Vallen (Anne Provoost)
Korte samenvatting
Lucas gaat zoals elke zomervakantie samen met zijn moeder naar het huis van zijn grootvader toe. Er is alleen een verschil met andere jaren: zijn grootvader is de kerst ervoor overleden.
Hij ontmoet daar ook zijn Amerikaans buurmeisje Caitlin die met haar moeder in het klooster achter zijn grootvaders huis logeert. Lucas herinnert zich nog dat hij vroeger nooit met haar mocht spelen en vraagt zich af waarom dit niet mocht. Zijn moeder en ook de mensen in het dorp doen nogal vreemd tegen hem. Stilaan komt hij erachter hoe dit alles komt. Zijn overleden grootvader schijnt een oorlogsmisdadiger in de tweede wereldoorlog geweest te zijn en een tiental joden verraden te hebben.
Door de reputatie van zijn grootvader wordt Lucas in het dorp aangesproken door twee mannen, Benoit en Alex. Deze geven hem een verkeerd beeld van de buitenlanders. Ze chanteren en dwingen hem tot allerlei gewelddadige acties. Lucas weet dat het fout en gevaarlijk is wat hij doet, maar er lijkt geen weg terug.
Als Caitlin daarna vlak bij huis een auto-ongeluk krijgt is Lucas er snel bij om haar te bevrijden. Hij kan haar alleen uit de auto krijgen door haar voet met een kettingzaag af te zagen. Daarna ontstaat twijfel of hij het beknelde been niet gemakkelijker had kunnen vrij maken. Zijn wereld staat op zijn kop en Benoit maakt van de gelegenheid gebruik om alle schuld op Lucas te steken.
Lucas vertelt uiteindelijk het hele verhaal aan Caitlin. Zij gelooft hem en dient geen klacht in bij de politie. Lucas wordt dus toch vergeven door Caitlin.
Mening
Ik vond het een spannend boek. Waarom spannend? Daar heb ik twee redenen voor.
Eerste reden is dat het grootste deel van het verhaal in terugblik wordt verteld, waardoor het spannender wordt. De opbouw is namelijk zo dat het boek begint op het moment dat Caitlin met haar geamputeerde voet uit het ziekenhuis komt. En dan weet je nog niet wat Lucas ermee te maken heeft, wat je nieuwsgierig maakt.
De tweede reden is de manier waarop Lucas door Benoît ingepakt wordt. Je weet dat Lucas geen racist is en toch zie je dat hij bij racistische activiteiten betrokken raakt.
Wat vlot leest is dat het verhaal word verteld in de ikvorm, daardoor leer je de gedachten en gevoelens van Lucas beter kennen en wat hij dan nog niet weet, weet je dan ook niet. Verrassend is dat Caitlin joods is en dat Caitlins moeder één van de kinderen was die tijdens de oorlog in de kelder van het klooster zat ondergedoken. Daar komt Lucas stapje voor stapje achter en als lezer maak je die ontdekking mee.
Het was ook een zielig boek. Zielig was het voor de buitenlanders die door de racisten werden lastig gevallen en tevens voor Lucas die gemanipuleerd werd door Benoît.
Erg vond ik het voor Caitlin die een geamputeerde voet kreeg na dat auto-ongeluk.
Toneelstuk
Scène:
• Invloed van slecht vrienden
• Wandelen door straten
(Plaats: De wapenwinkel.)
(Alex was er ook.)
(René is verkoper)
Alex: Ah! Tintin! Je bent teruggekomen voor je wapen. Hebben we het niet gezegd, René? René zei dat je niet terug zou komen. Hij dacht dat jij zo’n twijfelaar was, eentje die overal informatie inwint maar nooit iets koopt. Maar wij wisten dat je overtuigd was. Benoît zou er het hoofd van zijn moeder op verwed hebben.
Lucas: Ja?
Alex: We hadden het vanochtend nog over je. Toen we hoorden over die dievenbende.
Lucas: (Wijs het alarmpistool van je keuzen.)
René: De NERTG74 goedkoop maar slechte kwaliteit. Je kunt beter de NEDERGH58 kopen.
Alex: En dat ze nu alles teruggevonden hebben. In een depot ergens in een loods, ze willen niet zeggen waar. De politie is er binnengevallen. Een klein vermoeden maar, en wat vonden ze? Alle Verloren Voorwerpen van de hele stad.
