Griekse goden en alles daar omheen

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • groep 8 | 3315 woorden
  • 26 april 2012
  • 69 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
69 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Inleiding:

Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik boeken aan het lezen ben die hier een beetje overgaan. Ook omdat me dit eigenlijk altijd al heeft geïnteresseerd en omdat ik volgend jaar Grieks krijg en dat ik er dan al wat van weet.

Griekse mythologie door de eeuwen heen

De Griekse mythologie vormde de basis van het geloof van de oude Grieken, de Griekse mythologie gaf antwoord op het onverklaarbare de aarde, hemellichamen ( de maan, de sterren en de zon), de mensen, de goden en de natuurverschijnselen. De mythen ( legendes van de oude Grieken) vertellen over de daden van de goden en de halfgoden. Halfgoden zijn kinderen van een god en een mens samen. De Grieken geloofden in een heleboel verschillende goden en monsters. Wat voor ons mythologie is, was voor de Grieken een godsdienst.

Het begin van de Goden:

Ontstaan van de goden
De grieken geloofden dat na de oerknal twee dingen ontstonden, de Gaea (de aarde) en de Uranus (de hemel). Toen de Gaea en de uranus met elkaar in contact kwamen ontstonden er zes mannelijke en zes vrouwelijke titanen. De titaan Cronus en de titanida Rhea kregen samen zes kinderen die later de wereldheersers zouden worden. Demeter, Hestia, Hera, Hades, Poseidon en Zeus.

De goden van Olympus:

De Olympische goden zijn: Zeus, Poseidon, Hades, Hera, Pallas Athene, Demeter, Apollo, Artemis, Hermes, Aphrodite, Ares, Hefaistos, Hestia, Themis, Iris, Priapus, Pan, Ascelpius en Dionysus. Zeus is de god van licht, donder en de bliksem, Poseidon is de god van de zee, hades komt nooit in Olympus, maar hij is de god van de onderwereld waar de doden heen gaan, Ares is de god van de oorlog, Athene was de godin van de jacht en wijsheid, demeter was de godin van de landbouw en persephone is haar dochter alleen die is ontvoerd door hades maar daar kom ik later op terug. Appollo was de god van de muziek, licht, geneeskunde en voorspellingskunst en de zoon van Zeus. Hij heeft ook negen muzen om zich heen die hem inspireren en zijn tweeling zus is Artemis. Hera is de godin van de gezin en huwelijk, zij is ook de vrouw van Zeus alleen Zeus verwekt soms bij sterfelijke vrouwen een kind en die vervloekt Hera dan. Pallas Athena ook Athena genoemd is de godin van de wijsheid en kennis, Athena is ook een dochter van Zeus. Artemis is de godin van de jacht en Appollo is haar tweeling broer dus automatisch een dochter van Zeus. Aphrodite is de godin van de schoonheid en liefde, ze is afkomstig uit de zee. Hefaistos is de god van het vuur en smeedkunst, hij heeft niet zo’n leuke jeugd gehad. Hij is door zijn moeder van Olympus afgegooit. Hij kreeg daardoor wel een vrouw: Aprodite. Hermes is een boodschapper van de goden en is ook nog de god van de handel en de dieven. hestia is de godin van huiselijkheid, Dionysus is de god van de wijn, Ascelpius is de god van de geneeskunst, Priapus is de god van de vruchtbaarheid, Themis is de godin van de rechtspraak, Iris is ook een boodschapster van de goden, Pan is de god van het woud en herdersleven De Olympus is een berg in Griekenland, volgens de grieken verbleven daar de goden en waar de troon van Zeus stond. Goden daalden regelmatig af naar de aarde om mensen hulp te bieden, ze te straffen of om kinderen te verwekken. Die kinderen noem je halfgoden, zij hadden bijzondere krachten. Bijvoorbeeld als je een kind van Poseidon was kon je zo lang mogelijk onderwater als je wilde. Zij werden ook door veel mensen bewonderd en verrichten heldendaden. Alle goden waren machtig, waar de ene zijn kracht ophield begon de andere, maar Zeus was oppermachtig hij was de baas van alle goden. In veel opzichten leken de goden op mensen, ze konden jaloers, verdrietig, blij en boos zijn.

De grote drie:

De grote drie zijn de goden die het belangrijkste zijn vonden de Grieken, dat zijn Zeus de god van de lucht, poseidon de god van de zee en Hades de god van de onderwereld.

