Inleiding
Dit werkstuk gaat over de Vikingen omdat dat me een leuk onderwerp leek. Eerst wilde ik alleen over de Deense Vikingen wat vertellen, maar dat was erg moeilijk omdat de geschiedenis van de Denen vaak ook te maken had met de Noorse Vikingen. Daarom heb ik het onderwerp veranderd in De Vikingen in Noord-Europa. Verder heb ik ook nog wat achtergrondinformatie over de Vikingschepen en de wetten van de Vikingen gegeven. De vraagstelling voor deze scriptie is: Hoe kwam het dat de Vikingen zo machtig konden worden? Het antwoord op deze vraag wordt eigenlijk niet echt in de scriptie gegeven. In scriptie is te lezen hoe de Vikingen machtig werden en niet de reden waarom. Deze reden heb ik daarom zo duidelijk mogelijk proberen te vertellen in de conclusie van deze scriptie. Door alle verschillende koningen en groepen Vikingen was het af en toe best ingewikkeld om op duidelijk samen te vatten wat er op verschillende plaats, tijd en door welke groep Vikingen gebeurde. Hopelijk is het toch nog een beetje duidelijk gebleven en goed te begrijpen. Hoe het Vikingtijdperk ontstaan is Hoe leefden de mensen voordat ze zwerftochten gingen maken? De dikke ijskap die Noord-Europa bedekte schoof langzaam naar het noorden doordat het klimaat steeds zachter werd. Hierdoor kwam er nieuw land vrij. Dit land raakte eerst begroeid met mossen en later ontstonden er wouden. Noordse nomaden begonnen door dit land te trekken. Ze waren op zoek naar gebieden waar genoeg wild was, waar ze op konden jagen. Dit wild zochten ze langs de Noorse fjorden, op de zeshonderd Deense eilandjes en rond de duizenden meren en rivieren in Zweden. Ze gingen zelfs de open zee op om op dieren zoals zeehonden en walvissen te jagen. Dit deden ze met hele lichte kano's, die men makkelijk uit elkaar kon halen en vervoeren. Deze bootjes waren heel handig gebouwd. Het geraamte was van hout dat in olie of walvisvet gedrenkt was. Dit diende als bescherming tegen het zoute zeewater. Dit hout werd door dunne repen leer verbonden. Om te voorkomen dat de knopen losschoten werden ze met zeewater nat gemaakt. Over dit geraamte werden koeiehuiden gespannen. Deze waren met dik linnen garen aan elkaar genaaid. Deze kano's zijn natuurlijk het begin geweest van de bouw van de Vikingschepen. Landbouw
Omdat er zoveel bossen waren leerden de mensen in Scandinavië de verschillende soorten bomen als grondstof te gebruiken. Hierbij maakten zij handig gebruik van stenen gereedschappen. Op deze manier ontstond er langzaam een volk van landbouwers. Voor zwaar werk werden makke rendieren ingezet en ook het vlees en de melk van deze rendieren werd gegeten en gedronken. Door deze nieuwe manier van leven groeide de bevolking erg snel. De mensen leefden van het bos en de zee. Aan het begin van de bronstijd werden de werktuigen beter en doelmatiger. Door de bevolking werden nu ook sieraden van goud en brons gemaakt. Hoe begonnen de eerste tochten? De eerst tochten begonnen met de plundering van een Engels klooster. Sinds deze eerste inval kwamen er steeds meer strooptochten van de Vikingen. De handel
De Scandinaviërs begonnen ook handelsbetrekkingen aan te knopen met andere landen in en rond Europa. Er ontstonden een paar bloeiende handelscentrums in Scandinavië. Er werd ijzer en brons bewerkt en de handel in bont en huiden was erg gunstig voor de betrekkingen met het vasteland van Europa, Groot-Brittannië en de Baltische landen.
Hoe is Scandinavië in 3 landen opgesplitst?
Tijdens de eerste strooptochten waren de Vikingen nog steeds 1 groot Scandinavisch volk. De cultuur was helemaal gelijk, ze spraken dezelfde taal, Oudnoors en hadden dezelfde godsdienst. Zweden ontstond tegen het begin van de 7de eeuw, doordat 2 stammen zich bij elkaar voegden. Zij kregen samen 1 koning. Ze stichtten een zeevaardersrijk, waardoor de handel voor hen zeer goed en winstgevend liep. Later toen er nog een eiland bij deze 2 stammen werd gevoegd kreeg de staat zijn definitieve vorm. Door de rijkdom van het eiland dat erbij gekomen was steeg het aanzien van het rijke, middeleeuwse Zweden nog meer.
Tot aan de 9de eeuw was Noorwegen nog steeds geen echt land. Er woonden veel verschillende stammen die geïsoleerd werden door de oneindig grote vlaktes eromheen. Al deze stammen hadden zelf een eigen koning. Pas aan het eind van de 9de eeuw werd Noorwegen 1 groot land.
In Denemarken zijn heel weinig overblijfselen uit de tijd voor het Vikingtijdperk gevonden, men weet dus niet precies hoe dit land is ontstaan. Het is wel bekend dat in het jaar 800 het land Denemarken al bestond. In dat jaar is er namelijk door het Deense volk onder leiding van een koning een oorlog gevoerd tegen Karel de Grote.
Bevolkingsgroei
Aan het eind van de 8e eeuw waren er in Scandinavië nog maar 2 miljoen inwoners. Sinds het begin van de 9de eeuw groeide de bevolking echter enorm. Voor deze bevolkingsgroei waren verschillende oorzaken: Het klimaat werd steeds zachter. Hierdoor ging het veel beter met de landbouw en werden de oogsten groter en beter. De mensen kregen dus betere voeding en werden sterker. Ook stierven er minder mensen in de winter. In de Vikingtradities was polygamie een gewoonte. Polygamie is dat een man met meer dan 1 vrouw getrouwd is. Doordat 1 man meerdere vrouwen heeft worden er meer kinderen geboren. De reden waarom de Vikingen gingen zwerven
Het gevolg van deze snelle bevolkingsgroei was dat na een aantal het Scandinavische grondgebied te klein werd. Dit was dus een reden om op zoek te gaan naar andere landen waar nog wel genoeg plaats was om te wonen. Maar er waren nog meer redenen. De jongste zoons uit een gezin werden verplicht om hun geluk en fortuin ergens anders te zoeken. Ook had je nog de rechtspraak: de Scandinavische rechters veroordeelden misdadigers meestal tot ballingschap. Deze redenen verklaren echter niet alles. Het ligt ook aan het karakter van de Vikingen dat ze buiten de grenzen van hun land hun geluk willen beproeven. De Vikingen waren een volk dat graag reisde en niet bang was om iets gevaarlijks te ondernemen. Ook hielden de Vikingen erg van rijkdom. Op een niet zo grote afstand van hun kustgebied was in de 9de eeuw een belangrijke handelsroute aan het ontstaan. Deze route liep langs de havens van Friesland en die in het Rijndal. Deze route werd het kruispunt vaan alle handelsbetrekkingen in Noord-Europa. De vikingen waren erg geïnteresseerd in alle koopwaar. Deze koopwaar bracht de Vikingen er ook toe dat ze als zeerovers op strooptocht gingen om deze producten in het bezit te krijgen. De Denen in Frankrijk
