Inleiding
Mijn werkstuk gaat over de ‘’geschiedenis van Enschede’’, omdat het me wel erg interessant lijkt om te weten wat er zich allemaal heeft afgespeeld en welke mensen er bekend waren.
Ik denk wel dat het moeilijk word om dit werkstuk te maken.
Maar ik ga mijn best doen om zoveel mogelijk informatie bij elkaar te
Vinden en er een mooi werkstuk van maken.
Enschede ondervond een grote transformatie, de binnenstad is heel mooi vernieuwd en er zijn veel nieuwe en mooie wijken bijgekomen. Hoe was alles vroeger?
Daar ga ik proberen achter te komen met het maken van dit werkstuk.
Veel leesplezier,
Mijn hoofd –en deelvragen.
Hoofdvraag
Een kleine kijk in de geschiedenis van Enschede.
Deelvragen:
1 Het Twentse leven.
2 Belangrijke personen
3 De gevolgen van de stadsbrand
4 Na de tweede wereldoorlog
Deelvraag 1
Het Twentse leven.
Enschede is ontstaan in het vroege begin van de Middeleeuwen als een nederzetting.
Enschede was gelegen aan een vruchtbare stuwval wat zeer gunstig was.
In 1325 kreeg Enschede haar stadsrechten van Jan van Diest. Jan van Diest was de bisschop van Utrecht.
De stad werd omgeven door een grachtengordel.
De omgeving van Enschede was als ware uitgestorven.
Je moet het je voorstellen dat Enschede als een eiland in een zee
Van heidevelden en moerassen lag. Dit was dus totaal niet geschikt om
Te wonen.
Alleen de hogere gebieden werden bewoond, zoals de Eschmarke, Lonneker, Usselo en Driene.
Het zand in Twente is van zichzelf nogal onvruchtbaar, om de oogst toch te laten lukken moesten de boeren hun akkers keer op keer bemesten.
De boeren hadden in die tijd nog te weinig vee om aan een gemiddelde hoeveelheid mest te komen dus gebruikten ze ook andere materialen die ze dan op de akkers strooiden.
Om ook aan mest te komen laten de boeren grote kuddes schapen op de heiden lopen
Deelvraag 2:
Belangrijke personen.
In 1830 wordt bij de spinnerij van Hofkes in Almelo de eerste stoommachine in Twente gebruikt.
Deze modernisering werd mede mogelijk gemaakt door de samenwerking tussen Twentse fabrikeurs als Ter Kuile, Blijdestein, Van Heek, Ten Cate en Hofkes.
Ook kwam deze moderniseren tot stand door vier andere mannen. uit België namelijk, Charles de Maere uit België, de Engelsen John Dixon en Thomas Ainsworth en Willem de Clercg. Charles de Maere bracht zijn textielbedrijf over naar Richtersbleek in Enschede.
Dixon werd directeur van enkele fabrieken genaamd, de ‘’Groote Stoom’’.
Thomas Ainsworth had al langer in Nederland gewerkt, voor zijn werk installeerde hij kunstblekerijen en stoommachines.
De Clercg hield zich bezig met de financiën.
Ook wees hij naar de voordelen van de weeftechniek.
De Maere gebruikte dat in zijn nieuwe fabriek.
In België en Engeland had men daar al een tijdje langer ervaring mee.
Deelvraag 3
De gevolgen van de stadsbrand.
De brand ontstond ’s ochtends in een arbeiderswoning aan de Kalanderstraat. Het huis werd toen die tijd bewoond door Lodewijk van Voorst. In de achterkamer sloeg de vlam in de pan. Voor grotendeels betonden de huizen toen uit hout. Dat is op zich niet zo erg, maar het had al een tijdje niet meer geregend dus het hout was kurkdroog. Het hoefde dus niet veel te kosten en het vuur verspreide zich. Ook stond er een sterke oostenwind. De brandweer hoefde niet aan het blussen te gaan, want veel hielp het niet. Alle kerken, scholen en publieke gebouwen werden door de brand verwoest. 650 gezinnen raakten hun huis kwijt. Bijna alle fabrieken waren vernietigd.
Na de verwoesting kon de industrie weer opnieuw op gang komen.
Buiten het centrum werken allemaal nieuwe fabrieken gebouwd.
Vlak na de stadsbrand bleek er ook woning tekort te zijn voor de arbeiders. Om dit tekort op te vangen werden vlakbij de textielfabrieken honderden huisjes gebouwd die allemaal hetzelfde waren en ik lange rijen langs de straat stonden.
De arbeiderswoningen, ook wel afdak woningen waren zeer klein en de zolder werd niet gebruikt als een deel van het huis.
Er was dan ook geen scheiding tussen de zolders van de huisjes.
De arbeiderswoningen, ook wel afdak woningen genoemd, hadden altijd een flinke tuin, waarin de bewoner zijn eigen groente verbouwde, noodgedwongen, want van zijn karige loon alleen kon hij het veelal grote gezin niet onderhouden.
Zo ontstonden wijken van nauwe straten en lage huizen.
De fabrikanten zelf kozen zelf natuurlijk een betere plek om te wonen.
Zij bouwden grote villa’s aan de westkant van de stad.
Deelvraag 4
Na de tweede wereldoorlog.
Enschede was zwaar getroffen door de Engelse bombardementen.
Grote delen van de wijk, ‘’Hogeland’’ lagen in duigen.
Met veel enthousiasme begon de heropbouw van de stad.
De fabrieken verzuimden om hun fabrieken te moderniseren, maar hielden het alleen bij verandering van linnen en andere stoffen.
Verder konden de textielbedrijven niet concurreren met bijvoorbeeld Japanse firma’s, die tegen veel lagere kosten konden produceren.
In de jaren vijftig werd de brede Boulevard 1945 aangelegd.
Het duurde ruim twintig jaar voordat alles hierlangs was vol gebouwd.
Tussen het stadhuis en de Kuipersdijk ontstond een kale vlakte die pas in 1968 werd opgevuld.
Ook qua scholing werd het beter.
Er werden veel nieuwe scholen gebouw, dat betekende dus dat veel jongeren werd vonden in andere sectoren.
Om toch voldoende personeel voor de textielindustrie te hebben werden 1959 werknemers uit Zuid-Italië aangetrokken, wat zich later uitbreidde met werknemers uit Spanje en later Turkije en Marokko.
Conclusie.
Al voor de industrialisatie was er in Twente veel textiel. Veel boerengezinnen verdienden zo er zo nog wat extra bij. Voor de stadsbrand waren er al plannen maar door de stadsbrand zijn de plannen sneller uitgevoerd. Doordat er veel was platgebrand was er opeens veel meer plaats beschikbaar. Doordat er meer arbeidsplaatsen waren moesten er ook meer huizen komen. De huizen die gebouwd werden waren van slechte kwaliteit, maar daar kwam later verbetering in. Dat kwam grotendeels door nieuwe sociale wetten die werden toegepast en gewijzigd. De modernisering trok veel mensen aan uit andere plaatsen.
Slotwoord.
Naar mate ik bezig was met dit werkstuk kreeg ik een veel betere inkijk van hoe Enschede er vroeger uitzag.
Dit werkstuk heb ik dan ook als nuttig ervaren.
Het was heel lastig om aan informatie te komen.
Maar met een beetje goed zoeken en geduld kom je een heel eind.
Zo is wel weer gebleken.
Als ik weer zo’n werkstuk zou moeten maken, zou ik meer tijd besteden om informatie bij elkaar te krijgen.
Verder ging alles goed naar mijn mening.
REACTIES
1 seconde geleden