Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Remco Campert

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 6e klas vwo | 5785 woorden
  • 16 juli 2001
  • 78 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
78 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Voorwoord Vorig jaar kregen we de opdracht een onderwerp te kiezen om een scriptie over te schrijven. Je kon hierbij kiezen uit: een schrijver, een onderwerp uit de literatuur, een genre of een stroming. Ik besloot al vrij snel om een schrijver te nemen. Op dat moment wist ik nog niet precies welke schrijver ik wilde kiezen. Vrij snel hierna las ik een boek van Giphart. Omdat Giphart over het studentenleven schrijft spreekt hij mij erg aan. Enige tijd later las ik echter een boek van Campert en zijn luchtige toon en inhoud spraken mij ook zeer aan. Omdat Campert vaak humoristische elementen in het verhaal stopt, besloot ik meer van hem te lezen. Ik las toen Tjeempie! en omdat ik Het leven is vurrukkulluk ook een goed boek vond, was mijn belangstelling voor Campert gewekt. Hierna heb ik nog De Harm en Miepje Kurk story gelezen, die ik op school besteld had. Het doel van het schrijven van deze scriptie was: verdieping in de literatuur en oefening in het raadplegen van bronnen. Verder was het de bedoeling dat je de gegevens uit je bronnen kon ordenen en samenvatten. Gelukkig hebben we in Delft een aantal goede bibliotheken en op school een mooie mediatheek. Het vinden van geschikte bronnen voor het schrijven van de scriptie was hierdoor niet moeilijk. Op school hebben we goede uitleg en hulp gekregen bij het schrijven van de scriptie. Verder hoop ik dat het schrijven van de scriptie mij heeft geholpen bij het oefenen in ordenen en samenvatten van gegevens. Ik hoop hiervan bij mijn examens veel plezier te hebben. Hoewel Campert een veelgelezen schrijver is, hoop ik dat mensen door het lezen van deze scriptie besluiten om ook eens wat van zijn werk te lezen. Biografie Remco Wouter Campert werd geboren op 28 juli 1929 in Den Haag. Zijn vader was de dichter Jan Campert en zijn moeder de actrice Joekie Broedelet. Toen Campert drie jaar was, scheidden zijn ouders. Tot zijn twaalfde woonde hij nu eens bij zijn vader en dan eens bij zijn moeder. In 1942 werd hij opgenomen in een gezin in Den Haag, en verhuisde enige jaren later naar Epe, waar hij de oorlogsjaren doorbracht. Zijn vader overleed in 1943 in het concentratiekamp Neuengamme. Na de bevrijding keerde Campert terug naar zijn moeder die in Amsterdam woonde. Hier ging Campert naar school, hij spijbelde echter regelmatig omdat z’n moeder vaak op reis was met haar toneelgroep. Campert, een echte jazz-fan, hing liever rond in jazzclubs of ging met vrienden naar de bioscoop. In deze naoorlogse jaren is Campert begonnen met schrijven en in 1950 debuteerde hij met vijf gedichten in het tijdschrift Libertinage. In 1950 richtte Campert samen met Kousbroek het tijdschrift Braak op, en in juli traden ook Lucebert en Schierbeek toe tot de redactie. In dit blad verscheen vooral poëzie van de zogenaamde Vijftigers. In 1950 bracht Campert zelf een dichtbundel uit: Ten lessons with Timothy, en in 1951 volgde zijn officiële debuut met de bundel: Vogels vliegen toch. In de jaren vijftig en zestig woonde Campert op verschillende adressen in Nederland, België en Frankrijk. Hij werkte mee aan verschillende bladen, zoals Elseviers Weekblad, Haagse Post, Vrij Nederland, Tirade en het Parool. Na Camperts debuut volgden nog een aantal dichtbundels. Campert schreef echter niet alleen poëzie, in 1953 verscheen van hem de verhalenbundel Eendjes voeren.In 1957 betrok Campert een woning nabij het Vondelpark in Amsterdam en in deze periode schreef hij zijn eerste roman Het leven is vurrukkulluk (1961). In de daaropvolgende jaren schreef Campert vooral veel proza. In 1969 vestigde Campert zich definitief in Nederland en werd redacteur bij De Bezige Bij. Vanaf 1974 tot 1977 zorgde Campert voor het verschijnen van het poëzietijdschrift Gedicht en presenteerde het jaarlijkse Poetry International. In 1979 verscheen eindelijk weer een dichtbundel: Theater, in 1983 gevolgd door Scènes in Hotel Morandi. Sinds 1984 publiceert Campert samen met Jan Mulder wekelijks in de Volkskrant een column, CaMu. In deze periode schreef Campert ook het boekenweekgeschenk Somberman’s actie (1985). Campert wordt als schrijver nog altijd erg gewaardeerd. Over zijn werk zijn voornamelijk lovende recensies geschreven en hij ontving een aantal prijzen, waaronder in 1979 de prestigeuze P.C. Hooftprijs 1976.
