Dyslexie

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 4e klas havo | 850 woorden
  • 24 juni 2001
  • 123 keer beoordeeld
Cijfer 6
123 keer beoordeeld

Inleiding Ik heb deze keuzemodule gekozen omdat ik Duits studeer en ik denk dat je als docent in een moderne vreemde taal toch wel iets van dit onderwerp af moet weten. Dat je bijvoorbeeld weet wat de kenmerken van dyslexie zijn en hoe je er rekening mee kunt houden. Zelf heb ik altijd behoorlijk wat moeilijkheden met de vreemde talen gehad, dit werd door de docenten niet altijd even goed begrepen, ik wil niet dat ik ook zo als die docenten wordt, dat ze zo zijn heeft, denk ik, ook met onwetendheid te maken. Wat is dyslexie? Dyslexie is woordblindheid. Iemand die dyslectisch is: haalt letters en woorden door elkaar; de klank (foneem) – teken (grafeem) koppeling is onvoldoende; het kan voorkomen dat woorden wel herkend worden, maar dat er iets anders gelezen wordt (bv. wagen en auto); heeft problemen met de snelheid van lezen; heeft problemen met begrijpend lezen (bij grote lappen tekst het overzicht kwijt raken) en met zijn/haar concentratie (bij dyslexie bv. Op lezen en schrijven). Een dyslectisch iemand hoeft niet van alle dingen last te hebben. De basale automatische taalverwerving is nooit automatisch geworden, het blijft een aandacht vragende activiteit (het kost meer hersenactiviteit (dat is een biologisch gegeven) dan bij een niet-dyslectisch iemand). Woordjes worden als een geheel (als beeldjes) opgeslagen, ze hebben dan ook een sterk visueel geheugen. Uit het hoofd leren van tafels is ook een geautomatiseerd proces. Handeling -> als ze het eenmaal kunnen, geen punt

Cognitieve -> blijft zwak
Ze slaan dingen op een andere manier op (niet vanaf papier, lezen met tentamens). Volgens prof. Bakker werken de hersenhelften werken niet samen, dat idee is misschien een beetje ouderwets, maar de oplossingen werken wel, dus niet het hele verhaal, maar een deeltje. Houden dyslexie en intellegentie verband met elkaar? Dyslexie heeft geen verband met de intelligentie van een persoon, ook iemand die erg intelligent is kan dyslectisch zijn. Dyslexie is waarschijnlijk erfelijk (hier wordt nog onderzoek naar gedaan), of het sexe-gerelateerd is is nog maar de vraag, waarschijnlijk wel, maar sommige mensen beweren weer van niet. Wat wel vast staat is dat er een relatie bestaat met ADHD, 40% van de dyslectici heeft ook ADHD en omgekeerd, dit wordt co-morbiditeit genoemd. De hoogte van je IQ voorspeld je schoolsucces, niet je maatschappelijke succes, daarbij spelen meer dingen een rol (meervoudige intelligentie). Uitvalmomenten in het onderwijs Het eerste uitvalsmoment in het primair onderwijs is eind groep 3, begin groep 4. In het voortgezet onderwijs zijn uitvalmomenten vooral de brugklas (i.v.m MVT à lappen tekst), door middel van het brugklasdictee wordt 80% van de leerlingen met dyslexie er uit gehaald. Een ander uitvalmoment is vlak voor het examen, hierbij speelt ook het feit dat als de spanning toe neemt de verschijnselen van dyslexie ook toenemen een rol. En tot slotte uitvalmomenten in het hoger onderwijs (hbo + wo): het eerste jaar, studenten met dyslexie komen, meer dan studenten zonder dyslexie, in tijdnood, één van de redenen hiervan is het moeten lezen van grote lappen tekst met veel vakjargon. Ook met het schrijven tijdens tentamens komen deze studenten vaak in tijdnood. Het derde jaar is een ander uitvalmoment, de structurering van het eerste en tweede jaar valt dan weg, docenten sturen de studenten niet zoveel meer en er is veel stage). Ook vlak voor de eindscriptie vallen een aantal studenten nog uit.
De valkuilen van taal: Taal is een historisch gegroeid systeem (grammatica is descriptief à niet logisch), maar kinderen met dyslexie benaderen taal als of het een logisch systeem is. Hoe maak je taal inzichtelijk voor kinderen met dyslexie? Voornamelijk door overzicht te creëren; eerst een overzicht, dan de details. Aanpak van dyslexie: Voorzieningen in de klas: voor visueel gerichte kinderen kunnen veel plaatjes en veel beeld materiaal een uitkomst bieden. Kinderen die last hebben van dysgrafie (handschrift) kun je op de computer laten schrijven. Voor het voortgezet onderwijs zijn de computer, boeken op cassette’s en flexibele leerwegen en toetsvormen belangrijke voorzieningen. Organisatie: Aan dyslectische leerlingen moet een uitgebreide instructie worden gegeven; eerst dit en dan dat. Na de instructie moet je even checken of het helemaal is opgepakt. Aanpak: Adaptief onderwijs. In de school moet er één aanspreekpunt zijn voor leerlingen met dyslexie, bijvoorbeeld een internbegeleider (IB-er), die een leerlingvolgsysteem bij kan houden. Als een leerling naar een remedial teacher (RT-er) gaat, moet er steeds naar de resultaten na 6 weken gekeken worden, is een methode dan nog niet aangeslagen, dan mag er aangenomen worden dat deze methode niet helpt en moet er dus naar een andere methode gezocht worden. Buiten de school zijn o.a. de RT-er, de orthopedagoog en de logopediste personen waar een leerling met dyslexie naar doorverwezen kan worden. Een contactpersoon dyslexie is vooral in het voortgezet onderwijs erg belangrijk, omdat er dan zoveel verschillende docenten zijn, leerlingen moeten dan steeds opnieuw uitleggen dat ze dyslexie hebben; als een docent eindelijk weet hoe een leerling iets wel kan doen, dan krijgt de leerling weer een andere docent en begint alles weer opnieuw, een contactpersoon dyslexie kan alles bijhouden. En het is ook handig een vast aanspreekpunt voor leerlingen en ouders te hebben.

REACTIES

M.

M.

Ik vind het een heel interessant werkstuk.
Goed te begrijpen en te lezen.

23 jaar geleden

B.

B.

Dysgrafie is niet gelijk aan 'handschrift', zoals hier te lezen is.
Kinderen met dysgrafie zijn tot op heden nog niet aangetoond.
Kinderen die, om tal van redenen, niet goed schrijven hebben niet allemaal last van één soort virus, het dysgrafievirus. Ook is er niet sprake vanv een neurologische stoornis.
Het 'dan maar typen' is geen oplossing. Iedereen is in staat goed te leren schrijven, maar de omstandigheden waaronder dit geleerd wordt verschillen sterk en maken het niet mogelijk om er via één begrip een sluitende uitspraak over te doen.

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.