De zwarte bevolking in de VS
Inleiding
Twee jaar geleden ben ik in Amerika geweest. Ik was daar bij mijn oom en tante en hun kinderen te logeren, die van oorsprong Nederlands zijn. Tot mijn verbazing vertelden zij mij, dat zij door bepaalde families als zogeheten niggerlovers werden gezien; mijn nichtjes daten met zwarte jongens, mijn neven en oom en tante hebben zwarte vrienden. Diezelfde families wilden zelf geen zwarten over de vloer hebben.
Blijkbaar is de rassenscheiding nog niet voorbij.
Het meest recente voorbeeld, en waar jullie waarschijnlijk ook wel van gehoord hebben, is de reactie van de Amerikaanse regering op de ramp in New Orleans, waar de bevolking voor een groot deel uit arme zwarten bestaat. In Florida konden ze niet sneller aanwezig zijn, maar nu zat Bush op zijn ranch in Texas toen de orkaan over het zuiden van de VS raasde. Condoleezza Rice werd een paar dagen na de ramp winkelend aangetroffen op Manhattan. Vice-president Dick Cheney was op zijn ranch in Wyoming.
Ook dit laat zien dat de zwarten nog steeds achtergesteld zijn. Ik wil jullie graag vertellen wat de oorsprong is van het racisme in de VS en hoe het komt dat de achtergestelde positie van de zwarten in zowel sociaal als economisch opzicht tegenwoordig nog steeds bestaat.
Geschiedenis
Zoals jullie wel weten is het allemaal begonnen met de slavernij. Anderhalve eeuw geleden brachten grote schepen zwarten onder zeer slechte omstandigheden van Afrika naar Amerika, waar ze tot slaaf gemaakt werden. Ze werkten als dienaar binnenshuis of op de velden.
De echt grote slavernij begon rond 1620. Nederlanders verscheepten toen de eerste zwarten naar Amerika. Ook Engeland had in die tijd veel slaven over de hele wereld. Ze waren immers goedkoop en ze konden hard werken. De Engelsen schaften slavernij pas af in 1838.
In Amerika duurde dit wat langer. Er ontstond een conflict over de slavernij. Het Noorden wilde de uitbuiting stoppen, maar het Zuiden ging daarmee niet akkoord; de slaven waren daar een grote bron van inkomst in de landbouwsector, vooral op de katoenplantages. Dit leidde tot een burgeroorlog, die gewonnen werd door het Noorden. In 1865 schafte Amerika de slavernij af, maar daarmee waren de zwarten nog niet vrij. De regering voerde de segregatiewetten in, ook wel de Black Code genoemd; blanken en zwarten leefden vanaf toen strikt gescheiden, waarbij de zwarten ondergeschikt waren aan de blanken. De maatschappelijke en sociale deling zou nog tot 1960 voortduren.
Dit alles gebeurde dus nog maar 50 jaar geleden. Maar toen was daar Rosa Parks. Op 1 december 1955 stapte de 42-jarige zwarte naaister aan boord van een bus in Montgomery in de Amerikaanse staat Alabama, en nam plaats op de eerste rij van de sectie voor gekleurden. Toen een blanke passagier daar wilde zitten, vroeg de chauffeur Parks op te staan, zoals gebruikelijk was in het gesegregeerde zuiden van de VS. Ze weigerde en zette zo de strijd voor gelijkheid tussen blank en zwart in gang.
Martin Luther King Jr. nam de zaak in handen voor de NAACP, de nationale beweging voor gelijke rechten voor kleurlingen, en wierp zich op als grote leider. King werd beroemd in de jaren '50 en '60 dankzij zijn geweldloze verzet tegen de rassenscheiding in de Verenigde Staten, onder meer door het boycotten van stadsbussen die alleen voor blanken toegankelijk waren. Gedurende 381 dagen weigerden alle zwarten in het gebied om de bus te nemen, waardoor men grote verliezen leed.
Het bleek een overwinning voor King en de NAACP, want de bussen werden gedesegregeerd. Door de grote publiciteit rondom de zaak begonnen zwarten in alle delen van het land op een vredelievende manier te protesteren voor hun vrijheden.
Toen in 1961 John F. Kennedy aan de macht kwam stelde hij het Congres voor een wet op burgerrechten en een wet op het kiesrecht aan te nemen. Na dit voorstel werd er in 1963 een grote protestmars in Washington DC gehouden, onder leiding van King om op federaal niveau wetgeving af te dwingen. Ruim 200.000 mensen riepen de leiders van het land op om segregatie bij wet te verbieden. King sprak op 28 augustus van dat jaar zijn beroemdste woorden, die wil ik nu graag laten horen:
In 1963 werd Kennedy vermoord, nog voordat de wet was aangenomen. Maar de protestmars had het doel al bereikt. Hoewel er maandenlang gedebatteerd werd en er van alle kanten tegenwerking was, werd de VS bij wet gedesegregeerd. Onder opvolger Johnson werd in 1964 de Civil Rights Act in de hele VS van kracht, die zwarten eindelijk op vele gebieden gelijke rechten gaf.
Toch leek er midden jaren '60 ondanks alle protesten in de praktijk weinig veranderd te zijn, en er kwam ook een radicale, gewelddadigere zwarte beweging op gang, onder leiding van Malcom X. Dit leidde tussen 1964 en 1968 tot rellen en directe confrontaties tussen blank en zwart maar voegde weinig toe aan de al door de zwarten behaalde winst. Eind jaren '60 was de segregatie in het Zuiden wettelijk beëindigd en kon de langzamere segregatie in de praktijk ook op gang komen.
Op 4 april 1968 werd Martin Luther King vermoord en was de droom van een vreedzame samenleving zo’n beetje voorbij. Maar zijn acties hadden veel gevolgen. In de jaren '70 veranderde er veel in de VS. Zo werden er zwarte politici gekozen en kwamen er zwarte programma's speciaal voor het zwarte publiek.
Tegenwoordig
In de ontwikkeling van de relatie tussen blank en zwart zat een stijgende lijn. Tegenwoordig is er geen sprake meer van een deling tussen zogenaamde inferieure en superieure mensen. Er is veel veranderd in de V.S; zwarte Amerikanen, die tegenwoordig in politiek correct Amerikaans Afro-Americans heten, worden net zoals blanken gerespecteerd. Er is sprake van een melting pot waarin verschillende rassen geaccepteerd worden en zich Amerikaan voelen. Sinds de dood van King zijn het opleidingsniveau, de arbeidsdeelname, de inkomens en ook de politieke macht van de zwarten flink toegenomen en de zwarte middenklasse is versterkt.
Maar er is ook een nieuw probleem ontstaan. Belangrijk daarbij waren de gevolgen van het einde van de segregatie. Juist de mogelijkheid voor iedereen om te gaan waarheen hij wilde zorgde voor een uittocht uit de getto’s van de beter opgeleide en beter gesitueerde middenklasse. De achterblijvers verloren hun sociale omgeving, de winkels en voorzieningen die met de middenklasse samenhingen, en na de jaren zestig en zeventig ook de werkgelegenheid die verdween uit de binnensteden. De armoede en achterstand waren vooral een klassenprobleem geworden. Dit had als gevolg dat de afstand tussen blanken en de zwarten in de onderklasse alleen maar groter is geworden. De mensen staan te ver van elkaar af om te assimileren en zijn zelfs bang voor elkaar door het criminele beeld wat er bestaat van de getto’s. Aan deze economische situatie zal iets moeten veranderen voordat de sociale verschillen wegvallen.
Zwarten maken op dit moment dus een onevenredig groot deel uit van de stedelijke onderklasse, dat is een feit. Maar ook zwarte nieuwkomers doen het niet heel goed. Ik vroeg me af hoe het komt dat de zwarten uit het zuiden, en later uit andere landen die naar het noorden van de VS verhuisden er nauwelijks op vooruit gingen, in tegenstelling tot andere immigranten. Wanneer zwarten eenmaal in de getto zijn beland komen ze er namelijk zelden weer uit.
Hier zijn meerdere oorzaken voor aan te wijzen.
1. Iedere groep immigranten had een andere achtergrond, en het maakte ook verschil waar ze zich vestigden en welke vaardigheden ze meebrachten. Ten eerste waren zwarten dus, blijkbaar, minder goed opgeleid.
2. Ten tweede maken zwarten geen vorderingen door de vooroordelen die heersen over hun bevolkingsgroep. Blanken scheren zwarten niet allemaal meer over één kam. Op basis van spraakgebruik, kleding en manier van doen, ziet de gemiddelde blanke Amerikaan heel goed het verschil tussen zwarten uit de middenklasse en arme zwarten. (plaatje aanwijzen) Hij zal ook heel anders reageren op deze twee groepen. De middenklasse heeft dan ook geen problemen. Maar mensen uit de getto’s hebben veel meer last hebben van raciale en klassenvooroordelen dan andere zwarten, en voor hen is het dus erg moeilijk om vooruit te komen.
3. Ten derde hebben verschillende groepen onderling heel verschillende verwachtingen van hun mogelijkheden om vooruit te komen. Onderzoek toont aan dat zwarte nieuwkomers in de grote steden meer verdienen dan zwarten die er geboren zijn. Blijkbaar gebeurt er iets in de getto's dat vooruitgang afremt. Dit kan voor een deel verklaard worden doordat emigranten uit het buitenland eigenlijk elke baan, hoe vervelend ook, aannemen om zich hogerop te werken. Ze verwachten weinig op de korte termijn en ze rekenen er niet op meteen te worden opgenomen in de Amerikaanse ‘mainstream’.
Maar degenen die zijn geboren in de huizenprojecten in de grote steden kijken daar anders tegenaan. Zij beschouwen zichzelf volledig als Amerikaan en komen in opstand als zij vinden dat hun mogelijkheden worden beperkt, of als ze denken dat dit zo is. Zij voelen zich vaak buitengesloten en gehaat. In plaats van verwachtingen hebben ze frustraties, cynisme en gelatenheid. Ze zijn lang niet zo bereid als hun ouders en grootouders om wat op te bouwen en daarom alles maar te accepteren.
4. Ten vierde is een ander verschil tussen immigranten en de in de Amerikaanse steden geboren armen, de rol van de sociale bijstand in hun leven. Illegale immigranten krijgen geen bijstand en legale immigranten maken er niet graag gebruik van; ze vinden de bijstand vaak een schande. Maar de in Amerika geboren armen vinden het geen probleem om gebruik te maken van de bijstand; waarschijnlijk krijgen ze nog meer geld dan ze zouden verdienen met werk, en dat weten zij ook.
Racisme
De bovenstaande redenen hebben vooral met economisch handelen en denken te maken. Maar erg belangrijk blijft de rassendiscriminatie in Amerika. Door de rampzalige gevolgen van de orkaan Katrina komt in de Verenigde Staten een sluimerend racisme aan de oppervlakte. Zoals hier gebleken is vindt men dat zwarten nog steeds minder dan blanken. Er vindt nog steeds op grote schaal discriminatie plaats die gebaseerd is op verhalen die nooit wetenschappelijk bewezen zijn, bijvoorbeeld dat zwarten lui en dom zijn. Een vijandbeeld wordt gecreëerd door de media; zoals in Nederland een misdaad van een allochtoon breed wordt uitgemeten in het nieuws, gebeurt dit hetzelfde in de VS met zwarten. Het beeld wordt gevormd dat alle zwarten over het algemeen crimineel zijn, en dit beeld wordt onderstreept door de getto’s. Ook worden zwarten in de VS vaker ter dood veroordeeld dan welk ras dan ook.
De vooroordelen remmen de integratie sterk af en boezemen de mensen ook angst in. Grote bangmaker is bijvoorbeeld het verschijnsel dat de ‘myth of the hood’ wordt genoemd; het beeld van een nauw verbonden zwarte buurtgemeenschap die functioneert als een soort uitgebreid gezin. Maar in feite trouwen zwarten minder dan welke andere groep in het land, ze scheiden vaker, de meeste van hen brengen het grootste deel van hun leven alleen door en zonder partner, en ze hebben veel minder ondersteunende vrienden en familieleden dan de meeste andere Amerikanen. Het blijkt inderdaad niet meer te zijn dan een mythe.
Wat wordt ertegen gedaan door de overheid?
Aan racisme kan weinig gedaan worden (behalve reclamespotjes), want dat is iets wat je niet zomaar weg kunt halen. Maar economische vooruitgang en het doorbreken van de gettocultuur kunnen de oplossing zijn voor het integratieprobleem. Integratie zou dan moeten kunnen leiden tot het wegvallen van vooroordelen en discriminatie.
Helaas probeert het Amerikaanse sociale beleid vooral de getto's als woonplaatsen te verbeteren, in plaats van mensen te helpen de getto's te verlaten. Er wordt tegenwoordig veel aandacht besteedt aan verbetering van het imago van de getto. Belastingimpulsen moeten ervoor zorgen dat bedrijven zich er vestigen, bewonerscommissies moeten huisvestingsprojecten beveiligen, gemeentes moeten hun woningen opknappen, ouders moeten de scholen verbeteren.
Jammer genoeg is al gebleken dat in de praktijk getto-ontwikkeling niet werkt. Natuurlijk moeten de getto’s veiliger worden en moeten de scholen worden verbeterd, maar het gevolg is dan alleen maar weer een versnelling van de uittocht van de bewoners naar zwarte arbeiders- en ambtenarenwijken. Zij volgen daarmee het voorbeeld van de miljoenen zwarten die sinds de jaren zestig naar de suburbs zijn vertrokken zoals ik net al heb verteld.
