Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Noodweer

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 1e klas vwo | 2331 woorden
  • 25 oktober 2001
  • 75 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
75 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
VOORWOORD Dit werkstuk gaat over noodweer. Ik doe erg mijn best om dit werkstuk leuk en interessant te maken. Ik hoop dat ik er, net als jij, veel van zal leren. Ik ben er dankzij mijn moeder en het reality programma Explosief Real TV op gekomen om dit onderwerp te kiezen. Ik zal het vooral over onweer, regen, bliksem en nog veel meer hebben. Je zult het zo allemaal wel lezen. Ik hoop nogmaals dat je het een hele leuke werkstuk zal vinden. Veel succes!!! INHOUD Dit is de inhoud van mijn werkstuk: 1. Wat is noodweer? 2. Hoe ontstaat noodweer? 3. Stormen. 4.Soorten winden

5. Winterweer. 6. Nawoord. WAT IS NOODWEER? Waarschijnlijk weet je wel wat noodweer is. Maar toch schrijf ik het op. Noodweer is een soort ramp, maar dat niet door mensen ‘gemaakt’ is. Noodweer is dus een ramp. Maar dan wordt het door de natuur ‘gemaakt’. Maar als je het over noodweer hebt kan je niet zeggen dat een vulkaan uitbarsting ook noodweer is. Maar het is toch een ramp? Ja dat is zo, maar het is niet een van de weersomstandigheden. Een weers- omstandigheid is iets dat met weer te maken heeft. Dus regen is een van de weersomstan- digheden. Maar een vulkaanuitbarsting is geen weersomstandigheden want het kan in de regen gebeuren maar ook op een warme zomerse dag. ‘Onderdelen’ van noodweer zijn: tornado’s/orkanen, stormen, overstromingen, ijzel/sneeuw en natuurlijk regen en hagel. De onderstreepte onderwerpen zijn de onderwerpen waar ik het voor al over ga hebben. 2. HOE ONTSTAAT NOODWEER? Noodweer ontstaat vooral bij warm en vochtig weer. Dat komt omdat de zon al het water laat verdampen. Hier kan je een beschrijving ervan lezen. Eerst zie je dat de zon op de zee schijnt. Het water verdampt en wordt een regenwolk De regenwolk wordt naar het gebergte gedreven door de wind. Daar regent het zich leeg, de wolk verdwijnt dan. Het regen dat dan op de berg is gekomen druppelt dan naar beneden. In het begin druppelt het nog maar daarna veranderen de druppels in stroompjes, daarna in hele kleine beekjes wanneer ze samenkomen. Daarna in echte beekjes en daarna in een soort kanaal. Dat kanaal stroomt dan naar beneden naar de zee. Maar soms kan de waterkringloop heel slecht aflopen. Het kan bijvoorbeeld een hele zware storm worden. Die storm kan wel voor heel veel opschudding zorgen. Het kan hele boel schade veroorzaken. Bijvoorbeeld in 1998 ergens rond september. Dat heleboel boerderijen raakten ondergelopen. Dat behoort dus tot de waterkringloop. Een ander voorbeeld van noodweer is bijvoorbeeld sneeuw en hagel. Sneeuw en hagel ontstaan al in de wolk zelf. Ze worden dan in de wolk, nog steeds als regendruppel, door de wind omhoog en omlaag geblazen. Na een tijdje bevriezen ze. Dat gebeurt alleen als het heel erg koud is. Dan ‘regent’ de wolk leeg. Als de periode in de wolk niet zolang was komt het naar beneden als een sneeuwvlok. Zoniet dan komt het gewoon als hagel naar beneden. IJzel ontstaat door te veel sneeuw of hagel op de weg dat dan bevriest. Een ander voorbeeld van noodweer is een wervelstorm. Een wervelstorm is een tornado of een orkaan. Die ontstaan doordat hoge druk en lage druk samen komen. Die gaan dan cirkelen en ontstaan dan een wervelstorm. Daar over vertel ik straks meer in het hoofdstuk: Soorten winden. 3. STORM Op dit moment razen er meer dan 2000 stormen over de hele wereld. Storm kan je ook wel onweer noemen. Je weet wel wat storm of onweer is denk ik. Maar toch zeg ik het: Bliksem
