De geschiedenis van de ziekte
Veel mensen denken dat de ziekte van Lyme een nieuwe ziekte is, maar dit is niet zo. Al in 1910 werd het voor het eerst door de dermatoloog Afzelius beschreven. In 1922 beschreven de twee Franse geneesheren een verlamming die door een tekenbeet of tekensteek werd veroorzaakt. Vanaf toen kreeg men ook het vermoeden dat de ziekteverwekker een spiraalvormige bacterie was.
Toen is de ziekte eigenlijk een beetje vergeten tot het in 1975 herontdekt werd naar aanleiding van een epidemie in de stad Old Lyme (hier heeft de ziekte ook haar naam aan te danken)
In deze Noord-Amerikaanse stad brak toen een epidemie van gewrichtsontstekingen uit onder de bevolking, vooral onder de kinderen.
Ze kregen verlammingsverschijnselen: Ze konden hum arm of been niet meer bewegen.
Er verschenen meer gevallen, elke keer groepsgewijs en in het zomerseizoen in zeer bosrijke streken.
De patiënten vertoonden veel symptomen van de ziekte die in het begin van 1900 werd geïdentificeerd.
Veel patiënten waren door een teek gestoken voordat de symptomen uitbraken.
De verwekker van de ziekte
De ziekte van Lyme ontstaat door een combinatie van twee effecten:
• De infectie door Borrelia burgdorferi: Na een beet van een teek wordt het bloed via het speeksel van de teek met deze spirocheet besmet. Een spirocheet is een spiraalvormige bacterie soort die pas voor het eerst beschreven werd in 1982. Spirocheten zijn zeer beweeglijk door hun zwiepende staart. Ze zijn onder andere de oorzaak van wisselkoorts. Via de bloedbaan kan de bacterie zich door heel het lichaam verspreiden. Hierdoor kunnen er ook zoveel verschillende klachten optreden.
• De immunologische reactie die Borrelia burgdorferi uitlokt bij het lichaam:
Door cellulaire immuniteit ontstaat er een reactie, waardoor het bindweefsel wordt omgezet in littekenweefsel.
De ziekte heeft zeer veel verschillende symptomen en is in haar laatste stadium zelfs dodelijk, gelukkig komt dit maar heel weinig voor.
De overbrenger van de ziekte
De ziekte wordt overgebracht door teken. Een teek is een parasiet die tijdelijk samenleven met andere dieren of mensen (ook wel gastheren genoemd), en zich met de mond vasthecht in de huid van de gastheer. De voornaamste dierlijke gastheren zijn knaagdieren en grof wild (hertachtigen) en in mindere mate ook de vogels. Deze wilde dieren ontwikkelen de ziekte niet. Sommige dieren, zoals honden en paarden, kunnen de ziekte echter wel krijgen.
Als de teek zich heeft vastgehecht zuigt de teek zich helemaal vol met bloed van de gastheer.
Teken zijn geen insecten maar spinachtigen. Het verschil is te zien aan het ontbreken van een duidelijke kop en de “antennes”. Daarnaast hebben teken 8 poten en insecten maar 6. Een verschil met de kop en het lijf kun je niet zien. (Ze hebben geen tanden.)
Teken hebben een grote familie. Het grootste deel van de familie bestaat uit “harde” teken. (lxodidae) Maar er zijn ook meer dan 160 soorten “zachte” teken. (argasidae) De “harde” teken heten zo omdat ze een harde rugschild hebben. Bij de “zachte” teek is de rugbedekking eerder leerachtig. Maar er is ook verschil in de vorm van de snuit. In Europa zijn alleen harde teken in staat ziekten op de mens over te brengen.
In Europa zijn er twee verschillende soorten harde teken.
• Ixodes ricinus (in het normale spraakgebruik gewone-, hout-, schapen-, of hondenteek genoemd).
• Rhipicephalus sanguineus dit is een echte hondenteek. Deze teek is niet in staat de ziekte van Lyme over te brengen.
Ixodes ricinus komt voor op plaatsen waar de luchtvochtigheid hoog is, bijvoorbeeld op plaatsen met lage begroeiing. Teken komen niet alleen voor in natuurgebieden, maar ook in stadsperken en tuinen.
Ixodes ricinus is actief van begin maart tot eind november. Tijdens droge zomermaanden is de activiteit minder.
Ixodes ricinus wordt geactiveerd door het verhoogde koolzuurgehalte in de lucht die een dier of mens uitademt. Ook wordt ze geactiveerd door de warmte van naderende gastheren en bewegende voorwerpen.
