Beugels
Inleiding
Ik hou mijn spreekbeurt over beugels, omdat ik er zelf 1 draag en op een periode waren beugels heel populair om ze te dragen. Wat ga ik er over vertellen.
Inhoud
- Over de geschiedenis
- Wat er voor af gaat gebeuren voordat je een beugel krijgt
- Wat voor soorten beugels er zijn
- Wat je wel of niet mag eten
- Hoe moet je een beugel dragen
- Hoe lang duurt een de behandeling
Over de geschiedenis
Oudheid
In de meeste tekstboeken wordt vermeld dat celzus kan worden beschouwd als de eerste orthodontist. In het jaar 25 voor Chr. Legt deze Romeinse schrijver in zijn boek “De Re Medicina” uit hoe tanden door middel van vingerdruk kunnen worden bewogen. Er zijn echter ook schedels uit de 8e eeuw voor Christus met orthodontische apparatuur ontdekt. In deze schedels zitten tanden met orthodontische ringetjes (banden) van goud. Deze tanden zitten naast aan een spleet waar een tand mist. Door middel van draden was het mogelijk om de ringetjes zodanig te verstellen, dat de spleet geleidelijk aan kon worden gesloten. Hippocrates (geb. 460v. Chr.), de Griekse grondlegger van de medische wetenschap, is een van de eersten geweest die geschreven heeft over de diagnostiek van orthodontische afwijkingen.
Achttiende eeuw
De fransman Pierre Faucart, die wordt beschouwd als de grondlegger van de huidige tandheelkunde, is de eerste geweest die een orthodontisch apparaat heeft beschreven. In zijn in 1728 verschenen boek “Le Chirurgien Dentiste” geeft hij een beschrijving van de “bandelette”, een zilveren of gouden strip waarmee het gebit breder kon worden gemaakt. Deze strip werd met metalen draden aan de tanden en kiezen bevestigd. Navolgers hebben zijn beugel gekopieerd en er later verschillende veranderingen in aangebracht. In de 18e eeuw verschenen ook de eerste publicaties over de ontwikkeling van het gebit en het groeien van het gezicht. De beroemde Engelse chirurg anatoom John Hunter publiceerde in 1771 zijn bekende boek “Natural History of the teeth”, waarin hij veel aandacht besteedde aan het groeien van de kaken en het ontstaan van tanden en kiezen. Zijn opvatting, dat de kaak niet aan de voorzijde maar aan de achterzijde groeit, is later in grote lijnen juist gebleken.
Negentiende eeuw
De fransman Lefoulon gebruikte in 1839 voor het eerst de term “orthodontia” voor gebitsregulatie. De naam “orthodontia” is afgeleid van de Griekse woorden “orthos”(recht) en “odontos”(tand). Een belangrijke vooruitgang in de orthodontie was de introductie van het cement door Magill in 1841. Sinds die tijd konden beugels met metalen ringetjes om het kiezen en de tanden worden vastgemaakt. In de tweede helft van de 19e eeuw zijn het vooral de Amerikaanse pioniers Farrar en Kingsley geweest, die nieuwe beugels hebben ontworpen. John Farrar beschrijft in 1887 een vastzittende beugel, waarmee tanden en kiezen uiterst nauwkeurig kunnen worden verplaatst. Norman Kingsley wordt beschouwd als de uitvinder van de buitenbeugel. Hij heeft deze beugel in 1866 geïntroduceerd. Kingsley staat ook bekend als de bedenker van de blokbeugel of de dubbele beugel. Met deze beugel kan tijdens de groei het hele bovengebit naar achteren en het hele ondergebit naar voren worden geplaatst. Een voorloper van deze beugel wordt al in 1879 door hem beschreven. Pas sinds de publicatie van het boek “The Angle System of Regulation and Retention of the Teeth” in 1887 door de Amerikaanse orthodontist Edward H. Angle is de orthodontie als specialisme echt van de grond gekomen. Dit boek vat de tot dan toe bekende