René: Even zien. De veiligheidspal staat er alleen maar op om het echt te doen lijken. Helemaal geen verschil. Kijk: je laat zijn gewicht op de voorkant van je hand rusten, en als je de trekker overhaalt, zie je. Het verzacht de terugslag.
Lucas: Mag ik eens.
Alex: Richt nu op René. Ja goed zo. Strek je armen. Hier, kijk hiernaar. Wijs op zijn borstkas. Nee, nee, niet op zijn benen, want dan weet hij dat je alles zult doen om hem niet te doden. Of op zijn hoofd, zo tussen zijn ogen, dat is ook goed. Schiet maar!!
René: Alex, in godsnaam! Niet in de winkel. Schieten is voor de geluiddichte kamer. Kom geef terug. Hier is de gebruiksaanwijzing en het garantiebewijs.
Lucas: Hier mijn creditcard.
Lucas: (Ga naar buiten.)
Alex: (Volg Lucas)
Alex: Laatst heb ik je naam niet gevraagd. Stom eigenlijk, want Benoît zei: zoek maar tot je hem vindt. Ik heb gezocht in het telefoonboek. Op Stockx. Maar zo heet je niet, natuurlijk?
Lucas: Nee.
Alex: Benoît was ervan overtuigd dat René je dat pistool niet zou willen verkopen. Hij doet altijd in zijn broek, die René. Goed dat ik daar was.
Alex: Maar wat ik eigenlijk wou zeggen is: je moet leren durven. Zelfs als René roept dat je niet mag schieten, moet je ’t doen. Want dat is de kunst. Vergeet niet: ze roepen altijd dat je niet mag. En elke seconde van twijfel is er een te veel, je tegenstander gooit iets naar je kop, en dat is het. Je verliest controle. Dan was je beter in bed gebleven.
Lucas: Dit is een alarmpistool. Ik moet niet richten. Het moet alleen lawaai maken.
Alex: Schieten heeft niets met mikken te maken. Wel als je in een tuin staat natuurlijk, of op straat. Maar een overvaller staat gewoon in de huiskamer. Op hooguit vijf meter. Je kunt hem niet missen. Je moet alleen durven. Als je durft met een alarmpistool durf je met een echt ook.
Lucas: Ik heb geen echt nodig.
Alex: Je moet oefenen. Als je niet oefent, zul je versteend staan. De overvaller ziet dat je nog nooit een pistool vastgehouden hebt. Je wapen mag zo echt lijken als je wil, als jij er als een sukkel mee staat te zwaaien, ben je zo overmeesterd.
Lucas: Als ik schiet, bellen de buren de politie.
Alex: Geluiddempers? Heb je een beetje tijd? Een paar uurtjes per week?
Lucas: Hangt ervan af.
Alex: We hebben zo’n clubje van een paar vrienden. Benoît zou je erbij willen.
Lucas: Een clubje?
Alex: Ja, gewoon met vrienden. We doen allerlei dingen samen. Het houdt ons van de straat, zegt mijn vader.
Lucas: Waarom wil hij mij erbij?
Alex: Ach, dat is Benoît. Hij is zo. Hij heeft iets met mensen. Je had hem moeten horen: Tintin dit en Tintin dat. Als hij het voor iemand heeft, dan heeft hij het er ook voor. Hij wil je dingen leren.
Lucas: Zoals?
Alex: Onderschat hem niet. Hij is de beste scherpschutter van uren in de omtrek. Er zijn er die zouden betalen om les van hem te krijgen.
Lucas: Ik zie niet in …
Alex: Denk erover na. Je hebt het natuurlijk erg druk.
Lucas: Nogal
Alex: Ik ken jouw soort hobby’s en bezigheden. Je maakt overal vrienden. Veel lezen, zeker, aan de lopende band?
Lucas: Onder andere.
Alex: Hoe heette je ook alweer?
Lucas: Lucas Beigne.
Alex: Rue Machiavelle 64. Daar woont Benoît. Denk erover na. Honderd procent zonder verplichting.
Lucas: Hé!
Alex: Wat?
Lucas: Nog iets.
Alex: Wat dan?
Lucas: Waarom Tintin?
Alex: Om je haarsnit, natuurlijk!
Alex: (Wandel weg)
Lucas: (Wandel verder en kom voorbij het kapsalon van Nidane.)
Nadine: Lucas! Al gewend aan je nieuwe snit?
