DE AZTEKEN
1. Inleiding
Mijn focus zal gaan over de Azteken; alhoewel De Spaanse conquistadores hun de Mexicas noemden, een term die in Mexico nog steeds veel gebruikt wordt noemden De "Azteken" zichzelf liever de Tenochcah .Deze samenleving is een Meso-Amerikaanse beschaving die bestond tussen ca. 1200 en 1520 in het huidige Mexico. Het centrum van hun beschaving bevond zich in de voorloper van het huidige Mexico-stad in een stad genaamd Tenochtitlán .
2. Het ontstaan
Volgens de Azteken woonden hun voorouders in Aztlan, een eiland in een meer ergens in het noorden. Hun god Huitzilopochtli vertelde dat ze (samen met een paar andere stammen) naar een nieuw land moesten gaan. Uiteindelijk bleven alleen de Azteken over (omdat de andere stammen allemaal al een plaats gevonden hadden om zich te vestigen). De Azteken moesten zich van hun god vestigen waar een adelaar op een cactus zat en een slang verslond. Dit teken staat afgebeeld op de vlag van Mexico. Uiteindelijk zagen de Azteken dit teken op een eilandje in het Texcocomeer. Daar vestigden ze hun stad Tenochtitlan.
3. De Azteekse samenleving
De Azteken leefden in calpultin, vergelijkbaar met clans. Meerdere calpultin vormden samen een altepetl. De altepetl was de kleinste bestuurlijke eenheid, het bestond meestal uit een dorp of stad met het gebied eromheen . Sommige altepemeh hadden andere onder hun bewind. Maar andere altepemeh die niemand boven hun hadden was een land(meer een provincie). De hoogste altepemeh waren de steden van het drievoudige verbond: Tenochtitlan, Texcoco en Tlacopan.
4. De hoogtepunten
rond het jaar 1500, woonden er in het Azteekse rijk naar schatting 15 miljoen mensen verdeeld over ongeveer 500 steden, waarvan de hoofdstad Tenochtitlán een bevolking had van ongeveer 250.000 inwoners.
5. De sociale stratificatie(in het Nederlands: waren de Azteken onderverdeeld in groepen)
De Azteekse bevolking was ingedeeld in twee klassen. De gewone bevolking heette de macehualtin en de adel de piltin of tlahtoanimeh. De klassen waren erfelijk, maar een macehualli kon opklimmen tot pili door een succesvolle carrière in het leger. Dit zorgde ervoor dat de Azteken altijd genoeg soldaten konden krijgen. Andersom konden piltin hun adelstand verliezen door zwakte te tonen ten tijde van oorlog.
Opvallend in het Azteekse standensysteem was dat piltin voor hetzelfde vergrijp zwaardere straffen kregen dan macehualtin. Dit was omdat men vond dat piltin als voorbeeld moesten dienen.
Behalve deze twee klassen waren er pochtecah en slaven. Pochtecah waren gewapende handelaren. Ze deden dienst als spionnen en probeerden onrust te stoken in steden die Azteken van plan waren te veroveren. Ze waren over het algemeen de rijkste van de Azteekse samenleving en mochten alleen met een andere pochteca trouwen. Slavernij was in de Azteekse samenleving niet erfelijk. De meeste mensen waren slaaf geworden na een misdrijf, doordat ze krijgsgevangene waren genomen of om een schuldeiser af te betalen. Slaven konden niet doorverkocht worden, tenzij ze officieel als "lastig" waren verklaard. De grootste slavenmarkt (en eveneens de grootste markt) was die in Tlatelolco. Nadat een slaaf van een slavenhandelaar gekocht was, kon deze vluchten. Als hij een tempel wist te bereiken voor zijn nieuwe meester hem te pakken kreeg, was hij vrij. Iemand (behalve de meester of zijn zoon) die zo'n slaaf verhinderde te vluchten werd zelf slaaf.
6. Rijkdom, hoe?
De Azteken waren een rijk volk. Hun rijkdom verkregen ze door belastingen bij de overwonnen volkeren te innen. Deze belastingen werden in de vorm van kleding, maïs en aardewerk door kruiers opgehaald en naar Tenochtitlan gebracht, waar de goederen op vier grote markten geruild werden. Ambtenaren schreven alles op. Stammen die weigerden te betalen kregen de oorlogsverklaring.
Ze hadden ook handelsexpedities die naar onoverwonnen gebieden gingen .Daar gingen ze dan spioneren en onrust zaaien waardoor ze uit de stad gestuurd werden of aangevallen werden of ... Dan hadden de Azteken een excuus om desbetreffende stam aan te vallen.
