Grieks Theater

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Theaterverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 1298 woorden
  • 26 mei 2001
  • 183 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
183 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Werkstuk Grieks Theater
Dit werkstuk gaat over theaters. Iedereen kent het oude Griekse theater wel, waar de tragedies werden opgevoerd.
Nu was ik benieuwd of er tegenwoordig nog rekening wordt gehouden met de oude theaters, bij de bouw van nieuwe theaters.
Maar ik weet hoe de theaters, de schouwburgen, van tegenwoordig eruit zien, en ik vind het niet vergelijkbaar met de echte antieke theaters. Daarom ben ik iets verder terug gegaan in de tijd, naar de 17e eeuw, en heb gekeken hoe toen de theaters eruit zagen.
Het theater:

Het theater is in Athene ontstaan. Ahtene bezat echter in de 5e eeuw voor Chr. in de klassieke tijd van zijn drama geen permanent theater. Slechts de plaats van opvoering stond vast. Dat was nl. in het heiligdom van Dionysus aan de zuidoostkant van de burcht. Het podiumgedeelte en de toeschouwerstribune werden echter voor elke opvoering uit hout opgebouwd en dan weer afgebroken.

Het Dionysus theater:

Het Dionysus theater is de jongste van de oude theaters. Het ligt tegen de helling van de Akropolis.
Van de 7e tot de 3e eeuw voor Christus heeft dit theater een belangrijke rol gespeeld in het dagelijkse leven. Wat wel merkwaardig is, is dat er nergens over het theater beschreven wordt.
Ook al was het theater maar een paar vierkante meter groot, toch trok het vele bezoekers. Nergens werden zo geniaal goden en mensen verheerlijkt, bekritiseerd en nergens verzette men zich zo hartstochtelijk tegen het noodlot of ging eraan ten onder.

Zonder het Atheense publiek was er waarschijnlijk geen klassieke tragedie en zeker geen komedie geweest. Om de talloze toespelingen van de komediedichters en de parodieën te kunnen begrijpen moeten de Atheners, naast een uitgebreide kennis van myten, epische en tragische dichtwerken, binnen- en buitenlandse politiek over een uitmuntende mensenkennis en een grote kritische instelling hebben beschikt.
Het was heel gewoon om invloedrijke personen te beledigen en te bekritiseren in komedies en het leidde slechts zelden tot vechtpartijen. De vrijheid van meningsuiting ging in die tijd heel ver. Er is bekend dat alleen al in de van Aristophanes bewaard gebleven komedies 200 tijdgenoten werden bespot, waaronder politici en veldheren, dichters en musici, filosofen en redenaars enz.
Alleen de beeldhouwers werden met rust gelaten omdat ze als eenvoudige handswerklieden werden gezien.
Het is niet duidelijk wat Dionysos met het theater te maken had. Er is ook een gezegde in de oudheid: “Dat heeft met Dionysos niets te maken.” Dus vroeger werd hier ook al over gediscussieerd.
Toen Pisistratus in de 6e eeuw voor Chr. de grote of stedelijke Dionysiën stichtte, vonden dramatische en muzikale wedstrijden nog plaats op de Agora. In de 5e eeuw voor Chr. stortten daar eens de houten tribunes rond de orchestra (dansplaats) in, waarbij vele toeschouwers de dood vonden. Toen besloot men op de zuidelijke helling van de Akropolis, naast het heiligdom van Dionysus Eleuthereus, rijen stenen zitplaatsen in een halve cirkel aan te leggen.
‘Theatron ‘ betekent oorspronkelijk alleen ‘toeschouwersruimte’.
In een kleine trechtervormige kom ontstond de vorm van het Griekse theater. De orchestra is omgeven door zit-treden die geen rugleuning hebben en naar boven trapvormig oplopend zijn. Het stond beschut tegen de noordenwind die de stemmen van de spelers zou doen verwaaien.
De toeschouwersruimte werd zowel vertikaal als horizontaal onderverdeeld door brede doorgangen tussen de rijen zitplaatsen en door trappen, zodat men van beneden af de hogere rijen kon bereiken.
(Zie bijlagen 1 en 2)
Op de onderste rij staan de marmeren zetels van de priesters.
Aan de voeten van de toeschouwers lag de cirkelvormige orchestra waarheen de parodoi leidden. Door deze twee gangen kwam het koor op om op de orchestra zijn plaats in te nemen.
Het eerste koorlied dat direkt werd gezongen na het opkomen van het koor, heet ook parodos. Daarna volgt het eerste bedrijf (epeisodion). Na elk bedrijf volgt een lied van het koor (stasimon). Na het vijfde bedrijf sluit het koor de handeling af met het uittochtslied (exodos).
De achtergrond van de tragedies werd gevormd door het altaar in het midden van de orchestra, en drie poorten in de muur, die later achter de skene (toneel), stond.
De handeling vond meestal plaats voor een paleis of een tempel. De middelste poort leidde naar het paleis van de koning, de beide anderen naar heiligdommen of gevangenissen. De bodes uit de stad kwamen links van het toneel op, als ze van ver kwamen, betraden ze rechts het toneel.
In het skenegebouw bevonden zich de theatermachines, een zweefmachine voor de ''deus ex machina'' (god uit de machine). Later werd een scherm (aulaeum) aangebracht om in de pauze het toneel van de toeschouwersruimte af te sluiten. Omdat het scherm in de grond zakt, wordt het bij het begin van de voorstelling 'neergelaten' en na afloop 'opgehaald'. In enkele theaters vindt men nog de gleuf waarin het scherm neergelaten werd.
Nederlands theater:

