Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Johannes Vermeer & De camera obscura

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 6e klas vwo | 4006 woorden
  • 13 januari 2004
  • 91 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
91 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Inspiratie nodig voor je profielwerkstuk?

Ben jij op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk, maar weet je niet waar te beginnen? Bij de Universiteit Twente vind je volop inspiratie. Van organen op chips tot fast fashion tot het programmeren van een robot – er is altijd wel een onderwerp dat bij jouw interesses past.

Lees meer!
Inleiding en doelstelling:
Ik hou mijn scriptie over Johannes Vermeer. Ik heb deze persoon gekozen naar aanleiding van de camera obscura. Dit stond omschreven in ons boek. In eerste instantie wou ik hier alleen wat over vertellen, maar wat ik hierover kon vinden was erg weinig. Omdat Johannes Vermeer als ‘voorbeeld’ gegeven stond leek het me daarom wel een goed idee deze te combineren. Mijn doelstelling is om meer over het leven en de werken van Johannes Vermeer te weten te komen en erachter te komen wat hij precies met die camera obscura heeft gemaakt en hoe hij deze gebruikte. Ik zal daarom eerst een kleine biografie van Vermeer weergeven en daarna wat vertellen over de camera obscura. Tenslotte zal ik nog 3 werken van hem laten zien die ik ga beschouwen. Dit zullen werken zijn die ik interessant vind en waar gebruik bij is gemaakt van de camera obscura
Kern
Het leven van Johannes Vermeer.

Er is slechts weinig bekend over het leven van Johannes Vermeer. Er is niet bekend wanneer hij geboren is. Hij werd op 31 oktober 1632 gedoopt wat dus aanduid dat hij in dat jaar is geboren. Zijn vader, Reynier Jansz werd geboren in 1591 en kwam uit Antwerpen. In 1611 verhuisde deze naar Amsterdam. Hij wilde zich hier specialiseren in de zijdeweverij. Later vestigde hij zich in Delft met zijn vrouw Digna Baltens. Deze trouwde hij in 1615. Tussen 1625 en 1629 pachtte hij er een herberg. De vader van Vermeer was in verschillende beroepen werkzaam. Hij werkte in de zedeweverij en gaf bij het Sint-Lukasgilde in Delft het beroep ‘kunsthandelaar’ op. Rond 1625 droeg Vermeers vader pas de naam ‘Vermeer’. In 1941 kocht hij de herberg ‘Mechelen’ waar later Johannes Vermeer met zijn vrouw in woonde.
Over zijn opleiding tot schilder is niets bekend. Alleen dat hij op 29 december 1953 als meester werd opgenomen in het Sint- Lukasgilde. Voorwaarde om hier aangenomen te worden was een 6 jaar durende leerperiode bij een van de door het gilde erkende schilders. Het vermoeden gaat uit dat Vermeers leermeester Leaonaert Bramer (1594-1674) was. Er zijn echter grote verschillen van schilderen tussen deze twee. Ook gaat een vermoeden uit naar de leermeester Carel Fabritius (1622-1654).
Op 20 april 1653 trouwt Vermeer in het dorpje Schipluiden met Catharina Bolnes. De moeder van Catharina verzette zich hevig tegen dit huwelijk. Waarschijnlijk omdat de vader van Vermeer grote schulden had, en zij welvarend, maar het kan ook zijn dat ze het niet eens was over het geloof van Vermeer. Hij was calvinist, Catharina was katholiek. Men denkt ook dat Vermeer voor dit huwelijk katholiek is geworden.
Na het huwelijk woonden ze dus in de herberg ‘Mechelen’. In 1660 verhuisde het paar naar het huis van Vermeers schoonmoeder. In deze tijd schijnt Vermeer goed te hebben geleefd omdat hij 11 kinderen zonder problemen kon onderhouden. Hij kreeg samen met Catharina 15 kinderen maar er stierven er 4 op jonge leeftijd.
Vermeer schilderde ongeveer 2 doeken per jaar. De opbrengsten ervan zijn echter veel te weinig om zo’n groot gezin te kunnen onderhouden.
Men vermoed dat Vermeer net als zijn vader werkzaam was in de kunsthandel. Hij heeft met de verkoop van vreemde schilderijen meer kunnen verdienen dan met de verkoop van zijn eigen schilderijen.
Wel was hij een gewaardeerd schilder; in 1672 werd hij voor de tweede keer tot hoofdman van het schildersgilde gekozen. De meeste schilders overigens schilderde voor opdrachtgevers. Vermeer niet, hij kon zijn eigen smaak volgen.