Bibliografie Poëzie: 1951 Vogels vliegen toch
1952 Een standbeeld opwinden
1953 Berchtesgaden
1955 Met man en muis
1955 Het huis waarin ik woonde
1959 Bij hoog en bij laag
1962 Dit gebeurde overal
1965 Hoera hoera
1968 Mijn leven’s liederen
1970 Betere tijden
1979 Theater
1983 Scènes in Hotel Morandi
1984 Amsterdamse dagen
1986 Collega’s
1988 Een neger uit Mozambique (bloemlezing) 1992 Rechterschoenen
1995 Dichter (verzamelde gedichten) Proza: 1953 Eendjes voeren
1956 Lodewijk Sebastiaan
1958 De jongen met het mes
1960 Een ellendige nietsnut
1961 Het leven is vurrukkulluk
1962 Het paard van ome Loeks

1963 Liefdesschijnbewegingen
1964 Nacht op de kale dwerg
1968 Tjeempie! of Liesje in Luiletterland
1968 Fabeltjes vertellen
1969 Hoe ik mijn verjaardag vierde
1972 James Dean en het verdriet (bloemlezing) 1974 Op reis (met W. Malsen) 1974 Basta het toverkonijn
1978 Waar is Remco Campert? 1980 Na de troonrede
1984 Wie doet de koningin
1984 Kinderverhalen van Remco Campert
1986 Tot zoens
1987 Eetlezen
1990 Gouden dagen
1990 Graag gedaan
1993 Het bijzettafeltje
1994 Vele kleintjes
1995 Ohi, hoho. Bang, bang
Verzameld werk: 1971 Campert Compleet (proza) 1976 Alle bundels gedichten (poëzie) 1991 Campert Compleet Vervolg (proza) Stroming en Stijl van Remco Campert
Campert debuteerde in de jaren vijftig. Hij wordt tot de ‘Vijftigers’ gerekend. De Vijftigers was een groep dichters die in de bloemlezing Atonaal verscheen. De Vijftigers schreven vooral experimentele poëzie. Campert schreef ook experimentele poëzie, hij onderscheidde zich echter doordat zijn gedichten makkelijker waren dan van de andere Vijftigers. Een aantal kenmerken van experimentele poëzie zijn:  Geen rijm en metrum  Onregelmatige strofenbouw  Ontregeling van de grammatica  Nauwelijks interpunctie  Neologismen  Vreemde woordencombinaties en alliteraties  Door middel van vreemde beeldspraken wordt een sfeer opgeroepen  Spelen met de taal
Bij Campert vinden we deze kenmerken ook terug. Zijn woordgebruik is echter veel makkelijker. In de bundel Met man en muis vinden we een fragment uit een gedicht waarin hij dit zelf duidelijk maakt.
Ik wil wel… Ik wil wel graven
Naar poëzie, maar niet
Te diep. Je weet
Hoe ik dichter ben
Bij de gratie van
Aardoppervlak
We zien in dit fragment verder ook enkele kenmerken van de Vijftigers terug. Vooral het ontbreken van rijm en metrum is hier duidelijk. Campert onderschreef niet alle kenmerken van de Vijftigers. Bij hem wordt de grammatica nauwelijks ontregeld en zijn beeldspraken zijn vaak minder moeilijk. Hierdoor kregen zijn gedichten een spreektaalachtige stijl: parlando-poëzie. Toch had Campert, in de tijd dat hij debuteerde, kritiek op Criterium, een blad waarin vooral veel parlando-poëzie verscheen. In de proza van Campert vinden we ook enkele kenmerken van de Vijftigers terug. Hij schreef namelijk enkele romans waarin met de taal geëxperimenteerd wordt. Zo vinden we in Het leven is vurrukkulluk de innerlijke monoloog, hoofdstuk 8. In dit boek en ook in Tjeempie! vinden we verder een vreemde spelling van woorden, waardoor woordgrapjes ontstaan. Enkele voorbeelden zijn: Marry-you-Anna, saai-jans-fiction en viesziek plezier. Ook in het laatste hoofdstuk van Het leven is vurrukkulluk wordt er geëxperimenteerd: ‘Als jij kunst zo’n onzin vindt, dan vraag ik me af waarom je in godsnaam schildert.’ ‘Ik schilder niet in godsnaam.’ ‘Kunst is het mooiste dat er is, als je dat maar weet, en als jij kunst zo’n onzin vindt, dan kun je beter ophouden met schilderen.’ ‘Kunst is onzin.’ . . . . . . . ‘Mees! Die meid van Zoon. Ze slaat de hele rotzooi kort en klein. Je moet er iets aan doen. Ze is gevaarlijk!’ ‘Ze heeft toch een man. Laat die er iets aan doen.’ ‘Die is zo dronken dat hij geen stap kan doen. Hij staat er gewoon bij te kijken. Hij merkt het niet eens, geloof ik.’ ‘Laat mij maar’, zei Boelie. ‘Ik ga er wel naar toe.’ . . . . . . . ‘Je zou kunnen zeggen dat de stichting de belangen behartigt.’ ‘Welke belangen?’ ‘De belangen van de stichting.’ De schrijver schetst slechts flarden van de avond. Hierdoor roept hij nog meer de sfeer van een feest op. Dit is een duidelijk kenmerk van de Vijftigers, namelijk door middel van beelden proberen een sfeer op te roepen. In de jaren zestig heeft Campert nog een tijdje tot de poëziestroming neorealisme behoord. Zij schreven teksten die niet te moeilijk waren voor de lezer. Vooral in deze stroming paste zijn centrale thema erg goed. Hij heeft in die tijd ook meegewerkt aan de verschijning van het tijdschrift Barbarber. Vooral in deze periode schreef Campert veel parlando-poëzie. In het werk van Campert zien we dat hij gebruik blijft maken van de techniek van associëren en improviseren. Deze techniek heeft hij waarschijnlijk ontleend aan de jazzmuziek, die hij sinds zijn jeugd adoreert. De sfeer die door alle verschillende associaties wordt opgeroepen is belangrijker dan de inhoud. Het centrale thema in het complete werk van Campert is de tegenstelling tussen het idealistische dromen en de harde realiteit. In zijn eerste gedicht uit de bundel Vogels vliegen toch zien we dit centrale thema duidelijk terugkeren. Credo
ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar de bergen
ik vraag van poëzie niet meer
dan die rivier in kaart te brengen
ik wil geen water uit de rotsen slaan
maar ik wil water naar de rotsen dragen
droge zwarte rots
wordt blauwe waterrots
maar de kranten willen het anders
willen droog en zwart van koppen staan
werpen dammen op en dwingen
rechtsomkeert
In de eerste en tweede strofe vinden we de dromen van de idealist. In de derde strofe wordt echter duidelijk dat er aan de harde realiteit niet te ontsnappen valt. In zijn prozawerk zijn ook talloze voorbeelden te vinden: De twee karakters, Mees en Boelie, in Het leven is vurrukkulluk, zijn beiden ook idealistische dromers. (Dit wordt verder uitgelegd in de bespreking van het boek.) De stijl van Campert is in zijn poëzie en proza hetzelfde. Zijn makkelijke woordkeus en toegankelijke gedichten zijn goed te vergelijken met zijn boeken waarin hij vaak erg luchtig en ironisch een tijdsbeeld of situaties beschrijft. In zijn poëzie vinden we nog wel eens engagement, (Een mooi voorbeeld is het gedicht Iemand stelt de vraag uit de bundel Betere tijden.) in zijn proza ontbreekt dit echter. Wel neemt hij in zijn proza vaak mensen of nieuwe verschijnselen op de korrel. Voorbeelden hiervan zijn de moderne schrijvers in Tjeempie! en het imiteren van een soort soap in De Harm en Miepje Kurk story. Boekverslag 1: Het leven is vurrukkulluk Samenvatting
Op een zondagmorgen ontmoet de musicus Mees samen met zijn vriend, de dichter Boelie, het meisje Panda. Snel blijkt dat Panda en Mees zich tot elkaar aangetrokken voelen, want ze lopen hand in hand door het park. Na een tijdje passeren ze een oude man, Kees, die hen volgt. Als ze op een terras gaan zitten komt Kees er ook bijzitten. Panda gaat dan naar de retirade, waar ze een gesprek voert met Rosa, de toiletjuffrouw. Als ze ruzie krijgen gaat Panda weg. De drie jongeren vertrekken weer en Kees blijft hen volgen. Plotseling overvallen ze hem en vinden tweehonderd gulden in zijn schoen. Daarna gaan ze naar Mees’ huis, aan de rand van het park. Mees, die graag met Panda naar bed wil, herinnert Boelie aan een afspraak met een journalist, zodoende hem weg te krijgen. Als Boelie vertrekt, duiken Panda en Mees in bed. Boelie is ondertussen weer in het park en wordt geïnterviewd door de journalist, Ernst-Jan. Deze nodigt Boelie daarna uit om met hem mee te gaan naar huis, daar kan hij misschien uitvinden of de vrouw van Ernst-Jan een minnaar heeft. Inmiddels liggen Mees en Panda in bed na te praten. Mees denkt daarna aan een oude vriendin, Steffie, maar realiseert zich dat dit allemaal verleden tijd is. Steffie is namelijk al getrouwd en woont in Mexico. Hierna vertelt Panda over haar minnaars, die ze voornamelijk in het park ontmoet. Kees, die weer is bijgekomen, wordt hulp aan geboden door Tjeerd. De grijsaard wil deze hulp eerst niet accepteren, maar bedenkt zich. Hierna verliest hij weer het bewustzijn. Etta, de vrouw van de journalist, zit op dit moment in de tuin en heeft er spijt van dat ze ooit met hem is getrouwd, zij leidt liever een geordend leven. Tjeerd en Kees, die weer is bijgekomen, gaan hierna nar de retirade, waar ze Rosa, de oudtante van Tjeerd, ontmoeten. Kees en Rosa blijken elkaar van vroeger te kennen en Tjeerd voelt zich daardoor al snel overbodig. Wanneer Boelie en Ernst-Jan aan zijn gekomen bij Ernst-Jans huis, gaat deze naar een radioverslag luisteren. Boelie zoekt Etta op in de tuin en zij herinnert zich een feest waarbij Boelie haar had versierd. Mees wordt thuis weer wakker en ziet Panda in een paar tijdschriften bladeren, ze besluiten om van de tweehonderd gulden een feest te geven en gaan dan naar Jens, de drankhandelaar. Jens probeert Panda te