7. Oorlog
Oorlog was voor de Azteken een belangrijke activiteit. Dat had niet alleen te maken met machtsuitbreiding en veroveringszucht, maar nog veel belangrijker, had het te maken met de godendienst van de Azteken, namelijk het geloof dat de goden zich voor de mensen hadden opgeofferd, dat alleen hun vergoten bloed het leven voor de mensen mogelijk had gemaakt en dat de Zon nu alleen gevoed kon worden met het bloed van mensenharten.
Dit geloof, deze vreselijke traditie, was er de oorzaak van dat gevangenen in de godentempels werden geofferd. Voor de vele feesten waren daarom veel gevangenen nodig. Het was de taak van het leger om ervoor te zorgen dat er steeds opnieuw gevangenen werden gemaakt.
De mensen waren daarom volledig voorbereid op oorlog. Het was de taak van de priesters om de heilige kalenders te raadpleegden om zodoende de gunstige tijd voor oorlogsvoering vast te stellen. Het hele leven stond namelijk in het teken van de godenverering.
8. Godsdienst
Godsdienst was erg belangrijk in het leven van de Azteken. Zij aanbaden honderden goden en godinnen die bijna ieder aspect van het dagelijkse leven van de mensen controleerden en beïnvloedden. Zo waren er bijvoorbeeld veel landbouwgoden omdat de samenleving sterk afhankelijk was van de landbouw.
De Azteken dachten dat de aarde een wereld was vol goddelijke krachten, die de planten deed groeien, ja, al het leven voortbracht maar ook de dood en alle vernietiging veroorzaakte. Voor de mensen was het leven vol angst en onzekerheid, en het was daarom noodzakelijk de goden gunstig te stemmen om te overleven. De Azteken kenden zo'n tweehonderd feesten per jaar, die gepaard gingen met steeds terugkerende rituelen.
Van links naar rechts: Huizilpochtli ('kolibrie-van-links'), god van de oorlog. Tezcatlipoca ('rokende spiegel'), de onzichtbare god, god van de nacht. Tlaloc ('hij die in de aarde woont'), de regen god.
De belangrijkste goden en godinnen waren:
- CENTEOTL, de god van het koren en het graan .
- COATLICUE, Godin van de Slangen
- EHECATL, god van de wind.
- HUEHUETEOTL, "de oude, oude god," Dit was ook een van de namen van de geheimzinnige culte van het vuur. Het aanhouden van het vuur in de tempels was de belangrijkste taak van de tempelpriesters en het aansteken van het vuur werd geïdentificeerd als de vernieuwing van de tijd zelf dit werd een keer per jaar aangestoken.
- HUITZILOPOCHTLI, De oorlogs- en zonnegod; beschermer van de hoofdstad Tenochtitlan. Hij was een held/krijger. Zijn tempel stond op de Hoofd Piramide en hier vonden de vreselijke bloedoffers van gevangen krijgers plaats.
- MICTLANTECUHTLE, god van de doden.
- OMETECUHLTI en zijn vrouw OMECIHUATL. Zij schiepen al het leven in de wereld.
- QUETZALCOATL, "gevederde slang", de god van beschaving en kennis. (Het was de naam van een godheid, een Koninklijke titel, de naam van een legendarische priester/heerser. De natuurlijke, aardse kracht wordt gesymboliseerd door de gevederde slang die opstijgt vanuit de aarde. In de oorspronkelijke Nahuatl beschrijving van Quetzalcoatl staat dat hij water op zijn staart heeft tengevolge van een opkomende geweldige regenstorm.)
- TEZCATLIPOCA, "Rokende Spiegel", god van de Nacht en van Tovenarij. (De machtigste godheid, die te maken had met het idee van voorbestemming en lotsbepaling. Zijn culte was in het bijzonder geassocieerd met het koningsschap).
- TLALOC, de god van de Regen. (Hij behoorde tot een van de oudste cultes van het oude Mexico. Op de berg Tlaloc stond zijn belangrijkste tempel, waar gevangenen werden geofferd om de water-stenen in de heilige binnenruimte te bevruchten.)
- TONATIUH, de zon. (Hij werd gezien als de oerbron van het leven die vooral door de Azteken krijgers werd aanbeden. De krijgers hadden de taak om de zonnegod te voorzien van gevangenen die moesten worden geofferd.)
- TONANTZIN, "geëerde grootmoeder," een van de namen van de godin van de Aarde.
- TEZCATLIPOCA, een almachtige god die over alles waakt.
- XIPE TOTEC, de god van de lente.
- XIUHTECUHTLE, de vuurgod.
