Het bijvoeglijk naamwoord
Als je mensen of dingen wilt beschrijven, gebruik je bijvoeglijke naamwoorden. Bijvoeglijke naamwoorden veranderen als je ze gebruikt om mensen of dingen te beschrijven die vrouwelijk zijn. Ze krijgen dan een e.
Mon frère est petit. Mijn broer is klein. Ma soeur est petite. Mijn zus is klein. Le cirque est grand. Het circus is groot. La maison est grande. Het huis is groot.
Maar: als een (mannelijk) bijvoeglijk naamwoord al op een e eindigt, komt er niet nog een e bij wanneer het bij een vrouwelijk woord staat.
C’est un magasin moderne. Het is een moderne winkel. C’est une ville moderne. Het is een moderne stad.
Het bijvoeglijk naamwoord (bijzondere gevallen)
In het meervoud krijgt het bijvoeglijk naamwoord een s.
trois grands magasins drie grote winkels deux petites terrasses twee kleine terrassen
1 geen s bij meervoud
- Als het bijvoeglijk naamwoord op een s of op een x eindigt, komt er in het mannelijk meervoud geen s achter:
Mon chien est gros. ➜ Mes chiens sont gros. Mon pull est vieux. ➜ Mes pulls sont vieux.
- Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op eau, krijgt het in het mannelijk meervoud een x:
Mon T-shirt est beau. ➜ Mes T-shirts sont beaux.
2 onregelmatig bij een vrouwelijk woord
De eindletter f verandert bij vrouwelijk in ve. De eindletter x verandert bij vrouwelijk in se.
Yves est un garçon sportif. Yves is een sportieve jongen. Yvette es tune fille sportive. Yvette is een sportief meisje.
Il est heureux. Hij is gelukkig. Elle est heureuse. Zij is gelukkig.
3 Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een ander woord voor de vrouwelijke vorm.
beau wordt belle mooi nouveau wordt nouvelle nieuw vieux wordt vieille oud fou wordt folle gek blanc wordt blanche wit doux wordt douce zacht bon wordt bonne goed, lekker gentil wordt gentille aardig gros wordt grosse dik, groot
Le Louvre est beau. Het Louvre is mooi. La Tour Eiffel est belle. De Eiffeltoren is mooi. Le Louvre est vieux. Het Louvre is oud. La maison est vieille. Het huis is oud.
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Frans meestal direct achter het zelfstandignaamwoord.
un monument célèbre een beroemd monument un quartier moderne een moderne wijk un bâtiment noir een zwart gebouw une voiture rouge een rode auto
Maar: sommige bijvoeglijke naamwoorden staan vóór het zelfstandig naamwoord. Dit zijn: grand, petit, beau, joli, vieux, gros, bon, nouveau, haut.
un beau monument een mooi monument un grand quartier een grote wijk un vieux bâtiment een oud gebouw une petite voiture een kleine auto
Bijvoeglijke naamwoorden kunnen dus zowel voor als achter het zelfstandig naamwoord staan.
un beau monument célèbre een mooi beroemd monument un grand quartier moderne een grote moderne wijk un vieux bâtiment noir een oud zwart gebouw une petite voiture rouge een kleine rode auto
REACTIES
1 seconde geleden