In de laatste jaren van Vermeers leven ging het bergafwaarts met zijn financiële status. Hij maakte grote schulden en moest leningen afsluiten. De oorlog met de Fransen had voor Vermeer rampzalige gevolgen. Als laatste redding om de troepen tegen te houden werden de dijken doorgebroken waardoor grote stukken land onder water liepen. Vanaf het jaar 1672 verkocht Vermeer geen schilderijen meer, dit te wijten aan de oorlog volgens zijn vrouw. Om deze reden en om de reden dat hij geen geld meer had om zijn kinderen te onderhouden, verslechterde zijn gezondheid en stierf hij binnen anderhalve dag. Op 15 december 1675 werd hij bijgezet bij het familiegraf in de oude kerk in Delft.

De grote schulden die hij achterliet moesten betaald worden door Catharina. Zij zag af van haar erfrecht en stond het af aan de schuldeisers. Als curator van haar bezittingen werd Antonie van Leeuwenhoek aangewezen. Deze man had grote ontdekkingen gedaan op het gebied van de microscopie. Antonie was een vriend van Vermeer en werd twee keer geportretteerd door Vermeer.
Veel schilderijen had Catharina niet meer, deze waren in bezit van de drukker Jacob Dissius, die stierf in 1695. Een half jaar na zijn dood kwamen 21 schilderijen in Amsterdam op de veiling. Door deze veiling is duidelijk geworden dat Vermeer grote waardering had. De prijzen van zijn schilderijen waren in vergelijking met de rest erg hoog. Voor het gezicht op delft kreeg hij 200 gulden. ( als vergelijking: Jan steen kreeg voor drie portretten 27 gulden ).
Vermeer werd na zijn dood vergeten en pas opnieuw ontdekt in de late 19e eeuw.

In het midden van de 19e eeuw kwam er een toenemende belangstelling voor het werk van Vermeer op gang. Deze viel samen met de opkomst van de impressionistische beweging. Deze zette zich af tegen de academische manier van schilderen. Kleur werd door impressionisten gezien als een variant van lichtwaarneming, waarvan de lichtheid, tonaliteit en verzadiging afhankelijk is van de golflengte van het licht.Bij de manier waarop dit weergegeven wordt moet men rekening houden met de toeschouwer.

In de tijd van Vermeer was zijn werk vernieuwend en eigenlijk niet veelzeggend. Hij verkocht zijn schilderijen wel tegen hogere prijzen dan zijn medekunstenaars maar zijn stijl week af van de rest. Pas twee eeuwen later zou hij hier erkenning voor krijgen.

In 1994 werd het gezicht op Delft gerestaureerd en is sindsdien te zien in het Mauritshuis in Den Haag.

Vermeers werkwijze

Vermeer heeft zich vaak laten inspireren door gezegden en morele leidraden. Deze werden geïllustreerd als embleemboeken en verdeeld over het volk. Ze waren alleen voor het gewone volk moeilijk te begrijpen.

Vermeer had vele genreschilderijen. Gezien dit feit is het opmerkelijk dat de schilderijen die het vroegst bekend werden tot het genre ( in zijn tijd ) historieschilderkunst behoorden. Hij vond het blijkbaar belangrijk dat hij bij zijn intrede in het gilde de vaardigheden van een ‘geleerd schilder’ kon laten zien.