Storm ontstaat door de wolken. De wolken bedekken de lucht en het wordt donker. Meestal vinden mensen dat erg eng omdat je dan ook van die harde knallen hoort. In die wolken, die we onweerswolken noemen, kan een elektrische lading ontstaat. Als die elektrische lading ontsnapt uit de wolk zie je een lichtflits. Dat noemen wij ‘bliksem’. Door de bliksem die ontsnapt ontploft de lucht. Dat noemen we donder. Er is een trucje om te kijken hoe ver het onweer van je vandaan is. Eerst tel je het aantal seconden dat ertussen de flits en de donder in zit. Dat getal deel je door drie. Het antwoord is dan het aantal kilometers dat het onweer van je af is. Als je in een weide loopt en het onweert dan is het ‘t beste dat je jezelf tot een bolletje gaat maken. Want bliksem slaat altijd op het hoogste punt. Daarom moet je ook nooit onder een boom gaan staan. Je moet jezelf ook niet platmaken want dan neem je meer ruimte in beslag. De bliksem is soms wel met 300.000 volt geladen. Dat zijn in de film ‘Jurassic Park’ wel de inhoud van 30 van die veiligheidsrekken. Er is ooit een man geweest die dacht dat hij ongeluk bracht. Weet je waarom? Omdat hij wel ZEVEN(!!!!) keer door de bliksem geraakt is. En de kans dat je door de bliksem geraakt wordt is even groot als dat je de loterij wint. Hij heeft daarna zelfmoord gepleegd. Nogal logisch, toch? Algemene info
Bij een zware storm, winkracht tien, worden er binnen tien minuten wel snelheden gehaald van wel 89 tot 102 kilometer per/u. Dat is ongeveer 25 tot 28 meter per seconde. Een zeer zware storm, windkracht elf, haalt in tien minuten wel 103 tot 116 km/u. Dat is ongeveer 28 tot 32 meter per seconde. In Nederland komt dit bijna nooit voor. Bij storm denkt iedereen aan regen en bliksem en donder. Maar storm bestaat meestal ook uit hele erge rukwinden. Als storm bijvoorbeeld boven de oceaan komt veroorzaakt het soms wel vloedgolven van 9 tot meer dan 12 meter hoog! De storm met de ergste gevolgen was de storm van 31 januari en 1 februari 1953. De watersnoodramp. Het gemiddelde aantal km/u was toen 97 km/u (wind- kracht tien). De allerzwaarste storm (dus niet die met de ergste gevolgen) was de storm van 7 september 1944.toen het gemiddelde aantal km/u 144 was (windkracht 12!!!). Daarbij kunnen volgens de windmeter van Vlissingen windstoten van wel meer dan 175 km/u voorgekomen zijn. Onweer

Bij (opkomend) zwaar onweer, met soms iedere seconde een bliksemflits, kan het heftig te- keer gaan een moet je goed opletten voor plotselinge windvlagen, regenbuien en hagel. Zeer zwaar onweer ontstaat als warm weer (meestal tropisch) opeens omslaat tot veel kouder weer. Tijdens zo’n bui kan de temperatuur in minder dan een half uur 10 tot 15°C. Bijzonder zware onweersbuien worden soms voorafgegaan door een rolwolk, een zeer donkere soort wolk die soms wel inktzwart kan zijn. Dus niet de inkt die wij op school hebben voor onze vulpennen, nee, maar zwarte inkt. Ook overdag kan het zo donker, als ik weet niet wat, wor- den. Een rolwolk komt samen met enorme en plotselinge windstoten van soms wel 100 tot 150 km/u. Als er sprake is van zwaar weer en de donkere wolken dichter bij komen is het slim om naar binnen te gaan, de ramen te sluiten en de antenneaansluitingen te sluiten. Alhoewel de meeste mensen kabelaansluiting hebben. Op en aan het water loop je door wind en bliksem hele grote risico’s en automobilisten kunnen bij dichterbij komend onweer het best een par-keerplaats opzoeken en afwachten tot het ergste voorbij is. Blijf dan, ook in de auto, zover mogelijk uit de buurt van bomen. 4. SOORTEN WINDEN Met soorten winden bedoel ik de echte winden. En met echte winden bedoel ik windkracht 10, 11 en 12. Tornado’s
