Indonesië

Geschiedenis

Sinds de prehistorie leven er al mensen op de eilanden, die nu bij Indonesië horen. De voorvaderen van de meeste Indiërs kwamen hier al minder dan 4500 jaar geleden.
Vanaf 2500 voor Christus kwamen er groepen uit Vietnam en zuid - China. Ze hadden gereedschap en bouwde dorpjes en boten, verbouwde rijst, op die manier verbouwen ze nu nog rijst. Ze leefden aan de oevers van rivieren en meren en langs de kust van sommige eilanden. De verschillende groepen ontwikkelde elk hun eigen taal, tradities en ceremonies.
Rond 1500 kwamen Portugezen, Engelsen en Nederlanders nar Indonesië om specerijen te halen. In 1602 richtte Nederland de VOC op om de concurrentie aan te gaan met andere landen.

Rond 1800 werd Indonesië een kolonie van Nederland toen ging het Nederlands Oost - Indië heten. Het cultuur stelsel werd ingevoerd, voortaan werden de Javanen gedwongen om exportgewassen te verbouwen, zoals koffie, tabak en thee.
Op 1 maart 1942 tijdens de tweede wereldoorlog vielen de Japanners Indonesië binnen. Na een paar weken moesten de Indonesische soldaten zich overgeven. De gevangenen moesten De Birma spoorlijn aanleggen. Indonesië is 3 jaar lang bezet geweest door de Japanners, op 15 augustus 1945 werden ze bevrijd van de Japanners. Maar het land was nog steeds een kolonie van Nederland. In 1949 werd Indonesië onafhankelijk, het is in totaal ongeveer anderhalve eeuw bezet geweest.

Indonesië van nu

Het Indonesië van nu telt ongeveer 200 miljoen inwoners en heeft een oppervlakte van 1.619.433 km2. Indonesië ligt tussen 2 oceanen in, de Indische oceaan en de grote oceaan ter hoogte van de evenaar tussen Australië en Azië. Het bestaat uit ongeveer 17.508 eilanden maar daarvan zijn er maar 6000 bewoond. De 5 grootste eilanden zijn: Irian Jaya ook wel Papua Nieuw-Guinea, Kalimantan wordt ook wel Borneo genoemd, Sumatra, Sulawesi en Jawa of Java. Deze eilanden zijn wel 90% van het totale grondgebied van Indonesië. Het overige gebied valt binnen 2 eilandengroepen: de kleine Sunda eilanden en de Molukken.
De Indonesiërs noemen hun eigen land ook wel Tanah Air Kita dat betekend ‘ons land ons water’. De naam Indonesie werd als eerste gebruikt door de Britse etnoloog G.R Logan in 1850. Het is afgeleid van het Latijnse India en het Griekse nesos(dat betekend eiland) en betekend Indische archipel ( dat is een grote eilanden groep).

Cultuur

De vlag van Indonesië is rood-wit horizontaal gestreept. Ze betalen er met rupiah, 5500 rupiah is ongeveer 1 euro. De officiële taal is Bahasa Indonesia.
Een Indonesische maaltijd bestaat meestal uit gestoomde witte rijst met groente, vis, kip of vlees. Op sommige eilanden eten ze veel maïs, cassave of bataten ( een soort aardappel). In veel gerechten wordt kokos verwerkt en pepers. Indonesiërs eten ook dingen die wij hier absoluut niet eten zoals honden, apen, muizen, reptielen en vleermuizen.
Het is daar heel normaal dat er van alles langs de weg wordt verkocht, van het geld dat ze met eten verkopen verdienen kunnen ze hun gezin weer onderhouden.
Er wordt ook eten geofferd. In de rijstvelden staan tempeltjes voor Dewi Sri, de rijstgodin. Hier offeren vrouwen eten om de zegen over de oogst te ontvangen.

