Marshallplan

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 5e klas vwo | 4500 woorden
  • 28 januari 2003
  • 154 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
154 keer beoordeeld

2. Voorwoord Voor mijn scriptie voor geschiedenis profieldeel kon ik kiezen uit 14 onderwerpen. Ik heb gekozen voor ‘het Marshallplan’: Amerikaanse vriendendienst of Amerikaans eigenbelang? Ten eerste heb ik voor dit onderwerp gekozen, omdat ik Amerika interessant vind. Het land is nog vrij jong en het economisch en politiek systeem werkt vooralsnog goed. Als tweede punt heb ik voor dit onderwerp gekozen, omdat het Marshallplan een belangrijke onderneming was in de geschiedenis, omdat na de tweede wereldoorlog de economie van de Europese landen heel erg sterk verzwakt was. Duitsland had namelijk als veroveraar een groot deel van Europa bezet en had de economie vrijwel alleen gebruikt voor militaire productie. Veel landen waren er aan het eind van de oorlog economisch slecht aan toe, ze hadden veel schulden en weinig goed functionerende bedrijven. Voor de wederopbouw van de gebombardeerde steden en de failliete bedrijven was veel geld nodig. Het hoofddoel van het Marshallplan was dan ook om de economie van Europa geld te verstrekken, zodat deze weer op gang kon komen, opdat de vernielde infrastructuur en de beschadigde gebouwen weer opgebouwd konden worden. De hoofdvraag van mijn scriptie luidt: ‘Was deze Marshallhulp van de Amerikanen bedoeld om Europa te helpen, of uit Amerikaans eigenbelang?’. Bij de opbouw van Europa hebben de Europeanen veel profijt van de Marshallhulp gehad, maar de Amerikanen hadden er zeker ook voordeel bij. De Europeanen importeerden namelijk veel uit Amerika en toen Europa geen geld meer beschikbaar had, kon ze niks meer kopen uit Amerika. Het kan dus ook zijn dat de Amerikanen puur uit eigen belang de economische steun hebben verleend aan Europa. Dit ga ik onderzoeken in mijn scriptie. Om tot het antwoord op de hoofdvraag te kunnen komen, heb ik de volgende deelvragen gebruikt: Wat waren de doelen van het Marshallplan? Werden de doelen bereikt? Bij deze deelvragen heb ik een aantal subdeelvragen die in paragrafen zijn ingedeeld. Voordat ik de deelvragen uitvoerig heb beantwoord, heb ik een hypothese gemaakt. Op dat moment, had ik mij redelijk ingelezen in de literatuur die ik tot mijn beschikking had, maar ik had me nog niet verdiept in tekst die sterk samenhing met de deelvragen. Hier volgt mijn hypothese: Het Marshallplan: Amerikaanse vriendendienst, of eigenbelang? Het Marshallplan is in eerste instantie opgezet om de Europeanen te helpen, dit gaf George Marshall, de bedenker van het Marshallplan, aan in zijn rede. Hij zei dat zijn plan niet bedoeld was tegen een staat, doctrine, of wat dan ook, maar enkel tegen honger, armoe, wanhoop en chaos. Europa moest geholpen worden, want de mensen hadden het heel slecht. Als de Amerikanen Europa hielpen, en als het Marshallplan zou werken, dan zou Europa ook een goede economie op kunnen bouwen. Als Europa een sterke economie heeft, dan heeft Amerika daar veel profijt van, want Europa importeert veel goederen uit Amerika. Ik ben van gedachten dat als Amerika zelf geen profijt had gehad van de steun die ze heeft verleend, dat ze wel de hulp had verleend, maar wel in mindere mate. Daarom denk ik dat de Marshallhulp voornamelijk een vriendendienst was, maar dat eigenbelang ook een grote rol speelde. 