Zeus:Op een gegeven moment werd Zeus volwassen, toen hij de titanen had verslagen was Zeus de oppergod. Hij was de god van het licht, de donder, en bliksem en hij liet zijn macht zien met zijn unieke bliksemschicht, scepter, de adelaar, de Aegis. Met deze voorwerpen was Zeus de beginner van de orde en het hoofd van de goden. Hij gebruikte het niet alleen van voor de mensen, maar ook over alle goden.
Poseidon: Volgens de oude grieken is Poseidon de schepper van de wateren en veroorzaakte de aardbevingen. Hij is de broer van Zeus en Hades. Ze zeiden dat hij met een gouden wagen door zijn koningrijk rijdt. Dus in de zee, dwars door de golven die hem totaal niet nat maken. Met zijn drietand splijt hij de aarde en de rotsen. Poseidon werd een van de belangrijkste goden van Olympus. Met één stoot met de drietand kon hij de golven laten ontstaan en de aarde laten beven. Poseidon heeft een veel kinderen verwekt evenveel als Zeus, alleen Poseidon’s kinderen waren niet zo aardig als die van Zeus. Denk aan Medusa, kunstenaars schilderden hem als een grijzige man, met een flinke haardos en een baard.

Hades: Hades is de god van de onderwereld, hij is ook een broer van Zeus en Poseidon. Hij heeft is getrouwd met de dochter van Demeter, Persephone is eigenlijk ontvoerd door Hades en later met hem getrouwd. Hades werd opgegeten door zijn vader en weer uitgespuugd. In zijn donkere territorium was hij hard en wreed. Hij staat ook niemand die in zijn rijk is toe om terug naar de wereld van de levende. Volgens de regels is het alleen toegankelijk voor de doden, volgens de grieken zijn Odysseus, Herakles en orpheus het gelukt om weer levend terug te keren naar de echte wereld, dus ze zijn ook langs de driekoppige hond gekomen.

Wezens en Helden:

De Grieken vonden de halfgoden helden en de wezens zijn figuren met een goddelijke afkomst, maar het zijn geen goden of halfgoden.

Wezens:

Argus: Argus is een van die wezens, hij had honderd ogen. Hij sliep niet, maar deed zijn ogen omstebeurt dicht. Dus hij was een perfecte bewaker, Hermes heeft hem gedood. Hij floot zo lang op zijn fluit dat hij in slaap viel en toen stak Hermes hem neer. Van dit wezen komt de uitdrukking iemand met Argusogen bekijken.

Centaurs:
Er zijn verschillende centaurs maar de bekendste is denk ik de Hippocentaur: Hippocentaurs zijn half mensen en half paarden, van boven mens en van onder paard. Er zijn ook onocentaurs(ezelcentaurs), Bucentaurs(koeiencentaurs) en Ichtyocentaurs(vissencentaurs). Centaurs waren meestal wel slim, maar totaal niet aardig.

Cerberus
Het ”hondje" van de God van de onderwereld: Hades. Cerberus had drie hondenkoppen, en een slangenkop als staart. Op zijn lijf groeiden slangen. Hij was bewaker van de Hellepoort, en voorkwam dat de levenden de onderwereld inkwamen, en de doden eruit gingen. Hij werd gedood door Hercules.

Cyclopen:
Cyclopen hebben slechts één oog, wat ze onhandig maakte. De drie eerste cyclopen waren kinderen van Gaea, moeder aarde, en Uranus, de hemel.
Giganten:

Giganten waren net als de Cyclopen, kinderen van Gaea en Uranus. Ze waren dus van goddelijke afkomst, wat ze bijna onsterfelijk maakte. Ze konden alleen gedood worden als ze tegelijkertijd door een God en een mens werden aangevallen. De giganten hadden slangen op hun hoofd in plaats van haar, en het onderlichaam van een draak. De Giganten werden verslagen toen de Goden hen samen met Hercules aanviel.

Gorgonen
Gorgonen waren vrouwen die in plaats van haar, slangen op hun hoofd hadden. Daarnaast hadden ze slagtanden, bronzen handen en gouden vleugels. De bekendste Gorgoon was Medusa, die uiteindelijk door Perseus gedood werd. Ik denk dat je wel begrijpt dat Gorgonen geen aardige wezens waren, kijk je er een aan, dan wordt je versteend. Perseus gebruikte dan ook een schild als spiegel, zodat hij Medusa niet aan hoefde te kijken.

