Vorm
Het cabaretspel van Guido Weijers speelde zich gewoon op het vlakkevloertheater af. Ander objecten had hij ook niet nodig om een prachtige voostelling neer te zetten. Hij gebruikte verder ook niet veel. Een paar kleine dingen, zoals bijvoorbeeld een krant en een blikje drinken. Echt veel kwam er dus niet aan te pas, maar dat was ook niet nodig want het resultaat was echt heel goed.
Maar naast de weinige objecten werd er natuurlijk wel gebruik gemaakt van licht. Dit was wel heel belangrijk. Op bepaalde momenten werd hij extra fel belicht, en tijdens zijn dans werd hij met special effects lights belicht. Hij deed dan op een wilde manieren bewegen. Daar de licht val werd het nog spectaculairder.
Van kostuums en grime werd helemaal geen gebruik gemaakt. Hij kwam in dood eenvoudige kleren op, gewoon een wit shirt en een zwarte broek. Maar dit kwam dus weer mooi over een met de eenvoudige opstelling van het toneel. Hij keek wel heel scheel soms, dit kun je misschien onder de grime noemen. Ik weet niet of hij ook echt iets aan zijn ogen zal hebben of niet. Hij heeft er ook iets over gezegd gehad. Dat dit ons vast wel op was gevallen, maar dat hij er niks aan kan doen. Maar of dat dan ook geloofd moet worden is dan nog maar de vraag…
En zijn dans kwam soms zomaar uit het niets. En zijn spel was wel zo goed dat hij niet een keer met zijn mond vol tanden kwam te staan. Je kon ook zien dat hij soms dingen ter plekke stond te verzinnen. Bijvoorbeeld als hij reageert op iets uit het publiek. Zoiets kun je niet van tevoren oefenen, want hoe het publiek op hem reageert is waarschijnlijk iedere voorstelling weer anders.
Bij zijn dans werd ook gebruik gemaakt van de muziek. Hij maakte de bijpassende bewegingen bij die muziek. Het was van die gabbermuziek, hij ging erbij staan te hakken, net zoals gabbers worden afgebeeld.
Met zijn eigenstem maakte hij speciale geluidseffecten. Door bijvoorbeeld zijn jeugdvriend Alexander na te doen. Die was uitgegroeid tot een ras echte kakker. Hij speelde een gesprek van hun twee een poosje geleden in een discotheek. En hij deed dan ook de stem van Alexander na.
Het cabaret van Guido kun je het beste toerekenen tot de fysiekcabaret. Hij maakte bijna geen gebruik van ander voorwerpen dus moest ons vooral voormaken met zijn goddelijke geschenken. Daarbij maakte hij dan heel erg gebruik van bewegingen. Deze werden soms een beetje overdreven gedaan. Maar dat was ook wel nodig voor de mensen helemaal achterin op het balkon. Daardoor was alles goed te volgen, ook vanaf het balkon, waar ik zelf ook zat. Ook met zijn gezichtsuitdrukkingen liet hij dingen beter overkomen. Dit was op het balkon soms niet zo heel goed zichtbaar, maar door het licht werd dat toch zo goed mogelijk zichtbaar.
Inhoud
Deze voorstelling ging heel erg over zijn eigen leven. Hij vertelde wat hij allemaal zoal mee had gemaakt, van zijn babytijd tot nu. Ook hoe hij over dingen denkt. Dat kwam de hele tijd weer terug in zijn verhaal. Want van jongs af aan had hij altijd al vragen, vragen over hoe iets kon. En als hij dan weer iets aan het vertellen was kwam hij weer aan met zijn vraag van hoe zou dat nou toch kunnen. Dat zat ook zo met zijn gedachten. Hij vertelde dat hij altijd de verkeerde dingen op de verkeerde momenten dacht. Dan maakte hij dus ook op die momenten opmerkingen die hij beter niet op dat moment kon vragen. Bijvoorbeeld die keer dat hij een meisje mee naar zijn huis nam. Hij had een tijdje met dat meisje zitten praten en vroeg na eventjes of ze misschien wat drinken wilde. Het meisje lustte wel wat en vroeg om een ‘pasoa’. En dan antwoord Guido zo: ‘Pas SOA? Pas SOA?! Ik heb pas SOA als de bruine bonen rond mijn eikel staan!’ Nou, dan kun je inderdaad wel zeggen dat hij de verkeerde dingen op de verkeerde momenten denkt. Ook had hij het er de hele tijd over dat hij wilde vliegen. Maar van jongs af aan werd er altijd door mensen tegen hem gezegd dat de mens niet kon vliegen. En dan kwam Alexander ook weer iedere keer aan: ‘Guido, de mens is niet gemaakt om te vliegen.’ Maar Guido legde zich er maar niet hij neer. Zijn grote voorbeeld was Nils Holgersson. En dat van het vliegen kwam ook weer terug in zijn gabberdans. Na deze dans stond hij opeens stil met een blikje redbull in zijn hand in de hoogte te houden. Dat slaat op de reclame voor dit artikel. Die hebben als slag zin: ‘Redbull geeft je vleugels!’
Guido liet bij ons zijn boodschap op een bepaalde manier overkomen. Ik vond het anders dan al die cabaretiers op t.v. Die zijn bijna allemaal best wel oud. Dus die hebben ook een andere manier om het te brengen. En aan gezien Guido nog behoorlijk jong is komt dat denk ik ook anders op ons scholieren over. Ik vond dat er wel een specifieke humor in zat. Hij kwam een beetje onvolwassen over, maar wilde er wel graag bij horen. Ook liet hij het publiek ook wel een beetje overal bij na denken. Dat vond ik wel goed. Want als je alles zo voor gekauwd op je bord gespuugd krijgt wordt het ook al snel saai.