3. Inleiding Na de tweede wereldoorlog was een groot deel van West-Europa (en ook Oost-Europa) sterk aangetast. Veel gebouwen en machines waren verwoest of veroudert, daardoor konden veel bedrijven geen producten meer produceren. Er was een groot tekort aan kapitaal, eten, werk en bovenal geld. De regering in de Verenigde Staten maakte zich ernstige zorgen en besloot hulp aan te bieden, echter het Amerikaanse volk was hier sterk op tegen, want de oorlog had hun commerciële productie al lang genoeg uitgesteld. George Marshall, minister van buitenlandse zaken, had een idee om Europa te kunnen helpen. Amerika had namelijk ook baat bij een vrije en sterke internationale handel. Hij presenteerde de regering het ‘Marshallplan’. De essentie van dit plan was, dat de Europese landen zelf overlegden hoeveel geld ze nodig hadden, en hoe ze dit gingen verdelen onder elkaar. De Verenigde Staten boden alle landen in Europa hulp aan, maar enkele landen waren, door omstandigheden, afgehaakt. Uiteindelijk namen 16 landen deel aan het Marshallplan. Ze stelden plannen op van totaal 19 miljard dollar, dat komt anno 2000 neer op een waarde van ongeveer 100 miljard dollar, ze kregen ruim13 miljard. Dit geld werd verspreidt over een aantal jaren en de eerste bijdrage werd in april 1947 verstrekt. De Amerikaanse dollars kwamen zeer gelegen en hebben een grote bijdrage geleverd aan de wederopbouw van Europa. De hulp die werd gegeven in de periode 1948-1953 kwam neer op 13.3 miljard dollar. Nederland was zeer gunstig bedeeld, ze had 1127 miljoen dollar ontvangen (109 dollar per hoofd).
4. Wat waren de doelen van het Marshallplan? Ik behandel de doelen van het Marshallplan in de volgende 5 onderdelen: economisch, politiek, cultureel, militair en financieel. ξ 4.1 Wat waren de economische factoren? Het hoofddoel van de Marshallhulp was directe financiële steun om de oorlogslanden weer op de been te helpen. Om de wederopbouw te kunnen financieren was veel geld nodig, zodat de benodigde goederen geïmporteerd konden worden. Er was een groot probleem dat het Marshallplan oploste: alle Europese landen hadden een groot tekort aan dollars, de enige waardevolle valuta op dat moment. Om dollars te verdienen moesten de landen goederen exporteren, maar men had geen goederen, die moesten eerst nog geproduceerd worden. Teneinde de goederen te kunnen produceren moesten eerst grondstoffen geïmporteerd worden. De Marshallhulp loste dit probleem op door grotendeels de importen, vanuit de Verenigde Staten, te financieren. Om van een goede besteding van de gelden verzekerd te zijn, moesten de landen onderling onderhandelen hoeveel ze nodig hadden en hoe ze dit geld per land gingen besteden. Aan de hand van deze plannen kregen ze financiële steun van Amerika, zodat de importen gefinancierd konden worden. De eerste begroting van de Europese landen kwam uit op 29.2 miljard dollars. Na lang onderhandelen met de regering in Washington kwam men tot een bedrag van 19.3 miljard dollar. De toenmalige president Truman moest deze financiële steun eerst aan het congres voorleggen en om het congres niet te erg te laten schrikken, had hij het bedrag gereduceerd tot 17 miljard dollar. Deze hulp bestond niet uitsluitend uit giften voor de geraakte landen, ze betroffen ook een gedeelte leningen, die deze landen afsloten met Amerika. ξ 4.2 Wat waren de politieke factoren? De politieke factoren zijn in een aantal hoofdgroepen in te delen, namelijk: • De indamming van de Sovjetunie. Dit punt was zeker niet het politieke hoofddoel van het Marshallplan, maar het was een gunstige bijkomstigheid. Amerika had al langere tijd moeite met de Sovjetunie en door het uitsluiten van de Sovjetunie in het Marshallplan probeerde men sovjetgevaar te ontwijken. Men wilde de Sovjetunie niet buitensluiten, want George Marshall zelf had in zijn speech beklemtoond: ‘our policy is directed not against any country or doctrine, but against hunger, poverty, desperation and chaos. Any government that is willing to assist in the task of recovery will find full cooperation (...) on the part of the United States government’. • De