De Amsterdamse Schouwburg, is in 1637 gebouwd door Jacob van Campen.
Doordat er gravures uit 1658 bewaard zijn gebleven, weten we hoe de schouwburg eruit zag. Er zijn drie gravures (zie bijlage 3), één is de plattegrond van zaal en toneel en de beide andere geven het interieur weer, gezien naar het toneel (zie bijlage 4) en naar de zaal.

Het is natuurlijk ook belangrijk om te weten wat er vooraf ging aan de schouwburg: het toneel in Nederland.
In 1600 en 1606 plubiceerde Jacob Duym (een uit Vlaanderen geïmmigreerde rederijker) twee reeksen van 6 toneelstukken, waarvan hij in de inleidingen de inrichting en het gebruik van het toneel gedetailleerd heeft beschreven. Er zijn drie typen van inrichting te onderscheiden.
Het eenvoudigst is een façade (voorgevel) met drie toneeltoegangen waarvan de middelste een open camer is- dat wil zeggen dat deze een bespeelbaar gedeelte achter het scherm heeft. De personages worden verdeeld over de verschillende opkomstmogelijkheden; de façade heeft een sterk symbolisch karakter.
Het tweede type is geschikt voor toneelspelen met een groter aantal duidelijker onderscheiden plaatsen van handeling, met de belangrijkste plaats van handeling in het midden, twee andere uiterst rechts en links, en daartussen opkomstmogelijkheden van allerlei aard, neutrale en specifieke. De façade biedt plaats aan alles waar het spel om vraagt.
Het derde type ten slotte wordt gebruikt bij spelen met een belegering als onderwerp. De ingewikkeldheid van de mise-en-scène leidt hier tot gebruik van zowel de achterwand van het toneel als het voortoneel zelf voor het lokaliseren van plaatsen van handelingen (steden, dorpen, schansen, kamp van de belegeraars, enz.).
Vergelijking:

De hoofdbestanddelen van het antieke theater is ongeveer gelijk aan die van tegenwoordig.
De toneelvloer is in het midden, waar de handeling plaats vindt, en aan de zijkanten bevinden zich openingen waar de minder belangrijke spelers tevoorschijn kunnen komen. Bij het oude theater was de toeschouwersruimte (bijna) helemaal rond en tegenwoordig is het een beetje gerond, maar de toeschouwers zitten voornamelijk recht voor het toneel. Het toneel zit daarom ook niet helemaal in het midden (denk maar aan een bioscoop).
Het hoofdonderscheid van het antiek theater met tegenwoordig, is dat de antieke theaters geen dak hadden. Omdat de achterwand eerst laag was, konden de toeschouwers er overheen kijken, de vrije natuur in. Vele theaters zijn met duidelijke opzet zo gebouwd, dat men van dit vergezicht kon genieten. Zoals bekend is, is voor een opvoering in de vrije natuur een goede akoestiek voorwaarde; het is altijd weer verbazingwekkend, hoe duidelijk men op de bovenste trede elk in de orchestra gesproken woord verstaat.
Een overdekt theater heette odeion. Het diende volgens zijn naam eerst voor theater-opvoeringen, zoals het best bewaarde odeion aan de zuidwestzijde van de burcht van Athene .

Bronnen:

-Encyclopedie ''woordenboek der klassieke oudheid'' door H. Lamer
-''Athene, geschiedenis, kunst en leven van de oudheid tot heden'', door Evi Melas
-''Een theater geschiedenis der Nederlanden'', onder hoofdredactie van R.L. Erenstein

REACTIES

P.

P.

van het werkstuk klopt bijna niks ik heb op sites gekeken over het theaters uit geschiedenis maar dat was allemaal andere info dus klopt het volgens mij niet helemaal.

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.