik had het Ricardo horen zeggen en geloofde hem. Het ging om 5000 euro vóór het weekend.
Het was nu al woensdag. Hij was zo wanhopig. En waar moesten we slapen? Hij keek me aan en hield me vast. Het enige wat ons kan helpen, is dat je even een paar avonden meedraait met Zoela. Ik keek hem geschrokken aan. ‘Zoela? Maar zij gaat met mannen naar bed voor geld!’
‘Ik heb je al eerder gezegd hoe ik over zulke meisjes denk. Ze zijn gewoon heel slim. Wij kunnen voorlopig in een hotel logeren en we zijn van Ricardo af. We sparen en ik regel alles voor je, je hoeft niet bang te zijn. Ik houd toch van je? Laten we gaan praten met Zoela.
Zoela gaf me een pakje, nadat ze met Jan had gesproken. Zoela zei dat ik me niet druk moest maken. Het ging allemaal zo snel en ik was zo in de war van alles wat er gebeurd was. Dat was de eerste dag dat ik had gewerkt. Ik voelde me daarna zó vies; ik bleef heel lang onder de douche en heb in mijn eentje gehuild. Waar was ik nu weer in beland? Dit heb ik nooit zo gewild, dacht ik. Ik wilde tegen Jan zeggen dat ik het niet meer wilde doen, als prostituee werken. Vreselijk, stel dat mijn ouders het zouden weten.
Toen ik met Jan sprak, keek hij me verbaasd aan. Hij zei: ‘Schatje, je hebt het toch goed gedaan? Nog even volhouden en we kunnen samen een huisje zoeken en we zijn van Ricardo af. Je wilt toch niet dat ik neergeschoten word?’ Ik wist niet wat ik moest doen en met wie ik moest praten. Toen er geen klant was, belde ik ‘s avonds een oude vriendin op, Jasmiijn. Sinds ik met Jan omging, had ik geen contact meer met haar. Ze klonk verbaasd toen ze mijn stem hoorde. Ik zei dat het me speet dat we al zolang niet meer met elkaar gesproken hadden. Ik zei dat ik zoveel tijd met Driss optrok.
Jasmijn vroeg me hoe het ging tussen mij en Jan. Op dat moment zei ik dat het goed ging. Ze vertelde me dat Chantal, het meisje via wie ik jan had leren kennen, helemaal in elkaar was geslagen. Chantal was opgenomen in het ziekenhuis. Ik schrok en vroeg hoe het kwam. Jasmijn vertelde dat er mensen op school waren komen vertellen over loverboys. Met Chantal zou er ook zoiets gebeurd zijn. Chantal was met een jongen omgegaan, ze waren helemaal gek op elkaar, hij gaf haar van alles, ze gingen samen uit en zo en daarna wilde hij haar als prostituee laten werken. Ze had proberen te vluchten en was toen in elkaar geslagen.
Toen ik het woord ‘prostituee’ hoorde, schrok ik heel erg. Ik dacht: Ze zou toch niet iets weten of zo? Na dat gesprek bleef ik heel de tijd denken aan wat Jasmijn had verteld. Ze had op het laatst ook gezegd dat ik haar altijd kon bellen of langs kon komen. Ze bad ook voor me, zei ze. Ik begreep niet wat ze daarmee bedoelde, maar ja, het maakte me niets uit.
Jan hield wel echt van me, dacht ik, hij had net een mooie ring voor me gekocht en hij zei hoeveel hij van me hield. Ik zei dat ik wilde stoppen met het prostitutiewerk. Opeens zag ik een andere blik in zijn ogen. Hij keek me heel geïrriteerd aan en zei: ‘Je werkt totdat ik zeg dat je kan stoppen.’ Ik werd opeens een beetje bang van hem en moest aan Chantal denken. Jan zou mij toch niet slaan?
Ik belde die avond Jasmijn weer op en vertelde dat ik ergens in terecht was gekomen wat ik eigenlijk helemaal niet wilde. Ik zei ook dat ik niet méér kon vertellen. Ik was bang dat ik in huilen uit zou barsten, maar dat zei ik niet. Jasmijn vroeg of ze voor me mocht bidden. Ze begon hardop te praten tegen God. Ze zei ‘Vader’ tegen die God en had het ook over de Here Jezus.
Ze bad dat Hij me zou helpen. Op dat moment barstte ik opeens in huilen uit. Ik zei haar dat ik als prostituee werkte, omdat Jan en ik in de problemen waren gekomen. Jasmijn zei dat ze blij was dat ik haar in vertrouwen nam. Ze vertelde dat ze mensen kende die prostituees helpen en dat die nog meer meisjes kennen die dit werk doen. Ze gaf me toen het telefoonnummer van een organisatie. Toen ik belde sprak ik met een mevrouw en vertelde haar hoe het allemaal was gebeurd. Ze zei dat ze andere meisjes kende die ook in dezelfde situatie gezeten hebben, en dat ze begreep hoe moeilijk het was om erover te praten. Ze hadden veel begrip en hielpen mij aan een onderduikadres…
REACTIES
1 seconde geleden