indamming van Duitsland. Hiermee bedoel ik niet zozeer de indamming van Duitsland zelf, maar een samenvoeging van Europa zodat de kans enorm verkleind wordt dat Duitsland opnieuw kan proberen de macht te grijpen. Duitsland had dit de afgelopen 30 jaar al twee keer geprobeerd, en daardoor waren de Verenigde Staten bijzonder oplettend. • De politieke integratie van Europa. Zoals ik net ook al aan gaf, was o.a een politiek doel van het Marshallplan om Europa meer tot één unie te integreren, net als Amerika uit allerlei verschillende staten is opgebouwd. Op korte termijn is dit niet mogelijk te realiseren, maar het was dan ook een plan voor op de lange termijn. • Om de integratie van Europa te kunnen realiseren werden allerlei instanties opgericht:  De Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (OEES) werd opgericht om tot een gezamenlijke vraag voor hulp te komen.  Voor de economische uitvoering van het Marshallplan werd de European Cooperation Administraion (ECA) opgericht.  In 1950 werd de Europese Betalings Unie (EBU) opgericht. Zij werd gezien als de historische schakel tussen het Marshallplan en de Europese Gemeenschappelijke Markt. • Het Atlantische kader. Het Atlantische kader borduurt voort op de integratie van Europa. Het Atlantische kader is een veel omvangrijker gebied dan alleen Europa, het betrekt de hele Atlantische omgeving erbij, voorzover de landen in dat gebied op dat moment een politieke rol speelden. In dit kader speelde eigenbelang een rol. Het was zeker in het eigenbelang van de Verenigde Staten om onder haar eigen leiding een sfeer van vrede en welzijn te creëren waar zij zelf ook goed in mee kon stromen. ξ 4.3 Wat waren de culturele factoren? Amerika wilde Europa graag helpen, dit gebeurde grotendeels door steun met Amerikaanse machines. Om die machines goed te kunnen gebruiken hadden de werknemers uitleg nodig, deze hulp boden de Amerikanen aan en de Europeanen accepteerden de hulp. Doordat in Europa een soort Amerikaanse economie werd opgebouwd, bracht dit allerlei Amerikaanse cultuurelementen met zich mee. De Amerikanen wilden hun cultuur, hun manier van produceren en leven overbrengen naar de Europeanen. Zoals eerder gezegd deden zij dit door (productie)kapitaal ter beschikking te stellen aan de Europeanen, de Europese ondernemers werden uitgenodigd om in de Verenigde Staten te komen kijken hoe de Amerikanen de machines bedienden en hoe de opbouw het productieproces was, inclusief de manier van besturen. Door deze manier van hulp brachten de Amerikanen een deel van hun cultuur over naar Europa. Bij deze wijze valt wel op te merken dat de Amerikanen alleen de positieve kant van hun cultuur lieten zien zoals de mooie auto’s, vrouwen, Hollywoodfilms en bijvoorbeeld niet de lagere klassen in de samenleving en de achterstand van de zwarte mensen. De films speelden tijdens de Marshallhulp een grote rol. In de films konden heel makkelijk waarden en normen, ‘the American Dream’ overgebracht worden op het publiek. Sommige landen die de Marshallhulp ontvingen hebben geprobeerd de invloed van de Amerikaanse filmindustrie te verkleinen door de nationale filmindustrie te steunen en stimuleren. ξ 4.4 Wat waren de militaire factoren? De oorlog was nu 2 jaar afgelopen, Amerika had na haar overwinning op Duitsland de meeste soldaten teruggetrokken uit Europa. Militair gezien waren er nog weinig troepen aanwezig in Europa, maar in Amerika werd ‘the US army’ weer flink aangevuld en getraind. Op het eerste gezicht lijkt Amerika op militair gebied geen voordeel te behalen bij het Marshallplan, maar door de giften behaalt zij een grotere internationale handel. Aan die handel verdient Amerika weer geld, en van dat geld kan ze militair betere spullen kopen en zelf produceren.