In 834 begon de uitbreiding van de Deense strooptochten pas echt op gang te komen. Ze plunderden een belangrijk financieel en handelscentrum, Dorestad. Na deze actie waren de Denen niet meer te stoppen. Ze voeren met een paar honderd schepen de Elbe op en plunderden Hamburg. Daarna begonnen de Denen met plunderingen in Frankrijk. Ze hadden groot succes en ze bestormden achtereenvolgens 3 belangrijke Franse steden, Rouaan, Chartres en Tours. De koning van die periode, Karel de Kale probeerde op alle mogelijke manieren de vernietigingen van de Vikingen te stoppen. Hij liet grote vestigingswerken bouwen, betaalde grote sommen geld aan de Denen en hij kon zelfs een aantal Deense aanvoerders omkopen om tegen hun eigen landgenoten te vechten. Vanaf 878 hielpen deze manieren niet meer om het Franse koninkrijk te beschermen. De Denen plunderden en veroverden bijna heel het land en konden de Seine opvaren tot aan Parijs. Hier kwamen ze met 700 Vikingschepen aan in november van het jaar 885. Zij stonden onder leiding van de 2 Vikinghoofdmannen Sigfred en Orm. Deze groep Vikingen voerde al een tiental jaren aanvallen op de Frankische gebieden uit. Al plunderend kwamen zij aan bij de muren van Parijs In die tijd was Parijs nog maar een kleine stad, het lag in get midden van de rivier op het Ile de la Cité. De Vikingen hadden een grote overmacht: zij waren met 30.000 man tegen 200 Parijse ridders met krijgslieden. Deze ridders moesten er voor zorgen dat de toegangswegen (2 bruggen) in eigen handen bleven. Een monnik die het gevecht vanuit de kathedraal kon volgen beschreef de strijd. De lucht zag zwart van de pijlen en de stad stond in brand. Volgens de monnik zag de hemel koperkleurig. Maar aan het einde van de dag was de stad nog steeds in handen van de verdedigers. De eerste aanval van de Vikingen werd afgeslagen. De aanvallen gingen nog weken door, maar de Parijse ridders hielden stand. Het lukte de Vikingen niet op Parijs in te nemen. Toen besloten ze om de stad te bezetten. Deze bezetting duurde bijna een jaar en in dat jaar plunderden de Vikingen het platteland in de wijde omgeving leeg. Ondertussen werden de mensen in Parijs geteisterd door honger en de pest. Aan het eind van 886 kwam eindelijk Karel de Dikke, het hoofd van het Frankische rijk de Parijzenaars bevrijdt. Hij was niet eerder gekomen omdat hij in een ander deel van Frankrijk verwikkeld was in een oorlog. Maar in plaats van de Vikingen te verdrijven bood hij hen vrije doorgang over de Seine aan en betaalde de Vikingen 700 pond zilver om zijn opstandige onderdanen in Bourgondië te gaan teisteren. De Vikingen gingen al lang niet meer na elke plundertocht terug naar Scandinavië. Ze vonden het veel handiger om zich te vestigen op de te gemakkelijk te verdedigen eilanden in de mondingen van grote rivieren. Daar hadden zij het hele jaar door goede bases voor hun moorddadige rooftochten. Tegen het einde van de 9de eeuw kwam een steeds groter wordend leger met oorlogsschepen aan in Europa. De Vikingen kwamen niet langer alleen voor roof- en plundertochten, maar ook voor de verovering van grote stukken land. De Noren in Frankrijk Hier waren de Noorse Vikingen in 842 ook al mee bezig. Zij waren met 67 oorlogsschepen uitgevaren over de Atlantische Oceaan. Zij waren langs de westkust van Frankrijk gevaren en ze waren tot aan de monding van de Loire gekomen. Hier hadden de Vikingen een kamp opgeslagen omdat ze zich nu voor een doolhof van ondiepe geulen die tussen dichtbegroeide eilandjes door liepen. Ze vroegen zich af wat ze nu konden doen toen een afgezant van graaf Lamberth met een voorstel aankwam. De graaf bood aan om de Vikingen de weg te wijzen naar plaatsen waar zij hun plunderingen konden uitvoeren. In ruil daarvoor moesten zij de graaf helpen om de stad Nantes te veroveren. Natuurlijk grepen de Vikingen dit voorstel met beide handen aan. Het besluit viel dat deze aanval zou gebeuren op 23 juni, dit was de gedenkdag van de heilige Johannes en dit feest werd in Europa al eeuwen gevierd om de zomer in te luiden. De feestende mensen hadden niet in de gaten dat de Vikingschepen zachtjes stilhielden aan de oevers van de stad. Toen overvielen ze de feestende mensen en plunderden de stad. De Vikingen trokken zich met de buit terug naar de monding van de Loire en vestigden zich daar op een eiland. Vanuit deze basis voerden zij strooptochten uit op het platteland aan de weerszijden van de rivier. Hierbij staken zij steden in brand overvielen kooplui en roofden het vee en de oogst van de boeren. Tussen 845 en 926 probeerden de Franse koningen de Vikingen af te kopen. Dit geld haalden zij van belastingen die ze aan het volk hadden opgelegd. In totaal werd er door de Franse koningen wel meer dan 43.000 pond zilver en 685 pond goud aan de Vikingen betaald. Toch bleven de plunderende Vikingen terugkomen. Van verschillende marktplaatsen bleef door de plunderingen weinig over en edelen en monniken moesten vluchten. Maar aan het einde van de 9de eeuw kwam er bij de Noorse Vikingen een nieuwe leider aan de macht. Dit was Hrolf, hij nam deel aan vele rooftochten, op de Franse maar ook op de Engelse kust. Hrolf's naam werd gewijzigd in Rollo. In 911 kwam hij tot een overeenkomst met de Frankische koning. In dat verdrag stond dat Rollo een stuk land kreeg. Dit stuk werd door de Noren al snel Normandië genoemd. In ruil voor dit gebied moest Rollo wel trouw zweren aan de koning, zijn gebied zelf verdedigen en zich tot het christelijk geloof laten bekeren. Dit deed Rollo, hij liet zich dopen en begon met de restauratie van kerken die de Vikingen zelf hadden vernield. Hij hield zich aan de verplichtingen die de Frankische koning had gesteld. Hoe langer Rollo en de Noorse Vikingen in Normandië woonden werden de banden met het thuisland steeds losser. De Oudnoorse taal verdween en de Vikingen kregen Franse vrouwen. In die tijd was Normandië de meest geduchte staat sinds de val van Rome. (500 jaar daarvoor) De zesde generatie na Rollo, Willem van Normandië, veroverde in 1066 heel Engeland. Dit was natuurlijk het ultieme bewijs van de macht van de Noren uit Normandië. De Denen in Engeland
Ook Engeland had veel te lijden onder de strooptochten, verwoestingen en invallen van de Vikingen. Onder druk van de Vikingaanvallen gingen de kleine koninkrijkjes in Engeland ten onder. In 880 was er nog maar 1 Angelsaksisch vorstendom over gebleven. Dit was het vorstendom Wessex in het zuidwesten van Engeland. Dat dit koninkrijk niet ten onder was gegaan kwam door de jonge koning Alfred de Grote die op dat moment heet koninkrijk regeerde. Deze Alfred pakte de Vikingen op 2 manieren aan- politiek en militair. Dat de andere koninkrijkjes rondom Wessex door de Vikingen veroverd waren kon Alfred zich bij neerleggen. Hij wilde proberen of hij daar geen voordeel uit kon slaan. Daarom sloot hij een verdrag met de Deense aanvoerder Guthrum. In dit verdrag erkende hij de aanspraken van de Vikingen op het al veroverde land. Hiermee liet hij merken dat zijn volk graag in vrede wilde leven met de invallers. Ook hoopte hij dathij de Vikingen kon aansporen om het land te bewerken in plaats van verwoesten. Maar de koning wist dat dit verdrag niet werd aanvaard en nageleefd zonder geweld te moeten gebruiken. Hij liet omheiningen bouwen waar boeren met hun vee beschutting konden zoeken als de Vikingen aanvielen. Ook had hij 2 forten laten bouwen om te voorkomen dat er invallen kwamen. De belangrijkste maatregel van Alfred was dat hij de Vikingen aanviel met hun eigen machtige wapen- het oorlogsschip. Rond de jaren 90 van de 9de eeuw liet Alfred een vloot bouwen. Zijn schepen waren bijna 2x zo lang als de Vikingschepen en ze waren door hem zelf ontworpen, niet naar Deens model, maar zoals de koning vond dat ze het nuttigst waren. De schepen van Alfred waren handiger dan de Vikingschepen. In 896 kregen de krijgslieden van Alfred 4 van 6 schepen te pakken die bij eb gestrand waren op de Zuid-Engelse kust. Zij doodden het merendeel van de Vikingbemanning. In deze tijd hebben Alfred en zijn Mannen meer dan 20 Vikingschepen laten vergaan. Voordat Alfred in 899 stierf was hij de enige in heel Engeland geweest die het gelukt was om in de strijd tegen de Vikingen het hoofd boven water te houden. (Letterlijk en figuurlijk!) Maar ook het verdrag dat hij met de Deense aanvoerder Guthrum had gesloten kreeg de uitwerking waar Alfred op had gehoopt. In plaats van het veroverde Engeland als bezet gebied te beschouwen, begonnen de Vikingen het als van henzelf te beschouwen. Ze begonnen zich er te vestigen en ze vermengden