De Amerikaanse regering doet wel aan social engineering. Dit zijn pogingen van de overheid om de meningen en het gedrag van burgers te veranderen, bijvoorbeeld door middel van advertenties, door actieve steun voor een bepaalde cultuur met behulp van het rechtssysteem. In dit geval wordt de omgang van blank en zwart van bovenaf opgelegd, door bijvoorbeeld huisvestingsprojecten in middenklasse wijken. Wanneer je iets hoger op de sociale ladder komt, boven het niveau van de allerarmsten, beginnen de automatische vooroordelen weg te vallen, waardoor integratie mogelijk wordt.
Maar zulke projecten worden niet zomaar geaccepteerd door blanken. Als tussen twee groepen zowel ras- als klassenverschillen bestaan, zal het verzet tegen geïntegreerde huisvesting zeer groot zijn.
Het Gautreaux Programma
Er zijn maar enkele voorbeelden waar integratie wel succesvol heeft plaatsgevonden. Het bekendste voorbeeld van geslaagde sociaal-culturele integratie is het Gautreaux Programma, waarbij zwarte gezinnen één voor één uit de projecten en de gettocultuur gehaald worden, en gehuisvest werden in wijken in de suburbs.
De deelnemers aan het Gautreaux-programma worden zorgvuldig geselecteerd en verhuizen naar zowel zwarte als blanke woonwijken. Er wordt niet aangekondigd dat de nieuwe buren meedoen aan het Gautreaux-programma, zij zijn gewoon het nieuwe gezin dat hiernaast is komen wonen. In plaats van de huizen worden nu dus individuele gezinnen verplaatst, een aanpak die veel minder verzet oproept. Dit was dus een succes. De overgebrachte ouders hadden niet meer kans op een baan of een hoger salaris dan vroeger, maar hun kinderen deden het beter; vooral de meisjes. De kinderen waren opeens omringd door soortgenootjes van wie werd verwacht dat ze hun eindexamen haalden en naar de universiteit zouden gaan. Na de schok om zich aan te passen aan de veeleisender voorstedelijke scholen, was de kans veel groter dat ook zij zouden gaan studeren.
Als je de zones waar armoede is geconcentreerd openbreekt, zie je op den duur vooruitgang. Volgens critici kan het Gautreaux-programma niet op grote schaal worden gebruikt en waarschijnlijk is dat waar. Het is geen universele oplossing, maar op kleine schaal lijkt het wel te werken.
Conclusie
Vooroordelen en het integratieprobleem hangen sterk met elkaar samen. Het probleem van de slechte situatie in de onderklasse verslechtert niet alleen de raciale verhoudingen, maar ook de Amerikaanse houding tegenover onderwijs, rechtshandhaving, en het leven in de stad zelf. Amerika is op zoek naar andere voorbeelden van programma's die werken, en moet uitzoeken of die ook universeel gebruikt kunnen worden. Het moet een raciaal-neutraal sociaal beleid zijn, dat moet zorgen voor economische verbetering en het doorbreken van de gettocultuur om zo de integratie te bevorderen. Het probleem zou opgelost kunnen worden door een doelgericht programma te starten: het leveren van diensten, het stimuleren van assimilatie, het verbeteren van het onderwijs, vakopleidingen, gezondheid, zwangerschapspreventie, voeding, stageplaatsen. Dit zou de zwarten op hetzelfde niveau te moeten brengen als blanken, en de integratie vergemakkelijken.
Maar ik denk dat het daar misschien al te laat voor is. Mensen zetten zit steeds meer af tegen een multiculturele samenleving. Steeds meer blanken sluiten zich op in ommuurde wijken, met eigen voorzieningen en wachters voor de poort. Er wordt zelfs gevreesd voor een oorlog tussen de rassen, ook omdat veel nieuwkomers niet willen integreren, maar vasthouden aan hun eigen taal en cultuur. Dit etnisch separatisme, zoals dat heet is het tegenovergestelde van de geschiedenis van het land, waarin nieuwkomers in de melting pot assimileerden tot Amerikanen.
De houding tussen de twee groepen zal snel verslechteren. Zwarte Amerikanen, niet bepaald nieuwkomers, worden meegetrokken in de polarisatie.
Dertig jaar na de dood van Martin Luther King zien de betrekkingen tussen blank en zwart er slecht uit, ondanks de verbeteringen, maar waar zoals ik hiervoor heb gezegd, vooral de middenklasse van heeft geprofiteerd. Een eeuwenlange geschiedenis van slavernij, racisme en formele en informele discriminatie heeft diepe sporen getrokken.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
Ja tis gewoon een fout werkstuk.
15 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
och valt wel mee toch...?
12 jaar geleden
Antwoorden