Bloed

Bloed Ik heb dit onderwerk gekozen omdat me vader zei dat er voor veel mensen bang zijn voor bloed. Terwijl het gewoon iets van je lichaam is. Als je geen bloed had, was je dood. Het hart zorgt er voor dat het bloed wordt door gepompt. Bloed is heel belangrijk voor je lichaam. In je bloed zitten heel veel stofjes, die allemaal een eigen taak hebben De functie van het bloed Vroeger werd bloed levenssap genoemd, dat geeft aan hoe belangrijk bloed is. Bloed vervoerd zuurstof naar alle delen van het lichaam. Bloed haalt het zuurstof op in de longen, maar ook voedsel, warmte, afweerstoffen en hormonen. Dit is mogelijk, omdat het lichaam een bloedsomloop heeft. Een bloedsomloop is een stelsel van buizen. Het hart pompt het bloed door deze buizen. Het bloed Een volwassen mens heeft tussen de 5 en 6 liter bloed. Bloed is een dikke, niet doorschijnende vloeibare rode stof.
Bloed bestaat uit: -Bloedplasma: dit is vloeibaar, het bestaat voornamelijk uit water en afvalstoffen -Rode bloedcellen: zien er uit als rode schijfjes en geven het bloed een rode -Witte bloedcellen: ze doden bacteriën en andere binnendringers. Bloedplaatjes: zijn kleurloze brokstukken van cellen. Bloedplasma vervoert allerlei stoffen door het lichaam zoals: voedingsstoffen, hormonen, warmte, zouten, eiwitten, stollingseiwitten (Deze zorgen ervoor dat er een korstje op je wond krijgt) en afweerstoffen tegen infecties. De functie van de rode bloedlichaampjes. De rode bloedlichaampjes nemen zuurstof op en vervoeren deze zuurstof naar de cellen ze nemen dan koolzuurgas mee terug en geven dat weer terug aan de longen. De functie van de witte bloedlichaampjes. De witte bloedlichaampjes hebben twee taken: -ze verdedigen het lichaam tegen vreemde stoffen en bacteriën en helpen bij het opruimen. -van dode cellen in je lichaam op te ruimen De functie van de bloedplaatjes. In de bloedplaatjes zit een stof, die nodig is bij het stollen van bloed. Bloedtransfusie De geschiedenis In de Middeleeuwen probeerde men al bloed van de ene mens naar de andere over te brengen. Een enkele keer lukte dat, maar meestal ging het mis. In die tijd wist men nog niet zoveel over bloed als wij nu. Ze wisten niets over de bloedsomloop, ze hadden geen goede naalden en slangetjes. En de 19e eeuw waren de omstandigheden beter, men vond de holle naald uit en ging rubberen slangetjes gebruiken. Er mislukte toen ook nog een hele hoop, want min wist nog niets van de soorten bloedgroepen af. De bloedgroepen Dokter Landsteiner werkte op de geneeskundige hogeschool in Wenen. Hij deed proeven met bloed. Hij ontdekte rond 1900 dat er verschillende soorten bloed waren. Hij onderscheidde 4 soorten bloed: -Bloedgroep A -Bloedgroep B -Bloedgroep AB -Bloedgroep O
Nu wist men waarom zoveel bloedtransfusies mislukten. In 1940 ontdekte hij nog een belangrijk verschil, namelijk de rhesusfactor. Iemand kan rhesus-positief zijn of rhesus-negatief. De bloedgroepen A en O komen heel veel voor, de bloedgroepen B en AB zijn zeldzamer. Waarom worden bloedtransfusies gegeven. -bij bloedarmoede -bij ernstige bloedingen -als iemand een shock heeft -bij brandwonden -bij infecties,zodat iemand antistoffen krijgt. -hemofilie patiënten, bij deze mensen stolt het bloed niet. Donorbloed In Nederland zijn ongeveer een half miljoen mensen, die regelmatig bloed afstaan. Een man mag 5 keer per jaar bloed geven, een vrouw 3 keer. Deze mensen gaan naar de bloedbank en geven dan ongeveer een halve liter bloed. Dit bloed kan 3 tot 5 weken bewaard worden. Voordat iemand bloed geeft moet iemand eerst gekeurd worden: -men moet een vragenlijst invullen -het bloed moet gekeurd worden -iemand wordt gewogen (iemand moet minstens 50 kilo geven) -bloeddruk en hartslag moeten worden gecontroleerd -de leeftijd moet tussen de 18 en 70 jaar liggen
Als iemand is goedgekeurd, wordt er bloed afgenomen. Dat gaat zo: Je gaat in een prettige stoel liggen. De bovenste helft van een van de armen wordt een beetje afgebonden. De naald gaat de arm in, deze naald is verbonden via een slangetje verbonden met een plastic zak, waarin het bloed wordt opgevangen. Dit duurt 7 tot 10 minuten. Daarna worden er nog twee kleine buisjes bloed afgenomen, dat wordt onderzocht. Daarna mag je nog even blijven liggen en krijg je een kopje koffie of wat anders te drinken. De meeste mensen voelen zich de eerste uren na een bloedafname nog wat zwakjes. Na een paar uur heeft het bloedvolume zich hersteld. De eiwitten en de rode bloedcellen doen er ongeveer 4 tot 6 weken over om zich te herstellen.