zich met de Angelsaksische inwoners. Het gebied waar de Vikingen zich hadden gevestigd werd zo Deens dat er de wetten en gewoontes van Denemarken golden. De Denen hadden een grote invloed op de Engelse taal. Deze invloeden kom je nu nog steeds tegen. Bijvoorbeeld in de honderden plaatsnamen die op -by eindigen. Dit -by komt van het Oudnoorse woord dat boerderij of dorp betekent. In de Engelse woordenschat kom je op deze manier wel enkele duizenden woorden tegen die zijn afgeleid van het Oudnoors. Toch ging het niet zo goed in het nieuwe rijk. De Denen hielden zich niet aan de afspraken en hielden zich vaak bezig met het uitvechten van onderlinge ruzies. Ook waren ze vaak in gevecht om de aanvallen van de Noorse vikingen af te slaan. Na verloop van tijd wilden de Denen het zuiden opnieuw proberen te veroveren. Dit was weer mogelijk omdat in het rijk dat Alfred de Grote een eeuw daarvoor veilig had gesteld een van de slechtste koningen van Engeland aan de macht was. Er was niet alleen de dreiging van de Deense kant, het hele Engelse rijk, ook het Deense deel stond onder de dreiging van de Noorse Vikingen uit Normandië. De eerste aanval van de Noren kwam in 991. Zij kwamen met een vloot van 93 schepen naar Zuid-Engeland en verwoestten de havens van Folkestone en Sandwich. Ze versloegen het Engelse leger en nu hadden ze doorgang tot heel Zuid-Engeland. De koning, Ethelred probeerde de Noren af te kopen met 10.000 pond zilver dat hij had afgeperst van zijn eigen onderdanen. Bovendien bood hij voedsel en drank voor het hele Vikingleger aan. Deze betaling hielp niet veel, het leverde een uitstel op van drie jaar. In die drie jaar hadden de Denen en Noren besloten om samen te gaan werken. Weer probeerde Ethelred ze af te kopen, dit keer namen de Vikingen 16.000 pond zilver in ontvangst. Maar al snel kwamen de Deense Vikingen terug dit keer besloot de Engelse koning om zich te verzetten. Het verzet werd steeds verder uitgesteld, er kwam dus niemand in actie tegen de Vikingen en ook deze poging van de koning mislukte. Weer dwongen de Vikingen losgeld af. In 1001 kwamen de Denen weer terug en weer betaalde Ethelred, dit keer 24.000 pond. Toen besloot Ethelred wraak te nemen en hij gaf het bevel dat alle Denen die in het land waren vermoord moesten worden. Dit was een erg ondoordacht besluit omdat grote aantallen Denen zich vreedzaam in het zuiden van Engeland hadden gevestigd. Ook was er veel handelsverkeer tussen deze Denen en de Engelsen. Hoeveel Denen er zijn opgepakt en vermoord is niet bekend, maar door deze massamoorden werd de Deense koning Svein pas echt kwaad. Vanuit Denemarken begon hij een reeks aanvallen op Engeland waar Ethelred zich niet tegen kon verweren. In een zeeslag verloor hij 80 van zijn 300 schepen en 20 liepen er over naar de vijand. Ethelred liet zijn troepen in de steek en vluchtte. Dit gebeurde in 1009. De Denen gingen aan land en plunderden Ethelred's koninkrijk. In 1013 was heel Engeland van de Denen. Vijf weken daarna stierf de Deense koning Svein. Zijn zoon erfde al zijn bezit. In 1015 vertrok hij uit Denemarken en kwam zijn erfenis opeisen. Hij versloeg de resten van het leger van Ethelred en de troepenmacht die de zoon van Ethelred had verzameld. Ook hij eiste losgeld van de Engelsen. Dit was het hoogste losgeld dat ooit aan de Vikingen betaald is, 82.000 pond zilver. Dit geld gebruikte hij om zijn troepen te betalen en zijn leger voor een groot deel te demobiliseren. De meesten van hen vestigden zich in het nieuwe rijk, waar Knut, de zoon van koning Svein regeerde. Deze Deense Viking bracht voor het eerst in 25 jaar vrede in Engeland. Toen Knut in 1035 stierf liet hij een verenigd en welvarend Engeland achter. Maar dit kon natuurlijk niet lang zo blijven. De zonen van Knut vochten een onderlinge strijd om de troon en verspeelden hem hierdoor aan een zoon van Ethelred. Deze zoon liet toen hij stierf geen erfgenaam achter en dit zorgde opnieuw voor een flinke strijd om de troon. In 1066 kwam het resultaat: een invasie van de Noorse Vikingen die zich in Normandië hadden gevestigd. Ierland De Vikingen toonden al heel snel belangstelling voor het eiland ten westen van Engeland. In die tijd was Ierland een land vol tegenstellingen. In sommige opzichten was het een heel rijk land in andere opzichten juist een arm land. Er was bijna geen leiderschap in het land toch waren de Ieren niet te verslaan. Ondanks alle wapens van de Vikingen stootten ze bij de Ieren op een onwaarschijnlijk uithoudingsvermogen en sluwheid. Het is de Vikingen nooit gelukt om Ierland te veroveren. Toen de Vikingen rond het jaar 800 op het eiland aankwamen was Ierland het meest beschaafde land in het westen. Er waren al erg veel kloosters en de monniken waren erg geleerd. Met de bevolking was het echter anders gesteld. De Ierse economie ging nog niet verder dan ruilhandel, de Ieren hadden bijna geen schepen en de wapens die ze hadden waren van slechte kwaliteit. Deze achterstand kwam doordat de Ieren sinds het begin van de geschiedenis een geïsoleerd bestaan hadden geleid. De zeven dunbevolkte provincies waren altijd in gevecht met elkaar. De tactieken die ze bij deze gevechten gebruikten waren vaak gebaseerd op sluwheid en bedriegerij. Door deze tactieken konden de Ieren de eerste Vikingaanvallen afslaan. De eerste Vikingaanvaller was een Noorse prins. Al snel had hij het noorden van het eiland bezet. Het leek alsof het niet zoveel moeite zou kosten om de rest van het land ook te veroveren, maar dit plan ging niet door omdat een sluwe Ierse koning een list had bedacht. Hij stuurde zijn dochter en een groep als vrouwen verklede krijgslieden en lokte de prins en 15 hoofdmannen naar de oever van een meer, waar ze de mannen verdronken. De troepen van de prins trokken zich terug naar de kust waar ze verschillende forten bouwden om zich te beveiligen. Deze forten breidden zich langzaam uit tot steden. In de volgende eeuwen zouden zich in deze steden gevechten afspelen waarbij Vikingen tegen Ieren vochten, maar ook gevechten waarbij Vikingen tegen Vikingen vochten. Na deze eerste tegenslag van de Noren kwamen de Deense Vikingen die hadden gehoord dat er een goed plundergebied was in de steden die de Noorse Vikingen hadden aangelegd. Deze Deense Vikingen kwamen in 849 en zij vielen de Noorse bouwers van Dublin aan. Drie jaar werd er door de Vikingen om deze stad gevochten. De Ieren hielpen af en toe de Denen een handje omdat ze op die manier hoopten om de gehate Noren te verdrijven. De Denen waren aan de winnende hand toen in het vierde jaar een nieuwe groep Noren aankwam. Door deze meerderheid werden de Denen al snel verslagen en de Noren wilden verder het binnenland in om dat ook te veroveren. Ondertussen hadden de Ieren iets meer verstand gekregen over oorlog voeren. De opperkoning Aed Finnlaith lukte het om de andere koningen over te halen om te stoppen met ruziën en samen een groot leger te vormen. Met dit leger jaagden ze de Vikingen van het platteland af. Ze maakten veel slachtoffers onder de Vikingen, totdat die de veilige muren van de stad Dublin hadden bereikt. De slimme Ierse koning besloot om geen beleg op de stad te beginnen, maar een vredesverdrag met de Vikingen te sluiten. Het verbond had een gunstige uitwerking voor de Vikingen en de Ieren. De strooptochten in het binnenland namen af in de tweede helft van de 9de eeuw. Maar het grootste voordeel van de Ieren was dat de Vikingsteden de Ieren voor het eerst in contact brachten met het stadsleven. In deze steden leerden de Ieren het handelsleven kennen. Ze leerden de