Olympische spelen

Hoe zijn de olympische spelen ontstaan?
De olympische geschiedenis begon meer dan 3000 jaar geleden in griekenland. De grieken geloofden toen in goden. De grootste god was Zeus. De eerste keer dat er werd hardgelopen was op een feest voor zeus in de stad olympia. Olympische komt dus van de naam olympia. De hardloopwedstrijd was een groot succes. Toen werd er afgesproken dat er eens in de vier jaar hardloopwedstrijden gehouden zouden worden in de stad olympia. Eerst werd er alleen hardgelopen, maar later kwam er steeds meer bij. Op een gegeven moment werd er: gebokst, paardgereden, discusgeworpen, speergeworpen en vergesprongen. De meeste deelnemers waren toen soldaat , die waren dus getraind. Ze kwamen uit verschillende steden, die hadden vaak oorlog met elkaar. Maar als er olympische spelen waren, legden ze hun wapens even neer. Alle atleten moesten naakt meedoen. Het was namelijk verboden om als vrouw mee te doen. Getrouwde vrouwen mochten niet eens komen kijken. Als je meedeed als vrouw of kwam kijken als je getrouwd was, kon je zelfs de doodstraf krijgen. Keizer theodosius verbood de spelen omdat hij romeins was en de romeinen waren christen. Dus heeft hij 1500 jaar land de spelen verboden. Dat gebeurde in 394. In 1892 kwam er weer iemand met het idee om de spelen weer te laten beginnen. Dat was de fransman Pierre de Coubertin. Hij wilde weer met de spelen beginnen in 1896 in parijs, maar de grieken wilde het in hun eigen land omdat het daar allemaal is begonnen. Toen die spelen waren begonnen werd dat genoemd: de moderne spelen.

Winterspelen
Pierre de Coubertin de stichter van de moderne olympische spelen, zag weinig in aparte winterspelen. Noorwegen en Zweden (de wintersportlanden) waren er zelfs een lange tijd fel tegen. En Zweden hield al om de vier jaar de ‘ Noordse Spelen’. Door het olympisch comité werd beslist dat er wel een aparte winterspelen kwam. Dus organiseerde het comité de eerste aparte winterspelen, dat was in 1924. Dat was in charmonix , frankrijk. Op de winterspelen zijn onder andere deze sporten: bobsleeën, curling, ijshockey, ijsdansen, schansspringen, snowboarden, schaatsen, skiën en alpine skiën.

Zomerspelen
De eerste zomerspelen worden ook wel de eerste moderne spelen genoemd. Pierre de Coubertin had grote ideeen over hoe het zou moeten gaan gebeuren. Hij wilde dat de spelen gehouden zouden worden tijdens de eeuwwisseling van 1899 tot 1900. Maar de grieken wilden het zo snel mogelijk laten gebeuren, dus de eerste moderne spelen werden gehouden in 1896, Athene. Ook werd toen afgesproken dat de spelen om de vier jaar gehouden zouden worden. Ondanks alle moeite die de Grieken gedaan hadden deden er maar 285 sporters mee. Nu worden er ongeveer 237 onderdelen gedaan. Een paar van deze sporten zijn: schermen, schoonspringen, zeilen, boogschieten en hockey. Atletiek bestaat weer uit meerdere sporten: speerwerpen, kogelstoten, hardlopen, hoogspringen, hordelopen en polsstokhoogspringen.

De paralympische spelen
Voor sporters met een lichamelijke of visuele(je kunt dan niet goed of bijna niet zien) is topsport ook mogelijk. Voor die mensen is er ook een spelen, de paralympische spelen. Er zijn net als met de gewone spelen, zomer en winterspelen. Meestal is de stad waar de gewone spelen worden gehouden ook de stad waar de paralympics worden gehouden. De paralympics worden meestal een of twee weken na de olympische spelen gehouden. De paralympics ontstonden in 1948 naar het idee van de engelse chirurg Sir Lutwig Guttman. Hij organiseerde de internationale rolstoel spelen, die samenvielen met de olympische spelen in Londen. In 1960 in Rome kreeg de paralympische spelen meer sporters en toeschouwers. Toen begon het allemaal. Ongeveer 400 sporters uit 23 landen deden mee. In Atlanta in 1996 liep het aantal op tot 3500 deelnemers uit 120 landen. In dat jaar heeft Nederland veel medailles gehaald.

De olympische vlag
De olympische vlag bestaat uit zes kleuren. Een witte vlag. Drie ringen boven: Blauw, Zwart, Rood. Twee ringen onder: Geel, Groen. De kleuren zijn gekozen omdat in alle vlaggen van het werelddeel van deze kleuren. De vlag is ontworpen door Pierre de Coubertin, de oprichter van de moderne olympische spelen. Blauw staat voor Europa, Zwart voor Afrika, Rood voor Amerika, Geel voor Azië en Groen voor Australië. De ringen zijn in elkaar gevlochten, dat is het symbool dat alle landen met elkaar verbonden zijn. De vlag werd voor het eerste gebruikt op de spelen in Antwerpen. Tijdens de slotceremonie geeft de burgemeester van de organiserende stad de vlag door aan de burgemeester van de nieuwe organiserende stad.

De olympische vlam
De olympische vlam is al jaren traditie op de olympische spelen. Hij word gebruikt met de openingsceremonie en sluitingsceremonie. Hij werd het eerst aangestoken tijdens de spelen in Amsterdam in 1928 en brandde toen op een grote schaal. Nu nog steeds. Het idee kwam van Jan Wils, de bedenker van het olympische stadion. Eerst werd de olympische vlam alleen gebruikt bij de zomerspelen, later ook op de winterspelen. Dat was in 1948. De olympische vlam vliegt ook. De eerste keer was in 1956 toen ging de vlam naar Melborne, Australië. En de vlam van de winterspelen vloog voor het eerst in 1964 naar Tokyo. De vlam word door iemand van het gastland gedragen naar het olympisch stadion. Bijvoorbeeld in Vancouver in 2010 door Clara Hughes een schaatster.

Openingsceremonie en sluitingsceremonie
Je hebt 2 belangrijke rituelen bij de olympische spelen: de openingsceremonie en de sluitingsceremonie. Eerst de openingsceremonie. Na de parade waar alle landen voorbijkomen met hun sporters doen de president en voorzitter van het olympisch comité een speech. Dan opent de koning, koningin of president van het land officieel de spelen. Daarna word de olympische vlag gehesen, dan word de olympische fakkel gebruikt om de vlam aan te steken. Even later worden er duiven losgelaten als symbool voor de vrede en als laatste vinden er volksfeesten. Nu de sluitingsceremonie. De sporters komen het stadion binnen, niet land bij land maar allemaal door elkaar om de vrede en vriendschap te laten zien. Dan worden er twee vlaggen gehesen, de vlag van het gastland en de vlag van het gastland over vier jaar. De olympische vlag word doorgegeven aan het land waar over vier jaar de spelen worden gehouden. Dan sluit de president van het internationaal comité de spelen officieel af, daarna word de olympische vlam gedoofd. De vlag word dan gestreken en als laatste vinden er weer volksfeesten plaats.