9. Geloofden de Azteken in een leven na de dood?
De Azteken geloofden in een leven na de dood. Als iemand stierf begon zijn ziel een tocht vol beproevingen, zoals de ‘Wind van Messen’, die het vlees van zijn botten afscheurden. Uiteindelijk kwam de dode in de hemel of hel die het beste bij hem paste. De eindbestemming van de dode was afhankelijk van de manier waarop hij gestorven was, niet van de manier waarop hij geleefd had. Over het algemeen troffen diegenen die en gewelddadige dood stieren het beter dan wie aan ouderdom of ziekte was bezweken. Baby’s die heel jong waren gestorven, gingen naar de “Hemel van de Melkboom”. Mensen die waren verdronken, gingen naar de “Hemel van de Regen”, waar heel veel regenbogen waren. Mannen die in de strijde sneuvelden, vrouwen die in het kraambed stierven en alle mensen die geofferd werden, gingen naar de allerhoogste hemel, de hemel het dichtst bij de zon. De slachtoffers van deze pijnlijke dood werden gecremeerd om hun ziel te bevrijden voor hun reis naar de hemel.
Er waren speciale begrafenisplechtigheden voor mensen met geld / aanzien zoals kooplieden, mensen die verdronken waren, vrouwen die gestorven waren en in het bijzonder voor krijgslieden en mensen die geofferd waren. De meeste mensen werden begraven en gingen naar Mictlan die ze bereikten na een lange reis en veel moeilijkheden. De reis duurde 4 jaar, de periode waarin om de dode werd gerouwd. De Azteken herdachten hun doden jaarlijks, om dat men meende dat hun dode voorouders macht hadden over de levenden. De doden werden dan gunstig gestemd met bloemen, eten en drinken. Er is in Mexico nog steeds een dag van de Doden op 2 november. Op deze dag versieren de mensen alles met schedels en skeletten.
10. Sport en spel
De belangrijkste sport voor de Azteken was Tlachtli (tlak-tlie), de sport die ook door de goden gespeeld werd. Hoewel de goden de zon als speelbal en de hemel als speelveld gebruikten, hield het volk het bij een rubberen bal een veld van 60m lang, en met aan beide kanten ringen.
De meeste tempels hadden wel een speelveld, omdat het spel voor de Azteken verbonden was met de goden. Ze namen dit spel heel serieus, niemand zou ooit tlachtli spelen zonder eerst tot de goden te bidden en te offeren. Het spel lijkt een beetje op wat wij vandaag basketbal noemen. De bedoeling is de bal door de ring te stoten. Regels waren er niet echt maar, handen en voeten mogen de bal niet raken. Je moet dus spelen met de heup, knieën en ellebogen. De ring hing ook heel hoog, waardoor het helemaal niet gemakkelijk was om te winnen. Toch was winnen heel belangrijk, want de verliezers werden geofferd aan de goden...
Maar niet alleen verliezen kon de dood beteken, ook gewoon meespelen kon levensgevaarlijk zijn. De bal, die ongeveer zo groot was als een bowlingbal, was zeer hard en zwaar (bijna 2,5 kilo), en ook al droegen de spelers beschermlappen op armen en knieën, toch werden spelers soms gedood...
De Azteken hielden wel van een beetje gokken. Bij het spel Patolli, maar ook bij Tlachtli durfden de toeschouwers wel eens een gokje te wagen over wie het spel zou winnen. Hoewel, gokje… Sommigen verloren hun hele bezit of hun slaven. Patolli is een spel dat een beetje lijkt op het mens- erger-je-niet. Vier cacaobonen waar stippen op waren geverfd dienden als dobbelstenen.
Nog een spel was :Heilige vogelman deze sport werd uitgevoerd vanaf een 70m hoge paal. De spelers moesten deze paal beklimmen en zich dan naar beneden laten vallen met enkel een touw rond de benen. Elk van de vier mannen, die verkleed waren als vogels, moesten dertien keer rond de paal(Valador) zweven tot ze neerkwamen op de grond.
Het spel lijkt een beetje op het bungeejumpen van vandaag, maar het was veel gevaarlijker. Ook bij dit spel konden de deelnemers zich aan de dood verwachten.
Alle 4 de mannen werden na afloop immers geofferd aan de goden.
11. Landbouw
De Azteken hadden gewassen waarop ze hun voedsel verbouwden. De meeste Azteken waren daarom ook boer. Het land waarop zij werkten moest met de hand bewerkt worden, omdat zij geen trekdieren of ploegen hadden. Om het land vruchtbaar te maken gebruikten ze menselijke mest, dat met boten uit de toiletten in de stad werden gehaald of klei uit de rivier waaraan de gewassen lagen.
