Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Bijbelexegese Johannes 3

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 4e klas havo | 2989 woorden
  • 14 april 2008
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
8 keer beoordeeld

Bijbelexegese Johannes 3

Verkenning
De schrijver van het Bijbelboek:
Johannes: De apostel Johannes was de zoon van Zebedeüs en een broer van Jakobus, die eveneens apostel was. Hij en zijn broer Jacobus waren allebei Gallilese vissers die door Jezus geroepen werden. Johannes was de discipel die tot de binnenste kring behoorde, dichtbij Jezus. Hij was de geliefde discipel. De discipel die bij het laatste avondmaal tegen Jezus aan leunde. Ook stond hij trouw aan het kruis bij Jezus toen deze stierf. Hij was de discipel die door Jezus toevertrouwd werd aan Maria als zoon. Bij het graf was hij de eerste die geloofde in Jezus' opstanding. Aan de oever van het meer van Gallilea herkende hij als eerste van de discipelen Jezus. Johannes is in de loop van zijn leven naar Efeze zijn vertrokken. Johannes is als enige apostel een natuurlijke dood gestorven.
Datering:

Volgens de traditionele opvatting kan het Johannes Evangelie geschreven zijn de in jaren 90 van de eerste eeuw. De joden werden in die tijd vervolgd en Johannes en Maria zijn toen naar Efeze gevlucht.
Bestemming van het Bijbelboek:
Het Johannes Evangelie is geschreven in Efeze. In de Johannesbasiliek in Efeze zou hij begraven zijn en aan de andere kant van Efeze zou het huis zijn waar hij en Maria gewoond hebben.
Aanleiding tot het schrijven:
De Farizeërs in die tijd dachten en vertelden de mensen dat Jezus niet de Messias was en loog. En omdat de veel mensen de Farizieërs geloofden waren er maar weinig mensen die Jezus geloofden.

Doel van het schrijven:
Het doel van Johannes is om een portret te maken van Jezus op basis van de woorden en daden van Jezus die hij zelf heeft meegemaakt en die anderen hebben meegemaakt. En, zoals Johannes vaker doet, wil hij de mensen laten zien waarin Jezus vraagt de mensen vraagt te geloven.
Andere weetjes:
- De schrijfstijl van Johannes is geïnspireerd door Jezus zelf.
- In de eerste drie evangeliën is de eerste indruk dat Jezus aanvankelijk in Galilea verblijft, waarna Hij voor de viering van het Paasfeest naar Jeruzalem reist en daar sterft. In het evangelie naar Johannes reist Jezus vier maal naar Jeruzalem, waaronder in Johannes 3.
- In sommige gebeurtenissen uit Johannes staat minder duidelijk vermeld waar en wanneer deze plaats vonden en bij andere gebeurtenissen staat juist weer heel duidelijk waar en wanneer dit heeft plaatsgevonden.
- Vooral in het Johannes Evangelie wordt veel gesproken over geloven.


Plaatsbepaling
Korte inhoud van het Johannes Evangelie:
(1) De persoon Jezus wordt beschreven. Een verklaring dat Jezus is het Lam en de Zoon van God. Daarna lees je over de roeping eerste discipelen.
(2) Jezus verricht hier zijn eerste wonder: Hij verandert op de bruiloft te Kana het water in wijn. Hij jaagt de verkopers en wisselaars uit de tempel en dan verteld dat de tempel Zijn lichaam is.
(3) Jezus verteld Nicodemus over de wedergeboorte. En Johannes getuigt van Jezus.
(4) Jezus spreekt met een Samaritaanse vrouw over levend water. En verteld hier ook andere Samaritanen over oogsten. Hij geneest de zoon van de koninklijke hoveling.
(5) Hij geneest een lamme in Betheseda. Hij vertelt over Zijn Vader en Zichzelf.
(6) Hier lees je het verhaal van de wonderbare spijziging: 50 mensen en maar 12 broden en 2 vissen. Jezus die op de zee wandelt. En een paar dagen later verteld over het brood des levens. En de belijdenis van Petrus.
(7) Ongeloof van de broeders van Jezus, omdat Hij weigert met hen naar het loofhuttenfeest te gaan. Ook gaat het over meningsverschillen onder de Joden.
(8) Een vrouw die overspel pleegde kwam bij Hem. Jezus verteld dat Hij Het Licht der Wereld is, ook aan de Farizeërs. Ook bewijst Hij dat de ongelovige Joden zich ten onrechte Abrahams en Gods kinderen waren, en zegt ze kinderen van de duivel zijn, omdat ze alles doen wat ze willen en straft hiermee hun ongeloof.
(9) Ook geneest Hij iemand die blind is geboren door modder op zijn ogen te smeren. Deze blinde gelooft dat dit Jezus is.