versieren, maar hier steekt Mees een stokje voor. Boelie en Etta zijn ondertussen naar het huis van de buren gegaan. Hier blijkt dat Etta jaloers is op het geordende leven van de buren. In de slaapkamer willen ze daarna met elkaar naar bed, maar plotseling komen de buren weer thuis. Met een smoes over het gas, komen ze gelukkig zonder problemen weg. Tjeerd loopt nog steeds alleen over straat als hij feestgedruis en muziek hoort. Dit feest is natuurlijk bij Mees en er zijn veel vrolijke mensen. Er wordt vooral veel jazz gedraaid. Boelie probeert Etta weer te versieren, maar als hij haar eindelijk in bed heeft valt ze in slaap. Panda heeft het minder naar haar zin, Jens brengt haar naar huis. Tot slot springt er een jongeman met een paraplu van de bovenste verdieping. Als Mees dit ziet voelt hij zich intens gelukkig. Personages
Mees, een musicus van midden twintig, ontmoet samen met zijn maatje Boelie, een dichter, het meisje Panda. Panda is een meisje dat zich altijd vrij voelt, en trekt zich weinig van mensen aan. Dit blijkt ook wanneer ze zonder enige aarzeling 200 gulden pakt. Vooral op seksueel gebied is ze erg bereidwillig. Ze houdt echter geen rekening met anderen, na haar vrijpartij met Mees is zij degene die er al snel de brui aangeeft. Mees wil net als Panda ongebonden leven, maar bij hem blijkt dat hij toch niet werkelijk doet wat hij denkt en voelt. In hoofdstuk 7 denkt hij tijdens de vrijpartij dat hij zich erg gelukkig voelt, maar in hoofdstuk 8 komen we door een innerlijke monoloog te weten dat er ook tijden waren waarin hij niet ongebonden leefde. Hij kan het dan ook niet verkroppen als Panda na de vrijpartij snel weer weg wil. Boelie is een verlegen en melancholieke jongeman. Hij heeft niet de praatjes die Mees heeft, maar hij probeert toch Etta, de vrouw van journalist Ernst-Jan, te versieren. Het is echter typerend voor de persoon Boelie dat zij in slaapt valt wanneer Boelie haar eindelijk in bed heeft. Etta staat het verst van het ideaalbeeld van de zorgeloze levensgenieter af. Ze is getrouwd met een man die vrij wil leven, maar zij verlangt er erg naar om burgerlijk in een net huis te wonen. Dit blijkt vooral wanneer ze met Boelie door het huis van de buren wandelt, ze vertelt hem dan dat ze verlangt naar veiligheid en geborgenheid. Verder vinden we in het boek de personages Kees en Rosa, zij komen beiden uit het boek Kees de jongen. In dit boek brengt hij de personen op oudere leeftijd bij elkaar. In een interview vertelde hij dat hij dit een prachtig boek vond. Als blijk van waardering heeft hij deze personen daarom verenigd in zijn eigen boek. Thematiek

Het leven is vurrukkulluk beschrijft het artistieke milieu en het jeugdgevoel in Amsterdam. Campert neemt het in zijn boek op voor de idealistische dromer. Dit blijkt omdat hij Mees en Boelie sympathieke figuren maakt, in tegenstelling tot de misschien wel meer realistische maar niet sympathieke Tjeerd. Hoewel Campert het opneemt voor de idealistische dromer, slaagt geen van die dromers erin zijn droom te realiseren. Het hoofdthema is daarom het verschil tussen het idealistische dromen en de harde realiteit. Aan de oppervlakte lijkt het leven misschien wel vurrukkulluk, dit blijkt echter gewoon een idealistische droom. Panda is de meest idealistische figuur, haar tegenpool is Etta, die geheel volgens alle normen en waarden wil leven. Ook Boelie en Mees blijken beiden niet in staat hun droom te realiseren. Mees kan toch niet zo vrij leven als hij denkt te kunnen en Boelie heeft zich eigenlijk al neergelegd bij het feit dat zijn leven niet erg opwindend is. Boelie en Etta zijn de tobbers, Mees en Panda zijn degenen die het nog proberen, Mees realiseert zich echter dat hij dit toch niet aankan. Het motto van het boek, ontleend aan Martinus Nijhoff, sluit goed bij dit thema aan: Zij zingen, nijgen naar elkaar en kussen, Geenszins om liefde, maar om de sublieme
Momenten en het sentiment daartussen. Enkele motieven zijn: jazz, vrijheid, liefde en seksualiteit. Structuur
Aan het begin van het verhaal volgen we Mees, Boelie en Panda. Wanneer zij de grijsaard ontmoeten ontstaan er drie verhaallijnen: Mees en Panda, Boelie die Etta ontmoet bij de journalist en de grijsaard die zijn Rosa terugvindt. Het vertelperspectief is de auctoriale verteller. In sommige hoofdstukken volgen we echter slechts één persoon, de vertelwijze wordt dan personaal. In de hoofdstukken 7, 8 en 9 is er weer een ander perspectief, namelijk het ik-perspectief. Ruimte