kennis van de orthodontie samen en vormt daarmee de basis voor de huidige orthodontie. In 1899 ontwierp hij zijn baanbrekende classificatiesysteem van orthodontische afwijkingen. Dit classificatiesysteem wordt dagelijks over de hele wereld nog steeds gebruikt. In 1900 startte Angle in St. Louis de eerste specialistenopleiding tot orthodontist. Angle ontwierp ook een scala aan orthodontische beugels. Zijn bekendste beugel is het “edgewise” apparaat. Bij deze beugel worden er metalen ringetjes om alle tanden en kiezen gemaakt. Aan elk ringetje is een klein slotje vastgelast. De tanden en kiezen kunnen met een veerkrachtige draad, die in de slotjes loop, in elke gewenste richting worden bewogen. Angle gebruikte aanvankelijk nieuwzilver en platinagoud voor zijn apparatuur. Het gebruik van deze dure materialen maakte dat een orthodontische behandeling slechts voor een enkeling was weggelegd. Pas toen het goedkopere roestvrije staal vanaf 1925 steeds meer ingang vond in de orthodontie, werd zijn techniek op steeds grotere schaal toegepast. Zijn “edgewise” vaste apparatuur techniek wordt nog steeds veel gebruikt en is sindsdien door navolgers verfijnd en verbeterd. De tegenwoordig bij veel orthodontisten populaire “straight wire” vaste apparatuur technieken zijn allemaal afgeleid van zijn “edgewise” techniek. Angle was een zeer invloedrijke orthodontist. Zijn vaste apparatuur werd later in de Verenigde Staten aan veel specialistenopleidingen onderricht. In deze opleidingen ging de aandacht hoofdzakelijk uit naar de mechanische aspecten van deze apparatuur. De behandelingen met vaste apparatuur werden meestal pas gestart na de doorbraak van het blijvende gebit. Angle was een fervent tegenstander van orthodontische behandelingen waarbij blijvende kiezen werden getrokken. Voorstanders van dit soort behandelingen werden door hem in de orthodontische vakbladen fel aangevallen. Angle wordt in het algemeen beschouwd als de grondlegger van de huidige orthodontie.
Moderne tijd
Activator
In Europa ging in de eerst helft van de 20ste eeuw de aandacht vrijwel uitsluitend uit naar uitneembare apparatuur. Met deze beugels probeerde men de ontwikkeling van het gebit en de groei van de kaken te sturen. Meestal werden de behandelingen met uitneembare beugels in Europa al begonnen voordat het gebit uitgewisseld was. Er bestaan veel typen uitneembare beugels. Uitneembare beugels werden vroeger van rubber gemaakt. Pas sinds 1940 worden ze steeds vaker in kunsthars uitgevoerd. Een van de bekendste Europese beugels is de activator. Deze beugel bestaat eigenlijk uit uitneembare onder- en bovenbeugels die aan elkaar vast zitten. De activator stimuleert de groei van het ondergebit en de onderkaak naar voren toe. Kingsley heeft in 1879 al een soort activator beschreven. Toch wordt de Franse tandarts Pierre Robin doorgaans als de uitvinder van de activator aangemerkt. In 1902 introduceerde hij de eerste activator, die hij de “monobloc” noemde. De orthodontische behandelingsmogelijkheden van de activator zijn vanaf 1908 door de Deense hoogleraar in de orthodontie Viggo Andresen verder ontwikkeld. In de 2de helft van de 20ste eeuw ging men europa geleidelijk aan meer gebruik maken van vaste apparatuur. In de Verenigde Staten daarentegen begint men vanaf 1980 juist meer belangstelling te krijgen voor uitneembare apparatuur. Met name de activator en daarmee gelijk te stellen beugels worden er tegenwoordig veel gebruikt. Een voorbeeld hiervan is het gecombineerd gebruik van de activator en de buitenbeugel.
