De Middeleeuwen

De Middeleeuwen Kledij Ik ben een handelaar. Ik draag een pofbroek die boven de knieën wordt gedragen . Zoals jullie kunnen zien draag ik ook geen schoenen. Tijdens de kruistochten kwam er ook meer luxe en sieraden bij de kledij gepast . Mannen dragen een baard en kort haar .In de 13° eeuw was er ook een ritssluiting voorzien en was de kledij meestal dicht tot aan de hals . Ook had men meer voorkeur aan kleurencombinaties .Het rood-wit-goud werd aangevuld met purper-zwart-paars en groen .Deze felle kleuren werden pas in de 16° eeuw niet meer gebruikt . Stad + Industrie Door de neergang van het Romeinse Rijk gingen ook de bloeiende steden achteruit .De nieuwe steden ontstonden bij rivierovergangen, wegenknooppunten of bij een kasteel of klooster . De boeren kwamen hiernaartoe om hun producten te verkopen , later bleven ze in de stad en werden ze ambachtslieden. De kooplieden en handarbeiders vormen nieuwe woonkernen met eigen behoeften aan bestuur en recht , zo ontstond dan ook het stadsrecht. Ter bescherming van hun stadsgemeenschap verleende de heer ook vaak het recht om de stad te ommuren. Het stadsbestuur zorgde voor de bescherming van het volk. De armen slapen buiten de stadsmuren omdat de huur van de huisjes te hoog was . De huizen waren van hout gemaakt en dicht tegen elkaar gebouwd, er was dus veel kans op brand . Later , door de bloeiende steden gaan vele boeren van het platteland naar de stad verhuizen .De stedelijke bevolking schoot als een raket de hoogte in. De immigranten gingen aan de slag in de lakennijverheid. Het weven van wol en linnen was oorspronkelijk gegroeid als een ambacht dat door vele individuele huisgezinnen werd beoefent . Aan het eind van de 13° eeuw kwam de industrie in de handen van de kooplieden , die het hele productieproces gingen beheren .Ze zorgden voor de inkoop en aanvoer van de grondstoffen , zo ontstonden dan de eerste fabrieken . Door de nieuwe uitvindingen zoals de spinmachine steeg de productie .
Handel Toen in de 11° eeuw de wegen weer veiliger waren trekken de handelaars naar de jaarmarkten , met het toenemen van de handel kwam er ook een behoefte aan geld .Als de handelaars een bepaald product nodig hadden dan wisten ze naar welke jaarmarkt ze naartoe moesten .Ook de zeehandel werd belangrijk .Nieuwe scheepstypen zoals koggeschip en karveel werden veel gebruikt om naar andere werelden te reizen en zo nieuwe producten te kopen te verkopen aan andere culturen .Langs de handelswegen waren er op regelmatige afstanden herbergen waar de handelaars kunnen slapen, rusten of eten . Dankzij deze handel ging ook de economie zeer goed. Er werden kathedralen opgericht, herleving van het Romeins Recht , literatuur , enz… Voedsel Ik eet wat er in de stad te vinden is . De schapen en geiten geven ons melk en vlees maar ook wol , voor onze kleren . Ook hebben wij elk een eigen moestuin waar er groenten groeien. Wat wij het meest eten zijn natuurlijk aardappelen .Dankzij de handel eten wij ook nieuwe dingen die ingevoerd werden . Transport + Nijverheid De oude Romeinse wegen vormen een ruggengraat van ons transportsysteem . De wegen worden ook vaak herstelt en heraangelegd . Het meest gebruikte constructiesysteem bestond uit een laag keien en geboken stenen op een bed van los zand . In deze tijd worden er ook al houten en stenen bruggen gebouwd . De toename van de handel zorgde voor een stijgend aantal wegvoertuigen . Karren en lastwagens werden later ontwikkeld. Ook het wiel was zeer belangrijk in deze periode. Lastdieren verzorgden een aanzienlijk deel van het lokale verkeer en waren relatief snel . Ook op zee , zoals ik al zei , gaan we veel reizen om handel te drijven en nieuwe werelden te ontdekken . De nijverheid werd vooral in de steden uitgeoefent en was vaak op het platteland verboden . De handelswerkbazen waren in gilden verenigd . Elk beroep had zijn eigen vereniging en bestuur. De opleiding liep van leerling via gezel naar meesterschap , wat alleen verkregen kon worden na het maken van een meesterwerk . Anders werd je meesterknecht . Woonplaats + Vrouw In dit huisje , gemaakt van hout en klei met een strooien dak , woon ik .Er is geen schoorsteen .In de middeleeuwse keuken was er wel een stenen haard in het midden van de kamer , in deze kamer wordt niet alleen gekookt maar kwam men ook samen voor warmte . De vrouw moest voornamelijk het huishouden doen , koken dus, en op de kinderen zorgen .Niet alle vrouwen deden dat , andere werden apotheker , schrijfster , schildster , speelde muziek of danste .Sommige vrouwen werden ook veroordeeld van heks zijn, zij moesten dan een proef doorstaan om te zien of ze schuldig of onschuldig waren , dit werd het godsoordeel genoemd . Andere vrouwen werden non , zoals Beatrijs .