eerste vereisten die nodig waren voor het moderne handelsverkeer. Bijvoorbeeld de gestandariseerde maten en met geld omgaan. Ook leerden ze hoe de steden gebouwd konden worden. Ze leerden de verbeteringen zoals geplaveide straten en de aanvoer van vers water door uitgeholde boomstammen kennen. Na dit eerste verbond bleef de samenwerking van de Vikingen en de Ieren wel honderd jaar afhangen van verschillende verbonden en vijandschappen. Pas in het midden van de 10de eeuw werd de eerste echte poging gedaan om een echte staat op te richten. Deze poging kwam weer bij de Ieren vandaan. Deze Ier een zoon van een onbekende koning, had na ongeveer 25 veldslagen het overwicht over alle Ierse koningen gekregen en hij had zelfs Dublin veroverd. Niet lang daarna kreeg deze Brian de titel Keizer der Ieren. Op deze manier maakte hij een einde aan alle gevechten. Maar nog geen 10 jaar hierna was het weer afgelopen met de vrede. Een van de Ierse koningen had plannen gemaakt om Brian af te zetten. Hij vormde een bondgenootschap met een andere Ierse koning, zodat het al snel weer oorlog was. De 2 Ierse koningen hadden naar alle Vikingen in Europa boodschappers gestuurd om bondgenoten te krijgen. Ze boden de Vikingen als beloning geld en land. Zo waren er uiteindelijk 2 grote legers die in april van 1014 met elkaar in gevecht gingen. Er vielen veel doden in deze strijd maar uiteindelijk werd de strijd door Brian gewonnen. Deze overwinning kon de 73 jaar oude man niet meer vieren want hij was in de strijd omgekomen. Na deze strijd is er nooit meer een grote invasievloot van de vikingen voor de Ierse kust verschenen. Maar de Vikingen die al in Ierland waren bleven en vermengden zich met de Ierse bevolking. De invloed die de Vikingen hadden gehad bleef een duidelijk spoor in de Ierse geschiedenis. Met de steden ging alles erg goed en door de invloed van de Vikingen ging het ook erg goed met de handel. De steden langs de zuidoostkust van Ierland gaven de Ieren doorgang naar Engeland en het vasteland van Europa waar de er vele handelsmogelijkheden waren. De Vikingschepen Alle Vikingschepen waren in principe gelijk aan elkaar. Toch waren er geleidelijk verschillen in grootte en vorm ontstaan om aan de verschillende doeleinden te voldoen. Ook ontstonden er verschillen tussen de schepen voor de verschillende omstandigheden die op zee voorkwamen. Tegen het jaar 1000 waren er vier soorten schepen ontwikkeld. Dit waren de drakar of het drakeschip, het langskip, de karve en de knarr. De drakar of het drakeschip Dit was het grootse schip van de Vikingen. Dit schip werd gebruikt als het vlaggeschip van de Vikingvloot en dit schip was de trots van de koningen. Het drakeschip was meer dan 48 meter lang en het was ongeveer 7 meter breed. Ook was het schip uitgerust met wel 72 riemen. Behalve dat het schip zo groot was, was een erg opvallend kenmerk van het drakeschip dat de zijwanden extra hoog waren. Dit zorgde er voor dat de bemanning die bestond uit ongeveer 300 mannen een groot voordeel gaf als zij in gevecht waren. De vijand kon bijna niet het schip binnenvallen. Het langskip Dit schip was het meest veelzijdige vaartuig van de Vikingen. Het kon gebruikt worden voor aanvallen en de oorlogen, maar ook voor de handel langs de kusten. Dit schip was laag gebouwd. Door deze bouw werd de snelheid en de hanteerbaarheid vergroot. Dit schip was meestal 30 meter lang en 6 meter breed. Het langskip was uitgerust met 50 riemen. De karve Dit schip was kleiner dan de oorlogsschepen. Dit schip werd gebruikt om de Vikingsvloot te bevoorraden. Ook werd dit schip gebruikt als plezierjacht voor de hoofdmannen. Dit schip was 21 meter lang en 5 meter breed. Dit schip was uitgerust met 16 riemen. Dit schip stond er bekend omdat de diepgang van dit schip erg ondiep was, wel minder dan 90 centimeter. Dit was ondiep genoeg om bijna overal te kunnen komen. De knarr Dit was het kleinste vikingschip. Dit was het enige schip dat meer op zijn zeilen dan op zijn riemen vertrouwde. Dit schip was ontworpen om handelsreizen en ontdekkingsreizen te ondernemen. Dit schip was 16 meter lang en 4,5 meter breed. Dit korte brede schip kon een lading van wel 15 ton vervoeren. De oorlogsschepen van de vikingen waren voor de buitenwereld een grote angst. Maar voor de Vikingen was het een grote trots. De wetten van de Vikingen Door de barbaarse plunderingen van de Vikingen zou je denken dat er weinig wetten waren waar de Vikingen zich aan hielden. Toch was dit niet het geval. De wetten van de Vikingen kwamen uit eeuwenoude tradities en werden uit het hoofd geleerd door alle Vikingen. Volgens de wetten van de Vikingen moest een Viking die van een misdaad beschuldigd werd voor een hof van rechters verschijnen. De beklaagde kon zijn daden bekennen of ontkennen. Als degene de misdaad ontkende kon hij zich verdedigen door getuigen op te roepen. Deze getuigen moesten de onschuld en de goede reputatie van de beklaagde bevestigen. Als door deze getuigen de onschuld van de beklaagde nog niet bewezen is konden de rechters een verzoek om godsgericht in dienen. Dit hield in dat de beschuldigde 2 seconden een handvol gloeiend hete stenen of stukjes metaal vasthouden. Daarna werd hij met zijn hand in het verband weggestuurd om na 3 dagen weer terug te komen. De rechters kwamen bijeen om de hand te bekijken. De uitspraak van de rechters hing af van hoe de wond er uitzag. Als het een schone brandwond was werd de beschuldigde vrijgesproken, was de wond gaan zweren werd hij schuldig verklaard en kreeg hij een straf. Deze straf kon een boete in geld of koopwaar zijn, maar ook een vogelvrijverklaring. Iemand die tijdens een ruzie een van zijn gelijken had verwond, moest een bottenboete in zilveren munten betalen. Ook moest hij de dokterskosten betalen die de verwonde persoon nodig had. Een andere wet was een reeks boetes voor het onfatsoenlijk aanraken van een vrouw. Voor het aanraken van een pols of enkel moest een boete van 110 gram zilver betaald worden, voor een aan raking van haar elleboog 75 gram. Maar voor een aanraking boven de knie hoefde geen boete betaald te worden. De meeste vrouwen lieten het zich welgevallen wanneer het zover ging, volgens de wet. Iemand die schuldig was bevonden aan moord werd vogelvrij verklaard. Dit kon zijn voor een paar jaar of een paar maanden maar ook voor altijd. Deze vogelvrij verklaring was voor veel veroordeelden de oorzaak dat ze hun vaderland verlieten, zoals je in het eerste hoofdstuk al kon lezen. Conclusie
Het antwoord op de vraagstelling is eigenlijk niet echt goed in de scriptie te vinden. Daarom probeer ik nu op het antwoord op deze vraag duidelijk te geven. In de tijd dat de Vikingen rondzwierven over de zeeën leefden de meeste mensen in het westen in de omgeving van de plaats waar ze waren geboren. Zij zagen reizen als een gevaarlijk iets. Voor de Viking was het de normaalste zaak van de wereld en dit kwam doordat ze de zee goed kenden. Ook waren de Vikingen zich bewust van de macht die ze konden krijgen door het beheersen van de zeeën. Dit konden zij door hun goede scheepsontwerpen hun vindingrijkheid bij het ontwikkelen van navigatiemethoden. Door deze macht die ze op zee verkregen waren ze ook op het land erg machtig. Hun aanvallen kwamen op plotselinge momenten en de legers van de Vikingen waren ook op land goede strijders. Ook kwam dit omdat ze bijna geen angst kenden en een avontuurlijk karakter hadden. Door deze verschillende factoren konden de Vikingen zo machtig worden. Hopelijk is met deze uitleg een duidelijk antwoord op de vraagstelling gegeven.
