Kabouters

Mijn onderwerpen zijn:

1. Bestaan ze echt of niet?
2. Hoeveel soorten zijn er?
3. Hoe zitten de kabouters in elkaar?
4. Hoe gaan ze om met andere wezens?
5. Hoe gaan ze om met dieren?
6. Wie zijn de vijanden?
7. De voortplanting?
8. Waar ligt het huis en hoe ziet het eruit?
9. Wat voor kleren hebben ze aan?
10. Wat eten de kabouters?
11. Wat doen ze in het dagelijks leven?
12. Wat voor gereedschap hebben ze?
13. De ziekten en verwondingen?


1. Bestaan ze echt of niet?
De meeste mensen geloven niet in kabouters, ik zelf ook niet.
Er zijn wel mensen die erin geloven, zoals Rien Poortvliet die heeft dit boek geschreven. Ik geloof er dus zelf niet in maar Rien Poortvliet heeft er een heel boek over geschreven en daar ga ik het nu over hebben.

2. Hoeveel soorten zijn er?
Er zijn best veel soorten,
ik ga nu wat opnoemen en erover vertellen.
Je hebt dus de gewone boskabouter de andere naam is Carboteris Vulgaris.
De tuinkabouter die heet ook Carboteris Gardenia.
De grote stads kabouter Carboteris Metropolis.
Je hebt ook de duinkabouter, huiskabouter en de Siberische kabouter.
Dan ga ik nu wat vertellen over de Boskabouter.
De boskabouter komt het meest voor.
Ze wonen in het bos maar komen in Nederland weinig voor.
Als ze worden bedreigd gaan ze niet vechten ofzo maar rennen dan snel weg en duiken ze weg want ze houden niet van vechten. Dan ga ik nu wat vertellen over de Tuinkabouter.
De tuinkabouter vind je in oude tuinen en ook tussen de nieuwbouw. Hij is meestal een beetje somber en vertelt vaak droevige verhalen. Als het te benauwd wordt voor de tuinkabouter, dan verhuist hij naar het bos.

Dan heb je nog de Duinkabouter hij is iets groter dan de boskabouter. De Siberische kabouter centimeters groter dan de gewone kabouter en gaat veel met trollen om.
Deze kabouter is echt niet te vertrouwen.

3. Hoe zitten de kabouters in elkaar?
De kabouters hebben dezelfde lichaamsdelen als de mens. Maar sommige dingen zijn ook heel anders zoals het spierstelsel. De kabouter beweegt zich veel makkelijker dan de mens. De kabouter kan in verhouding veel sneller rennen, springen en is zeven keer sterker dan de mens.

4. Hoe gaan ze om met andere wezens?
Bij de trol moet de kabouter oppassen, want anders kunnen er erge dingen gebeuren. Hij kan bijvoorbeeld tegen een slijpsteen worden gedrukt, of worden opgesloten. De trol wil de kabouter niet echt doden, maar kan toch ernstige blessures oplopen. Gelukkig kan de kabouter bijna wel altijd ontsnappen.

5. Hoe gaan ze om met dieren?
De kabouter is heel belangrijk voor de dierenwereld,
Als er een dier iets niet meer kan, kan de kabouter dat meestal wel.
Een voorbeeld: de vos heeft soms een teek in zijn hoofdhuid of andere moeilijk bereikbare dan kan de kabouter hem er wel uithalen. Acupunctuur kennen de kabouters ook,
Dat gebruiken ze ook wel is bij een dier, of bij zichzelf.

6. Wie zijn de vijanden?
De trol is dus ook een vijand dat heb ik al verteld .
Maar hij heeft nog een vijand, dat is de Snotgurg.

Hij heeft aan elke klauw zes vingers en tenen, die doet bij de kabouter nog veel ergere dingen zoals door hem door soort molens heen te laten gaan en dat is meteen de dood van de kabouter.

7. De voortplanting.
Op het 100e jaar begint de kabouter aan trouwen te denken,
De jongen gaat een vrouwtje zoeken en moet daar lange afstanden voor afleggen.
Het huwelijk begint 's avonds met vrienden en familie,
het jawoord zeggen enz. gaat hetzelfde als bij de mens.
Daarna gaat de schoonvader een huis ontwerpen en maken.
Na enkele weken gaan ze daar in wonen.
Dan gaan ze een huwelijks reis maken.
Waarheen bepalen ze zelf, het vervoer gebeurt door vossen en ganzen. Ze overnachten in konijnenholen en vogelnesten.
Op de terug reis brengt het paar een bezoek aan de koningin en koning.
Dan gaan ze denken om kinderen te maken, dat is altijd een twee-eiige tweeling. De duur van het zwangerschap is twaalf maanden. De kinderen blijven tot hun 12e in hun broek plassen. Ze blijven tot hun 100e bij hun ouders, de vader leert de jongen/ jongens het leven buiten en de moeder leert het de dochter/ dochters.

