Help, crisis?!
Je zag jezelf al zitten, op je 60e in een strandstoel aan de zuidkust van Spanje voor je mooie tweede huisje waar je heel je leven voor gespaard hebt. Een lekker buffertje met geld op de bank en wat aandelen die als maar meer waard worden. Maar helaas, de economische situatie van de laatste 2 jaar gooit wat roet in het eten. Aandelen worden opeens minder waard, de beurs zakt in. Je hoort van het ene na het andere ontslag. En je gespaarde geld, op de bank, dat misschien wel niet veilig is, omdat blijkt dat banken ook failliet kunnen gaan. Veel mensen hebben al minder vertrouwen in de banken, en de banken minder vertrouwen onderling. Dat is allemaal een gevolg van een wereldwijde economische crisis: De “kredietcrisis”. Maar hoe is het ooit zover gekomen, en komt het ooit allemaal goed, met mijn strandstoel?
Het begon allemaal begin 2007. Huizenbezitters in de Verenigde Staten, komen in de problemen. Zij hadden namelijk een hele tijd terug hypotheken afgesloten, waarmee ze hun huis konden kopen. Het ging voornamelijk om arme mensen. Het leken zeer aantrekkelijke hypotheken; in het begin hoefde maar weinig rente betaald te worden, maar naarmate de maanden verstreken steeg het te betalen rente percentage. Dit zijn zogenaamde risicohypotheken, of ook wel subprime hypotheken. Er zit wel een gedachte achter. Er werd namelijk verwacht dat de waarde van de huizen steeg en de rente voor andere leningen daalde, waardoor deze personen weer nieuwe, goedkopere, hypotheken konden afsluiten. Zo konden ze de subprime hypotheken aflossen. Maar het mocht uiteindelijk niet zo zijn. De huizen werden niet meer waard en de rentepercentages stegen juist. Huizenbezitters konden de steeds hoger wordende rente niet meer betalen. In de eerste helft van 2007 zagen banken in dat ze een probleem hadden. De subprime hypotheken bleken achteraf niet zo slim.
Deze arme gezinnen, konden het geld niet meer opbrengen en banken beginnen te merken dat ze geld mis lopen. Deze gezinnen moeten gedwongen hun huis verkopen, en een huis dat gedwongen verkocht wordt, zal niet zo veel opleveren als dat de banken het als onderpand gebruiken. Deze problemen waren dus een gevolg van een niet snel groeiende huizenmarkt, immers, anders waren de huizen wel in waarde gestegen. Maar door die gedwongen verkopen, verergerde de problemen weer. De huizenmarkt kwam in een neerwaartse spiraal. Dat had twee hoofdredenen. Allereerst kwamen er door de gedwongen verkopen te veel huizen te koop, de markt werd overspoeld. Dit komt niet ten goede aan de waarde van andere huizen. En als tweede, banken werden na het bekend worden van de problemen voorzichtiger met hypotheken verstrekken. Het aantal mensen dat nog mogelijkheden hadden om huizen te kopen, daalde. De huizenmarkt stort in.
Tot nu toe was er voor ons land nog weinig aan de hand, maar in Amerika werden de problemen groter, want niet alleen de huizenbezitters en de hypotheekverstrekkers hadden problemen, ook andere partijen werden er in meegetrokken. Banken die de risicoleningen verstrekken, verkochten die leningen, of anders gezegd, de schulden van de huizenbezitters, aan andere banken. Ze verkochten die schulden als het ware als bij elkaar geraapte pakketjes met daarin leningen. En het geld dat ze daar voor kregen werd op hun beurt weer geleend aan andere financiële instellingen en zakenbanken. Je kon zo onmogelijk bijhouden welk geld van wie was, en dus ook niet wie er door de gedwongen verkoop van huizen, zijn geld kwijt was. Zo kwam het probleem de kredietmarkt op, krediet verstrekken werd moeilijker, want wie was er nog te vertrouwen?
Daar zat het probleem, want een groot deel van de economie gaat om banken die geld aan elkaar en andere lenen. De markt waarop banken elkaar krediet verstrekken, wordt de interbancaire geldmarkt genoemd. En deze draait geheel om vertrouwen. Hoeveel geld banken elkaar lenen hangt af van de zogenaamde kredietwaardigheid van een bank. Maar door al die pakketjes die niets meer waard zijn, zagen ze elkaar niet meer als kredietwaardig en de hele interbancaire markt bevroor. Dat verschijnsel kun je zien als een kaartenhuis, waar de onderste kaart uitgetrokken word. En het vervelende is, dat voor zoiets niet zomaar een oplossing is, als het eenmaal slecht gaat, versterkt het ene probleem het andere weer. Een soort kettingreactie.