(10) De gelijkenis van de Goede Herder die gaat zoeken wanneer Hij één schaapje van Zijn grote kudde mist. De Joden willen Hem stenigen wegens Godslastering, maar Jezus verteld van Zijn goede werken en komt vrij en gaat naar de Jordaan.
(11) In Bethanië gaat Hij naar Lazerus om hem op te wekken. Martha ontvangt Jezus en doet haar beklag, ook over Jezus. De Farizeërs bedenken een plan om Jezus te doden.
(12) Jezus wordt in Bethanië gezalfd door Maria. En Jezus wordt groots onthaald in Jeruzalem. De Grieken vragen zich af wie de Jezus is. De Joden blijven nog steeds verhard over Jezus.
(13) Jezus wast tijdens het avonmaal de voeten van Zijn discipelen, Petrus weigert dit en laat het daarna toe. Judas wordt ontmaskerd door Jezus. En Jezus roept de discipelen op om elkaar lief te hebben.
(14) Jezus troost Zijn discipelen over Zijn komende sterven. Jezus twijfelt of Hij wel wil gaan. Dan komt de Heilige Geest om Hem ‘moed’ in te spreken.
(15) Jezus vergelijkt zich met een wijnstok en Zijn discipelen met de ranken. Hij troost de discipelen tegen de haat van de wereld.
(16) Hij vertelt van het werk van de Heilige Geest en over blijdschap na droefheid. En verteld Zijn discipelen dat Hij de overwinnaar der wereld is.
(17) Jezus als onze hogepriester, bereid zich voor op Zijn lijden en sterven en bidt God of Hij Hem wil helpen bij deze moeilijke tijd.
(18) Jezus word gevangen genomen door het Sanhedrin en staat terecht .Rond diezelfde tijd verloochent Petrus tot driemaal toe Jezus. Jezus wordt naar Pilatus gebracht.
(19) Jezus wordt gegeseld en door Pilatus overgegeven en wordt gekruisigd en begraven.
(20) Hij staat op uit de dood en verschijnt aan Maria Magdalena, aan de tien discipelen en aan Thomas die het eerst niet gelooft totdat hij de littekens ziet.
(21) Dan verschijnt Hij aan de zee van Teberias, Johannes herkent Jezus als eerste. En Hij eet bij Petrus en vraagt driemaal aan hem of Hij van Jezus houdt.


Wat staat er in hoofdstuk 2?
In Johannes 2 is te lezen hoe Jezus op de bruiloft te Kana water in wijn verandert. Zijn eerste wonder. Dit deed Hij omdat Maria, die Hij ook terecht wijst, dit van Hem vroeg toen de wijn op bleek te zijn. De mensen waren heel enthousiast over de wijn en zeiden tegen de hofmeester van de bruidegom dat ze de beste wijn voor het laatst bewaard hadden. Ook lees je hier het verhaal van de tempelreiniging. Tijdens het Pascha gaat Jezus naar de tempel en ziet daar handelaren en wisselaars zitten. Daarop word Jezus boos en gooit de tafels om waar de ze handelaren en wisselaars zitten. Hij zegt hen dat dit niet mag en dat dit huis van Zijn Vader is en dat Hij dit in 3 dagen zou afbreken en opbouwen, dit was echter symbolisch bedoeld: Hij verwees hiermee naar Zijn naderende dood.

Wat staat er in hoofdstuk 4?
In Johannes 4 lezen we het verhaal van de Samaritaanse vrouw. Jezus verliet Judea en was op weg naar Galilea. Tijdens deze reis kwam Hij door Samaria. Hij ging niet, zoals veel Joden in die tijd, om Samaria heen maar ging gewoon door Samaria. Bij een waterput komt Hij een vrouw tegen en krijgt van haar te drinken. Hij weet alles van de vrouw en praat met haar over het ware levende water. Ondertussen kwamen de discipelen naar Hem toe om met Hem te eten. Dan verteld Jezus over de oogst van de werklieden die loon krijgen voor hun oogst en daar hun best voor doen. Twee dagen later reisde Hij door naar Galilea. Toen Hij daar aan kwam zagen de Galileërs Hem en namen Hem mee naar Kana. Daar was een hoveling en die vertelde dat zijn zoon ziek was. En Jezus ging daarheen en genas hem.