8. Waar ligt het huis en hoe ziet het eruit?
Het huis ligt bij de bos en tuinkabouter onder oude bomen,

de duinkabouter maakt gebruik van een oud konijnenhol.
De kabouter heeft ook een val voor bunzingen en zulk soort beesten. Die val ligt onder de ene boom en een paar meter ver ligt het huis onder een andere boom.
Dan heb je een soort gangetje en een deur naar de woonkamer met daarin twee slaapbedden een klein keukentje een eettafel en de meeste dingen die een normaal huis heeft.

9. Wat voor kleren hebben ze aan?
De man heeft een rode puntmuts, hij heeft een zeer grote baard die lang voor zijn haar van zijn hoofd grijswit wordt.
Om zijn boven lichaam heeft hij een kiel daarna komt een bruinig groene broek. ze hebben schoen klompen of vilt laarzen aan.
tot slot nog een gordel met een tas met daarin: een mes, vijlen boortjes en nog veel meer soorten gereedschap.

De vrouw is geheel in grijs of in een groenige kleur gekleed.
Tot aan haar huwelijk draagt zij een groene puntmuts waar vlechten onderuit komen, daarna als ze ouder wordt verdwijnen de haren onder een soort hoofddoek en daarop een donkere puntmuts.
Ze draagt verder een rok , kniekousen een warme trui en hoge schoenen of sloffen.

10. Wat eten de kabouters?
's Morgens bij het ontbijt ziet de tafel er zo uit. plaatje
Het drinken is munt, rozenbottel, lindebloesem of Jasmijn thee.

Verder staan eieren van kleine zangvogels op.
In de mand liggen paddestoelen dat kunnen veel verschillende zijn plaatje.
Ongeveer in het midden van de tafel staat een kom met pap erin.
En natuurlijk een nog een brood.
Verder nog potjes met mieren en jam erin en soms nog ontbijtkoek.
Het hoofdmenu kan bestaan uit:
Allemaal nootjes zoals: hazelnoten walnoten, beukennootjes enz.
Verschillende paddestoelen dezelfde als bij het ontbijt erwten bonen en aardappels. Ook alle soorten groenten.
Voor de lekkernijen nog appelmoes, vruchten, bessen, bramen en nog veel meer bessen en vruchten.
Dranken kunnen gegiste honing of gegiste frambozen.

11. Wat doen ze in het dagelijks leven?
Als de zon ondergaat beginnen de kabouters tot leven te komen.
Dan worden ze wakker. De vrouw zet dan een paar emmers water op het vuur, als haar man tenminste in bad wil. Terwijl vader in bad zit en moeder bezig is dekken de kinderen de tafel. De man kleed zich aan en gaat aan tafel zitten. Waaruit het ontbijt bestaat heb ik al verteld in het vorige hoofdstuk.

Na het eten maakt de vrouw de spullen klaar voor onderweg.

Dat is meestal een uitgeholde eikel met thee en een zakje koekjes. De man steekt dan een pijp op en bespreekt dingen met zijn vrouw. Als hij naar buiten gaat, gaat hij eerst naar de smederij, pottenbakkerij of de houtzagerij ook kan hij in zijn tuin gaan werken. Het hout maken ze van een schub van een dennenappel. Hij moet per se voor hout en bessen zorgen, want ze hebben geen verwarming. Als hij terugkomt gaan ze eten. Als de zon opkomt leest de man een hoofdstuk voor uit een boek en gaan ze slapen.

12. Wat voor gereedschap hebben ze?
Ze hebben een grote tweepersoons handzaag, een trekmes om de schors te verwijderen. Houtsnijmessen schaar, bijl, scheppen,hamers, tangen eigenlijk alles hetzelfde als wat wij hebben.

13. Ziekten en verwondingen.
Omdat mannen altijd veel moeten werken kunnen ze reuma krijgen,
Als ze dat hebben drinken ze thee van gedroogde brandnetels.
Tegen de griep nemen ze de zwarte vlier en voor diarree eten ze papaverbollen, tegen slapeloosheid drinken ze kamille thee
Bij een insectenbeet doen ze er azijn op.