Een tornado of een wervelwind is windkracht 12. Dat is wel meer dan 117 km/u! Een tornado is een de zwaarste storm die mogelijk is. De draaiende kolom van opstijgende lucht die zich dan onder een onweerswolk vormt maakt soms wind die wel meer dan 400 km/u!! De lucht- druk in het midden van de tornado, dat ook wel eens het centrum of het oog wordt genoemd, is erg laag, waardoor gebouwen, auto’s en nog vele andere dingen kunnen ontploffen. Een gemiddelde tornado heeft een doorsnee van wel 1,5 tot 2 kilometer. Een tornado ontstaat als natte lucht, verwarmd door de aarde of zee, opstijgt. Door het ontstaan van regenwolken en onweerswolken, als die warme en stijgende lucht afkoelt, ontstaan er regendruppels. Ook ontstaat er door de stijgende lucht een luchtstroom en het begint dan heel erg te waaien. Dan gaan die winden wervelen en dan ontstaat er een trechter. Die trechter wordt dan steeds groter en groter en dan wordt het een tornado. De schaal van Beaufort
De schaal van Beaufort is een manier waarvan de kracht van de wind wordt uitgelegd. Bijvoorbeeld: windkracht 0 is dan 0 km/u. Windkracht 12 is, zoals je al weet, dan meer dan 117 km/u. Dit is de schaal van Beaufort: Windkracht Aantal km/u Omschrijving 0 0-2 stil
1 3-8 flauw en stil
2 9-15 flauwe koelte
3 16-23 lichte koelte
4 24-31 matige koelte
5 32-40 frisse bries
6 41-49 stijve bries
7 50-59 harde wind
8 60-68 stormachtig
9 69-77 storm
10 78-89 zware storm

11 90-102 zeer zware storm
12 meer dan 102 tornado/orkaan Dit was dus de schaal van Beaufort. Windkracht 0 heb je haast alleen maar in de zomer. Want alleen dan heb je windstil. Maar in de winter heb je meestal wel windkracht 8/9. Waarom denk je? Omdat het dan veel kouder is. Het is allemaal een heel ingewikkeld zaakje. Wat voor windkracht zou het nu zijn? Op dit moment, wanneer ik het schrijf, is het volgens mij windkracht 3. Windstoten
Eerst nog een grappige zin: “Wind kan je niet zien, maar wel voelen.” Weet je waarom het een grappige zin is? Omdat het, als je goed nadenkt, eigenlijk heel goed klopt. Want wind is lucht dat in ‘beweging’ is. Er is ook een mop hierover. Hier komt ie: Jantje zit in de klas en ze hebben het over wind. Dan vraagt de meester aan Jantje: “Jantje weet jij wat wind eigenlijk wel is?” Dan antwoordt Jantje: “Tuurlijk meester. Dat is lucht die haast heeft!” Maar windstoten kunnen ook heel erg gevaarlijk zijn. Meestal komen windstoten voor in een zware storm. Vooral op de weg moeten mensen dan rekening houden met windvlagen van opzij. Het kan de auto dan een duwtje van opzij geven. De auto kan dan van koers veranderen en kan hij tegen andere auto’s botsen. En meestal komt er in de winter ook nog sneeuw en hagel bij. Vooral caravans zijn een ‘speelbal’ voor deze windvlagen. Maar windstoten komen niet alleen voor tijdens een storm maar ook in de zomer tijdens die zware (onweers)buien. Tijdens een flinke regenbui moet je altijd heel goed opletten op windvlagen van opzij en van voren. Windstoten en windvlagen van soms wel meer