Wanneer die/der/das

DER - DIE - DAS ???

Welke zelfstandige naamwoorden zijn vrouwelijk?

* benamingen.van levende wezens waarvan het natuur= lijk geslacht vrouwelijk isdieren,mensen)
b.v. die Tochter, die Tante, die Kuh, die Krotepad

* z.n. die a)beroep b)bezigheid c)functie d)status van vrouwelijke personen
aanduiden
a. afgeleid van mannelijke z.n.+ uitgang - in
b.v. die Fahrerin, die Verkauferin, die Läuferin
b. die Mutter, die Oma, die Kusine, die Nichte

* de [meeste z.n. die uitgaan op - e en geen persoon aanduiden
b.v. die Treppe, die Sahne, die Ruhe
(let op: der Käse, das Ende, das Gemälde)

* z.n. die afgeleid zijn van telwoorden
b.v. die Eins, die Zwei enz.

* sommige z.n. die uitgaan op - nis (begrippen)
b.v. die Kenntnis, die Besorgnis, die Fäulnis

* de meeste z.n. die uitgaan op – ei
b.v. die Bäckerei, die Konditorei, die Malerei, die Schreiberei, die Schreierei,
die Metzgerei

* de meeste z.n. die uitgaan op -t , vaak afgeleid van werkwoorden
b.v. die Fahrt, die Schrift, die Geburt

* z.n. die uitgaan op -heit/-keit
b.v. die Faulheit, die Sauberkeit enz.

* z.n. die uitgaan op -ung
b.v. die Heizung, die Zeitung, die Versicherung enz.

* z.n. die uitgaan op -schaft
b.v. die Landschaft, die Wirtschaft, die Gemeinschaft, die Eigenschaft enz.


DER – DIE - DAS ???

Welke zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk?

* benamingen van levende wezens waarvan het natuurlijk geslacht mannelijk is (mensen,dieren) b.v. der Mann, der Hund
* z.n. die a)beroep b)bezigheid c) functie d) status van mannelijke personen aanduiden
b.v. der Fahrer, der Läufer, der Vater, der Mörder
n.b. vele van deze z.n. eindigen, zoals de voorbee1den laten zien, op -er
* zwakke z.n. daarbij behoren:
a. mannelijke personennamen en namen van enkele dieren op -e,
b.v. der Junge, der Russe, der Hase
b. mannelijke personennamen met de klemtoon op de laatste lettergreep,
b.v. der Soldat, der Genera1
c. der Bauer, Fink Fürst, Graf, Held, Mensch,Bar Christ,Prinz, Elefant

* z.n die uitgaan op - ling
b.v. der Lehrling, der Liebling, der Schmetterling

* z.n. die uitgaan op - ig
b.v. der Käfig(kooi)

* benamingen van gereedschap en apparaten op - er
b.v. der Plattenspieler, der Flaschenöffnër, der Schraubenzieher, der Staubsauger enz.

* vele! Z.n. die uitgaan op -el
b.v. der Schlüssel (sleutel) der Hügel (heuvel) )

* z.n. die uitgaan op – en
b.v. der Rahmen, der Graben (sloot), der Wagen