Dit werkstuk gaat over de Vikingen omdat dat me een leuk onderwerp leek. Eerst wilde ik alleen over de Deense Vikingen wat vertellen, maar dat was erg moeilijk omdat de geschiedenis van de Denen vaak ook te maken had met de Noorse Vikingen. Daarom heb ik het onderwerp veranderd in De Vikingen in Noord-Europa. Verder heb ik ook nog wat achtergrondinformatie over de Vikingschepen en de wetten van de Vikingen gegeven. De vraagstelling voor deze scriptie is: Hoe kwam het dat de Vikingen zo machtig konden worden? Het antwoord op deze vraag wordt eigenlijk niet echt in de scriptie gegeven. In scriptie is te lezen hoe de Vikingen machtig werden en niet de reden waarom. Deze reden heb ik daarom zo duidelijk mogelijk proberen te vertellen in de conclusie van deze scriptie. Door alle verschillende koningen en groepen Vikingen was het af en toe best ingewikkeld om op duidelijk samen te vatten wat er op verschillende plaats, tijd en door welke groep Vikingen gebeurde. Hopelijk is het toch nog een beetje duidelijk gebleven en goed te begrijpen. Hoe het Vikingtijdperk ontstaan is Hoe leefden de mensen voordat ze zwerftochten gingen maken? De dikke ijskap die Noord-Europa bedekte schoof langzaam naar het noorden doordat het klimaat steeds zachter werd. Hierdoor kwam er nieuw land vrij. Dit land raakte eerst begroeid met mossen en later ontstonden er wouden. Noordse nomaden begonnen door dit land te trekken. Ze waren op zoek naar gebieden waar genoeg wild was, waar ze op konden jagen. Dit wild zochten ze langs de Noorse fjorden, op de zeshonderd Deense eilandjes en rond de duizenden meren en rivieren in Zweden. Ze gingen zelfs de open zee op om op dieren zoals zeehonden en walvissen te jagen. Dit deden ze met hele lichte kano's, die men makkelijk uit elkaar kon halen en vervoeren. Deze bootjes waren heel handig gebouwd. Het geraamte was van hout dat in olie of walvisvet gedrenkt was. Dit diende als bescherming tegen het zoute zeewater. Dit hout werd door dunne repen leer verbonden. Om te voorkomen dat de knopen losschoten werden ze met zeewater nat gemaakt. Over dit geraamte werden koeiehuiden gespannen. Deze waren met dik linnen garen aan elkaar genaaid. Deze kano's zijn natuurlijk het begin geweest van de bouw van de Vikingschepen. Landbouw
Omdat er zoveel bossen waren leerden de mensen in Scandinavië de verschillende soorten bomen als grondstof te gebruiken. Hierbij maakten zij handig gebruik van stenen gereedschappen. Op deze manier ontstond er langzaam een volk van landbouwers. Voor zwaar werk werden makke rendieren ingezet en ook het vlees en de melk van deze rendieren werd gegeten en gedronken. Door deze nieuwe manier van leven groeide de bevolking erg snel. De mensen leefden van het bos en de zee. Aan het begin van de bronstijd werden de werktuigen beter en doelmatiger. Door de bevolking werden nu ook sieraden van goud en brons gemaakt. Hoe begonnen de eerste tochten? De eerst tochten begonnen met de plundering van een Engels klooster. Sinds deze eerste inval kwamen er steeds meer strooptochten van de Vikingen. De handel
Aan het eind van de 8e eeuw waren er in Scandinavië nog maar 2 miljoen inwoners. Sinds het begin van de 9de eeuw groeide de bevolking echter enorm. Voor deze bevolkingsgroei waren verschillende oorzaken: Het klimaat werd steeds zachter. Hierdoor ging het veel beter met de landbouw en werden de oogsten groter en beter. De mensen kregen dus betere voeding en werden sterker. Ook stierven er minder mensen in de winter. In de Vikingtradities was polygamie een gewoonte. Polygamie is dat een man met meer dan 1 vrouw getrouwd is. Doordat 1 man meerdere vrouwen heeft worden er meer kinderen geboren. De reden waarom de Vikingen gingen zwerven
Het gevolg van deze snelle bevolkingsgroei was dat na een aantal het Scandinavische grondgebied te klein werd. Dit was dus een reden om op zoek te gaan naar andere landen waar nog wel genoeg plaats was om te wonen. Maar er waren nog meer redenen. De jongste zoons uit een gezin werden verplicht om hun geluk en fortuin ergens anders te zoeken. Ook had je nog de rechtspraak: de Scandinavische rechters veroordeelden misdadigers meestal tot ballingschap. Deze redenen verklaren echter niet alles. Het ligt ook aan het karakter van de Vikingen dat ze buiten de grenzen van hun land hun geluk willen beproeven. De Vikingen waren een volk dat graag reisde en niet bang was om iets gevaarlijks te ondernemen. Ook hielden de Vikingen erg van rijkdom. Op een niet zo grote afstand van hun kustgebied was in de 9de eeuw een belangrijke handelsroute aan het ontstaan. Deze route liep langs de havens van Friesland en die in het Rijndal. Deze route werd het kruispunt vaan alle handelsbetrekkingen in Noord-Europa. De vikingen waren erg geïnteresseerd in alle koopwaar. Deze koopwaar bracht de Vikingen er ook toe dat ze als zeerovers op strooptocht gingen om deze producten in het bezit te krijgen. De Denen in Frankrijk
In 834 begon de uitbreiding van de Deense strooptochten pas echt op gang te komen. Ze plunderden een belangrijk financieel en handelscentrum, Dorestad. Na deze actie waren de Denen niet meer te stoppen. Ze voeren met een paar honderd schepen de Elbe op en plunderden Hamburg. Daarna begonnen de Denen met plunderingen in Frankrijk. Ze hadden groot succes en ze bestormden achtereenvolgens 3 belangrijke Franse steden, Rouaan, Chartres en Tours. De koning van die periode, Karel de Kale probeerde op alle mogelijke manieren de vernietigingen van de Vikingen te stoppen. Hij liet grote vestigingswerken bouwen, betaalde grote sommen geld aan de Denen en hij kon zelfs een aantal Deense aanvoerders omkopen om tegen hun eigen landgenoten te vechten. Vanaf 878 hielpen deze manieren niet meer om het Franse koninkrijk te beschermen. De Denen plunderden en veroverden bijna heel het land en konden de Seine opvaren tot aan Parijs. Hier kwamen ze met 700 Vikingschepen aan in november van het jaar 885. Zij stonden onder leiding van de 2 Vikinghoofdmannen Sigfred en Orm. Deze groep Vikingen voerde al een tiental jaren aanvallen op de Frankische gebieden uit. Al plunderend kwamen zij aan bij de muren van Parijs In die tijd was Parijs nog maar een kleine stad, het lag in get midden van de rivier op het Ile de la Cité. De Vikingen hadden een grote overmacht: zij waren met 30.000 man tegen 200 Parijse ridders met krijgslieden. Deze ridders moesten er voor zorgen dat de toegangswegen (2 bruggen) in eigen handen bleven. Een monnik die het gevecht vanuit de kathedraal kon volgen beschreef de strijd. De lucht zag zwart van de pijlen en de stad stond in brand. Volgens de monnik zag de hemel koperkleurig. Maar aan het einde van de dag was de stad nog steeds in handen van de verdedigers. De eerste aanval van de Vikingen werd afgeslagen. De aanvallen gingen nog weken door, maar de Parijse ridders hielden stand. Het lukte de Vikingen niet op Parijs in te nemen. Toen besloten ze om de stad te bezetten. Deze bezetting duurde bijna een jaar en in dat jaar plunderden de Vikingen het platteland in de wijde omgeving leeg. Ondertussen werden de mensen in Parijs geteisterd door honger en de pest. Aan het eind van 886 kwam eindelijk Karel de