Vermeer werd gezien als een zwijgende vernieuwer.
Zijn schildertechniek was uniek. Hij gaf het licht weer met een aan het fotografische grenzende objectiviteit. Met zijn gevoel voor licht bereikte hij bijna plein-air-effecten. Hij maakte alleen nog maar gebruik van toon en kleurpartijen en die tinten schikte hij in een regelmatige, eenvoudige manier. Het vermoeden dat hij werkte met de camera obscura vloeit voort uit het feit dat hij schilderde op een uiterst objectieve, bijna automatische werkwijze.

Meer over Vermeer en de camera obscura staat in het volgende onderdeel beschreven

Vermeer werkte in zijn schilderijen met maar weinig elementen. Naast enkele landschappen, waaronder het ‘ gezicht op Delft’ schilderde hij voornamelijk interieurs met vrouwen en mannen die lezen, huishoudelijke taken verrichten of musiceren. De vrouwen werden vaak afgebeeld naar de plichten die ze destijds hadden. Hij was ook heel goed in het weergeven van details. Bijzonder aan zijn schilderkunst is dat hij zijn schilderijen bijna fotografisch weer kon geven en hij had grote beheersing van licht en kleur.
De voorwerpen hadden vaak een culturele en sociale betekenis.

In zijn schilderijen zien we vaak dezelfde voorwerpen terug. Het gebruik van grote doeken of tapijten die hij tot in het kleinste detail uitwerkte. De witte melkkan, de zilveren schaal, schilderijen, het glas in lood raam en de zwart- wit tegelvloer. Enkele schilderijen en de eikenhouten tafel die steeds terugkeren waren in het bezit van Vermeers schoonmoeder. Wat ook erg opvallend is, is de ruimte die hij telkens gebruikt. Volgens Philip Steadman ( volgende paragraaf) komt dezelfde ruimte in 10 schilderijen voor.

Vermeer en de camera obscura:

Door zijn objectieve en fotografische werkwijze vermoedde men dat Vermeer gebruik maakte van de camera obscura.
Dit was een kleine kamer met aan een kant een lens, waarin hij het beeld van het onderwerp, dat door de lens op zijn doek werd gevormd kon natrekken. De lichstralen van een opject gaan door een kleine opening, ze kruisen elkaar en aan de andere kant verschijnen ze weer een gaan ze weer uit elkaar. Als het beeld opgevangen wordt zal een omgekeerd beeld van het object te zien zijn. Om het object goed zichtbaar te maken is een donker vertrek van belang. Hier is ook de naam camera obscura vanaf geleid wat betekend; ‘donkere kamer’
Later is de camera verfijnd op twee manieren. De verbetering van het optisch beeld en de uitvinding van verschillende soorten apparaten voor speciale doelen. Wat het belangrijkste was, was het terugplaatsen van een op de kop staand beeld naar een rechtop staand beeld te krijgen. Op twee manieren was dit mogelijk. Het gebruik van een holle spiegel - onder een bepaalde hoek - te plaatsen om de stralen, als ze de lens gepasserd waren te reflecteren. In de 16e eeuw maakte men hiervan al gebruik.

De duitse astronoom Johannes Kepler vond de tentvormige camera obscura uit. Deze had een draaibare spiegel en lens bovenop. Het was een makkelijk vervoerbaar middel. Het werd niet alleen op het gebied van kunst gebruikt maar ook op het gebied van topografische overzichten en militaire doeleinden.

Weer later ontstond de kleine draagbare kast. Deze waren voorzien van verschuifbare lenzen in een koker en voorzien van een ingebouwd scherm.
De lenzen werden ook verbeterd.

William Storer heeft diverse camera’s gemaakt. Deze noemde hij Delineator oftewel tekenapparaat. De camera’s konden overigens heel gemakkelijk thuis worden gemaakt.

Het is nooit bewezen dat vermeer gebruik maakte van deze camera. Wel zijn er kenmerken gevonden dat hij gebruik maakte van een lens. Zoals de geaccentueerde omvang van figuren of meubelstukken in de voorgrond, de fotografische weergave van bepaalde objecten en het gebruik van kleine druppeltjes verf om de lichte deeltjes op reflecterende vlakken ( zoals keramiek) weer te geven.