Griffioen:
Een zeer apart beest: het lichaam van een leeuw, de kop en vleugels van een adelaar, de oren van een paard en een hanenkam van schubben.

Hydra
Hak je een van de vele koppen van de Hydra af, dan groeien er twee voor terug. Hercules bedacht echter een list, waardoor hij dit verschrikkelijke beest kon verslaan.

Minotaurus
De minotaurus had de kop van een stier en het lichaam van een mens. Hij woonde in een labyrint, waar elk jaar zeven jongens en zeven meisjes werden geofferd. Theseus liet zich ook offeren en versloeg de Minotaurus

Nimfen:
Nimfen waren een soort halfgodinnen, er bestaan verschillende soorten nimfen

op het land);:
Dryaden (in bomen)
Hamadryaden(in bomen)
Limoniaden (planten/bloemen)
Oreaden (in de bergen)
Napaea (in het bos)

In het water:
Najaden (zoetwater)
Nereïden (in de Middellandse Zee)
Oceaniden (in de zee in het algemeen)

Saters
Saters zijn half mens en half bok. Ze zijn vaak in de buurt van Dionysus en doen geen vlieg kwaad. Ze verleiden nimfen met hun panfluit.

Sirenen
Sirenen waren halfgodinnen met een vogellichaam en een vrouwenhoofd. Zij waren de dochters van de zeegod poseidonSirenen zongen mooie liederen, waardoor de schepen van zeeliepen ter pletter sloegen, waarna de Sirenen hun levenskracht opzogen.

Titanen
Er waren twaalf titanen, die kinderen waren van Gaea en Uranus. De titanen waren de ouders van de Goden. Onder hen waren zes zonen (Oceanus, Coeus, Crius, Hyperion, Iapetus en Cronus) en zes dochters (Thea, Rhea, Themis, Mnemosyne, Phoebe en Tethys.) Vrouwelijke titanen worden titaniden genoemd.

Helden:

