Vuurdoop

DANSVOORSTELLING VUURDOOP
DOMEIN A:

1. ALGEMENE GEGEVENS:

Titel voorstelling: Vuurdoop

Naam gezelschap: \"IN BETWEEN\" gezelschap van Fontys Dansacademie

Naam choreografe: Peggy Olislaegers

Namen dansers: Geertje Hochstenbach, Claudia Michaels en Kelly Thomassen

Plaats voorstelling: Oude gymzaal

Datum voorstelling: 16 februari 2000

2. KORTE OMSCHRIJVING:

In het stuk zat niet echt een verhaal. Dat was ook niet de bedoeling van de choreografe. Het thema van het stuk was anders zijn, tenminste dat haalde ik eruit.

Op de flyer van het stuk staat het volgende thema beschreven: \"Vuurdoop gaat overe jongeren en hun tussenland…\"

Verder speelden vuur en water ook een rol in het stuk. Met het water werd steeds overgegooid en kwam ook weer terug in het decor.

Het element vuur kwam tevoorschijn doordat er steeds iets gedaan werd met lucifers.

Er is sprake van meerdere conflicten. Dat wil zeggen, de hoofdrolspelers hadden eigenlijk constan conflicten met elkaar. Zodoende was er sprake van meerdere conflicten.

3. HET TONEELBEELD

De voorstelling vond op school in de oude gymzaal plaats. Het publiek zat aan de lange zijde van de zaal tegenover de deur. De plaats van het publiek had niet echt een bepaald effect. We zaten zo dat we het allemaal goed konden zien.

Zoals ik al eerder vertelde speelde water een belangrijke rol. Ook in het decor. Het decor bestond namelijk uit een soort van opgestapelde houten kratten met daarin plastic flessen gevuld met water. Het decor was vrij eenvoudig, maar het zag er leuk uit.

Echt speciale lichteffecten waren er niet. Soms, bij een bepaalde dans verschoot het licht van kleur.

De kleding van de dansers was niet echt speciaal gemaakt voor de voorstelling. Het waren gewonen kledingstukken, maar zodanig bij elkaar gezocht dat het toch niet meer leek op een normale outfit. Zo droeg de een bijvoorbeeld een rok tot op de knieën met daaronder voetbalsokken en een roze t-shirt. De kleding gaf ook weer een beetje het thema anders zijn aan.

4. MUZIEK EN GELUIDSEFFECTEN

Er werd gebruik gemaakt van bestaande en zelf gemixte muziek. Liedjes uit de musicals Evita en Ragtime wisselden af met poprepertoire van En Vogue, Skunk Anansi en Alanis Morissette. Verder was er ook live-zang van de spelers.

Natuurlijk speelde de muziek een overheersende rol in een stuk, want het wordt moeilijk te dansen zonder muziek.

5. PERSONAGES

Het stuk kende maar 3 personages. Alle drie waren ze compleet anders.

Personage 1: Werd door de anderen gepest omdat ze dik is.

Personage 2: Moest zich van haar vader \"goed\" gedragen. Zo moest ze zich bijvoorbeeld aan bepaalde tafelmanieren houden.

Personage 3: Werd door de anderen gepest omdat ze uit een ander land kwam. Zij vertelde om dit goed duidelijk te maken het verhaal van de drie biggetjes in het Duits.

Deze personages heb ik geprobeerd zo goed mogelijk te beschrijven aan de hand van het stuk zelf dat ik ongeveer een maand geleden gezien heb en aan de hand van de flyer waarop korte dingen over de personen beschreven staan.

De onderlinge relaties waren in het begin van het stuk niet goed. Dat wil zeggen ze keken elkaar steeds aan op het anders zijn, maar tegen het einde van het stuk accepteerden ze elkaar en waren de onderlinge relaties dus goed.

Ik heb niet echt met een bepaalde persoon meegeleefd. Ik kan me namelijk zo\'n situatie niet echt voorstellen. Ik wordt namelijk nooit aangekeken op mijn anders zijn dan anderen. Ik vond de persoon die door de anderen gepest werd omdat ze dik was het meest geloofwaardig overkomen. Zij bracht het gevoel dat je krijgt bij zo\'n pesterij goed over.

6. THEMATIEK EN INTERPRETATIE

Het belangrijkste thema voor mij zoals al eerder vermeld staat anders zijn. Deze interpretatie is bepaald door de pesterijen tegen elkaar omdat ieder toch weer anders was.

De choreografe heeft zeker een eigen visie op het stuk gerealiseerd. Dat heeft ze na de voorstelling ook uitgelegd. Ze heeft in deze voorstelling namelijk precies gedaan waar ze op dat moment zin in had.

Zoals ik eerder ook al vertelde heeft dit thema niet echt een betekenis voor mij. Ik zelf heb nooit meegemaakt dat ik gepest werd door mijn anders zijn dan anderen.

7. BOEIENDE WERKING

De manier van dansen op toch steeds andere muziek boeide mij in deze voorstelling. Het lijkt mij heel moeilijk om van de ene soort muziek meteen door te glijden in een geheel andere stijl. De manier van dansen. De abstracte vorm boeide mij ook wel. Het is toch weer eens iets anders.

Ik denk dat de choreografe vooral de verschillende soorten muziek heeft gebruikt om de voorstelling toch boeiend te maken.

8. STRUCTUUR

De opbouw van het stuk was toch vrij afwisselend. Dan kreeg je een stuk dans, dan weer een stuk dans en zang en dan juist weer iets anders.

Er waren geen wisselingen van plaats. Wel van tijd. Dat was wel niet te zien, maar dan werd er gewoon een stukje verteld over vroeger door de hoofdrolspelers.

9. EIGEN MENING

Ik vond het best een leuk stuk. Ik vond het in het begin wel vrij ingewikkeld. Toen was ik aan het zoeken naar het verhaal van het stuk, maar later kwam ik erachter dat er niet echt een verhaal in het stuk zat.

Ik vond het leuk dat er wat afwisseling in het stuk zat. Wanneer het alleen dans was geweest was het wat eentonig geworden en had ik het ook niet leuk gevonden. Juist de afwisseling tussen dans en zang maakte het stuk voor mij leuk.

Ik vond het decor apart, eenvoudig maar toch leuk. Wanneer de lampen in de flessen met water schenen gaf dat een leuk effect op de muur.

De leukste scène uit het stuk vond ik de scène waarin het verhaal van de drie biggetjes werd verteld. Ik vond het leuk verzonnen dat ze dit in het Duits vertelden, dat bracht het thema anders zijn goed naar voren. Het lijkt me vrij moeilijk om zo\'n lap tekst in een vreemde taal uit m\'n hoofd te leren. Het was overigens ook vrij makkelijk dat het stuk op school vertoond werd.