De beste gewassen van de Azteken werden chinampa's genoemd (=drijvende akkers). Ze werden gemaakt door houten palen in de bodem van het meer te slaan. Bossen riet en takken die met stenen verzwaard werden vormden de fundering. Daar bovenop kwam modder uit het meer. De randen van de chinampa's werden met wilgen beplant, zodat hun wortels de grond zou vasthouden. De afmetingen van een chinampa was ongeveer 100 meter bij 10 meter. Een familie bewerkte ongeveer zes chinampa's.
Azteken hielden geen vee, dus aten ze heel weinig vlees. Wel aten ze verschillende soorten fruit en groentes, zoals: zoete aardappels, tomaten, avocado’s en een soort pompoenen. De belangrijkste voedingsbron was maïs. Van maïsmeel werden platte koeken gebakken, tortilla's. Maïsmeel werd ook gebruikt voor atole, een soort pap met paprika.
Af en toe aten de mensen ook vlees. Dit werd gewonnen door te jagen op watervogels,
herten, wilde zwijnen en eekhoorns, maar de absolute lekkernij was hond, kleine onbehaarde honden werden bij huis gefokt en opgegeten wanneer er een speciale gelegenheid was. Er waren verschillen tussen wat gewone en rijke Azteken aten en dronken. Rijke Azteken aten vaak ananas, krab, oesters en zeevis. Zij dronken vaak chocolademelk. De Armeren dronken water, behalve wanneer er speciale gelegenheden waren, dan dronken zij een soort bier, met mate, want dronkenschap was strafbaar.
De markt was erg belangrijk. Deze was er elke vijf dagen. De verscheidenheid in koopwaren was erg groot. Zo waren er goud, koper en edelstenen te koop, maar ook kleding en stoffen, konijnen en honden.
12. Hoe kwam dit grootse rijk tot zijn einde
In het jaar 1519 zette de Spaanse landveroveraar, Hernán Cortes, vergezeld van een handvol soldaten, voet aan wal in Yucatan in het zuiden van Mexico. Cortes regelde met behulp van zijn indiaanse tolken een ontmoeting met Moctezuma, die toen keizer was van het Azteken rijk.
Moctezuma en zijn raadgevers herinnerden zich een legende, een oud verhaal over de terugkeer van de legendarische held Quetzalcoatl, die in een ver verleden het volk had aangevoerd bij haar oorlogen met omringende vijandelijke stammen en tijdens haar zwerftocht vanuit het noorden van Mexico.
Op zekere dag verdween Quetzalcoatl plotseling. Hij had echter voorspeld dat hij op een dag zou terugkeren vanuit de zee in het westen.
In het verhaal van Quetzalcoatl werd hij omschreven als een man met een baard en met een blanke huidskleur. Geen wonder dus dat de Azteken dachten dat Cortes, blank met baard, eigenlijk Quetzalcoatl zelf was, die na vele jaren volgens de voorspelling was teruggekeerd. Daarom werden Cortes en zijn mannen verheugd en vorstelijk ontvangen in de hoofdstad Tenochtitlán en werden zij overladen met geschenken.
Cortes werd rondgeleid in de stad, genoot van haar pracht en van zijn nieuwe goddelijke status; hij kon zijn geluk niet op en maakte slim en verradelijk gebruik van de onverwacht gunstige omstandigheden.
Met list en bedrog nam hij de keizer Moctezuma en zijn naaste raadslieden gevangen, liet hen vermoorden en veroverde daarna in korte tijd de hoofdstad. De Spanjaarden werden hierbij gesteund door omliggende stammen die zwaar hadden moeten lijden onder de Azteekse overheersing en die nu de kans schoon zagen om zich te wreken. En dat gebeurde ook.
Na verloop van tijd werd het hele Azteekse gebied ingenomen door de Spanjaarden en werd de verering van de goden en het offeren van mensen door de kaholieke missionarissen verboden. De tempels werden verwoest en de culturele tradities en gebruiken van de Azteken werden vervangen door die van de nieuwe Spaanse overheerser; vaak ging dat gepaard met bruut geweld. Duizenden Azteken werden vermoord.
Hiermee kwam een einde aan het Azteekse rijk.
13. Besluit
de Azteken waren een ver gevorderd volk! vooral waren ze al ver gevorderd met het voedsel. Ze konden verschillende dingen klaarmaken met weinig middelen . Ze waren heel kunstzinnig aangelegd, ze maakten zelf standbeelden, sieraden, etc. Religie betekende héél veel voor de Azteken. Ze waren enorm uit op de rijkdom. Ook het verklaren van oorlogen was zelfs meer dan een hobby!
REACTIES
1 seconde geleden