Dikke, het hoofd van het Frankische rijk de Parijzenaars bevrijdt. Hij was niet eerder gekomen omdat hij in een ander deel van Frankrijk verwikkeld was in een oorlog. Maar in plaats van de Vikingen te verdrijven bood hij hen vrije doorgang over de Seine aan en betaalde de Vikingen 700 pond zilver om zijn opstandige onderdanen in Bourgondië te gaan teisteren. De Vikingen gingen al lang niet meer na elke plundertocht terug naar Scandinavië. Ze vonden het veel handiger om zich te vestigen op de te gemakkelijk te verdedigen eilanden in de mondingen van grote rivieren. Daar hadden zij het hele jaar door goede bases voor hun moorddadige rooftochten. Tegen het einde van de 9de eeuw kwam een steeds groter wordend leger met oorlogsschepen aan in Europa. De Vikingen kwamen niet langer alleen voor roof- en plundertochten, maar ook voor de verovering van grote stukken land. De Noren in Frankrijk Hier waren de Noorse Vikingen in 842 ook al mee bezig. Zij waren met 67 oorlogsschepen uitgevaren over de Atlantische Oceaan. Zij waren langs de westkust van Frankrijk gevaren en ze waren tot aan de monding van de Loire gekomen. Hier hadden de Vikingen een kamp opgeslagen omdat ze zich nu voor een doolhof van ondiepe geulen die tussen dichtbegroeide eilandjes door liepen. Ze vroegen zich af wat ze nu konden doen toen een afgezant van graaf Lamberth met een voorstel aankwam. De graaf bood aan om de Vikingen de weg te wijzen naar plaatsen waar zij hun plunderingen konden uitvoeren. In ruil daarvoor moesten zij de graaf helpen om de stad Nantes te veroveren. Natuurlijk grepen de Vikingen dit voorstel met beide handen aan. Het besluit viel dat deze aanval zou gebeuren op 23 juni, dit was de gedenkdag van de heilige Johannes en dit feest werd in Europa al eeuwen gevierd om de zomer in te luiden. De feestende mensen hadden niet in de gaten dat de Vikingschepen zachtjes stilhielden aan de oevers van de stad. Toen overvielen ze de feestende mensen en plunderden de stad. De Vikingen trokken zich met de buit terug naar de monding van de Loire en vestigden zich daar op een eiland. Vanuit deze basis voerden zij strooptochten uit op het platteland aan de weerszijden van de rivier. Hierbij staken zij steden in brand overvielen kooplui en roofden het vee en de oogst van de boeren. Tussen 845 en 926 probeerden de Franse koningen de Vikingen af te kopen. Dit geld haalden zij van belastingen die ze aan het volk hadden opgelegd. In totaal werd er door de Franse koningen wel meer dan 43.000 pond zilver en 685 pond goud aan de Vikingen betaald. Toch bleven de plunderende Vikingen terugkomen. Van verschillende marktplaatsen bleef door de plunderingen weinig over en edelen en monniken moesten vluchten. Maar aan het einde van de 9de eeuw kwam er bij de Noorse Vikingen een nieuwe leider aan de macht. Dit was Hrolf, hij nam deel aan vele rooftochten, op de Franse maar ook op de Engelse kust. Hrolf's naam werd gewijzigd in Rollo. In 911 kwam hij tot een overeenkomst met de Frankische koning. In dat verdrag stond dat Rollo een stuk land kreeg. Dit stuk werd door de Noren al snel Normandië genoemd. In ruil voor dit gebied moest Rollo wel trouw zweren aan de koning, zijn gebied zelf verdedigen en zich tot het christelijk geloof laten bekeren. Dit deed Rollo, hij liet zich dopen en begon met de restauratie van kerken die de Vikingen zelf hadden vernield. Hij hield zich aan de verplichtingen die de Frankische koning had gesteld. Hoe langer Rollo en de Noorse Vikingen in Normandië woonden werden de banden met het thuisland steeds losser. De Oudnoorse taal verdween en de Vikingen kregen Franse vrouwen. In die tijd was Normandië de meest geduchte staat sinds de val van Rome. (500 jaar daarvoor) De zesde generatie na Rollo, Willem van Normandië, veroverde in 1066 heel Engeland. Dit was natuurlijk het ultieme bewijs van de macht van de Noren uit Normandië. De Denen in Engeland
Ook Engeland had veel te lijden onder de strooptochten, verwoestingen en invallen van de Vikingen. Onder druk van de Vikingaanvallen gingen de kleine koninkrijkjes in Engeland ten onder. In 880 was er nog maar 1 Angelsaksisch vorstendom over gebleven. Dit was het vorstendom Wessex in het zuidwesten van Engeland. Dat dit koninkrijk niet ten onder was gegaan kwam door de jonge koning Alfred de Grote die op dat moment heet koninkrijk regeerde. Deze Alfred pakte de Vikingen op 2 manieren aan- politiek en militair. Dat de andere koninkrijkjes rondom Wessex door de Vikingen veroverd waren kon Alfred zich bij neerleggen. Hij wilde proberen of hij daar geen voordeel uit kon slaan. Daarom sloot hij een verdrag met de Deense aanvoerder Guthrum. In dit verdrag erkende hij de aanspraken van de Vikingen op het al veroverde land. Hiermee liet hij merken dat zijn volk graag in vrede wilde leven met de invallers. Ook hoopte hij dathij de Vikingen kon aansporen om het land te bewerken in plaats van verwoesten. Maar de koning wist dat dit verdrag niet werd aanvaard en nageleefd zonder geweld te moeten gebruiken. Hij liet omheiningen bouwen waar boeren met hun vee beschutting konden zoeken als de Vikingen aanvielen. Ook had hij 2 forten laten bouwen om te voorkomen dat er invallen kwamen. De belangrijkste maatregel van Alfred was dat hij de Vikingen aanviel met hun eigen machtige wapen- het oorlogsschip. Rond de jaren 90 van de 9de eeuw liet Alfred een vloot bouwen. Zijn schepen waren bijna 2x zo lang als de Vikingschepen en ze waren door hem zelf ontworpen, niet naar Deens model, maar zoals de koning vond dat ze het nuttigst waren. De schepen van Alfred waren handiger dan de Vikingschepen. In 896 kregen de krijgslieden van Alfred 4 van 6 schepen te pakken die bij eb gestrand waren op de Zuid-Engelse kust. Zij doodden het merendeel van de Vikingbemanning. In deze tijd hebben Alfred en zijn Mannen meer dan 20 Vikingschepen laten vergaan. Voordat Alfred in 899 stierf was hij de enige in heel Engeland geweest die het gelukt was om in de strijd tegen de Vikingen het hoofd boven water te houden. (Letterlijk en figuurlijk!) Maar ook het verdrag dat hij met de Deense aanvoerder Guthrum had gesloten kreeg de uitwerking waar Alfred op had gehoopt. In plaats van het veroverde Engeland als bezet gebied te beschouwen, begonnen de Vikingen het als van henzelf te beschouwen. Ze begonnen zich er te vestigen en ze vermengden zich met de Angelsaksische inwoners. Het gebied waar de Vikingen zich hadden gevestigd werd zo Deens dat er de wetten en gewoontes van Denemarken golden. De Denen hadden een grote invloed op de Engelse taal. Deze invloeden kom je nu nog steeds tegen. Bijvoorbeeld in de honderden plaatsnamen die op -by eindigen. Dit -by komt van het Oudnoorse woord dat boerderij of dorp betekent. In de Engelse woordenschat kom je op deze manier wel enkele duizenden woorden tegen die zijn afgeleid van het Oudnoors. Toch ging het niet zo goed in het nieuwe rijk. De Denen hielden zich niet aan de afspraken en hielden zich vaak bezig met het uitvechten van onderlinge ruzies. Ook waren ze vaak in gevecht om de aanvallen van de Noorse vikingen af te slaan. Na verloop van tijd wilden de Denen het zuiden opnieuw proberen te veroveren. Dit was weer mogelijk