Deze roman speelt zich af in en rond het Vondelpark in Amsterdam. Aan het eind van de dag wordt er een feest gehouden bij Mees thuis. Deze plaatsen staan voor vrijheid, het huis van de buren, waar Boelie en Etta naar binnen gaan, staat juist voor de alledaagse realiteit. Campert heeft niet zomaar voor het Vondelpark als toneel gekozen. In de periode dat hij dit boek schreef, woonde hij daar niet ver vandaan. Boekverslag 2: Tjeempie! of Liesje in Luiletterland Samenvatting
Elizabeth van Zuylen, ook wel Liesje genoemd, heeft voor de paasvakantie als taak gekregen om moderne schrijvers te interviewen. Haar moeder vindt dit maar niks, moderne schrijvers houden zich alleen maar bezig met seks. Vooral het Roofdier schijnt een seksbeest te zijn. Liesje weet echter niet wat seks is. Haar schoolvriendje Patrick weet ook niet wat seks is. Ondertussen gaan ze wel even naar het schuurtje, waar ze niet van elkaar af kunnen blijven. Ook Patricks vader is tegen de taak van zijn zoon, die parlementsleden moet bezoeken. Volgens hem is het op Het Binnenhof een grote corrupte bende. Liesje besluit naar Amsterdam te gaan en ontmoet in de trein Cees Bakels, die beweert een moderne schrijver te zijn. Wanneer Cees naar het toilet gaat om een stickie te roken, gaat Liesje met hem mee. Ze is zo geobsedeerd door zijn strakzittende jeans dat ze zijn geslachtsdeel in haar mond neemt om het te ‘controleren op echtheid’. Hierna vraagt ze Cees wat seks is. Volgens Cees is het lichamelijke interactie. In Amsterdam krijgt ze bij de inlichtingendienst het adres van de ‘best gekapte schrijver van Nederland’. Ze gaat op zoek naar dit adres. Ondertussen zit het Roofdier in een café, zijn helicopter staat buiten. Er komt een agent binnen die vraagt van wie de helicopter is. Als hij het Roofdier ziet verontschuldigt hij zich. Hierna vertrekt het Roofdier. Wanneer hij opstijgt, stapt Liesje precies uit de tram. Liesje moet bij de best gekapte schrijver wachten op haar beurt. Als ze aan de beurt is mag ze zich uitkleden. In de behandelkamer gaat ze met de schrijver naar bed. Wanneer ze hem vraagt wat seks is hangt hij een verhaal op over het vullen van het Niet-Zijn met het Zijn, waardoor uiteindelijk het Wel-Zijn ontstaat. Liesje komt buiten in een grote menigte terecht. Er zijn drie groepen aan het demonstreren. De eerste groep verkondigt de komst van Klaas. De tweede groep is tegen Klaas en voor revolutie. De derde groep propageert voor de ‘lufsien’. Liesje wordt dan weggebracht door een man, die haar vertelt dat hij verliefd op haar is. Ze wordt afgezet voor het ‘lufsenter’. Volgens hem is seks iets wat twee mensen in bed of elders met elkaar doen. James, de huisknecht bij Liesje thuis, is inmiddels door mevrouw Van Zuylen achter Liesje aangestuurd. In de trein valt hij met zijn witte aanplakbaard in slaap. Hierna wordt hij wakkergemaakt door mensen van de televisie, die hem een biertje in z’n hand stoppen en hem vragen iets te zeggen. In Amsterdam wordt James voor Klaas aangezien. Liesje maakt inmiddels samen met Pim en Mien van het ‘lufsenter’ een ‘kosmiese trip’. Ze loopt weg bij Pim en Mien en valt ergens buiten in slaap. Het Roofdier is ondertussen geland in de tuin van de familie Van Zuylen. Voor de voeten van Liesjes moeder zakt hij in elkaar. Liesje is weer bijgekomen en gaat op zoek naar mensen. Ze vindt een boerderij, huize Walgra, en gluurt naar binnen. Hier ziet ze Patrick, vastgebonden aan een paal, en een man die zijn geslachtsdeel kneedt en ondertussen jenever drinkt. Ze klopt aan en Patrick mag met haar mee. Hij had gehoopt een parlementslid te vinden, maar het huis was alleen maar naar de politicus Walgra vernoemd. Seks is volgens de bewoner alleen maar treurigheid. Na de paasvakantie woont het Roofdier bij de familie Van Zuylen. James is weg, hij zit nog steeds in Amsterdam. Wanneer Liesje aan het Roofdier vraagt wat seks is, antwoordt hij: “Vraag dat maar aan je moeder.” Personages