Mij is dat van het dansen en dan eindige met de Redbull in zijn hand. Dit kwam omdat ik dit wel goed bedacht vond en door het speciale lichtgebruik. Ook hij een keer kritiek leverde op alle moderne ontwikkelingen in de wereld weet ik nog goed. Hij vertelde dat hij vroeger nog gewoon op een rekenmachine rekende, en niet op een computer. Zijn argument voor het gebruik van de rekenmachine was: ‘Op een computer kun je niet op zijn kop oliebol ingetypt krijgen, en daar is lol + lol niet hihi. Ja… en dat is op een rekenmachine lekker wel!’ Ook hoe hij de mensen op het einde voor hem liet klappen vond ik heel apart. Hij vertelde dan over zijn baan op Mallorca. Daar gaf hij fitness aan Duitse toeristen. En toen deed hij aan het publiek voor hoe hij hun die fitness gaf. Hij liet het publiek meedoen. Hij vertelde dat ze eerst met twee vingers tegen elkaar klapte en dan met meerdere vingers en dan steeds harder. En dat eindigde met een daverend applaus. En toen ik naar huis ging en in mijn jas zak voelde toen dacht ik ook weer aan iets. En dat was aan zijn verhaal over zijn gelukslolly. Dat was een lolly die hij van iemand had gekregen en die zei dat die lolly heel speciaal was, dus die moest hij ook weer aan een heel speciaal iemand geven. En in mijn jas zak zat een lolly! In iedere jaszak in de garderobe was een lolly gedaan. Dat gaf mij een aandenken aan dat stuk van de voorstelling.
Functie
Deze cabaretvoorstelling was echt bedoeld om het publiek te amuseren. Want hij vertelde eigenlijk alleen maar over zijn eigen leven en zijn eigen mening. Bijvoorbeeld zijn mening over tonproaters. Hij vindt hun heel nep en het is altijd hetzelfde, bijvoorbeeld dat de buurtkapper altijd Gradje heet enzo. Hij wilde ook wel graag één boodschap op ons overbrengen. Geef nooit op. Ga je dromen altijd achter na. Doe hem na… een mens moet kunnen vliegen…
Nog wat informatie over Guido Weijers
Zijn biografie
Op 30 juli 1977 werd ik geboren om half twee 's middags (ik hou van uitslapen), in Boxmeer. Vanaf die tijd werd ik structureel tegengewerkt om mij te ontplooien als cabaretier. Goede schoolresultaten, genoeg vriendjes en vriendinnetjes, ouders die me onvoorwaardelijk steunen en een broer waarmee ik goed kan opschieten, zorgden ervoor dat ik geen enkele reden had om te trappen tegen wat dan ook. Toen ik op mijn 6e zei dat ik clown wilde worden, zeiden mijn ouders: "oké!" Toen ik op mijn 10e zei dat ik Huub Stapel wilde worden, zeiden mijn ouders "oké!" Toen ik op mijn 11e schreeuwde dat ik cabaretier wilde worden zeiden mijn ouders: "oké, go for it!"
Op mijn 17e werd ik bij drie toneelscholen afgewezen met de woorden: "Jij moet geen acteur worden, jij moet cabaretier worden!" Een mooier compliment kon je mij destijds niet geven, maar ik had er geen klap aan… Ik was 'te' creatief. Een acteur mag zelf niet denken, die moet spelen wat de regisseur hem vraagt. Maar ik ben geen marionet, ik wil zelf de touwtjes in handen hebben! Dus… geen toneelschool…
Na een jaar CMV in Arnhem ging ik in Breda toerisme studeren (NHTV). Nadat ik aan iedereen die het ook maar wilde horen, vertelde dat ik "regelmatig optrad" (ik was erg goed in bluffen), werd ik een paar keer gevraagd om wat avonden 'aan elkaar te praten'. In 1997 en 1999 huurde ik het Chassé Theater te Breda en het Weijertheater in Boxmeer af, om oudejaarsconferences in eigen beheer te spelen. Alles uitverkocht en veel geleerd! Ik maakte een videocompilatie van deze voorstellingen en daarna begon het pas echt!
Op 1 januari 2000 zei ik tegen mezelf: "Nu moet het maar eens gebeuren." En ik kreeg gelijk! Op het Vara Leids Cabaret Festival (het eerste festival waar ik me inschreef) stootte ik meteen door tot de halve finale. Dat zorgde voor veel nieuwe optredens waardoor ik mijn programma pas echt kon gaan ontwikkelen en verbeteren.
Dat zorgde uiteindelijk voor succes, want negen maanden later won ik met veel overtuiging, op het grootste cabaretfestival van Nederland, Cameretten, de publieksprijs! Daarmee werd hobby definitief beroep en werd ik een gelukkig man…
Vanaf Cameretten ging het allemaal erg snel! Mojo Theater (het impresariaat waar ook Arie & Sylvester, Freek de Jonge en Acda & De Munnik zitten) doet sinds januari 2001 alle boekingen. Intussen sta ik 130 keer per seizoen op de planken. Ik speelde op de UIT-markt te Amsterdam, op LOWLANDS, in het Concertgebouw en honderden andere plaatsen. Ik was meerdere malen als jurylid te gast bij het Jongerenlagerhuis en werkte mee aan VARA Tv-programma 'Cabaretiers on Tour'.
REACTIES
1 seconde geleden