Men vermoed dat Vermeer voor de meeste schilderijen gebruik maakte van de camera obscura. Hij gebruikte de camera echter alleen om te meten.Hij verborg het gebruik van dit apparaat niet, maar maakte deze juist zichtbaar. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de lichtpuntjes in een detail van het melkmeisje.

Dr Philip Steadman wilde uitgebreid werk maken van de vele beweringen die zijn gedaan over het gebruik van de camera door Vermeer. Hij had de schilderijen van Vermeer aandachtig bestudeerd en kwam tot een aantal conclusies. In tien schilderijen die ongeveer in dezelfde periode gemaakt zijn, wordt dezelfde kamer gebruikt. Bij zes van die schilderijen zijn de opbouw en de bouwkundige details, zoals de plaats van de meubels te reconstrueren.
Dit heeft Dr Steadman uiteindelijk gedaan, maar hier stopte zijn onderzoek niet. In vier van de schilderijen zijn de afmetingen van de schilderijen gelijk aan het verkregen beeld dat hij moet hebben gehad met de camera.
Hij bouwde de ruimte van het atelier van Vermeer na. Hij concludeerde dat de camera daadwerkelijk is gebruikt in de hoek van de kamer van zijn atelier.
De hele kamer werd ingericht zoals Vermeer het wou. Hierna werd het geprojecteerd en overgebracht op het doek. Het ‘unieke’ is dat van Vermeer geen schetsen of voorstudies bekend zijn.

Dr. Philip Steadman heeft verschillende reconstructies gemaakt, onder andere van:
- De muziekles
- Het meisje met het wijnglas
- Het concert
- De liefdesbrief

Ook heeft hij reconstructies gemaakt van de tafels en stoelen die telkens gebruikt werden en van het veel terugkerende glas-in-loodraam.

Carel Fabritius, een tijdgenoot van vermeer heeft waarschijnlijk ook gebruik gemaakt van de camera, dit is te zien in ‘ delfs stadsgezicht met de kraam van een muziekinstrumentenhandelaar’ .

Beschrijving schilderijen:

Naam van de kunstenaar: Johannes Vermeer
Titel kunstwerk: ‘Gezicht op Delft’
Kunstrichting / stijl: Vermeer is niet echt binnen een stroming te plaatsen, omdat wat hij schilderde niet ‘paste’ in zijn tijd. Pas later werd Vermeer door de impressionisten ‘herontdekt’, dus denk ik dat hij bij deze stroming hoort.
Jaartal: omstreeks 1660-1661

Ik denk dat Vermeer gebruik heeft gemaakt van olieverf op doek met penselen. Het is een tweedimensionaal schilderij. De lichtbron is hier het (natuurlijk licht) zonlicht dat tussen de wolken heen schijnt, dus doorvallend licht. Indirect licht zien we ook terug in het water, door de weerspiegeling van de gebouwen. De richting van het zonlicht is moeilijk te bepalen omdat de wolken ervoor zitten. Ik kan ook niet aan de gebouwen zien waar wel of geen licht valt. Ze zijn of helemaal donker of helemaal licht. Vermeer maakte veel gebruik van zuivere kleuren, hoewel hier ook veel kleurmenging is. Het rood van de daken bijvoorbeeld is een beetje gemengd met geel zodat je oranje krijgt waardoor de daken oplichten. Ook zichtbaar is simultaancontrast; het gele lijkt geler door de donker bruine en rode kleur van de huizen. Wat duidelijk zichtbaar is, is het impressief kleurgebruik, de lokale kleur veranderd onder invloed van het licht en is zo weergegeven. De Aardkleur oker en bruin is hier ook duidelijk te zien. Er is ruimte gesuggereerd door de overlapping van gebouwen, licht en schaduwwerking en verkleining. Ook zie je hier duidelijk het repoussoir. De donkere voorgrond werkt ruimtescheppend tegen de lichte achtergrond.
De nadruk ligt op de kerk, die een politieke betekenis heeft ( zie onderaan )