ξ 4.5 Wat waren de financiële factoren? De Europese landen waren financieel uitgeput, de oorlog had bijna al het geld opgeslokt en, wat er nog aan geld over was, werd aan eten en drinken uitgegeven. De Marshallhulp moest op dit punt voldoende nieuwe input geven zodat niet meer een heel groot deel van het aanwezig geld aan de primaire levensbehoeften werd uitgegeven, maar dat er nieuwe investeringen werden gemaakt in machines, en dat het productieproces weer op gang zou komen. ξ 4.6 Deelconclusie De belangrijkste doelen van het Marshallplan waren: • De Europese economie helpen om de zware oorlogstijd te boven te komen • De integratie van Europa • De indamming van de Sovjetunie • Amerikaanse cultuur gedeeltelijk proberen te integreren in Europa • Het Amerikaanse leger versterken met de verdiende bedragen door de handel met Europa 5. Waren de doelen bereikt? Opnieuw behandel ik de doelen per categorie: economisch, politiek, cultureel, militair en financieel. ξ 5.1 Waren de economische doelen bereikt? Sommige onderzoekers zeggen dat de Marshallhulp niet de doorslaggevende schakel was voor de succesvolle wederopbouw van Europa. In het boekje ‘Het Marshallplan in hedendaags perspectief’ komt Dhr. Inklaar tot deze conclusie. De Marshallhulp zou voornamelijk zijn rol hebben gehad als ‘opkikkertje’ voor de bevolking die hard werkte om het land weer op te bouwen. ‘Niets werkt stimulerender op de wil om welvaart te veroveren dan welvaart te zien’. Ik vind dat Dhr. Inklaar hier een heel erg sterk punt aanvoert, dat welvaart zien een heel erg positieve uitwerking heeft op mensen die zelf welvaart willen bereiken. Dit zullen de hardwerkende Europeanen zeker gewaardeerd hebben, maar dat de Marshallhulp er net zo goed niet had kunnen zijn (behalve de welvaartfunctie) ben ik niet met hem eens. De Marshallhulp heeft namelijk toentertijd gezorgd voor een toename van het BNP van de West-Europese landen met 32 %. De agrarische productie steeg met 11 procent en de industriële productie steeg met 40%. Deze getallen geven aan dat de Marshallhulp weldegelijk van groot belang was. De uiteindelijke Marshallhulp lag relatief veel lager dan begroot, er was verwacht dat er 17 miljard dollar aan economische steun zou worden verstrekt, maar dit kwam uiteindelijk neer op 13.3 miljard. De economische hulp verschilde sterk per land. Nederland zat bij de landen die de meeste hulp kregen per hoofd van de bevolking, namelijk 109 dollar. In totaal had Nederland 1.127 miljoen dollar ontvangen, dit is beduidend meer dan het gemiddelde per land, die was ongeveer 809 miljoen dollar. Groot-Brittannië (3189,8) ontving de meeste hulp, daarna Frankrijk (2713,6), Italië (1508,8), Duitsland (1390,6) en op de 5e plaats kwamen wij. We ontvingen heel erg veel hulp, maar dit was ook nodig, want Nederland had zwaar geleden onder de oorlog. De hulp bestond niet alleen uit giften, maar ook uit leningen, dit heb ik in de volgende tabel weergegeven. Ook heb ik de hulp per hoofd van de bevolking erin verwerkt. Land Totaal Giften Leningen Hulp per hoofd van de bevolking: Totaal voor alle landen $13,325.8 $11,820.7 $1,505.1
Oostenrijk 677.8 677.8 -- 138

Belgie-Luxemburg 559.3 491.3 68.0 11
Denemarken 273.0 239.7 33.3 71
Frankrijk 2,713.6 2,488.0 225.6 79
Duitsland, de republiek 1,390.6 1,173.7 216.9 29
Griekenland 706.7 706.7 -- 147
IJsland 29.3 24.0 5.3 238
Ierland 147.5 19.3 128.2 50
Italië (inclusief Trieste) 1,508.8 1,413.2 95.6 32
Nederland (incl.Oost-Indie) 1,083.5 916.8 166.7 109
Noorwegen 255.3 216.1 39.2 136
Portugal 51.2 15.1 36.1 7
Zweden 107.3 86.9 20.4 7
Turkije 225.1 140.1 85.0 21
Verenigd Koninkrijk 3,189.8 2,805.0 38 62
De verstrekking van deze gelden werd op een slimme manier tot stand gebracht. Zoals ik al aangaf, waren de gelden bedoeld om importen uit Amerika te financieren, zodat de landen weer konden produceren en die productie weer verkopen. De financiële hulp werd niet aan het desbetreffende land gegeven, maar bleven in de VS, omdat Amerika haar exporten naar de Marshall-landen zelf financierde. Het enige wat deze hulp-landen moesten doen, was de kosten opgeven bij de Economic Cooperation Administration (ECA), die opgericht was ter uitvoering van het Marshallplan. De geleende gelden werden wél door de landen ontvangen. ξ 5.2 Waren de politieke doelen bereikt? De Sovjetunie heeft de eerste paar dagen nog gediscussieerd over hun aandeel in de ontvangsten van de Marshallhulp, maar na drie dagen verliet Molotov de onderhandelingen. Dit kwam heel gunstig uit, want als de Sovjetunie simpelweg had ingestemd met de plannen, had het Amerikaanse Congres moeten instemmen voor hulp aan de Sovjetunie en de kans dat dat zou gebeuren is te verwaarlozen. De gevolgen zouden waarschijnlijk een mislukking van het Marshallplan betekend hebben. Het is Amerika gelukt om Europa tot samenwerking te dwingen. De gevolgen van het Marshallplan zijn tegenwoordig nog heel erg duidelijk zichtbaar in de Europese politiek. Doordat het Marshallplan een goede samenwerking tussen de Europese landen heeft bedwongen, is er enige tijd later een Europese Unie (EU) opgericht. In januari 2002 is een Europese munt ingevoerd, die als wettig betalingsmiddel in de meeste landen die lid zijn van de Europese Unie. De munt, de Euro, dient ter vervanging van de nationale munteenheden.
ξ 5.3 Waren de culturele doelen bereikt? Op cultureel gebied brachten de Amerikanen heel wat van hun gebruiken over op de Europeanen. Tegenwoordig kijken mensen vaak films en rijden steeds meer mensen in een auto, oftewel, de luxe manier van leven van de Amerikanen is langzamerhand steeds meer geïntegreerd in Europa en dan voornamelijk de rijkere, West-Europese, landen. Dit proces wordt ook wel de ‘veramerikanisering’ genoemd. In de veramerikanisering speelden de Hollywoodfilms een grote rol. Sommige overheden probeerden deze invloed te verkleinen, door de nationale filmindustrie te stimuleren. Dit is echter tevergeefs gebeurd, de Amerikaanse filmindustrie bleef een grote invloed behouden. ξ 5.4 Waren de militaire doelen bereikt? Rond 1950 brak de koude oorlog werkelijk uit, de strijd was al veel langer aan de gang en Amerika was dus al langer bezig technisch hoogstaande oorlogswapens te produceren. Door de Marshallhulp te verstrekken kreeg Amerika veel Europese landen aan haar kant. Hierdoor stond zij sterker tegen het communisme. De Amerikanen zagen het communisme als hun vijand en daarom was de koude oorlog begonnen. Ook werd het ‘ijzeren gordijn’ in Oost-Europa neergelaten tussen het communisme en de democratische landen. Uiteindelijk, in 1989, kwam het ijzeren gordijn ten val toen de Sovjet-Unie uiteen viel. ξ 5.5 Waren de financiële doelen bereikt? In financieel opzicht hadden de Amerikanen enorm veel steun gegeven, toentertijd 13.3 miljard dollar, wat tegenwoordig uitkomt op een bedrag van 100 miljard dollar. Met deze hulp is de Europese economie op de been geholpen en daarmee ook de internationale handel. Van de internationale handel had Amerika heel wat profijt. Aan de huidige stand van zaken, het gaat heel erg goed met de Amerikaanse economie, is af te lezen dat de Marshall-gelden niet onmisbaar waren, anders had de Amerikaanse economie er een stuk verpauperder uitgezien. Tevens zijn er aan de koude oorlog nog vele miljarden dollars uitgegeven, hetgeen aangeeft dat de Amerikaanse overheid heel wat geld te besteden had. ξ 5.6 Deelconclusie • De Marshallhulp heeft de Europese economie op de been geholpen, hierbij hadden de Amerikanen zelf ook veel voordeel, want de internationale handel kwam weer op gang. • Door het Amerikaanse optreden is Europa nu voor een groot deel geïntegreerd. Het Marshallplan heeft de nationale overheden ertoe gedwongen om met elkaar samen te werken. • De Sovjetunie is uit de onderhandelingen gestapt, daarom kon het Marshallplan voortgezet worden. • Een deel van de Amerikaanse cultuur werd opgenomen in de bestaande Europese culturen. • Door de hulp ontstond een goede internationale handel waar geld aan verdiend werd. Met dit geld werden betere wapens, een sterk leger, ontwikkeld. 