Liesje is een 15-jarig meisje dat voor de vakantie een taak krijgt. Ze is erg impulsief en staat voor alles open. Zo maakt ze bijvoorbeeld een trip nadat ze in Amsterdam bij de verkeerde personen is beland. Ze heeft ook helemaal geen problemen met seks, gezien de seksuele handelingen die ze achtereenvolgens bij Patrick, Cees Bakels en de ‘best gekapte schrijver van Nederland’ verricht. Cees Bakels stelt de moderne schrijver Jan Wolkers voor. Hij is een blowende figuur die niet zoveel om oude dichters geeft en alleen uitlegt verstrekt over het moderne dichten. Het Roofdier stelt de schrijver Jan Cremer voor. Hij is een ruige figuur die graag pronkt met macht en geld. Achter zijn ruige persoonlijkheid gaat echter een klein hartje schuil. Dit blijkt wanneer hij op het eind bij mevrouw Van Zuylen intrekt. Zij is de moeder van Liesje en is in het begin anti-seks, van het Roofdier wil ze daarom ook helemaal niets weten. Later verandert ze en gaat zelfs met hem samenwonen. ‘De best gekapte schrijver van Nederland’ is een parodie op de schrijver Mulisch. Deze moderne schrijver wordt door mensen zo bewonderd dat hij zelfs een wachtkamer nodig heeft voor zijn bezoekers. Campert komt zelf ook nog in het boek naar voren als de man die Liesje een lift aanbiedt en daarna bekent dat hij verliefd op haar is. Hij maakt echter geen gebruik van haar impulsiviteit zoals ‘de best gekapte schrijver’ dit doet. Ook Gerard Reve wordt in dit boek voorgesteld door een persoon. Dit is de man in het huis die jenever drinkt uit een waterglas en homoseksueel is. Hij spreekt Bijbelse taal. Patrick is een schoolvriendje van Liesje en is net zo impulsief als zij. Thematiek
Liesje is een erg onschuldig meisje dat zich begeeft in de moderne wereld van Amsterdam. Ze kan alle dingen die ze meemaakt echter niet lichamelijk en geestelijk bevatten. Zo gaat ze met mensen, vooral schrijvers, naar bed zonder dit bewust te beleven. Het motto van het boek luidt: sex is far too important to be left merely to writers

Volgens Liesjes moeder zijn schrijvers seksistische figuren. Liesje is degene die daarna, naief als ze is, met ze in bed duikt. Enkele motieven zijn: liefde en seksualiteit, moderne schrijvers, nieuwsgierigheid en naïviteit
Structuur
In het boek vinden we drie verhaallijnen: we volgen Liesje, het Roofdier en James de huisknecht. De verhaallijn met Liesje is in dit verband het belangrijkst, die met James is dit niet. Doordat we steeds een andere persoon volgen is er een personaal perspectief. Het verhaal is niet helemaal chronologisch, want er zijn enkele flashbacks. Ruimte
Liesje woont in Wassenaar en dit deel van Den Haag staat model voor een vertrouwde omgeving. Wanneer Liesje in de trein zit en Cees ontmoet gedraagt ze zich anders dan in Wassenaar. Ze verricht dan ook meteen een seksuele handeling. In Amsterdam gaan helemaal de remmen los en gaat ze met een schrijver naar bed, ook beleeft ze hier een trip. Amsterdam wordt hier dus voorgesteld als de plaats waar alles mogelijk is en niemand remmingen kent. Boekverslag 3: De Harm en Miepje Kurk story Samenvatting
In het allereerste hoofdstuk, wanneer Romke erg burgerlijk door de stad wandelt met zijn nieuwe vriendin Knollie, ontmoet hij Froukeline, een vrouw die hij eerder zwanger heeft gemaakt. Hierna wordt verteld wat er daar voorafgaand gebeurde: Romke Terkamp, een schrijver, heeft net zijn relatie verbroken. Hij besluit dat hij nooit meer iets met vrouwen te maken wil hebben, behalve het lichamelijke genot dat hij eraan beleeft. Bij een eerste afspraakje in het hotel waar hij voorlopig verblijft, gaat het al fout. Hierna ontmoet hij Harm Kurk, een oude vriend, en zijn vrouw Miepje. Harm nodigt hem uit om te blijven logeren. Romke accepteert dit voorstel, hij weet echter al dat hij smoorverliefd is op de mooie Miepje. Hoewel Romke en Miepje zich erg tot elkaar aangetrokken voelen gebeurt er weinig tussen hen. Dit verandert als Romke zijn nieuwe woning betrekt, nu kan hij wel stiekem een relatie met Miepje onderhouden. Harm vermoedt niks, maar verkeert in een slechte toestand, hij heeft het namelijk alleen nog over de dood. Romke adviseert hem dan om met Trudy Vampirosa, een filmster, naar bed te gaan. Miepje wordt boos op Romke als hij het plan voorstelt. Als waarschuwing slaat ze ook nog Harm twee blauwe ogen. Wonderbaarlijk genoeg is zijn fobie voor de dood hierdoor wel verdwenen. Hij vermoedt echter dat zijn vrouw hem bedriegt. Harm vraagt Romke Miepje te volgen, ten einde te controleren of zij na afloop van de dag de waarheid spreekt. Romke en Miepje maken hierover natuurlijk duidelijke afspraken. Het wordt echter hachelijk als Harm zijn vrouw zelf thuis bij Romke aantreft. Gelukkig weten ze met een smoes over Romkes sexuele voorkeur te ontkomen. Miepje blijkt echter een week later spoorloos. Miepje woont nu bij een vroegere vriendin, met wie ze een geheime relatie heeft aangeknoopt. Romke zoekt dan troost bij een vroegere vriend, Willem Ananas, en Harm knoopt een relatie aan met Trudy Vampirosa. Nadat Romke thuiskomt staat plotseling Miepjes vriendin, Froukeline Scharnier, voor de deur. Ze wil dat Romke zijn zaad geeft voor een kind. Romke gaat met tegenzin met haar naar bed, ze chanteert hem namelijk met zijn geheime relatie met Miepje. Tijdens de daad belt Harm plotseling op met de mededeling dat Miepje bij hem terug is. Op dat moment heeft Romke net Froukeline zwanger gemaakt. Personages
Romke Terkamp, anagram van Remko Kampert, is schrijver van beroep. Hij is en levensgenieter en versierder, en heeft zichzelf voorgenomen om nooit meer verliefd te worden. Als hij echter Miepje, de vrouw van zijn oude vriend Harm ontmoet is het ‘sex op het eerste gezicht’. Harm was getrouwd, gescheiden en nu weer getrouwd met Miepje. Miepje is een vrouw die midden in de wereld staat en begint dan ook al snel een relatie met Romke. Ze blijkt ook nog biseksueel: ze gaat na Romke naar een oude vriendin en keert hierna weer terug bij Harm. Harm gedraagt zich erg vreemd als hij Miepje ervan verdenkt vreemd te gaan. Hij heeft het dan voortdurend over de dood. Als hij door haar geslagen wordt, doet hij plotseling weer normaal. Nadat Miepje bij hem weggaat begint hij een relatie met Trudy Vampirosa, een filmster. Aan het eind keert Miepje weer bij hem terug. Thematiek
Alle personages die in dit boek voorkomen, ontkomen niet aan de sleur van het dagelijks leven. Romke wil graag zonder vrouw leven, maar wel seksueel actief blijven. Dit lukt hem een beetje met Miepje, maar aan het begin van het boek, wanneer hij terugblikt, blijkt dat hij zelf ook burgerlijk met zijn nieuwe vrouw door het park wandelt. Ook Harm en Miepje ontkomen niet aan de sleur, en nadat beiden andere relaties hebben gehad, keren ze weer bij elkaar terug. Campert maakt met deze roman de goedkope televisiesoaps etc. belachelijk. Dit wordt ook aangegeven in de titel door middel van het woordje story. Hij geeft met deze roman een luchtig beeld van de maatschappij. Enkele motieven zijn: overspel en relaties, vrijheid, seksualiteit en feminisme. Structuur

Aan het begin van het boek ontmoet Romke een vrouw die hij zwanger heeft gemaakt. Hierna krijgt de lezer te horen wat er daarvoor is gebeurd. Het verhaal wordt beleefd door de ogen van de ik-figuur, Romke. De vertelsituatie is dus het ik-perspectief. Dit verandert een enkele keer bij de beleving van een droom en wanneer hij zich rechtsreeks tot de lezer wendt. (blz 29, 54 en 84.) Ruimte
Romke woont in Amsterdam in zijn eigen vrijgezellenflatje. Verder speelt het verhaal zich af in het huis van de familie Kurk. Amsterdam wordt hierbij afgeschilderd als een plaats waar voor niemand iets verborgen blijft. Romke vertrekt ook nog naar Willem Ananas in Frankrijk. Vergelijking van de besproken boeken Vaak komen er in romans die door één schrijver zijn geschreven dezelfde thema’s en motieven naar voren. Ook zijn er overeenkomsten aan te tonen tussen de hoofdpersonen. Om te bekijken of dit bij Campert het geval is heb ik de boeken met elkaar vergeleken. In Het leven is vurrukkulluk en in De Harm en Miepje Kurk story zien we zijn centrale thema terugkeren, namelijk het streven naar idealisme. In Het leven is vurrukkulluk lukt het Mees, Boelie en Etta niet hun droombeeld te realiseren. In De Harm en Miepje Kurk story lukt dit Romke, Harm en Miepje ook niet. In alledrie de besproken romans zien we verder veel overeenkomsten in de motieven. In elk boek speelt liefde en seksualiteit een grote rol. Ik heb verder geprobeerd om enkele personen met elkaar te vergelijken. Mees, uit Het leven is vurrukkulluk, vertoont veel overeenkomsten met Romke, uit De Harm en Miepje Kurk story: beiden zijn namelijk op zoek naar seksualiteit. Tussen andere personen heb ik weinig overeenkomsten kunnen vinden. Amsterdam komt in alle boeken naar voren als (een deel van het) decor. In Het leven is vurrukkulluk speelt het grootste gedeelte zich af in het park en Amsterdam is de plaats die staat voor vrijheid. Ook in Tjeempie! is dit het geval: wanneer Liesje in Amsterdam komt gaat ze met vreemde mensen naar bed en ondergaat ze een trip. In De Harm en Miepje Kurk story stelt Amsterdam echter een plaats voor waar iedereen over elkaar praat en waar geen enkele relatie geheim kan blijven. In de structuur van de boeken heb ik weinig overeenkomsten kunnen ontdekken. Het