Hercules
Hercules is was de zoon van Zeus en een sterfelijke vrouw. De echte vrouw van Zeus Hera werd jaloers en maakte Hercules later knetter gek. Omdat hij er gek van werd vermoorde hij zijn drie kinderen, als wraak van de godinnen moest Hercules tien opdrachten doen die bijna onmogelijk waren. De eerste opdracht was de leeuw van Nemea te verslaan. Die leeuw was onverslaanbaar, hij was ongevoelig voor knotsen en pijlen. Hercules wurgde hem daarom met zijn handen en hij probeerde de huid ervan af te halen, maar dat lukte hem niet. De huid van de leeuw was onverwoestbaar, dus probeerde hij het met de vlijmscherpe klauwen van de leeuw zelf en toen gebruikte hij het vel als jas dat gelijk als een schild diende. De kop van de leeuw gebruikte hij als een helm. Zijn tweede opdracht was het doden van Hydra van Lerna, deze negenkoppige slang leefde is het moeras. Als je een kop van het dier afhakte groeide er gelijk weer twee aan. Samen met zijn broer wist hij een slimmere manier om het beest te verslaat. Als ze er een kop hadden afgehakt, verschroeide ze zijn nek met een brandende tak dicht. Hercules doopte zijn pijlen in het bloed van het dier, als hij daarmee iemand raakte veroorzaakte het een wond die niet te genezen was. Later werd deze opdracht afgekeurd omdat hij hulp had gekregen van zijn broer en kreeg hij aan het eind een nieuwe opdracht. Zijn derde opdracht was het vangen van de hert van Keryneia. Dit dier had een gouden gewei en koperen hoeven en het was razend snel. Het heeft een jaar geduurd voordat Hercules het hert gevangen had. Toen het hert aan het drinken was bij een meer ving Hercules haar met een vangnet. Zijn vierde opdracht was het vangen van het gevaarlijke zwijn op de berg Erynmanthos, het zwijn maakte de buurt daaromheen onveilig. Ook dit dier moest levend gevangen worden, maar dat was geen probleem voor Hercules geen probleem. Hij ving het, nadat hij in de sneeuw vast kwam te zitten. Voor de vijfde opdracht moest hij de stallen van koning Augius, het was niet zo’n prettig klusje want er was al dertig jaar niks weggehaald. Er waren in totaal drieduizend koeien, Hercules is in één dag klaar met dit klusje, omdat hij de rivieren door de stallen laat stromen. Als hij klaar is vraagt hij aan de koning driehonderd koeien als beloning, alleen weigert de koning het en Hercules vermoordt hem dan. Deze opdracht wordt ook afgekeurd omdat Hercules om een beloning vroeg. De zesde opdracht was het verjagen van de vogels met een bek, klauwen en vleugels van brons. De vogels waren in de buurt van het meer Stymphalos, het waren niet erg aardige beestjes. Ze vuurden hun vleugels af en aten mensen vlees. Met twee bronzen kleppers lokte Hercules de vogels uit hun holletjes. Hij schoot bijna alle vogels dood met zijn pijlen. Voor zijn zevende opdracht ging Hercules naar het Griekse eiland Kreta. Hij moest een wilde stier van Minos temmen en naar het vaste land brengen. Het dier was van de koning van Kreta, de koning had hem gekregen van Poseidon. Hij moest hem van Poseidon offeren, alleen deed de koning dat niet en veranderde Poseidon hem in een monster. De stier was een ramp voor Kreta. Hercules won van de stier, dus opdracht zeven was gelukt. Voor opdracht moest Hercules naar koning Diomedes. Hercules moest de paarden van de koning temmen. De koning gaf de paarden mensenvlees te eten, Hercules gaf de koning aan de paarden. Daarna temde hij de paarden en liet ze vrij. De paarden werden later in de bossen gedood door de wilde dieren. Voor zijn negende opdracht ging Hercules naar de koningin van de Amazones, Hipppolyte dat waren de dappere vrouwlijke boogschutters. Hercules wilde de gouden gordel hebben. De koningin vond dat geen probleem, maar Hera de jaloerse vrouw van Zeus stuurde een vals bericht naar de strijdsters en die gingen tegen Hercules vechten. In dat gevecht ging de koningin dood en vluchtte Hercules met de gordel weg. Bij de tiende opdracht moest Hercules de kudde van Geryones halen. Alleen die werden beschermd een reus die uit drie lijven bestond. Hercules schoot met één van zijn giftige pijlen op de reus en de reus ging dood. Hercules moest voor zijn elfde opdracht de gouden appels van Hesperiden stelen. Wie van die appels at werd onsterfelijk. De Hesperiden waren Nimfen, de Nimfen leefden in het land Hesperia. De boom werd ook nog door een driekoppige hond bewaakt, Hercules kreeg hulp van Atlas. Samen kregen zij de appels in handen en ging Hercules door naar zijn twaalfde opdracht. Daar moest hij de hellehond meenemen van Hades. De hellehond is een driekoppige hond, die zorgde dat de doden er naar binnen gingen en dat de levenden er niet in kwamen. Hercules mocht hem zo meenemen. Alleen moest hij het zonder geweld en wapens doen, Hercules temde hem met zijn ijzersterke handen.

Achilles
Achilles is een persoon uit het oude boek Ilias van de griekse schrijver Homerus. In zijn boek was Achilles een sterke, dappere man. Zijn moeder Thetis zou hem in de rivier de Styx hebben gedoopt, dat zou hem onsterfelijk maken. Ze hield hem bij zijn hiel beet en dat kwam niet onder water. Dat plekje zou niet onsterfelijk. Er was een voorspelling gedaan die zei dat hij een kort, maar heel beroemd worden. Zijn moeder had hem zo opgevoed om hem ver zo mogelijk van de gevechten houden. Dat had eigenlijk niets geholpen, want Hij had toch meegevochten in de Trojaanse oorlog. Achilles had in die oorlog drieëntwintig steden verwoest, Achilles had de stadspoort bijna open, toen hij in zijn hiel geraakt werd door een pijl. De pijl kwam van Paris, die wilde wraak op Achilles omdat hij zijn broer had doodgeschoten.