6. Conclusie Was de Marshallhulp een vriendendienst of gaven de Amerikanen de hulp uit eigenbelang? Het is na een redelijk uitgebreid onderzoek nog lastig om een antwoord te geven op deze vraag. Op alle terreinen die ik onderzocht heb komt een deel eigenbelang naar voren en op ieder terrein hebben de Europeanen zelf ook voordeel gehad van het Marshallplan. Ik denk dat de Amerikanen in eerste instantie een totaal verzwakt en economisch uitgeput Europa voor zich zagen en na overleg besloten om dit Europa financiële steun aan te bieden. Overeengekomen was dat de hulp 17 miljard dollar zou zijn, maar deze viel later lager uit op 13.3 miljard. Met de hulp behaalde Amerika heel voordeel. Op economisch gebied ontstond er veel internationale handel. Op politiek gebied had de hulp ervoor gezorgd dat de Europese landen die de hulp ontvingen moesten gaan samenwerken. Hieruit is later de EU ontstaan. Ook kreeg Amerika die landen aan haar kant wat betreft de vijandigheid tussen Amerika en de Sovjetunie. Op cultureel gebied hebben veel Europese landen Amerikaanse cultuurelementen, bijvoorbeeld Hollywoodfilms, auto’s en grote koelkasten overgenomen. Indirect aan de hulp gekoppeld, konden de Verenigde Staten hun leger uitbreiden en nieuwe wapens ontwikkelen door de winsten die uit de ontstane internationale handel werden behaald. Ik ben ervan overtuigd dat als Amerika zelf minder profijt had gehad, ze de hulp wel had aangeboden, maar in veel mindere mate. De hoeveelheid hulp was afhankelijk van de hoeveelheid eigenbelang die de Amerikanen eraan hadden, maar de hulp aan de Europese landen in nood stond voorop.
Mijn conclusie is: De Marshallhulp was aan de ene kant een vriendendienst, de Europeanen moesten hun miserabele economische situatie snel te boven komen. Aan de andere kant hadden de Amerikanen op allerlei vlakken (economisch, politiek, cultureel, militair, financieel) zelf ook groot voordeel bij de hulp. De rol van vriendendienst in het Marshallplan was groter dan het Amerikaans eigenbelang, want Amerika had de hulp ook gegeven als ze zelf minder voordeel had. Mijn hypothese en mijn eindconclusie verschillen niet veel van elkaar. Ik kan alleen mijn hypothese bevestigen, in mijn uiteindelijke conclusie kon ik mijn antwoord op de hoofdvraag beter beargumenteren. 7. Bronnenvermelding ξ 7.1 Bronnen ξ 7.1.1 Internet
http://www.marshallfoundation.org/ http://www.nrc.nl/W2/Lab/Marshallplan/inleiding.html
http://koudeoorlog.uitdaging.org/alleentekst/samenvatting/3Marshallplan.html
http://www.state.gov/www/regions/eur/marshall.html ξ 7.1.2 Boeken
Onvoorspelbaar verleden
Geschiedenis van prehistorie tot heden
Wim Kratsborn
2e gewijzigde druk
2001 Van Gorcum
Van dit boek heb ik pagina 260 gebruikt
Van Strohalm tot strategie
Het Marshallplan in perspectief
Redactie: Richard T. Griffiths Peter A. Schregegardus Gerard J. Telkamp Laurien W.M. Timmermans
Actuele Onderwerpen: Het Marshallplan
Frans H. Micklinghoff

De Amerikaanse Droom in Nederland 1944-1969
Jan Donkers
SUN / Nederlands Openluchtmuseum
Het Marshallplan in hedendaags perspectief
Atlantisch onderwijs paper 17
Hoed af voor Marshall
De Marshallhulp aan Nederland 1947-1952
Pien van der Hoeven