De tafelmanieren in Indonesië zijn ook iets anders dan hier. Indonesiërs eten bijvoorbeeld met hun handen ook eten ze zittend en eerst begint de gastheer dan mag de rest pas. Je moet ook voorral je bord niet leeg eten, want dan lijkt het net of je niet genoeg hebt gehad.
In Indonesië zijn met uitzondering van het jodendom, alle wereldgodsdiensten, 87% van de bevolking is islamitisch 2,5 % Hindoestaans, 1,5% is boeddhistisch en 9% is christelijk.
Sinds Indonesië een republiek is, is het onderwijs flink verbeterd. Het aantal mensen dat kan lezen is omhoog gegaan. Kinderen moeten 6 jaar naar de lagere school. De middelbare school is nog niet overal beschikbaar, maar het aantal meisjes aan de hogescholen en universiteiten stijgt. Vroeger mochten er namelijk geen meisjes naar school.
In Jakarta gaan kinderen van 7 tot half 1 en van 1 tot half 6 naar school. Deze tijden zijn zo omdat het in Indonesië heel erg warm is en je wil niet s´middags in en klaslokaal zitten waar het 30 graden is. In Indonesië is het heel normaal dat kinderen een schooluniform dragen.

Natuur

Ongeveer 50% van Indonesië zijn bossen .Daardoor zijn er veel verschillende planten en dieren te vinden. In het Westen van Indonesië komen Aziatische dieren voor zoals olifanten, nevelpanters en netpythons. De dieren in het Oosten, op Irian Jaya en omstreken, vind je ook in Australië: de koeskoes, de kangoeroe, de buideldas en de mierenegel.
De orang-oetang komt alleen nog voor op Borneo en Noord-Sumatra.
In Indonesië zijn heel erg veel verschillende soorten planten, een hoop daarvan zijn zelfs niet eens geregistreerd. Je vindt er bijvoorbeeld wel 250 soorten bamboe en 150 soorten palmbomen. Je vindt er ook de enige zwarte orchidee ter wereld. De meest beroemde en bijzondere bloem is de rafflesia, de rafflesia klampt zich vast aan de wortels van een andere plant, daar zuigt hij dan alle voedingsstoffen uit. De knop heeft wel twee jaar nodig om uit te komen.
Het Bukit Barisan-gebergte ligt op Sumatra en loopt van noord naar west. Er liggen 50 vulkanen op maar daarvan zijn er maar 9 actief. Het gebergte is bedekt met tropische regenwouden en bergmeren.

Indonesië is een heel vulkanisch land er zijn ongeveer 100 vulkanen actief, de bekendste is de Krakatau, dat is een eilandvulkaan. Het is dus eigenlijk alleen maar een vulkaan die voor een gedeelte boven het water uitsteekt.
De actiefste vulkaan is de Tambora op het eiland Sumbawa.
Het gebied waar alle vulkanen liggen wordt ook wel de “Ring van vuur’ genoemd. Er is gemiddeld eens in de 10 jaar een uitbarsting.
Bij een uitbarsting komt er lava uit de vulkaan. Je hebt twee soorten lava. Je hebt zure en basisch. De zure wordt een onvruchtbare grond, maar de in de basische lava zitten heel veel mineralen, daardoor wordt die lava hele vruchtbare grond. Mensen in Indonesië zeggen dat als je er een stok in steekt er na verloop van tijd blaadjes aan groeien, maar of dat echt zo is weet ik niet.
Een vulkaan uitbarsting is niet altijd goed. In 1883 zijn er 35 duizend mensen omgekomen bij een uitbarsting van de Krakatau op het eiland Java.
Naast vulkaanuitbartstingen zijn er ook veel aardbevingen. Het gebeurt gemiddeld 500 tot 1000 keer dat de grond gaat trillen in Indonesië.
Het gebeurt ook weleens dat er een aardbeving op de zeebodem is, dan kan er een enorme vloedgolf ontstaan. Zn vloedgolf heet een tsumani, dat hebben we een paar jaar geleden nog meegemaakt.