De levenscyclus van de Ixodes
Voor een hele levenscyclus van een Ixodes zijn drie opeenvolgende gastheren nodig en het duurt in totaal twee jaar.
Het wijfje legt haar eieren op een beschut plekje in de grond en ongeveer een maand later komen de larven uit het ei. De larve wacht twee tot drie weken om een
gastheer te zoeken (een dier of heel soms ook de mens).
Het voedt zich èèn keer, ongeveer drie tot vijf dagen, met het bloed van de gastheer . Hierna ondergaat hij een gedaanteverwisseling tot nimf.
Het gedrag van een nimf lijkt op het gedrag van de larven; twee tot drie weken na het uitkomen een gastheer opzoeken en zich ongeveer drie tot vijf dagen voeden met het bloed van de gastheer. Na het beëindigen van de ‘maaltijd’ maakt de nimf zich van zijn gastheer los. De beten zijn over het algemeen niet pijnlijk en worden daarom ook niet vaak opgemerkt. Waarschijnlijk zijn de nimfen het belangrijkst voor het overbrengen van de ziekte op de mens. De nimf heeft al een keer bloed gezogen en kan daardoor besmet zijn met Borrelia burgdorferi (Is het bloed van de gastheer met Borrelia burgdorferi besmet, dan zal de bacterie zich in de ingewanden van de nimf of teek vermenigvuldigen en kan deze op een nieuwe gastheer worden overgedragen) . Hier komt bij dat de nimf er klein is en waardoor hij makkelijk over het hoofd wordt gezien.
Na drie tot vijf maanden veranderen de nimfen in volgroeiden teken die na drie tot vijf maanden geslachtrijp zijn. Alleen de vrouwtjes voeden zich met het bloed van een dier of een mens. Ze vallen alleen door hun grootte al snel op en zullen dus ook meestal al snel verwijderd worden.
Het mannetje zuigt geen bloed en speelt als volgroeide teek daarom ook geen rol bij het overbrengen van de ziekte.
Niet alle teken zijn besmet met Borrelia burgdorferi. In Nederland varieert het percentage besmette nimfen tussen de 0 en 20%. Het percentage besmette teken kan van plaats tot plaats en van jaar tot jaar sterk wisselen. Daarom zegt het besmettingspercentage van de teken eigenlijk niet zoveel.
Hoe langer de teek op de huid blijft zitten, hoe groter het risico om geïnfecteerd te worden.
Naar schatting moet de teek 12 tot 24 uur op de huid zitten om de bacterien in de huid over te brengen. Daarom is het ook van groot belang dat de teek zo snel mogelijk weg wordt gehaald. Hiervoor is een speciaal pincet op de markt.
Als een teek uit de huid wordt gehaald moet er op de volgende punten worden gelet :
• Het uit de huid halen van een teek moet zorgvuldig gebeuren anders kan het snuitje afbreken. Dit is niet erg omdat het niet is besmet met Borrelia burgdorferi, maar dit kan wel gaan ontsteken. Net als met een splinter komt het snuitje vanzelf weer uit de huid.
• De teek mag van tevoren niet worden bewerkt met alcohol, olie, nagellak, een brandende sigaret of andere middelen, want dan wordt de teek verdoofd en dan spuit hij een soort vergif in je lichaam, waardoor juist een infectie ontstaat.
• Na het verwijderen van de teek is het handig om het bijtwondje te desinfecteren met alcohol 70% of met jodium
De ziekteverschijnselen
Een infectie met Borrelia burgdorferi leidt niet altijd tot de Lyme-ziekte. Wanneer er wel ziekteverschijnselen zijn, dit is in 60 tot 80% van de gevallen zo, wordt ziekteverloop van de ziekte in drie stadia verdeelt.
Stadium 1
Vaak ontstaat op de plaats van de beet een rood plekje. Wanneer dit niet groter wordt dan een kwartje en binnen 1 tot 2 weken weer verdwijnt, is de kans klein dat dit veroorzaakt is door een infectie met Borrelia burgdorferi. Wanneer de rode plek steeds groter wordt en uiteindelijk in het midden weer verbleekt is bijna zeker sprake van de ziekte van Lyme. Deze huidaandoening wordt erythema migrans genoemd en ontstaat bijna altijd binnen drie maanden en meestal binnen drie weken na de beet.
Stadium 2
Hoewel de bacterie via het bloed in ieder orgaan terecht komt, ontstaan vooral ziekteverschijnselen van het zenuwstelsel, de gewrichten en het hart.
Aandoeningen van het zenuwstelsel.
De meest voorkomende aandoening van het zenuwstelsel is een hersenvliesontsteking die vaak samengaat met de ontsteking van hersenzenuwen en/of ruggenmergzenuwen. De verschijnselen van hersenvliesontsteking zijn meestal niet zo groot. Meestal hebben de patiënten geen hoofdpijn, koorts, sufheid of nekstijfheid zoals dat voorkomt bij andere vormen van hersenvliesontsteking.
Verschijnselen van hersenzenuwontsteking kunnen bestaan uit dubbelzien, waarbij een oog niet in alle richtingen kan bewegen en verlamming in het gezicht waarbij een ooglid niet sluit en de mondhoek aan dezelfde kant niet kan worden opgetrokken.
Ontsteking van een ruggenmergzenuw veroorzaakt zeer heftige pijn in een arm of been of in de romp. Soms gaat dit samen met krachtsverlies en een doof, tintelend gevoel. Ontsteking van het ruggenmerg kan krachtsverlies en een doof gevoel in beide benen veroorzaken.
Soms kan de urine niet worden opgehouden of gaat het plassen juist erg moeilijk. Ook deze vorm van de Lyme-ziekte wordt met antibiotica behandelt, deze wordt meestal via een infuus toegediend.
Gewrichtsaandoeningen
In Europa komen gewrichtsaandoeningen minder vaak voor dan aandoeningen van het zenuwstelsel.
De verschijnselen zijn gezwollen, soms pijnlijke gewrichten. De duur van deze zwelling kan erg verschillend zijn, van minder dan een dag tot maanden. De gewrichtsontsteking ontstaat bij ongeveer de helft van de patiënten binnen drie maanden na de tekenbeet. Het kan zelfs zo zijn dat de gewrichtsontsteking pas na een jaar verschijnt.
Wanneer de gewrichtsontsteking een lange tijd duurt zijn erg is er bijna altijd Borrelia burgdorferi in het bloed aantoonbaar.
De pijn aan de gewrichten wordt minder na behandeling met antibioticum, maar kan daarna nog lang blijven bestaan. Een verklaring hiervoor is mogelijk dat de ontstekingsreactie nog lang kan aanhouden, ook al is de bacterie gedood.
Hartaandoeningen
Aandoeningen van het hart komen eigenlijk zelden voor. De afwijking die het vaakst voorkomt is een stoornis in het geleidingssysteem tussen de boezems en de kamers. Wanneer deze stoornis ernstig is kan een trage hartslag ontstaan waardoor de patiënt last van benauwdheid kan krijgen en flauw kan vallen.
Stadium 3
Alle eerder genoemde verschijnselen hebben een erg langdurig beloop. Je zou van stadium 3, chronische lyme-ziekte, kunnen spreken bij een ziekteduur van meer dan een jaar.
Een huidaandoening die zeker gerekend kan worden tot chronische lyme-ziekte is een huidaandoening die plaatselijk rood tot paars is en vaak in het begin iets verdikt en warm.
Na maanden tot jaren wordt de huid echt papierdun. De aandoening komt vooral op de benen en armen voor en kan jaren na een tekenbeet ontstaan. Een klein deel van de patiënten met deze aandoening heeft ook gewrichtsontsteking. De combinatie met hersenvliesontsteking is nooit beschreven.
Afweerstoffen tegen Borrelia burgdorferi zijn bij deze patiënten altijd in het bloed aantoonbaar.
Naast de al eerder genoemde ziekteverschijnselen kunnen er heel veel andere klachten ontstaan zoals griepachtige verschijnselen, vermoeidheid, pijn in de gewrichten, spieren en pezen.
Het gevaar van de ziekte van Lyme zijn de aandoeningen aan het zenuwstelsel door de ontstekingen van de hersenzenuwen en/of ruggenmergzenuwen. Hierdoor kunnen hartritme- en hartgeleidingsstoornissen optreden. Dit kan uiteindelijk tot de dood leiden.
De behandeling van de ziekte.
Er bestaat (nog) geen bestrijdingsmiddel tegen de ziekte van Lyme. De ziekte kan dus niet met pillen of wat anders worden voorkomen, maar wel worden behandeld en beter worden gemaakt. De ziekte van Lyme wordt behandeld met anti-biotica. Welk anti-bioticum wordt gebruikt en hoe het wordt toegediend, hangt af van de ziekteverschijnselen.
In het eerste stadium is een 14 daagse kuur van antibiotica die als pillen kan worden geslikt voldoende.
In het tweede stadium is een antibiotica van 14 dagen via een infuus noodzakelijk als er aandoeningen aan het zenuwstelsel of aan het hart geconstateerd zijn.
In het derde stadium is er bij aandoeningen aan het zenuwstelsel een antibiotica van 14 tot 21 dagen via een infuus nodig.
Bij de huidaandoening en/of gewrichtsaandoeningen volstaat een orale antibiotica kuur van 30 dagen.
Chronische vormen blijven moeilijk te behandelen en hebben een erg lange toediening van antibiotica nodig. Een van de redenen is het bestaan van slapende vormen van spirocheten, deze zijn maar in zeer kleine mate gevoelig voor het inwerken van de antibiotica
Het resultaat ervan is in elk stadium meestal wel goed, alhoewel gewrichtsklachten ook na de behandeling nogal wel eens kunnen voorkomen. Het is wel belangrijk dat je je zo snel mogelijk moet laten behandelen, omdat er dan meer kans is dat de behandeling goed gaat. Als de ziekte over is gegaan door de behandeling dan kan de ziekte nog wel weer voorkomen. Het is niet zo dat als je de ziekte één keer hebt gehad het niet weer kunt krijgen. Je lichaam zelf kan ook tegenstoffen maken, maar dat kan soms maanden duren.
Hoe vaak komt het voor?
Een tekenbeet komt best wel vaak voor. De meest betrouwbare schatting is de enquête van het RIVM onder huisartsen waarbij
bleek dat er 33.000 personen in 1994 naar de huisarts gingen voor een tekenbeet. 6500 van die mensen hadden de ziekte van Lyme. De meeste teken in Nederland komen voor in bos- en duingebieden. (zuidoost Friesland, Drenthe, Veluwe, oost-Overijssel, zuid-Limburg en de duinstrook). Ze weten niet of de ziekte erger wordt in Nederland want dat is niet te zeggen uit de gegevens die ze nu hebben, maar er is nu wel meer aandacht voor de Lyme-ziekte dan vroeger.
Er zijn onderzoeken geweest of er bepaalde leeftijdsgroepen meer kans hebben op de ziekte dan andere.
Patiënten tussen de 30 en de 40 hebben het meeste kans op de ziekte.
Er is alleen niet bekend of deze leeftijdscategorie sneller wordt getroffen omdat ze vatbaarder voor de ziekte zijn of omdat ze het meest met teken in aanraking komen, omdat ze vaker in bosrijke gebieden zijn. Het kan ook zo zijn dat deze mensen hun lichaam minder snel nakijken om te onderzoeken of er vastgebeten teken zitten.
Iedereen kan de ziekte in principe krijgen, wandelaars en, meer in het algemeen, iedereen die geregeld in het bos is. Volwassenen tussen 30 en 40 jaar hebben een iets grotere kans, de oorzaak hiervan is niet bekend.
Conclusie
De ziekte van Lyme wordt verwekt door een bacterie, Borrelia burgdorferi genoemd, die door de Ixodes ricinus, een teek, wordt overgedragen.
Als men gebeten wordt door een teek hoeft het zeker niet altijd zo te zijn dat men de ziekte krijgt
De ziekte bestaat uit drie stadia en heeft veel verschillende symptomen. Ze kan in haar laatste stadium uiteindelijk tot de dood leiden.
De ziekte van Lyme is een behoorlijk ernstige ziekte als er niet in het eerste stadium meteen antibiotica wordt toegediend. De ziekte is namelijk altijd goed te genezen, maar hoe eerder er met de antibiotica kuur wordt begonnen, hoe beter het resultaat. Als iemand al in het derde stadium is beland kunnen er chronische klachten optreden. Met een intensieve antibioticakuur is de ziekte uiteindelijk wel uit het lijf, maar de beschadigingen van de gewrichten, zenuwen of hersenstelsel blijven nog jaren, vaak het hele leven, bestaan. Men houdt hier dan ook nog lang last van.
Mensen die vaak in het bos te vinden zijn hebben de meeste risico om de ziekte te krijgen omdat zij de meeste kans hebben met een teek in aanraking te komen.
Er zijn nog veel andere ziektes overgebracht door teken, maar in Nederland is alleen de ziekte van Lyme bekend.
Ik vind dat deze ziekte zeker de aandacht van een arts verdiend, zeker in het 3e stadium. Nu is de ziekte wel bekend bij artsen dus weten ze ook hoe ze het moeten behandelen. Ook is een tekenbeet is niet besmettelijk, en als je een teek hebt (gehad) hoeft het niet altijd zo te zijn dat je de ziekte hebt(, maar als je de teek hebt ontdekt moet je het wel goed in de gaten houden).
REACTIES
1 seconde geleden
K.
K.
Heb er van geleerd! Bedankt!
9 jaar geleden
Antwoorden