AIDS

1. Aids en hiv Hoe werd aids voor het eerst herkend? Aids is het eerst herkend in de Verenigde staten in 1981. Een bepaald type longontsteking dat normaal alleen voorkomt bij mensen met een verzwakte afweer, kwam ineens opvallend vaak voor bij jonge homoseksuelen, die vóór die tijd volkomen gezond waren. Ook werden in deze groep plotseling veel gevallen ontdekt van een bepaald soort huidkanker. Deze zeldzame kanker kwam tot dat moment eigenlijk alleen bij oudere mensen voor. Men ontdekte dat het ging om een ernstige aantasting van het afweersysteem van het lichaam, veroorzaakt door een virus. Wat is aids? De term aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome, ofwel Verworven Immuun Deficiëntie Syndroom. Dit betekent dat het afweersysteem van de mens niet meer goed functioneert.
Wat is hiv? Aids wordt veroorzaakt door een virus: hiv. Hiv staat voor Humaan Immunodeficiëntie Virus, ook wel aids-virus genoemd. Het virus breekt het afweersysteem af. Het lichaam wordt daardoor vatbaar voor allerlei infecties. Een hiv-test kan aantonen of iemand antistoffen tegen hiv in het bloed heeft. Deze persoon is dan seropositief. Iemand die seropositief is, hoeft niet ziek te zijn. Hoe lang het duurt voordat er klachten verschijnen, is heel wisselend. Het kan na twee jaar zijn, maar ook langer dan tien jaar duren. Dat is afhankelijk van de leeftijd waarop men de infectie oploopt. Sinds 1996 zijn er nieuwe medicijnen beschikbaar. Daardoor kunnen mensen met hiv langer ziektevrij blijven en langer leven. De behandeling is zwaar en mensen genezen niet. 2. De verspreiding van aids over de wereld Aids komt overal in de wereld voor. Naar schatting lag het aantal mensen met hiv en aids begin 2000 rond de 34 miljoen. Per dag overlijden er duizenden mensen als gevolg van aids, en worden er 15.000 geïnfecteerd met het hiv-virus. Aids komt in alle werelddelen voor, maar vooral in ontwikkelingslanden. Afrika ten zuiden van de Sahara is het meest getroffen deel van de wereld, maar ook in India, China en Brazilië is een snelle toename van hiv te zien. In de meeste gebieden wordt het virus vooral via man/vrouw contacten verspreid. Geld voor doeltreffende voorlichting, medische zorg en medicijnen is er niet in de ontwikkelingslanden. In Noord-Amerika en West-Europa hebben de mensen met hiv en aids wel toegang tot medicijnen. Dit heeft ertoe geleid dat het aantal mensen dat overlijdt als gevolg van aids is afgenomen, maar nog altijd komen er nieuwe infecties bij. In de delen Oost-Europa en Centraal-Azië, raken veel mensen geïnfecteerd door het delen van spuiten bij druggebruik. Door seksuele contacten verspreidt het virus zich vervolgens verder onder de bevolking. Hoe wordt het hiv overgedragen? Het virus bevind zich in: bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht en moedermelk. Hiv kan worden overgedragen door: onveilige seks; het inspuiten met eerder gebruikte naalden en spuiten bij druggebruik; een seropositieve moeder op haar kind tijdens de zwangerschap, de bevalling of via borstvoeding. het gebruik van onveilige bloedproducten. In andere lichaamsvochten kan het virus wel aanwezig zijn, bijv. speeksel, zweet, traanvocht, urine en ontlasting zijn alleen gevaarlijk als er zichtbaar bloed in zit, Bij onveilig seksueel contact noemen we een aantal voorbeelden: geslachtsgemeenschap zonder condoom
Anale seks zonder condoom
Orale seks, waarbij sperma of menstruatiebloed in de mond komt. Onderling gebruik van seksattributen, zonder deze tussendoor schoon te maken. 4. hoe wordt het virus niet overgedragen? Dat veel mensen ongerust en onzeker raken als ze met hiv of aids geconfronteerd worden, is wel begrijpelijk, maar meestal onterecht. Niet door huidcontact
Hiv kan niet door een onbeschadigde huid binnendringen. Niet door (tong)zoenen
In het speeksel is veel te weinig virus aanwezig om iemand te kunnen infecteren. Niet door toilet en gebruiksvoorwerpen

Het virus kan in de buitenlucht niet blijven leven, dus ook niet op kopjes, bestek, beddengoed
Niet door adem, hoesten, niezen
Je kunt dus gewoon op dezelfde manier met iemand met hiv of aids blijven omgaan. En juist voor een HIV-geïnfecteerde vriend of kennis kan lichamelijk contact en steun heel belangrijk zijn. Waar je verder ook geen hiv-infectie door kunt oplopen: Niet door eerste hulp te verlenen
Niet door insecten
Niet via etenswaren
Niet via zwemwater en sauna’s 5. Veilig vrijen Door veilig vrijen bescherm je jezelf maar ook de ander. Dit zijn een aantal voorbehoedmiddelen met uitleg: (we laten het plaatje met voorbehoedmiddelen zien) - de pil
middel om zwangerschap te voorkomen door het innemen van tabletten - het condoom
Dun, rubber hoesje, dat vóór de geslachtsgemeenschap om de penis wordt geschoven. - het pessarium
ring die in de vagina, tegen de baarmoedermond wordt geschoven. - het spiraal
De naam spiraal is afkomstig van een van de eerst van deze middelen die deze vorm had. Moderne spiralen bevatten nog koper dat een extra bescherming tegen zwangerschap biedt. - Sterilisatie (we laten de sterilisatie zien) bij sterilisatie worden kanaaltjes, waar bij de man de zaadcellen en bij de vrouw de eicellen doorheen gaan, dichtgemaakt of onderbroken. - zaaddodend middel

Het is verkrijgbaar in schuimtabletten, pasta’s en crèmes, die vlak voor de geslachtgemeenschap in de vagina of het condoom moeten worden aangebracht. Mannelijke geslachtsorganen
Zaadblaasje
Kliercellen in de wand scheiden een dikke vloeistof af, die een groot deel van het sperma uitmaakt. Prostaat
Het afscheidingsproduct van het orgaan, een bestanddeel van de zaadvloeistof, komt uit de urinebuis. Bij oudere mannen is het vaak zo dat ze op deze plek kanker krijgen. Zaadleider
Die dient als de afvoerbuis van de zaadbal. Onderbreking van de zaadleider is een methode van sterilisatie. Zaadballen
De mannelijke geslachtsklier, die bij alle mannelijke gewervelde dieren links en rechts aangelegd wordt en waarin zaadcellen en hormonen worden geproduceerd. Vrouwelijk geslachtsorgaan
Baarmoeder
De baarmoeder is een holle spier met een zeer dikke wand. De binnenkant van de baarmoeder is bekleed met slijmvlies, waarvan een deel gedurende de menstruatie wordt afgesloten; dit deel wordt direct na de menstruatie, onder invloed van de door de eierstokken gemaakte hormonen, weer opgebouwd. Vagina
De vagina leidt naar de baarmoederhals. Bij maagden wordt de ingang van de vagina min of meer afgesloten door het maagdenvlies. De wand van de vagina bestaat uit een slijmvlies, een spierlaag en een laag licht bindweefsel met veel bloedvaten, zenuwvezels en kleine groepjes zenuwcellen. N.B. Dit is door iemand gemaakt die zelf is besmet met het AIDS-virus