In dit schilderij heeft hij een deel van de stad Delft weergegeven. Hij heeft vooral gebruik gemaakt van oker en bruine kleuren. Door rode en gele accenten toe te voegen kun je zien waar het zonlicht is en waar niet. De voorste gebouwen aan de rechterkant en de gebouwen geheel aan de linker kant staan in de schaduw. De achterste gebouwen en de Nieuwe Kerk staan in het zonlicht. Het is duidelijk dat Vermeer veel oog voor detail had. Dit kun je op dit schilderij zien bij de witte ‘vlekken’ op de oevergebouwen en op de boten. Dit zijn waarschijnlijk de voegen van de bakstenen. ER zijn een aantal boten te zien, een rivier, de Schiedamse Poort en nog een aantal huizen.
Moeilijk aan dit schilderij zal zijn het veranderen van de wolken. Deze laten ieder moment een andere lichtsterkte door. Tijd speelt dus een belangrijke rol bij het maken van dit schilderij. Het lijkt alsof hij uitkijkt over dit deel van Delft omdat het water en de mensen lager liggen. De twee vrouwen en de mannen links die te zien zijn, zijn ook vanaf boven een beetje bekeken en niet recht van voren.

Later las ik dat het zonlicht op de Nieuwe Kerk waarschijnlijk een politieke betekenis heeft. Hier ligt sinds de eerste helft van de 17e eeuw het grafmonument van Willem I van Oranje. Het was een monument met nationale symboliek. (noot 1)

Ik vind dit een erg mooi schilderij, heel werkelijk geschilderd. Ik heb er bewondering voor dat hij de kleine details zo goed weet weer te geven in het schilderij. Ik zou het zeker willen hebben. Een stukje geschiedenis van Nederland in een schilderij verwerkt spreekt mij altijd erg aan want nu kun je hier niets meer van terugzien in Nederland.

Naam van de kunstenaar: Johannes Vermeer
Titel kunstwerk: De muziekles
Kunstrichting/ stijl: Impressionisme
Jaartal: omstreeks 1662-1665

Het is een tweedimensionaal schilderij gemaakt doormiddel van olieverf op doek.
Er is een afbakening van het beeldvlak door de muren. Op het schilderij is sprake van zijlicht, het komt via de raam naar binnen wat dus aangeeft dat er natuurlijk licht is, afkomstig van de zon. De spiegel aan de muur vertoond ook schaduw. In de kleding van de vrouw en man is eigen schaduw te herkennen. Hier is denk ik ook gebruik gemaakt van kleurmenging ( mengen met pigmenten op het palet ). Koude en warme kleuren zijn hier ook gecombineerd. Het oker en rood verwijst hierna. De eigenlijk roomkleurige muur aan de linkerzijde wordt door de inval van licht en de hierdoor ontstaande schaduw donker, dit kenmerkt het simultaancontrast. Dit combineert weer met het impressief kleurgebruik. Er wordt ruimte gewekt door overlapping van de meubels en de schaduw van de muur. Wat heel duidelijk is, is de spiegel aan de muur, hij laat zien wat nog ( voor de toeschouwer ) voor de tafel in het schilderij staat. Wat de toeschouwer niet kan zien op het schilderij. Het is gemaakt op ooghoogte van de maker. Dit is ook een van de werken die Vermeer maakte met gebruik van de camera obscura. Hij maakt in dit schilderij veel gebruik van parallellen, die hij accentueert, bij de plafondbalken, de spiegel en het schilderij rechts bijvoorbeeld. Het ruitpatroon in de vloer laat zien dat hier op een wiskundige manier is geschilderd. Deze geometrische lijnen zijn van belang bij de compositie. Verder is het schilderij dynamisch. Er is gesuggereerd dat de personen bewegen. De nadruk ligt op de vrouw, hier draait het schilderij om doordat ze de klavecimbel bespeelde en hierna het virginaal. Hier staat op geschreven: ‘Musica Laetitiae Comes Midicina Dolorum’ ( muziek is de begeleidster van de vreugde en medicijn tegen smarten ( noot 3)
Wat ook opvallend is, is dat hier de witte melkkan en zilveren schaal ook te zien zijn.