omdat in het rijk dat Alfred de Grote een eeuw daarvoor veilig had gesteld een van de slechtste koningen van Engeland aan de macht was. Er was niet alleen de dreiging van de Deense kant, het hele Engelse rijk, ook het Deense deel stond onder de dreiging van de Noorse Vikingen uit Normandië. De eerste aanval van de Noren kwam in 991. Zij kwamen met een vloot van 93 schepen naar Zuid-Engeland en verwoestten de havens van Folkestone en Sandwich. Ze versloegen het Engelse leger en nu hadden ze doorgang tot heel Zuid-Engeland. De koning, Ethelred probeerde de Noren af te kopen met 10.000 pond zilver dat hij had afgeperst van zijn eigen onderdanen. Bovendien bood hij voedsel en drank voor het hele Vikingleger aan. Deze betaling hielp niet veel, het leverde een uitstel op van drie jaar. In die drie jaar hadden de Denen en Noren besloten om samen te gaan werken. Weer probeerde Ethelred ze af te kopen, dit keer namen de Vikingen 16.000 pond zilver in ontvangst. Maar al snel kwamen de Deense Vikingen terug dit keer besloot de Engelse koning om zich te verzetten. Het verzet werd steeds verder uitgesteld, er kwam dus niemand in actie tegen de Vikingen en ook deze poging van de koning mislukte. Weer dwongen de Vikingen losgeld af. In 1001 kwamen de Denen weer terug en weer betaalde Ethelred, dit keer 24.000 pond. Toen besloot Ethelred wraak te nemen en hij gaf het bevel dat alle Denen die in het land waren vermoord moesten worden. Dit was een erg ondoordacht besluit omdat grote aantallen Denen zich vreedzaam in het zuiden van Engeland hadden gevestigd. Ook was er veel handelsverkeer tussen deze Denen en de Engelsen. Hoeveel Denen er zijn opgepakt en vermoord is niet bekend, maar door deze massamoorden werd de Deense koning Svein pas echt kwaad. Vanuit Denemarken begon hij een reeks aanvallen op Engeland waar Ethelred zich niet tegen kon verweren. In een zeeslag verloor hij 80 van zijn 300 schepen en 20 liepen er over naar de vijand. Ethelred liet zijn troepen in de steek en vluchtte. Dit gebeurde in 1009. De Denen gingen aan land en plunderden Ethelred's koninkrijk. In 1013 was heel Engeland van de Denen. Vijf weken daarna stierf de Deense koning Svein. Zijn zoon erfde al zijn bezit. In 1015 vertrok hij uit Denemarken en kwam zijn erfenis opeisen. Hij versloeg de resten van het leger van Ethelred en de troepenmacht die de zoon van Ethelred had verzameld. Ook hij eiste losgeld van de Engelsen. Dit was het hoogste losgeld dat ooit aan de Vikingen betaald is, 82.000 pond zilver. Dit geld gebruikte hij om zijn troepen te betalen en zijn leger voor een groot deel te demobiliseren. De meesten van hen vestigden zich in het nieuwe rijk, waar Knut, de zoon van koning Svein regeerde. Deze Deense Viking bracht voor het eerst in 25 jaar vrede in Engeland. Toen Knut in 1035 stierf liet hij een verenigd en welvarend Engeland achter. Maar dit kon natuurlijk niet lang zo blijven. De zonen van Knut vochten een onderlinge strijd om de troon en verspeelden hem hierdoor aan een zoon van Ethelred. Deze zoon liet toen hij stierf geen erfgenaam achter en dit zorgde opnieuw voor een flinke strijd om de troon. In 1066 kwam het resultaat: een invasie van de Noorse Vikingen die zich in Normandië hadden gevestigd. Ierland De Vikingen toonden al heel snel belangstelling voor het eiland ten westen van Engeland. In die tijd was Ierland een land vol tegenstellingen. In sommige opzichten was het een heel rijk land in andere opzichten juist een arm land. Er was bijna geen leiderschap in het land toch waren de Ieren niet te verslaan. Ondanks alle wapens van de Vikingen stootten ze bij de Ieren op een onwaarschijnlijk uithoudingsvermogen en sluwheid. Het is de Vikingen nooit gelukt om Ierland te veroveren. Toen de Vikingen rond het jaar 800 op het eiland aankwamen was Ierland het meest beschaafde land in het westen. Er waren al erg veel kloosters en de monniken waren erg geleerd. Met de bevolking was het echter anders gesteld. De Ierse economie ging nog niet verder dan ruilhandel, de Ieren hadden bijna geen schepen en de wapens die ze hadden waren van slechte kwaliteit. Deze achterstand kwam doordat de Ieren sinds het begin van de geschiedenis een geïsoleerd bestaan hadden geleid. De zeven dunbevolkte provincies waren altijd in gevecht met elkaar. De tactieken die ze bij deze gevechten gebruikten waren vaak gebaseerd op sluwheid en bedriegerij. Door deze tactieken konden de Ieren de eerste Vikingaanvallen afslaan. De eerste Vikingaanvaller was een Noorse prins. Al snel had hij het noorden van het eiland bezet. Het leek alsof het niet zoveel moeite zou kosten om de rest van het land ook te veroveren, maar dit plan ging niet door omdat een sluwe Ierse koning een list had bedacht. Hij stuurde zijn dochter en een groep als vrouwen verklede krijgslieden en lokte de prins en 15 hoofdmannen naar de oever van een meer, waar ze de mannen verdronken. De troepen van de prins trokken zich terug naar de kust waar ze verschillende forten bouwden om zich te beveiligen. Deze forten breidden zich langzaam uit tot steden. In de volgende eeuwen zouden zich in deze steden gevechten afspelen waarbij Vikingen tegen Ieren vochten, maar ook gevechten waarbij Vikingen tegen Vikingen vochten. Na deze eerste tegenslag van de Noren kwamen de Deense Vikingen die hadden gehoord dat er een goed plundergebied was in de steden die de Noorse Vikingen hadden aangelegd. Deze Deense Vikingen kwamen in 849 en zij vielen de Noorse bouwers van Dublin aan. Drie jaar werd er door de Vikingen om deze stad gevochten. De Ieren hielpen af en toe de Denen een handje omdat ze op die manier hoopten om de gehate Noren te verdrijven. De Denen waren aan de winnende hand toen in het vierde jaar een nieuwe groep Noren aankwam. Door deze meerderheid werden de Denen al snel verslagen en de Noren wilden verder het binnenland in om dat ook te veroveren. Ondertussen hadden de Ieren iets meer verstand gekregen over oorlog voeren. De opperkoning Aed Finnlaith lukte het om de andere koningen over te halen om te stoppen met ruziën en samen een groot leger te vormen. Met dit leger jaagden ze de Vikingen van het platteland af. Ze maakten veel slachtoffers onder de Vikingen, totdat die de veilige muren van de stad Dublin hadden bereikt. De slimme Ierse koning besloot om geen beleg op de stad te beginnen, maar een vredesverdrag met de Vikingen te sluiten. Het verbond had een gunstige uitwerking voor de Vikingen en de Ieren. De strooptochten in het binnenland namen af in de tweede helft van de 9de eeuw. Maar het grootste voordeel van de Ieren was dat de Vikingsteden de Ieren voor het eerst in contact brachten met het stadsleven. In deze steden leerden de Ieren het handelsleven kennen. Ze leerden de eerste vereisten die nodig waren voor het moderne handelsverkeer. Bijvoorbeeld de gestandariseerde maten en met geld omgaan. Ook leerden ze hoe de steden gebouwd konden worden. Ze leerden de verbeteringen zoals geplaveide straten en de aanvoer van vers water door uitgeholde boomstammen kennen. Na dit eerste verbond bleef de samenwerking van de Vikingen en de Ieren wel honderd jaar afhangen van verschillende verbonden en vijandschappen. Pas in