Thailand

Over het land

Thailand ligt in Azië, en heeft als buurlanden Laos, Birma, Cambodja en Maleisië. Het drielandenpunt tussen Laos, Birma en Thailand wordt ook wel de Gouden Driehoek genoemd omdat daar vroeger veel opium verhandeld werd en er veel geld mee verdiend werd.
Thailand is 513 115 km² groot, dat is ongeveer 20 keer België. De hoofdstad is Bangkok, een stad met evenveel inwoners als heel België, ongeveer 10 miljoen. In heel Thailand wonen zo’n 60 miljoen inwoners.Thailand bestaat uit 76 provincies.
De koning wordt er heel erg gerespecteerd.De huidige vorst is Bhumibol Adulyadej of Rama 9. De huidige koning zit al meer dan 50 jaar op de troon.
Het volkslied is tweemaal per dag te horen om 8.00u en om 18.00u.
De munt in Thailand is de Baht. Aan de ene kant staat de koning afgebeeld, op de andere een tempel.
Dit is de vlag van Thailand. De rode kleur symboliseert de natie, het land. De blauwe kleur staat voor de monarchie, en de witte kleur voor het Boeddhisme, het overheersende geloof in Thailand.

De Taal

De algemene taal is het Thais.
De Thaisen hebben ook een eigen schrift.

Het Klimaat

Het klimaat in Thailand is tropisch. De gemiddelde temperatuur is er 27°C. Je hebt er dus nooit een jas nodig en je kan ook in de ‘winter’ nog heerlijk buiten zwemmen. Er zijn geen vier seizoenen zoals bij ons, maar drie: het regenseizoen (dan is het meestal zo’n 30 à 33 graden en regent het veel), de zomer (dan lopen de temperaturen op en is het heet en droog) en de winter. De zon komt er het hele jaar op om ongeveer 5 uur en gaat al onder om 7 uur. Voor de temperatuur maakt dat weinig verschil uit: het is er ’s nachts even warm als overdag.

Het Vervoer

Dan iets over het vervoer. De meeste Thai zijn niet echt rijk en de meesten kunnen zich geen auto veroorloven. Vaak wordt er met bromfietsjes gereden, of per taxi of bus. De tuctuc, is het nationale voertuig in Thailand. het voertuig heeft drie wielen, 1 van voor en twee van achter. Vooraan zit de chauffeur en achteraan op een brede bank de mensen.
Dit vervoermiddel is vooral gericht op toeristen. Ze hebben echter een groot nadeel. De lucht in grote steden zoals Bangkok is zodanig vervuild dat het meestal geen pretje is om in zo’n open tuctuc te zitten, zonder ramen. Veel Thaise dragen dan ook een monddoekje in het verkeer om de vieze lucht niet direct te hoeven inademen.

Het Toerisme

Thailand heeft drie grote toeristische trekpleisters:
1. de vele natuurparken die Thailand voor de helft inpalmen.
Thailand heeft meer dan honderd natuurparken.
2. De tweede grote trekpleister voor toeristen zijn tempels.
Er zijn er zo’n 30.000 van in Thailand en ook nog eens ongeveer 250.000 monniken.
3. En dan de derde toeristische attractie: de vele markten.
In Thailand zijn bijna nergens winkels te vinden. Alles word gekocht op markten, van eten tot juwelen. Er is een drijvende markt, met bootjes met etenswaren e.a. waar je met een bootje tussen moet varen om te kopen. De grootste markt is de Chatuchakmarkt in Bangkok.
Thailand heeft ook zijn eigen groente en fruit. Zo zijn de ramboetans, mangistans, doerians, guaves, nangka’s, mango’s en longans erg populaire vruchten. De doerians worden ook wel stinkvruchten genoemd en ze stinken zelfs zo hard, dat ze in een hotel waar we kwamen zelfs verboden waren.
De Thaise keuken maakt veel gebruik van pepers en andere kruiden. Hun eten is dan ook zeer pikant.

De Godsdienst

De staatsgodsdienst in Thailand is het Boeddhisme. Boeddha betekent ‘de verlichte’ en hij wordt er vereerd omdat hij de enige is die tot nu toe de volledige verlichting of het Nirvana bereikt heeft. Het Nirvana is een spirituele fase die men probeert te bereiken door meditatie, moraal en wijsheid te ontwikkelen. Wanneer men dat stadium bereikt heeft hoeft men niet meer te eten, te drinken of te slapen en voel je niets meer. Men is dan volledig verlicht.
De as van Boeddha wordt in de chedi van Wat Pho bewaard.
Monniken moeten een oranje pij dragen en worden kaalgeschoren. De meeste tienerjongens treden gedurende enkele maanden toe tot de monnikenklasse. Men gelooft dat dit de familie geluk brengt.In een tempel krijgen de monniken geen eten, en ze moeten dus elke dag bedelen voor voedsel. Monniken te eten geven wordt beschouwd als een goede daad en men hoopt dat men het dan in het volgend leven goed zal hebben.
Ook door stukjes bladgoud op Boeddhabeelden te kleven hoopt men in de gunst van Boeddha te komen.
Het belangrijkste deel in een tempel is de bot, dit is een wijdingszaal, alleen voor monniken. Hij is naar het oosten gericht en bevat het belangrijkste beeld van de tempel.
de Smaragden Boeddha, het meest vereerde Boeddhabeeld van Thailand. Het is van jade gemaakt.

De Groet

Bij de Thaise groet, de wai, worden de handen tegen elkaar gedrukt en richting kin bewogen.
Het hoofd is een heilig lichaamsdeel, je mag dus nooit iemand anders hoofd aanraken.
De voeten zijn het laagste deel van het lichaam en men vindt het zeer onbeleefd als je met je voeten naar iemand wijst of ze op tafel legt.

Kleding in de tempel

In een tempel is men ook zeer streng op kleding. Strikt genomen moeten de bovenarmen bedekt zijn en de benen tot halverwege de kuit. Voor men een tempel binnengaat moet je je schoenen uitdoen.