Structuur en kernwoorden
De tekst taalkundig uitgelegd
In vers 1 staat 'was' in de verleden tijd, dus dit is allemaal al gebeurd. In vers 2 gaat het over 'niemand' hier worden de Farizeeërs mee bedoeld. In vers 4 gaat het echter weer over het heden 'nu'. In vers 6 ligt de nadruk weer op 'dat' dit is een verwijs woord en verwijst naar 'wat uit de Geest geboren is'. In vers 7 gaat het over 'gijlieden' hier worden de Farizeeërs mee bedoeld. In vers 9 bedoeld Nicodemus met 'deze dingen' wederom geboren worden en uit de Geest geboren worden. In vers 10 is Jezus een beetje verontwaardigd. In vers 11 staat 'Wij' dit duidt dus op meerdere personen: in dit geval Jezus en Johannes zelf. In ver 13 staat 'niemand' dit verwijst naar de Farizeeërs. En in ver 10 staat ook 'namelijk' er komt dus een aankondiging. In vers 14 verwijst 'alzo' naar Mozes en de slang. In vers 15 staat 'maar' dit geeft aan dat er dus nog een eis wordt gesteld. In vers 17 staat 'want' dit geeft een reden aan. In vers 18 verwijst 'die' naar een gelovige.

Herhalingen van woorden of gedachten
In vers 3 t/m 8 spreken Jezus en Nicodemus over opnieuw geboren worden.
Vers 10 en 14 gaan beiden over de verhoging van Jezus.
In ver 15 en 16 wordt herhaald dat de gene die in Hem gelooft niet verloren gaat.
Vers 17 wordt veel gezegd over dat de Zoon van God is gekomen om te redden en niet om te bestraffen.
In ver 19 t/m 21 wordt telkens maar weer herhaald dat het licht van de wereld is gekomen en dat mensen liever hebben dat hun slechte dingen geheim blijven.

Vragen aan de tekst
Vers 1: Wat is een Farizeeër?
Farizeeërs waren mensen die het oude testament hadden bestudeerd en ze wisten uitleg hiervan te geven, een soort theologen dus. Nicodemus was zelfs een lid van het Sanhedrin.


Vers 2: Waarom kwam Nicodemus 's nachts?
Hij was bang dat als hij overdag zou komen en gezien zou worden door de Joden dat hij uit de synagoge gegooid zou worden.

Vers 2: Wie bedoelt Nicodemus hier met 'wij'?
Hij bedoelt hier de Farizeeërs.

Vers 2: Welke 'tekenen' bedoelt hij?
De wonderen die Jezus verrichte en de uitspraken die Hij doet.

Vers 3: Waar antwoordt Jezus dan op?
Op de vraag van Nicodemus hoe je zalig kan worden.

Vers 3: Wat wordt er bedoeld met 'wederom geboren worden'?
Van boven of opnieuw; verlost worden van zonden door de Heilige Geest en een nieuw geestelijk leven krijgen.

Vers 5: Wat is 'geboorte uit water en Geest'?
Niet van zonde gereinigd worden door de kracht van de Heilige Geest zoals uiterlijke onreinheden afgewast worden met water.

Vers 6: Wat betekent 'uit het vlees geboren'?
Dat is dat je door mensen op de wereld bent gezet, lichamelijk, dus een natuurlijk gegeven.


Vers 6: Wat betekent 'uit de Geest geboren'?
Niet door de mens, een geestelijk gegeven. Door de Geest van God.

Vers 8: Wat wordt er bedoeld met dit vers?
De Heilige Geest gaat waarheen Hij wil, en de mensen horen Zijn stem, maar weten niet waar deze stem vandaan komt en waar hij naartoe gaat.

Vers 10: Wat verwijt Jezus Nicodemus hier?
Dat hij, als Farizeeër, niet weet dat de profeten dat al zo vaak hebben gezegd en dat dit nog steeds niet is doorgedrongen bij de mensen.

Vers 11: Over welke 'wij' heeft Jezus het?
Hij heeft het hier over Zichzelf en Johannes.