Liefde en muziek staan centraal in dit doek. Het is een burgerlijk interieur. Op de achtergrond staat een klavecimbel. Het lijkt alsof de vrouw in een rode rok en witte bloes met overgooier er net op heeft gespeeld. We zien haar met haar rug naar de toeschouwer gekeerd, maar in de spiegel is haar gezicht te zien. Naast haar staat een jonge man in voornamelijk zwarte kleren met witte kantkraag, witte manchetten en sjerp. Het lijkt alsof hij nog iets van een stok vast heeft.

Wat ik later las was dat het doek verandering ondergaan heeft. Er zijn röntgenfoto’s van gemaakt die aantonen dat het hoofd van de vrouw eerst sterker naar de man toe gebogen was. Hij had dus achteraf correcties toegepast die het tafereel een veel opener karakter gaven. (noot 2)

Ik vind het zelf niet zo een heel leuk schilderij. Het is zeker mooi en echt knap geschilderd, maar ik zou het niet in mijn huiskamer willen hebben. Ik vind het een beetje sober aandoen, een beetje grauw en er zit niet veel leven in.

Naam van de kunstenaar: Johannes Vermeer
Titel kunstwerk: Het melkmeisje
Kunstrichting/ stijl: Impressionisme
Jaartal: 1658-1660

Het is een tweedimensionaal schilderij gemaakt met olieverf op doek, en met behulp van penselen. De samenstelling van de kleuren is vooral in blauw-groen gedeeld. De oker kleur van het bloesje van de vrouw steekt erg af tegen het blauw-groene waardoor het mooi naar voren komt.Er is veel gebruik gemaakt van licht ( dat door het ruitje schijnt ) en van schaduw in het schilderij. Het licht valt op de armen en kleren. De vrouw staat voor het raam en heeft zo dus natuurlijk licht op haar schijnen ( alweer de zon ).
Er is sprake van slagschaduw van bijvoorbeeld de kan op de hand van de vrouw en op het koperen potje van de rieten mand. Eigen schaduw is er ook bij de vrouw, de schaduw op haar kleren door haar arm bijvoorbeeld. Ook hier is weer sprake van simultaancontrast, de kleuren van de kleding en muur en tafel veranderen door de inval van natuurlijk licht. Er is dus gebruik gemaakt van impressief kleurgebruik.

Het melkmeisje is vol aandacht met haar werk bezig. Om haar heen zijn allerlei huishoudelijke attributen afgebeeld; op de tafel is een mand met brood te zien, en een kom. De vrouw heeft de melkkan vast. Links boven hangt een mand met een koperen emmertje. Het is in het kleinste detail uitgewerkt door Vermeer. Het brood is korrelig, en er zijn kleine spijkers aan de muur te zien. De ruimte is niet helemaal in gebruik, het speelt zich af, links van het schilderij. Op de grond rechts staat ook nog iets maar ik kan niet goed zien wat het is, het doet me denken aan een oud molentje waar de koffiebonen mee gemaald werden. Ik denk dat Vermeer hiermee het dagelijks leven van de vrouw weer wilde geven. De nadruk ligt op de vrouw met de melkkan.

Ik vind het wel een mooi schilderij. Het spreekt me aan omdat het een stukje geschiedenis weergeeft. Het zet me aan het denken waar die melk voor is die ze inschenkt, is die voor een huisdier of voor het gezin? Was dit het dagelijkse eten dat ze kregen? Het kleurgebruik vind ik een beetje somber en het is jammer dat er zich eigenlijk niets afspeelt rechts in het schilderij. Ik vind het een beetje kaal.