Perseus
Perseus was de zoon van Zeus. Hij is het meest bekend geworden door het doden van gorgoon Medusa, iedereen die Medusa aankeek verstijfde en veranderde in steen. Perseus had aan iemand beloofd het hoofd van Medusa voor het huwelijk. Het is Perseus gelukt, omdat hij van drie nimfen uit de onderwereld speciale wapens had gehad. Hij had een zak voor het hoofd van Medusa gekregen en een paar vliegende sandalen voor het vluchten voor twee zussen van Medusa en een helm die je onzichtbaar maakt. Van de god Hermes krijgt hij een sikkel, Hermes poetst ook het schild van Perseus op dat hij glimt en op een spiegel lijkt. Perseus spuipt onzichtbaar naar Medusa en onthoofd haar, hij stopt het hoofd in de zak. Hij gaat met het hoofd naar Athena en die maakt het hoofd op zijn schild, als iemand dan naar zijn schild keek werd die ook van steen.

Theseus
Het was niet bekend wie de vader van Theseus was, Het kon Poseidon zijn of het was koning Aigus. De koning hielp zijn moeder met het opvoeden van Theseus, hij zegde zijn zwaard en sandalen onder een steen. Toen Theseus zestien jaar was tilde hij de steen op en haalde de spullen weg en ging naar de koning, die had zijn hulp nodig. De koning werd bedreigt door de koning Minos die oorlog wilde voeren. De koning Minos zei als hij elk jaar zeven jongens en zeven meisjes zou sturen en dat hij ze als voer voor de Minotaurus gebruiken. Theseus werd één van de offers die gestuurd werd, hij werd verliefd op de prinses van Kreta en die gaf hem een bolletje wol. De Minotaurus leefde in een doolhof, dus zo kon hij de weg terug vinden. Het werd een hevig gevecht met de Minotaurus, maar Theseus won.

Oedipus
Oedipus is een zoon van een koning, de koning wil dat kind niet want er is voorspelt dat zijn kind hem zal doden. Ook is er voorspelt dat hij met moeder zal gaan trouwen. De koning had daar geen zin in en bond de voeten van Oedipus aan elkaar, zodat hij niet kon kruipen. De koning wilt Oedipus niet opvoeden en die geeft hem aan een herder mee. Als de herder in de bergen is kan ook hij niet meer voor Oedipus zorgen, de herder geeft Oedipus mee aan een jongere herder. Die geeft het kind door aan een koning, de koning geeft het kind de naam Oedipus(betekent gezwollen voet). De koning gaf aan iedereen bevel dat ze niet mochten zeggen dat Oedipus niet van hem was. Als Oedipus wat ouder is hoort hij dat hij niet van de koning is, maar dat hij daar toevallig terecht is gekomen. De koning ontkent alles en Oedipus gaat naar het orakel. Het orakel zegt alleen dat hij zijn vader zal doden en met zijn moeder zal trouwen. Toen Oedipus dat hoorde ging Oedipus op reis, onderweg komt Oedipus een koets tegen van een koning is. Zij krijgen ruzie over wie het eerste mag oversteken. Tijdens die ruzie valt de koning uit zijn koets en gaat dood aan zijn verwondingen, zijn bediende rent weg. Oedipus weet niet dat er een deel van de voorspelling is uitgekomen. Oedipus gaat verder met zijn reis, als hij bij een stadje aankomt ziet hij allemaal verdrietige gezichten. Oedipus vraagt wat er aan de hand is en ze zeggen allemaal dat de koning is overleden door een roversbende. Dat waren eigenlijk alle maal leugens van de bediende van de koning die was weggerend. De stad is ook niet blij met de bloeddorstige Sfinx(een vrouwen hoofd en een adelaars lijf). De Sfinx verlelt allemaal raadsels aan de reizigers, als ze het niet weten worden ze opgegeten. De broer van de vrouw van de overleden koning bestuurde het land voor even. De broer wilt het probleem met de Sfinx oplossen, maar dan moet iemand het probleem oplossen. De Sfinx komt een keer bij Oedipus en vroeg wie loopt ‘s ochtends op vier voeten, ’s middags op twee voeten en ’s avonds op drie voeten. Oedipus denkt na en zegt:”Een mens “loopt’’ als hij een baby op handen en voeten, als hij volwassene is loopt hij op twee benen en als hij oud is loopt hij op drie voeten, twee voeten en één wandelstok. Toen hij dat zei ging de Sfinx weg en trouwde hij met de koningin. De voorspelling kwam toen uit.

REACTIES

R.

R.

Hopelijk hebben jullie er wat aan. Ik zou het leuk vinden om wat reacties te krijgen.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.