organisme

Rijk

Afdeling

Groep

Organismen

bacteriën; eencellig, geen celkern, celwand, geen bladgroenkorrels

schimmels; eencelig of veelcelig, celkern(en), celwand(en), geen bladgroenkorrels

planten; eencellig of veelcellig, celkern(en), celwand(en), bladgroenkorrels

wieren / algen; geen bladeren, geen stengels, geen bladeren, geen bloemen; boomalg, kranswier, blaaswier

sporen planten; wortels, stengels, bladeren, geen bloemen, voortplanting door zaden; haarmos, heermoes, mannetjesvaren

zaatplanten; wortels,stengels, bladeren, bloemen, voortplanting dooor zaden; beuk, klimop, paardenbloem

naakt zadigen; zaden tussen de schubben van de kegels, bladeren meestal naaldvormig; den, spar

bedekt zadigen; zaden in vruchten, bladeren niet naaldvormig; appelboom, boterbloem, paardenbleom

dieren; eencellig of veelcellig, celkern(en), geen celwand(en), geen bladgroenkorrels

1 celigen; niet-symmetrisch, geen skelet, bestaan slechts uit één cel, leven in het water; amoebe, pantoffeldiertje

duizendpoten; het gehele lichaam bestaat uit segmenten, aan elk segment zitten poten; miljoenpoot, reuzeduizendpoot

sponzen; niet-symmetrisch, een skelet van stevige hoornvezels tussen de celllen, zitten meestal vast op de bodem van de zee; badspons, olifantoorspons, zoetwaterspons

holtedieren; veelzijdig symmetrisch, meestal geen skelet, leven in het water, vangen hun prooi met tentakels; kompaskwal, seeanemoon

wormen; tweezijdig symmetrisch, geen skelet, het lichaam is lang en dun; lintworm, spoelworm, regeworm

weekdieren; tweezijdig symmetrisch, meestal een schelp of huisje als skelet; inkvis, mossel, slak

geleedpotigen; tweezijdig symmetrisch, een uitwendig skelet, gelede poten, het lichaam bestaat uit segmenten; duizendpoot, krab, spin, vleig

kreeftachtigen; 10 of meer poten; garnaal, rivierkreeft

spinachtigen; 8 poten; hooiwagen, kruisspin

insecten; 6 poten, kop, borststuk, achterlijf, aan het borstuk zitten poten en meestal ook vleugels; kever, mier, vlinder

stekelhuidigen; veelzijdig symmetrisch, inwendig skelet van kalk, de huid is bedekt met skekels of knobbels, leven op de bodem van de zee; zee-egel, zeester, slangster

gewervelden; tweezijdig symmetrisch, een inwendig skelet met een wervlekolom; kikker, slang, zwaluw

slak

vissen; huid bedekt met schubben en slijm, koudbloedig, ademhaling met kieuwen, voortplanting: eieren zonder schaal, milieu: in het water; forel, haring, kabeljauw, schol, snoek

amfibiën; huid bedekt met slijm, koudbloedig, ademhaling eerst met kieuwen en huid later met longen en huid, voorplanting: eieren zonder schaal, milieu: in het water en op het land; pad, kikker, salamender

reptielen; huid bedekt met droge schubben, koudloedig,voorplanting:eieren met leer achtige schaal, milieu; op het land; hagedis, krokodil, ringslang, schildpad

vogels; huid bedeket met vere, warmbloedig, ademhaling met longen, voortplanting: eieren met kalkschaal, milieu: in de lucht; buizerd, fuut, merel, uil, zwaluw

zoogdieren; huid bedekt met haren, warmbloedig, ademhaling met longen, voortplanting: levendbarend, milieu: op het land; hond, olifant, walvis, wolf, zeehond, mens