Lucas: Het zou nog korter moeten.
Nadine: Hoezo, nog korter?
Lucas: Overal even kort als in mijn nek. Geen kuif en niet zo lang op de kruin.
Nadine: Ik dacht dat je het mooi vond zo?
Lucas: Die kuif valt altijd plat en hangt te veel in mijn ogen. Ik zie er onnozel uit, net een meisje.
Nadine: Neem dan maar plaats op de eerste stoel. Ik kom zo!
Nadine: Hoe kort moet het?
Lucas: Kort. Knip maar!
Lucas: (Leg het pistool onder de kapstoel.)
Nadine: Of wil je de tondeuse?
Lucas: Jaaa!
Lucas: Ik heb Caitlin ontmoet, ondertussen.
Nadine: O ja? Wat leuk!(Enthousiast doen!)
Lucas: Sindsdien is er van alles gebeurd. Ik ben dingen over mijn grootvader te weten gekomen. Over vroeger, over wat er gebeurd is. Niemand had me daar ooit iets over gezegd.
Nadine: O nee?
Lucas: De meeste mensen weten ervan. Jij toch ook wel?
Nadine: Euh, ja, vaag.
Lucas: Mijn moeder heeft me dingen verteld.
Nadine: Je moeder?
Lucas: Wel, eerst Caitlin. Ze heeft me de kelders laten zien.
Nadine: Ja. (Nadenkend.)
Nadine: Wat heeft ze je dan verteld?
Lucas: Alles eigenlijk!
Nadine: O ja?
Lucas: Nu zijn er een heleboel dingen die ik beter begrijp. Waarom Soeur nog altijd die ganzen kweekt, bijvoorbeeld. En waarom ze niet wilde dat ik met Caitlin speelde toen we klein waren.
Nadine: Nou!
Lucas: Raar hè?
Nadine: Zeg dat wel. En al die tijd wist jij van niets?
Lucas: Nee. Ze vonden het beter zo. Ik ben te gevoelig, vindt mijn moeder, voor die dingen.
Nadine: Ja, het is nogal schrikken natuurlijk.
Lucas: Zeg dat wel!
Nadine: En? Hoe voel je je nu?
Lucas: Bedrogen natuurlijk.
Nadine: Nee, ik bedoel, tegenover je grootvader. Heeft het je gevoelens voor hem veranderd?
Lucas: Ik schaam me niet, nee, als je dat denkt.
Nadine: Dat is goed, ja, daar heb je gelijk in. Mijn opa is verantwoordelijk voor zijn daden, maar de gevolgen zijn niet altijd te overzien. Uiteindelijk, als je het allemaal op een rijtje zet, heeft hij niets anders gedaan dan een illegale praktijk doorgegeven, vind je niet?
Lucas: Ja natuurlijk.
Nadine: Achteraf is er wel veel geroddeld.
Lucas: O ja?
Nadine: Ja. Die zaak met Soeur Béate, vanzelfsprekend, dat zij overbleef. De wildste veronderstellingen: dat ze opzettelijk naar buiten gelokt was en dat het een overeenkomst was met de soldaten. Geloof er niets van. Kwatongen zijn het, die op niets anders uit zijn dan de ander een trap te verkopen.
Lucas: Ja.
Nadine: Is het zo kort genoeg?
Lucas: Ja, zo is het goed.
Lucas: (Pak het wapen stiletjes mee en wandel verder door de straten.)
Lucas: (Wandel toevallig door een doodlopend straatje.)
Vreemdeling1: Iets verloren?
Lucas: Mijn televisie. (Lachend!)
Vreemdeling1: Wat kom je hier doen?
Lucas: Wandelen.
Vreemdeling1: Vertel geen onzin.
Vreemdeling2: Hij praat met de flikken. ’t Is een skin!
Vreemdeling1: ÇáÏß澄 ÚÈÏ ÇáÚÒíÒ ÇáÑäÊíÓí Ýí ÓØæÑ.
Vreemdeling2: ÛÒÉ – ÎÇÕ : æáÏ ÚÈÏ ÇáÚÒíÒ Úáí ÚÈÏ ÇáÍÝíÙ.
Vreemdeling2: Hij heeft een wapen!
Vreemdeling1: Kom voor hij schiet!
Vreemdeling1,2: (Slaag hem kort en klein.)
REACTIES
1 seconde geleden