Vers 11: Wie worden er bedoeld met 'gijlieden'?
De oversten en de Farizeeërs.

Vers 13: Wat bedoeld Jezus hier met 'niemand is opgevaren'?
Dat het bij niemand, met enige kennis van de Bijbel, is doorgedrongen dat Jezus nu op aarde is.

Vers 14: Wat wordt hier bedoeld met 'verhoogd worden'?
Zijn kruisiging, dit heeft Hij immers zelf gezegd.

Vers 15: Wat betekent 'verderve' hier?
Verloren gaan -> Niet naar de Hemel gaan.


Vers 15: Wat wordt er bedoeld met 'het eeuwige leven'?
Het leven na de dood, dus het leven in de Hemel: het koninkrijk van God.

Vers 17: Wat wordt er bedoeld met 'veroordelen'?
Verdoemen, straffen.

Vers 18: Wat betekent 'alrede veroordeeld'?
Bevooroordeeld; al veroordeeld zijn omdat je niet gelooft in de Zoon van God.

Vers 19: 'En dit is het oordeel', Welk oordeel?
Het oordeel van God over Hemel en hel, de verdoemenis.

Vers 20: Welke 'werken worden niet bestraft'?
De werken/dingen die een mens in zijn leven slecht heeft gedaan en die de mens zelf ontdekt en bekent aan God.

Vers 21: Wie wordt er bedoeld met 'die'?
De mens die oprecht handelt; goede dingen doet.

Vers 21: Wat wordt er bedoeld met 'in God gedaan zijn'?
Naar Gods wil handelen.

Aanhalingen uit andere bijbelboeken
Waar welke aanhalingen, en welk verband met deze tekst?

Vers 1;
- Johannes 19: 39 à Het gaat hier over Nicodemus die bij het graf van Jezus komt en een mengsel van mirre en aloë meebrengt.

Vers 2;
- Johannes 7: 50 à Hier wordt verteld dat Nicodemus 's nachts naar Jezus was gekomen.
- Handelingen 10: 38 à Geeft het bewijs dat Jezus door God gezalfd is en dus de Zoon van God is.

Vers 5;
- Titus 3: 5 à Over geboorte uit water en Geest: God heeft ons zaliggemaakt naar Zijn barmharigheid en door de wedergeboorte en vernieuwing van de Heilige Geest.

Vers 6;
- Romeinen 8: 5 à Verteld over de Geest: Mensen die denken als de Geest, bedenken wat van de Geest is.

Vers 9;
- Johannes 6: 52 à De Joden vragen zich hier af hoe ze Jezus' vlees kunnen eten. Dit maakt ook duidelijk waarom Nicodemus zich af vraagt hoe dit kan.

Vers 11;
- Johannes 3: 32 à Mensen getuigen wel wat ze zien en horen, maar niemand gelooft Jezus.
- Johannes 7: 16 à Jezus verteld dat de dingen Zijn leer niet is maar de leer van degene die Hem naar de aarde heeft gestuurd, God dus.
- Johannes 8: 28, Johannes 12: 49, Johannes 14: 24 à Jezus verteld dat Hij alles doet wat God van Hem vraagt.


Vers 13;
- Johannes 6: 62 à Jezus vraagt zich af of mensen alleen geloven in dingen die ze zien: ze hebben Jezus niet in de Hemel gezien, maar geloven toch dat Hij daar is en ontkennen dat Hij op aarde is.
- Efeze 4: 9 à Geeft de gedachte weer van de mensen in die tijd: Zou de Zoon van God dan eerst naar de Hemel zijn gegaan om vervolgens naar het diepste van de aarde te keren en dan weer op te varen naar de Hemel?

Vers 14;
- Numeri 21: 9 à Jezus als redding: Mensen die een zonde/wond hadden keken naar de koperen slang en werden vergeven/genezen.
- 2 Koningen 18: 4 à Mozes verbrijzelt hier de koperen slang, omdat de mensen bleven zondigen en dan weer snel de koperen slang aanraakten en weer genezen/vergeven werden om vervolgens weer te zondigen.
- Johannes 8: 28 àJezus verteld dat Hij de dingen doet die God Hem zegt te doen.
- Johannes 12: 32 à Jezus verteld hier dat als Hij verhoogd is, dus gekruisigd, dat Hij iedereen zal aantrekken (denk hierbij bijvoorbeeld aan de moordenaar aan het kruis naast Hem).