vertelperspectief is in iedere roman anders. Ook de vertelde tijd is in alle boeken verschillend: in Het leven is vurrukkulluk is de vertelde tijd slechts één dag, in Tjeempie! één week en in De Harm en Miepje Kurk story wordt een nog langere periode beschreven. Alle boeken hebben een luchtige en ironische stijl. In Het leven is vurrukkulluk en in Tjeempie! vinden we verder veel overeenkomsten in woordgrapjes: bijvoorbeeld het woord vurrukkulluk in de titel en Kampurt als auteur van Tjeempie! Met zijn ironie maakt hij in Tjeempie! de moderne schrijvers belachelijk, in De Harm en Miepje Kurk story worden juist goedkope televisiesoaps belachelijk gemaakt. We kunnen in deze drie boeken goed de ontwikkeling van Campert als schrijver zien. In de eerste roman die ik heb besproken zaten nog veel experimentele elementen. In deze periode was Campert nog gematigd experimenteel, hierna verdwenen deze elementen uit zijn proza en daarom vinden we in zijn recentere werk ook minder experimentele elementen terug. Nabeschouwing
Het schrijven van deze scriptie is voor mij erg leerzaam geweest. Ik denk dat ik in het vervolg bij maken van werkstukken en verslagen beter georganiseerd te werk kan gaan. Ook vond ik het leuk om eens meerdere werken van dezelfde schrijver te lezen. Het leven is vurrukkulluk vond ik vooral een leuk boek door de stijl en de inhoud. Ik kon mij goed inleven in de hoofdpersonen en daardoor heb ik een goede indruk gekregen over het leven van jonge mensen in Amsterdam in de jaren zestig. Verder vond ik de opbouw van het boek erg goed, er worden namelijk drie verhaallijnen geweven die uiteindelijk allemaal samenkomen in het laatste hoofdstuk. Het grappigste boek dat ik heb gelezen vond ik Tjeempie!. Ook in dit boek vond ik de stijl erg goed. Het verhaal zat boordevol met hyperbolen: bijvoorbeeld de strenge meester die SM-methoden gebruikte wanneer leerlingen op bezoek kwamen. Verder vond ik het leuk om uit te vinden welke hoofdpersonen een moderne schrijver voorstelden. Van Mulisch en Cremer wist ik dit al, van Wolkers en Reve echter nog niet. De Harm en Miepje Kurk story is de meest realistische roman die ik heb besproken. In dit boek vond ik de structuur erg goed. In het eerste hoofdstuk word je namelijk voor een raadsel gesteld waardoor je pas op het laatst begrijpt hoe alles in elkaar steekt. In dit boek vond ik de persoon Romke het meest interessant. In het tweede hoofdstuk heeft hij de liefdesrelaties met vrouwen afgezworen en dan wordt door middel van vele hyperbolen aan je duidelijk gemaakt dat deze persoon nu alleen nog aan seksrelaties doet. Hij zwicht echter weer snel voor de charmes van Miepje. Over het algemeen heb ik veel plezier beleefd aan het lezen van de boeken. Normaal gesproken vind ik het moeilijk om te beginnen met het lezen van een roman. Bij deze romans was ik echter na de eerste bladzijde geboeid. Hierdoor was het maken van de scriptie iets waar ik niet met tegenzin tegenop keek. Ik hoop dat alle lezers met plezier en aandacht deze scriptie hebben gelezen. Literatuurlijst Primaire literatuur: Het leven is vurrukkulluk
Remco Campert
De Bezige Bij, Amsterdam
1e druk 1961
Tjeempie! of Liesje in Luiletterland
Remco Campert
De Bezige Bij, Amsterdam
1e druk 1968
De Harm en Miepje Kurk story
Remco Campert
De Bezige Bij, Amsterdam
1e druk 1983
Alle bundels gedichten
Remco Campert
De Bezige Bij
1e druk 1976
Secundaire literatuur
Het komplot der Vijftigers
R. L. K. Fokkema
Amsterdam
1979
Analyse van Remco Campert, het leven is vurrukkulluk
Ruud A. J. Kraaijeveld
Laren

1992
Het leven is vurrukkulluk, in Lexicon van Literaire werken
Koos Hageraats
Groningen
1989
Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945
Koos Hageraats
Alphen aan den Rijn
1987
Veel gugiegel in roman van Remco Campert
Hans van Straten
Het Vrije Volk
16-12-1961
Zeepbellen en bergkristal
Haagse Post
25-6-1983
Uit het tijdschrift Dossier, dat ik bij het bestellen van de lijsters heb ontvangen, heb ik enkele betrouwbare internetadressen gebruikt. http://www.schrijversnet.nl
http://www.letteren.nl
Via dit laatste adres heb ik ook enkele recensies op het internet bekeken. Hierover heb ik echter geen exacte informatie. Verder heb ik geprobeerd de besproken romans in uittrekselboekjes te vinden. Helaas heb ik over deze boekjes ook geen gegevens.

REACTIES

J.

J.

Wat is de vertelsituatie van het boek?

22 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.