Wat er voor af gaat gebeuren voordat je een beugel krijgt
Een orthodontische behandeling wordt niet zomaar ineens begonnen. Tijdens het eerste bezoek stelt de orthodontist een aantal vragen en kijkt hij naar de vorm van het gezicht en de stand van het gebit. Op grond hiervan stelt hij een voorlopige diagnose. Hierna volgt een uitgebreid onderzoek. Er worden dan afdrukken van het gebit en een aantal “gewone”foto’s en röntgenfoto’s gemaakt. Bij röntgenfoto’s wordt er van verschillende kanten zullen er röntgenopnamen worden gemaakt. Op basis hiervan kan de orthodontist heel precies bepalen hoe de stand van je kaken is, en hoe de tanden en kiezen in het kaakbot zitten. Ook wil hij weten welke gebitselementen nog moeten doorkomen, en of er tanden zijn die plat in de kaak liggen – en daardoor niet doorkomen, of tanden die niet zijn aangelegd. Ook bepaalde tandheelkundige afwijkingen, zoals wortelresorptie, kunnen dankzij röntgenfoto’s aan het licht komen.
Waarvoor dient een beugel
Als je een beugel moet is daar een reden voor. Tijdens de ontwikkeling van het gebit gaat er soms iets mis. Ook duimzuigen of met open mond ademen tijdens de groei kunnen afwijkingen veroorzaken. Je moet vaak een beugel als je overbeet, onderbeet, openbeet, crossbite of gewoon als je tanden scheef groeien. Voor elk probleem van je tanden is er een andere beugel. Een beugel zorgt er dus voor dat je tanden recht komen te staan. Maar er is nog een reden. Soms kun je doordat je tanden zo scheef staan niet goed praten, eten of dat je je mond niet goed kunt sluiten.
Wat voor soorten beugels er zijn
Er zijn verschillende soorten beugels die je kunt dragen.
De buitenboordbeugel
De buitenbeugel, ook vaak aangeduid als buitenboordbeugel of buitenboordmotor. De officiële naam voor deze beugel is headgear. Meestal bestaat de buitenbeugel uit een metalen verbindingsgedeelte (facebow) dat aan ringetjes om kiezen of een beugel in de mond kan worden bevestigd. Aan dit verbindingsgedeelte kan een band in de nek of een petje op het hoofd worden vastgemaakt. Deze beugel houdt de groei van je bovenkaak tegen. Je onderkaak groeit dan wel door. Op die manier komen je bovengebit en ondergebit goed boven elkaar te staan. Ook kan de buitenboordbeugel ruimte maken voor scheefstaande tanden.
De vaste beugel
Deze vaste beugel- ook wel blokjes -, plaatjes -, of slotjesbeugel genoemd – kan door de drager of draagster niet uit de mond worden genomen. De vaste beugel bestaat uit slotjes (brackets) die op de tanden worden geplakt. Om de kiezen zitten meestal metalen ringetjes (banden). Daarop zitten kleine metalen buisjes. Door de slotjes en buisjes loopt een veerkrachtige draad. Er bestaan ook nog andere soorten beugels die niet uit de mond kunnen worden gehaald bv. de zogenaamde hyrax deze beugels zitten meestal met ringetjes aan de kiezen vast. Als je de vaste beugels krijg, krijg je ook een bakje of een zakje met 5 staafjes was wat voor bescherming is voor je mond.
De activator
Deze beugel wordt ook vaak blokbeugel, dubbele beugel of dubbeldekker genoemd. De activator bestaat uit 2 delen, die aan elkaar vastzitten. Een stuk voor de bovenkaak en een stuk voor de onderkaak. Door deze beugel groei je onderkaak beter. Of de beugel trekt de onderkaak iets naar voren. Het is een losse beugel, je kunt hem zelf uitdoen. Met eten bijvoorbeeld.
De plaatbeugel
De plaatbeugel is net als een activator een uitneembare beugel. De beugel bestaat uit een stuk plastic dat tegen je gehemelte zit. Deze plaat zit vast met haakjes om je tanden of kiezen, of met een draad die aan de voorzijde van je tanden loopt. De plaatbeugel wordt ook wel ‘losse beugel’ genoemd. Met een plaatbeugel kun je eigenlijk alleen maar de tanden of kiezen kantelen. Je kunt ze dus niet verplaatsen.