dan 75 km/u worden ook wel zware windstoten genoemd. Je weet denk ik wel waarom. Als de wind meer dan 100 km/u gaat heet het een zeer zware windstoot. Tijdens een korte bui of onweersbui worden er nauwelijks windvlagen van meer dan 90 km/u aangetroffen. Maar in een langdurige bui wordt dat heel vaak aangetroffen. Over het algemeen komt de snelheid van een windstoot of windvlaag vele tientallen kilometers boven normale wind uit. Er is eens in Nederland een windvlaag gemeten van wel meer dan 150 km/u gemeten. In het midden van ons land werden er op hetzelfde moment windvlagen gemeten van wel 145 km/u. De hoogste windstoot van Nederland die ooit is gemeten was wel 162 km/u!!! Dat was op 6 november 1921 in Hoek van Holland. De zwaarste storm van de eeuw was 7 september 1944 zijn naar schatting windstoten voorgekomen van wel 175 km/u. Op 5 november 1948 trok een windhoos toevallig precies over de windmeter van Vlissingen: de snelheid van die windstoot was wel 202 km/u (!!!!) dat was dan ook de hoogste windstoot van Nederland ooit. 5.WINTERWEER Met winterweer bedoel ik sneeuw, hagel en ijzel. En dan ook hele erge. Bijvoorbeeld 1 meter sneeuw. Of zo’n erge ijzel dat je niet eens meer kan rijden. Dat soort dingen. Maar ik ga ook vertellen hoe ijzel, sneeuw en hagel ontstaan. Sneeuw
Hoe sneeuw ontstaat heb ik je al verteld in het hoofdstuk HOE ONTSTAAT NOODWEER. Maar voor als je het vergeten bent moet je geen zorgen hebben. Ik vertel het je toch nog. Sneeuw ontstaat alleen in de winter. Dat komt omdat de aarde in een baan om de aarde draait dat niet in een perfect rondje gaat, nee, dat gaat in ovaal rondje. Als iets ovaal is betekent het dat het niet perfect rond is maar dat het een beetje uitgerekt is. Daarom is de wereld het ene moment (zomer) dichterbij dan het andere moment (winter). Dus kan het niet altijd even warm of koud zijn. Hier heb ik het beschreven: Sneeuw ontstaat in de wolk. Het gaat dan op en neer in de wolk. Dat komt door de wind. Maar in die fase dat het water op en neer gaat zit de wolk in de vries‘lijn’. Dat zorgt er dus voor dat de waterdruppels bevriezen tot kleine kristalletjes. Maar dan wel platte. Je hebt verschillende sneeuwkristallen. Je hebt bijvoorbeeld de zespuntige en de vijfpuntige. Ik zou wel willen dat ik hiervan plaatjes had maar ik had niks kunnen vinden. Hagel
Hagel ontstaat op bijna dezelfde manier als sneeuw. Maar bij hagel blijft de regendruppel langer in de wolk hangen dan sneeuwvlokken. Er is ooit een hagelsteen gevonden, in een klein en onbekend dorpje, die wel 14 cm bij 25 cm(!!!!!!!!!!). Die is gelukkig op niemand gevallen. Anders had diegene het niet na kunnen vertellen. Maar hagel is dus een bevroren regendruppel. Maar soms dan kleven die regendruppels, als ze nog half bevroren zijn, aan elkaar en bevriezen dan pas echt. IJzel
Soms gebeurt het dat op een ijskoude winterochtend of winternacht niet alleen de grond, maar ook de hoogste boomtakken en elektriciteitsdraden behangen zijn met ijskristallen. Deze ijskristallen zijn lange fijne naalden die soms wel 6 tot 8 cm kunnen worden. Maar soms wil het wel gebeuren dat deze ijskristallen afbreken. Het komt dan op de weg en bevriest. Dat noemen we dan ijzel. Maar het kan ook gebeuren dat het gaat regenen. Dan komt het regen op de grond en dan bevriest het. Dan is er ook sprake van ijzel. Kortom ijzel is vrijwel niks meer dan bevroren ijskristallen of regen op de grond.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.