Nu begint ook de rest van de wereld zich zorgen te maken. De crisis in de Verenigde Staten waait over naar Europa, zo ook naar Nederland. Dat is de schuld van de pakketjes met leningen die constant doorverkocht werden. Want al die risicovolle pakketjes met leningen en hypotheken werden niet alleen door Amerikaanse banken verhandeld, ook Nederlandse banken kochten deze leningen op. In de hoop op dat de Amerikaanse huizenbezitters netjes hun schuld komen aflossen. Op papier leken deze pakketjes veel waard op de balans van de banken, maar nu bleken ze op eens bijna niets meer waard. Nederlandse banken hadden eigenlijk waardeloos bezit, wat leek alsof het veel waard was. Gevolg is uiteraard dat banken ook in Nederland elkaar niet meer vertrouwen. Want welke bank is er nu echt zoveel waard als ze voorspiegelen, hebben ze wel genoeg onderpand? Banken willen niet nog een keer het risico lopen om geld kwijt te raken. Dus ook in Nederland werd er veel minder krediet verstrekt. Wat hetzelfde gevolg voor de huizenmarkt had als in Amerika. Dalende groei van de huizenprijzen, er is zelfs al enkele maanden een gehele daling waargenomen. Ook de beurzen zijn afhankelijk van vertrouwen. En dat is er weinig. Aandelen worden dus minder waard.
Dat alles heeft grote gevolgen voor de welvaart van Nederland. Het doen en laten van de Nederlandse burgers, en de werkgelegenheid. Veel mensen die geld belegd hebben zagen hun aandelen op papier minder waard worden. In de regel betekent dat altijd dat de mensen minder gaan consumeren. Er wordt meer gespaard. Zo is een toenemende recessie ontstaan. Door de afnemende vraag naar diensten en goederen zagen bedrijven hun omzet dalen. De gevolgen liggen voor de hand. Het aantal faillissementen neemt toe. Ook van de banken. De overheid moest besluiten kapitaalinjecties te doen. Dit tot teleurstelling van Nederlandse burgers, want zij draaien op voor het geld dat dat de overheid kost. Tot de zomer van 2008 leek de werkgelegenheid nog nergens last van te hebben. Maar dat is het afgelopen jaar ook veranderd. De stijgende lijn van werkgelegenheid begon minder steil te lopen. De tijd van massaontslagen bij grote bedrijven brak aan. Ondertussen daalt de werkgelegenheid zelfs, 4,6% van de Nederlanders is werkloos. En werkloos betekent voor een gezin dat er minder geld binnenkomt. Er wordt weer minder geconsumeerd, wat weer gevolgen voor de economie heeft. Het bekende domino-effect. Het één versterkt het ander.
Er lijkt zo geen einde aan te komen. Economen verwachten ook de komende maanden nog achteruitgang. Het CPB voorspelde op 16 juni 2009 een krimp van de Nederlandse economie van 3,5% tot 4,75%. De werkeloosheid zal verder stijgen tot meer dan 9%. Er zijn al wel verwachtingen dat eind 2009 begin 2010 de economie weer wat gaat aantrekken. Maar deze verwachting gaat uit van juist handelen van de overheid. En die weten nog steeds niet hoe ze de crisis het best kunnen aan pakken. Dus een garantie biedt het zeker niet.
Kortom heeft de economie een enorme klap gehad. Als schuldige zou je de Amerikaanse hypotheekverstrekkers kunnen aanwijzen. Zij lokten arme huizenbezitters tot het afsluiten van onverantwoorde hypotheken. En ook de Nederlandse banken, zij hadden eigenlijk nooit de zogenaamde “risicopakketjes” mogen kopen. Deze twee partijen, plus het feit dat het hele economische stelsel achteraf één groot kaartenhuis bleek, zorgde voor een schade over de hele wereld die we nog lang niet te boven zijn. En mocht dat huisje in Spanje er nu echt niet inzitten, kun je altijd nog een reisje naar Amerika boeken. Die kosten momenteel historisch weinig.
REACTIES
1 seconde geleden