Eigen mening & Conclusie:

Ik vond het opzich een leuke opdracht. Het heeft te maken met je eindexamenonderwerp en toch heb je je eigen keuze gehad. Ik heb me wel heel erg verkeken op het werk dat ik hieraan heb gehad, ik heb hier echt heel lang aan gezeten, wat ik dus niet verwacht had. Het leukste vond ik hiervan het stukje over de Camera Obscura en hoe Philip Steadman erachter kwam dat Vermeer hem heeft gebruikt. Dat hij zoveel werk hierin stak om erachter te komen of hij het wel of niet gebruikte. Minder leuk vond ik het uitgebreid beschrijven van de werkstukken omdat we dit al een keer hebben moeten doen en dan wordt het eentonig. Vooral omdat we toen 6 werken al een keer hebben moeten beschrijven. Het was misschien een minder onderdeel, maar je leert er wel heel veel van en ik denk dat het veel voordeel is voor als je het centraal examen gaat maken. Gezien wat ik op de havo heb gehad voor het examen en wat ik aan voorbereiding daarop heb gehad, heb ik opzich weinig geleerd.

Ik heb veel bewondering gekregen voor Vermeer hoe hij zich wist te redden met 11 kinderen en een vrouw en opzich niet veel inkomsten had. De precisie waarmee hij zijn schilderijen maakt vind ik ook ontzettend goed. Het zijn niet de mooiste schilderijen die ik heb gezien die hij maakt. Ik vind die vrouwen/ meisjeskoppen opzich wel leuk, voor 1 schilderij, maar niet voor zo veel verschillende, dan wordt het een beetje eentonig.

Ik heb veel geleerd van dit verslag maken en hoop dat ik er aan de toekomst ook wat aan heb.

Conclusie:
Vermeer was in zijn levensjaren niet zo bekend onder het volk als nu. Dat zijn schilderijen afweken van de rest van zijn tijdgenoten is wel duidelijk, mede door de grote bedragen die hij kreeg voor zijn kunstwerk. Opmerkelijk is de terugkerende belangstelling voor zijn werken, door de impressionisten. Wat Vermeer maakte in de 17e eeuw werd twee eeuwen later pas geplaatst binnen een stroming. Er is niet veel bekend over wie zijn leermeester is geweest. Er zijn aanwijzingen voor Leonaert Bramer en Carel Fabritius. Van Carel is ook een werk bekend waarvan men weet dat hij hiervoor de Camera Obscura heeft gebruikt.

Door de oorlog met de Fransen raakte Vermeer en zijn vrouw alles kwijt. Hij werd binnen een paar dagen ziek waarna hij stierf. Hij liet zijn vrouw achter met grote schulden die alles moest verkopen wat ze in haar bezit had. Een schilderij van Vermeer kon ze verkopen aan haar moeder om schulden kwijt te raken.
Enige tijd later werd er een veiling gehouden waarbij zijn schilderijen verreweg het meeste opbrachten.

De camera obscura werd als eerste gemaakt door Johan Kepler. Hierna volgde nog vele verbeteringen onder andere van de grootte van de lens en door de draagbare versie van de camera.
Vermeer maakte hier ook gebruik van. Eerst waren dit alleen maar gedachten en was het onbewezen dat hij daadwerkelijk dit object gebruikte voor zijn kunstwerken. Philip Steadman onderzocht het en kwam tot de conclusie dat Vermeer inderdaad gebruik maakte van de camera. Hij maakte reconstructies van zijn werken, onder andere een hele uitgebreide van ‘ de muziekles’

Vermeers werken zijn nog steeds te zien. Onder andere in het Mauritshuis in Den Haag waar ‘gezicht op delft’ te zien is.

Bronvermelding:

- kunst, kennis, kunde I Themabundel van het eindexamen 2004
- http://www.vermeerscamera.co.uk/room5.htm
- http://www.geocities.com/remcovdz/other_poems.html
- http://www.digischool.nl/ckv2/ckv3/kunstentechniet/vermeer/vermeer1.htm
- http://cc2.hku.nl/martin/reservoir/eten-drinken/open2.html
- Jan Vermeer 1632-1675 : verborgen gevoelens / Norbert Schneider
Taschen, cop 1993

Noten:

Noot 1 Vermeer; Norbert Schneider blz 19
Noot 2 Vermeer; Norbert Schneider blz 38
Noot 3: Vermeer; Norbert Schneider blz 41

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.