Vers 15;
- Johannes 3: 36 à Als je in God gelooft geloof je in het eeuwig leven, zo niet dan blijft Gods toorn op je.

Vers 16;
- 1 Johannes 4: 9 à Ook hier staat dat God Zijn Zoon naar de aarde heeft gestuurd, omdat wij hier op aarde kunnen leven: door Zijn dood.
- Romeinen 5: 8 à Jezus is voor onze zonden gestorven, als wij nog zonden hadden.

- Lukas 19: 10 à Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was.

Vers 17;
- Lukas 9: 56 à Hier staat precies dezelfde tekst als in Johannes 3: 17.
- Johannes 9: 39 à Jezus verteld hier zelf dat Hij niet naar de wereld gekomen is om te straffen, maar om te redden.
- Johannes 12: 47 à Ook in dit gedeelte wordt hetzelfde verteld als in Johannes 9: 39.
- 1 Johannes 4: 14 à Hier wordt met andere woorden vertelddat Jezus niet is gekomen om te straffen, maar om te redden. ("de Vader heeft Zijn Zoon gezonden tot een Zaligmaker der Wereld")

Vers 18;
- Johannes 5: 24 à Hier staat met andere, hardere, woorden: dat je als je niet gelooft, je naar de verdoemenis gaat.
- Johannes 6: 40, 47 à Wie in Hem gelooft zal het eeuwige leven hebben.
- Johannes 20: 31 à ("Opdat gelovigen het eeuwige leven hebben in Zijn naam"). dus eigenlijk staat ook hier weer hetzelfde, maar met andere woorden: Als je in Hem gelooft kom je in de Hemel en anders ga je naar de verdoemenis.

Vers 19;
- Johannes 1: 5 à Hier staat wat moeilijker/mooier omschreven dat de mensen de boodschap van Jezus niet begrepen hebben.


Vers 21;
- Efeze 5: 8 à Als je goed doet, doet God jou goed.

Centrale boodschap
Wat was de boodschap voor de lezers/hoorders van toen?
Dat je wedergeboren moet worden, omdat je als je in Hem gelooft niet voor eeuwig verloren bent, maar naar de hemel gaat.

Wat is de boodschap voor de lezers/hoorders van nu?
De bijbel is voor alle volken en tijden hetzelfde, dus ook voor deze tijd. Dat je wedergeboren moet worden, omdat je als je in Hem gelooft niet voor eeuwig verloren ben maar, naar de hemel gaat.

Waar is nu alles in deze tekst op gericht?
Op de wedergeboorte en het koninkrijk van God. En hoe je daar dus moet komen. Dus over de heilsboodschap.

Wat is de centrale gedachte of kern van dit gedeelte? Waarom?
De centrale gedachte en de kern van dit gedeelte is het wedergeboren worden en in het koninkrijk van God komen. Want dat is waar de hele tekst om draait, namelijk op de vraag van Nicodemus: Hoe kom ik in het koninkrijk van God?
Wat is de heilsboodschap, waarin alle lijnen van het gedeelte samenkomen?


Vers 16: Want alzo lief heeft God de wereld dat Hij Zijn éniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leve heeft.
God gaf ons Zijn dierbaarste bezit, zouden wij dat ook over hebben voor Hem?

Bronnen
Boeken:
1. Kanttekeningen van de Statenvertaling.
2. Willibrordvertaling 1995.
3. Groot Nieuws Bijbel 1996.
4. Walter a, Elwell, In ontmoeting met het nieuwe testament, 2000 Uitgeverij Groen, Heereveen.
5. Den Boer C, Op verkenning in het nieuwe testament, 1983 Uitgeverij Ton van Holland, Amsterdam.
6. Charpentier E, Wegwijs in het nieuwe testament, 1982 Uitgeverij Ten Have, Baarn.
7. Merrill F Kuger, Klein Bijbels Handboek, 2001 Uitgeverij Kok, Kampen.

Veel van de boeken heb ik uit de Openbare Bibliotheek.

Internet:
1.
http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Johannes+3&id18=1&pos=0&set=10%E2%8C%A9=nl
2. http://www.statenvertaling.net/kanttekeningen/Jh3.htm
3. http://www.eo.nl/portals/themes/article.jsp?portal=5254965&article=5651131&theme=5641398
4. http://www.heiligen.net/dec/2712.htm

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.