teststructuren H1 en H2

Tekststructuren  

Aspectenstructuur

Inleiding: onderwerp;
Middenstuk: diverse aspecten van het onderwerp;
Slot: samenvatting     

Verleden-/hedenstructuur

Inleiding: onderwerp;
Middenstuk: situatie vroeger en situatie nu;
Slot: conclusie of situatie toekomst.

Voor- en nadelenstructuur

Inleiding: onderwerp, vraag of stelling;
Middenstuk: voor- en nadelen;
Slot: afweging en conclusie.

Vraag-/antwoordstructuur

Inleiding: vraag;
Middenstuk: antwoord;
Slot: samenvatting of conclusie.

Argumentatiestructuur

Inleiding: stelling
Middenstuk: argumenten voor de stelling (+uitleg) en argumenten tegen de stelling (+uitleg);
Slot: herhaling van de stelling/beantwoording.

Probleem/oplossingstructuur

Inleiding: probleem;
Middenstuk: gevolg (waarom is het een probleem), oorzaak of oplossing.
Slot: de beste oplossing.

Verklaringsstructuur

Inleiding: bepaalt verschijnsel;
Middenstuk: kenmerken/voorbeelden of verklaring/oorzaak/reden;
Slot: samenvatting.