het midden van de 10de eeuw werd de eerste echte poging gedaan om een echte staat op te richten. Deze poging kwam weer bij de Ieren vandaan. Deze Ier een zoon van een onbekende koning, had na ongeveer 25 veldslagen het overwicht over alle Ierse koningen gekregen en hij had zelfs Dublin veroverd. Niet lang daarna kreeg deze Brian de titel Keizer der Ieren. Op deze manier maakte hij een einde aan alle gevechten. Maar nog geen 10 jaar hierna was het weer afgelopen met de vrede. Een van de Ierse koningen had plannen gemaakt om Brian af te zetten. Hij vormde een bondgenootschap met een andere Ierse koning, zodat het al snel weer oorlog was. De 2 Ierse koningen hadden naar alle Vikingen in Europa boodschappers gestuurd om bondgenoten te krijgen. Ze boden de Vikingen als beloning geld en land. Zo waren er uiteindelijk 2 grote legers die in april van 1014 met elkaar in gevecht gingen. Er vielen veel doden in deze strijd maar uiteindelijk werd de strijd door Brian gewonnen. Deze overwinning kon de 73 jaar oude man niet meer vieren want hij was in de strijd omgekomen. Na deze strijd is er nooit meer een grote invasievloot van de vikingen voor de Ierse kust verschenen. Maar de Vikingen die al in Ierland waren bleven en vermengden zich met de Ierse bevolking. De invloed die de Vikingen hadden gehad bleef een duidelijk spoor in de Ierse geschiedenis. Met de steden ging alles erg goed en door de invloed van de Vikingen ging het ook erg goed met de handel. De steden langs de zuidoostkust van Ierland gaven de Ieren doorgang naar Engeland en het vasteland van Europa waar de er vele handelsmogelijkheden waren. De Vikingschepen Alle Vikingschepen waren in principe gelijk aan elkaar. Toch waren er geleidelijk verschillen in grootte en vorm ontstaan om aan de verschillende doeleinden te voldoen. Ook ontstonden er verschillen tussen de schepen voor de verschillende omstandigheden die op zee voorkwamen. Tegen het jaar 1000 waren er vier soorten schepen ontwikkeld. Dit waren de drakar of het drakeschip, het langskip, de karve en de knarr. De drakar of het drakeschip Dit was het grootse schip van de Vikingen. Dit schip werd gebruikt als het vlaggeschip van de Vikingvloot en dit schip was de trots van de koningen. Het drakeschip was meer dan 48 meter lang en het was ongeveer 7 meter breed. Ook was het schip uitgerust met wel 72 riemen. Behalve dat het schip zo groot was, was een erg opvallend kenmerk van het drakeschip dat de zijwanden extra hoog waren. Dit zorgde er voor dat de bemanning die bestond uit ongeveer 300 mannen een groot voordeel gaf als zij in gevecht waren. De vijand kon bijna niet het schip binnenvallen. Het langskip Dit schip was het meest veelzijdige vaartuig van de Vikingen. Het kon gebruikt worden voor aanvallen en de oorlogen, maar ook voor de handel langs de kusten. Dit schip was laag gebouwd. Door deze bouw werd de snelheid en de hanteerbaarheid vergroot. Dit schip was meestal 30 meter lang en 6 meter breed. Het langskip was uitgerust met 50 riemen. De karve Dit schip was kleiner dan de oorlogsschepen. Dit schip werd gebruikt om de Vikingsvloot te bevoorraden. Ook werd dit schip gebruikt als plezierjacht voor de hoofdmannen. Dit schip was 21 meter lang en 5 meter breed. Dit schip was uitgerust met 16 riemen. Dit schip stond er bekend omdat de diepgang van dit schip erg ondiep was, wel minder dan 90 centimeter. Dit was ondiep genoeg om bijna overal te kunnen komen. De knarr Dit was het kleinste vikingschip. Dit was het enige schip dat meer op zijn zeilen dan op zijn riemen vertrouwde. Dit schip was ontworpen om handelsreizen en ontdekkingsreizen te ondernemen. Dit schip was 16 meter lang en 4,5 meter breed. Dit korte brede schip kon een lading van wel 15 ton vervoeren. De oorlogsschepen van de vikingen waren voor de buitenwereld een grote angst. Maar voor de Vikingen was het een grote trots. De wetten van de Vikingen Door de barbaarse plunderingen van de Vikingen zou je denken dat er weinig wetten waren waar de Vikingen zich aan hielden. Toch was dit niet het geval. De wetten van de Vikingen kwamen uit eeuwenoude tradities en werden uit het hoofd geleerd door alle Vikingen. Volgens de wetten van de Vikingen moest een Viking die van een misdaad beschuldigd werd voor een hof van rechters verschijnen. De beklaagde kon zijn daden bekennen of ontkennen. Als degene de misdaad ontkende kon hij zich verdedigen door getuigen op te roepen. Deze getuigen moesten de onschuld en de goede reputatie van de beklaagde bevestigen. Als door deze getuigen de onschuld van de beklaagde nog niet bewezen is konden de rechters een verzoek om godsgericht in dienen. Dit hield in dat de beschuldigde 2 seconden een handvol gloeiend hete stenen of stukjes metaal vasthouden. Daarna werd hij met zijn hand in het verband weggestuurd om na 3 dagen weer terug te komen. De rechters kwamen bijeen om de hand te bekijken. De uitspraak van de rechters hing af van hoe de wond er uitzag. Als het een schone brandwond was werd de beschuldigde vrijgesproken, was de wond gaan zweren werd hij schuldig verklaard en kreeg hij een straf. Deze straf kon een boete in geld of koopwaar zijn, maar ook een vogelvrijverklaring. Iemand die tijdens een ruzie een van zijn gelijken had verwond, moest een bottenboete in zilveren munten betalen. Ook moest hij de dokterskosten betalen die de verwonde persoon nodig had. Een andere wet was een reeks boetes voor het onfatsoenlijk aanraken van een vrouw. Voor het aanraken van een pols of enkel moest een boete van 110 gram zilver betaald worden, voor een aan raking van haar elleboog 75 gram. Maar voor een aanraking boven de knie hoefde geen boete betaald te worden. De meeste vrouwen lieten het zich welgevallen wanneer het zover ging, volgens de wet. Iemand die schuldig was bevonden aan moord werd vogelvrij verklaard. Dit kon zijn voor een paar jaar of een paar maanden maar ook voor altijd. Deze vogelvrij verklaring was voor veel veroordeelden de oorzaak dat ze hun vaderland verlieten, zoals je in het eerste hoofdstuk al kon lezen. Conclusie
Het antwoord op de vraagstelling is eigenlijk niet echt goed in de scriptie te vinden. Daarom probeer ik nu op het antwoord op deze vraag duidelijk te geven. In de tijd dat de Vikingen rondzwierven over de zeeën leefden de meeste mensen in het westen in de omgeving van de plaats waar ze waren geboren. Zij zagen reizen als een gevaarlijk iets. Voor de Viking was het de normaalste zaak van de wereld en dit kwam doordat ze de zee goed kenden. Ook waren de Vikingen zich bewust van de macht die ze konden krijgen door het beheersen van de zeeën. Dit konden zij door hun goede scheepsontwerpen hun vindingrijkheid bij het ontwikkelen van navigatiemethoden. Door deze macht die ze op zee verkregen waren ze ook op het land erg machtig. Hun aanvallen kwamen op plotselinge momenten en de legers van de Vikingen waren ook op land goede strijders. Ook kwam dit omdat ze bijna geen angst kenden en een avontuurlijk karakter hadden. Door deze verschillende factoren konden de Vikingen zo machtig worden. Hopelijk is met deze uitleg een duidelijk antwoord op de vraagstelling gegeven.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden