Achtbanen

Hoofdstuk 1. Soorten achtbanen.

In het algemeen zijn er 2 soorten achtbanen. Je hebt houten achtbanen en stalen achtbanen.

In deze 2 soorten zijn ook weer verschillende soorten banen te onderscheiden. Bij houten achtbanen zijn de soorten alleen te onderscheiden aan de vorm van de karretjes. Bij stalen achtbanen zijn deze verschillen er ook maar er zit ook verschil in de baan. Een paar soorten stalen achtbanen zijn:

1. LSM. (Lineair Synchronous Motor)

2. Vliegende achtbaan.

3. Water achtbaan.

1. Bij de LSM achtbaan (lineair Synchronous Motor) wordt het treintje d.m.v. magneten weggetrokken. Op een recht stuk baan
zitten magneten. Deze magneten worden 1 voor 1 aan en uitgezet. Iedere magneet gaat zo op een bepaalde tijd aan en uit als het treintje voorbij komt. Zo wordt het treintje door iedere magneet aangetrokken totdat de achtbaan zijn topsnelheid bereikt en een circuit aflegt.

2. De vliegende achtbaan is een nieuwe soort achtbaan die sinds ongeveer een jaar er nu is. Deze achtbaan is er voor gemaakt om ons een ‘’vlieggevoel’’ te geven. In deze achtbaan moet je in een gewone zit positie gaan zitten. Zodra je eenmaal goed vastzit wordt het karretje omhoog geduwd totdat je op je buik ligt.

3. De waterachtbaan is een speciale achtbaan die een gewoon circuit heeft maar ook door het water gaat. De baan heeft een aparte vorm waar het karretje in vast klemt. In het water loopt de baan voor een deel door zodat het karretje nadat hij uit het water komt weer goed op de baan kan.

Hoofdstuk 2. Elementen.

In iedere achtbaan zitten verschillende elementen. De elementen zijn vooral bedoeld om je een ‘’kick’’ te geven, maar vooral g-krachten. Hier een paar voorbeelden van elementen:

1. De Lifthill – Hiermee wordt je omhoog getrokken door middel van een ketting of een kabel.
2. De First-Drop – Dit is de eerst afdaling van de achtbaan.
3. De Pre-Drop – Dit is een kleine afdaling van ong. een meter tot 2 meter voor de First-Drop.
4. De Camel Back – Dit is een grote hobbel in de baan die vaak na de First-Drop komt.
5. De Helix – Dit is een spiraalvormige ronde die langzaam omhoog of omlaag loopt.
6. De Looping – Dit is een verticale lus.
7. De kurkentrekker – Dit is een soort uitgerekte looping en de naam is afgeleid van een echte kurkentrekker.
8. De In-Line-Twister – Dit is een soort kurkentrekker alleen dan helemaal uitgerekt totdat je een recht stuk baan hebt waarin je over de kop draait.

In de meeste van deze elementen krijg je veel g-krachten. Bij sommige elementen zoals een Helix, kan het zelfs heel vervelend worden als het lang duurt.

Hoofdstuk 3. G-krachten.

Bij veel mensen gaat het in een achtbaan om de g-krachten die je krijgt. G-kracht betekent: gravity-force. Heet betekent dus: zwaartekracht-krachten. Je kan g-krachten beschouwen als zwaartekracht- verhoging of verlaging. Je hebt 3 soorten g-krachten.

1. Positieve g-krachten.
2. Negatieve g-krachten.
3. Zijwaartse g-krachten.

Als je positieve g-krachten krijgt word je tegen de vloer aangedrukt. Je krijgt positieve g-krachten vooral als je van een daling van de baan naar een stijging van de baan gaat. Bij negatieve g-krachten krijg je het tegenovergestelde. Je wordt als het ware de lucht in ‘’geduwd’’. Zo kan je gewichtsloos worden. Negatieve g-krachten krijg je vooral als je hard over hobbels gaat.

Bij zijwaartse g-krachten word je naar de zijkanten van het karretje geduwd. Deze g-krachten krijg je in bochten die voor de snelheid niet schuin genoeg zijn gemaakt en daardoor wordt je naar de zijkant geduwd. Omdat de mens heel weinig zijwaartse g-krachten kan hebben, hebben ze de ‘’Banking’’ uitgevonden. Hiermee worden rechte bochten schuin gemaakt door graden in de bocht te zetten. Als de bochten schuin zijn krijg je in plaats van zijwaartse g-krachten positieve g-krachten.

De mens kan veel g-krachten verduren. We kunnen zo’n +5G tot –3G verduren. Als we +6G zouden krijgen zouden de meeste mensen en bloedneus krijgen. En +16G zou niet overleven. Van de G’s in de min is dit niet bekend. Daarom is in de meeste landen afgesproken dat de achtbanen maximaal +5G mogen hebben en minimaal –3G.

De g-krachten hebben ook een effect op ons lichaam. Zo telt de zwaartekracht als +1G. Als je dus +4G krijgt dan weeg je 4 keer zoveel als normaal. Als je 0G krijgt ben je gewichtsloos en als je –2G krijgt dan weeg je 2 keer zo weinig.