Hongersnood

Hoe is het er op dit moment in Afrika aan toe?

Op dit moment zijn er ongeveer 800.000.000 mensen op de wereld ondervoed. Dat is wel heel veel als je het vergelijkt met Nederland waar bijna niemand ondervoed is. Het ergst is het in de hoorn van Afrika. Die bestaat uit de landen; Ethiopië, Soedan en Somalië.
In ontwikkelingslanden is vaak honger en armoede. Ook in de hoorn van Afrika is armoede. Armoede is de grootste oorzaak van hongersnood. Doordat de mensen te arm zijn moet de hele familie op het land werken. De ouderen en de kinderen ook. Daardoor krijgen de kinderen geen les. Zo leren ze niet lezen en schrijven. 
Ook wonen ze in slechte huizen die soms op een vuilnisbelt zijn. Het is voor de mensen in Afrika niet gezond leven. 
Met (burger) oorlog moeten alle mannen meevechten. Zo moet de familie weer alles doen op het land. Vaak is dit te onveilig omdat er mijnen of onontplofte bommen en granaten op het land liggen. 
Met oorlog moeten alle mannen meevechten. Zo moet de familie weer alles doen op het land. 
Al met al moet er nog veel gebeuren in Afrika. 

Oorzaken

Armoede
De grootste oorzaak van honger is armoede. (kijk ook naar koloniën)
Miljoenen mensen op de wereld moeten rondkomen van minder dan een euro per dag. Dat is bijna altijd te weinig om er voldoende voedsel voor te kunnen kopen. Dat zijn alleen in Uganda al 20.001.000 mensen, dat is bijna 85 procent van de totale bevolking. In 1990 was dat op de wereld 30 procent van de bevolking. 
Vooral op het platteland komt nog veel armoede voor, maar ook in de steden is er voor veel mensen weinig te verdienen. 
Veel families leven van wat ze zelf verbouwen, maar hun maaltijd is daardoor wel eenzijdig (elke dag bonen of elke dag maïspap). En als er een keer een oogst mislukt, is er vaak geen geld voor nieuwe zaden. 

Droogte
Met grote droogte is er geen mogelijkheid om iets te verbouwen. Het meeste voedsel word gemaakt door boeren. Gewassen en boerderijdieren hebben water nodig om gezond te blijven. Van al het zoete water op de wereld word 70 procent gebruikt voor de landbouw. Als het hier in Nederland een tijd niet regent besproeien de boeren hun gewassen. 
In gebieden waar het bijna nooit regent, kunnen maar weinig gewassen groeien. En als er weinig planten zijn, zijn er ook weinig dieren. 
Er kunnen daar alleen maar dieren worden gehouden als er een rivier of meer in de buurt is. 
Op plaatsen waar niet te diep water in de grond zit slaan de boeren putten. Maar die putten drogen op een gegeven moment uit als het een tijd niet regent. 
Een periode van droogte kan soms wel jaren duren. Alles verdroogt en de bron van eten is weg. 

Natuurrampen
Natuurrampen kunnen zijn: overstromingen, een wervelstorm, een vulkaanuitbarsting of andere rampen. In 1815 bijvoorbeeld. Daar barstte een vulkaan in Indonesië uit en vernielde een groot deel van de oogst rond de vulkaan. Duizenden mensen stierven meteen, maar in de weken na de uitbarsting stierven ook nog eens tienduizenden mensen aan de hongersdood. 
Een natuurramp is niet te voorkomen, maar na de ramp kan wel naar het getroffen gebied voedsel worden gebracht. Soms is dat met vliegtuigen die voedsel kunnen afwerpen omdat het gebied over land slecht te bereiken is. 
Dat is vaak het geval na een natuurramp omdat wegen, havens, spoorlijnen enzovoort door de ramp vernield zijn. 

Slechte techniek
De meeste afrikanen hebben als gevolg op armoede en de regering, geen machines om hun land te verbouwen zoals tractoren en oogstmachines. Ze moeten alles met de hand doen en zo kunnen ze in op de grond die ze hebben niet zo veel verbouwen omdat het anders te lang duurt om te oogsten of te planten. Ook kunnen ze geen irrigatie systeem kopen om hun land te besproeien omdat ze er gewoon geen geld voor hebben. 


Hoe kan je helpen deze hongersnood op te lossen?
De millenniumdoelen. 
Er zijn, omdat we een nieuw millennium ingingen, afspraken gemaakt over alle problemen in de wereld. Dit staat erin. 

1. Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft (= van minder dan één dollar per dag), moet in 2015 tenminste tot de helft zijn teruggebracht ten opzichte van 1990 van 1.100.000.000 naar 550.000.000. 
2. In 2015 moeten álle kinderen in alle landen basisonderwijs volgen. 
3. De achterstelling van meisjes en vrouwen moet worden verminderd door ervoor te zorgen dat er evenveel meisjes als jongens naar school gaan; dit moet worden bereikt in 2005 in basis- en voortgezet onderwijs en in 2015 ook in het vervolgonderwijs. 
4. De sterftecijfers van kinderen onder de 5 jaar moeten in 2015 in elk ontwikkelingsland zijn teruggedrongen met tweederde ten opzichte van 1990. 
5. Het niveau van moedersterfte moet in 2015 in elk ontwikkelingsland zijn teruggedrongen met driekwart ten opzichte van 1990. 
6. Voor het jaar 2015 zal een halt worden toegeroepen aan de verspreiding van hiv/aids, malaria en andere ziekten. 
7. In 2015 moeten we een duurzaam (= lang aanhoudend goed) milieu hebben bereikt. Dat kan door duurzame ontwikkeling op te nemen in het beleid en ontwikkelingsprogramma's van alle afzonderlijke landen; verder moeten we ervoor zorgen dat natuurlijke hulpbronnen (bodemschatten, mineralen e.d.) niet uitgeput raken. Ook moeten we ervoor zorgen dat in 2015 het aantal mensen dat niet kan beschikken over veilig drinkwater gehalveerd is. Voor 2020 moeten de leefomstandigheden van tenminste 100 miljoen bewoners van krottenwijken aanzienlijk zijn verbeterd. 
8. Er wordt een wereldwijd samenwerkingverband voor ontwikkeling gesloten. Daarin worden afspraken gemaakt over goed bestuur. Het samenwerkingsverband ontwikkelt een open en eerlijk handelssysteem, met regels die onderling zijn afgesproken en waarbij geen enkel land wordt gediscrimineerd. Het samenwerkingsverband ontwikkelt op dezelfde manier een open en eerlijk financieel systeem. De samenwerkende landen zorgen er ook samen voor dat het schuldenvraagstuk wordt opgelost. En tot slot komen er afspraken over de overdracht van nieuwe technologieën.