De retentiebeugel
Een retentiebeugel krijg je pas alles recht staat. Je moet hem nog een tijdje ’s nachts in doen. Deze beugel is heel anders dan andere beugels. Hij trekt en duwt niet aan je gebit. Deze beugel is eigenlijk alleen maar een steuntje. Hij helpt je tanden en kiezen om goed vast te groeien op hun nieuwe plek.
Wat je wel of niet mag eten
Je begrijpt dat die dunne draadjes nogal gemakkelijk kunnen verbuigen of de brackets kunnen afbreken. Dat is te voorkomen door geen harde, taaie of kleverige dingen te ten. Dus is het beslist verstandig om, zo lang je een beugel hebt, af te blijven van (ó zó lekkere) pinda’s, nootjes, dropjes, toffees, kauwgom en knapperige stokbrood. Verstandig snoepen is altijd goed. Dus zeker ook als je een beugel draagt. Daarbij moet je bij het eten op nog wat dingen letten. Snij een appel of andere- geschild- hard fruit in stukjes. Beter is nog te kiezen voor zacht fruit.
Hoe moet je een beugel dragen
Bij het merendeel van de patiënten wordt de vaste beugel gewoonlijk 1 keer in de 4 tot 6 weken bijgesteld. Afhankelijk van de behandelingsvoortgang wordt bij ieder controlebezoek eerst bekeken wat er moet worden gedaan. Vaak worden de bogen vervangen of bijgebogen. Ook moeten er soms veertjes, hulpboogjes en brackets e.d. worden bij geplaatst en vervangen of moet er brackets van positie worden veranderd. De elastiekjes en staaldraadjes, waarmee de bogen in de brackets vastzitten, moeten eveneens geregeld worden vervangen.
In het verloop van de behandeling krijg je vaak elastiekjes die je zelf moet verwisselen. Het is heel belangrijk dat deze elastiekjes goed worden gedragen. Meestal moeten de elastiekjes altijd worden gedragen en mogen ze alleen tijdens het tandenpoetsen even worden uitgedaan. De elastiekjes zorgen ervoor dat de tanden en kiezen worden verplaats. Orthodontisten noemen elastiekjes wel een ‘de motor’ van de beugel.
Telkens na het bijstellen van de beugel zijn de tanden en kiezen het eerst paar dagen weer wat gevoelig. De meeste last krijg je echter nadat de beugel er net is in gezet. Als je tanden en kiezen gevoelig zijn kun je beter taai en hard voedsel vermijden.
Hoe lang duurt een behandeling
Het is onmogelijk om van tevoren precies aan te geven hoelang een orthodontische behandeling zal gaan duren. De duur en het resultaat van een orthodontische behandeling zijn afhankelijk van veel factoren, zoals groei, aanpassingsvermogen, doorzettingsvermogen en medewerking van de patiënt. Bovendien verschilt de biologische reactie van gebit, kaken en mondspieren op de beugelbehandeling sterk per patiënt. Ook tussentijds is het daarom meestal moeilijk om te voorspellen hoelang een behandeling nog zal duren.
Wel kan in het algemeen worden gesteld dat een actieve orthodontische behandeling gemiddeld een dergelijk 2 tot 3 jaar duurt. Daarna volgt er afbouwperiode van minstens een jaar. Deze periode is ervoor bedoeld om het gebit en de kaken zo goed mogelijk in de nieuwe stand te laten vastgroeien. Toch kunnen er na een orthodontische behandeling altijd nog veranderingen in de stand van het gebit optreden. Afhankelijk van de afwijking is het soms verstandig om langer door te gaan met het dragen van retentie- apparatuur.
REACTIES
1 seconde geleden
Y.
Y.
cool werkstuk
14 jaar geleden
Antwoorden