1997, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam ξ 7.1.3 Plaatjes, etc. Kaartje over Marshallhulp in Europa is gekopieerd uit: The Marshallplan
Investment in piece, 50th Anniversary
United States Information Agency
Bladzijde 8
Marshall Plan 1947 – 1997 plaatje komt uit het voorblad van: Het Marshallplan in hedendaags perspectief
Atlantisch onderwijs paper 17
Europa, all our colours to the mast komt uit pagina 25 van: De vrijheid in beeld
Nederland en Amerika 1945-nu

Marc Dierikx
SDU Uitgevers, 1997
Uitgave mogelijk gemaakt door Stichting Viering 50 jaar Marshallplan. Tabel met giften en leningen is gecombineerd samengesteld uit: Jaarverslag De Nederlandsche Bank N.V. 1984; http://www.marshallfoundation.org/about_gcm/marshall_plan.htm ξ 7.2 Betrouwbaarheid, bruikbaarheid en representativiteit bronnen Van de internetbronnen, zijn de meeste bronnen vooral gebaseerd op een subjectieve schrijver. De laatste is een site van de Amerikaanse regering, de informatie op deze site is zeer waarschijnlijk ten gunste van haar regering weergegeven, dus niet enorm betrouwbaar. De representativiteit van de internetbronnen is goed. Ze geven het doel van het Marshallplan over het algemeen goed weer. Bronnen die niet bruikbaar waren heb ik niet opgenomen in mijn bronnenlijst. Van de boeken heb ik een aantal boeken alleen gebruikt voor de plaatjes die erin stonden, zoals ‘De vrijheid in beeld’ en ‘De Amerikaanse Droom in Nederland 1944-1969’. Het boek ‘Van strohalm tot strategie’ heb ik veel gebruikt. Het onderdeel van dit boek dat ik veel heb gebruikt is geschreven door een hoogleraar Amerikanistiek aan de Universiteit van Amsterdam, men mag verwachten dat een hoogopgeleide persoon goed een objectief verhaal kan schrijven. De gegevens uit dit boek waren heel erg bruikbaar voor mijn onderzoek. In de andere boeken heb ik delen tekst gevonden die van toepassing waren op mijn onderzoek. De meeste boeken waren grotendeels door meerdere personen samengesteld en dit verhoogt de betrouwbaarheid. Het boek actuele onderwerpen heb ik gebruikt als achtergrond informatie en ik heb mijn tekst níet op de informatie uit dit boekje gebaseerd. De boeken waren representatief, behalve een boekje over de landbouw in de tijd van de Marshallhulp. Dit boekje heb ik niet opgenomen in mijn boekenlijst, het was immers niet bruikbaar. De plaatjes komen uit verschillende bronnen. Ze zijn allemaal representatief en betrouwbaar, het lijkt er niet op dat de makers er voordeel bij hadden om de illustraties anders weer te geven dan in de werkelijkheid. De tabel die ik heb gebruikt komt van een site van de Amerikaanse overheid. De gegevens zijn daarom best te vertrouwen. Dit kan ik met zekerheid zeggen, omdat ik in verschillende andere boekjes en internetpagina’s dezelfde gegevens ben tegengekomen. Opnieuw waren de gegevens representatief en bruikbaar. 8. Werkplan Scriptie
WEEK ACTIVITEIT
10 (voorlopige) keuze onderwerp + onderzoeksvraag (=hoofdvraag) 11 keuze aangeven aan docent
beginnen met verzamelen van literatuur / inlezen
opstellen van de deelvragen
12 deelvragen voorleggen aan de docent – bespreking a.d.v. een gespreksroostertje alvast beginnen met / doorgaan met verzamelen van literatuur / inlezen
informatie verzamelen
13 informatie ordenen
14 deelvragen beantwoorden
15 scriptie uitwerken

16 scriptie inleveren
Tijdens de lessen geschiedenis krijg je volop de gelegenheid op school aan je scriptie te werken. Je zult echter ook thuis flink door moeten gaan. Tijdens de lessen is de docent in de gelegenheid eventueel jouw vragen te beantwoorden. Zorg dus voor literatuur, die je kunt bestuderen / lezen; zorg voor papier en schrijfgerei. We kunnen n.l. niet garanderen, dat er ook altijd een computer voor jou ter beschikking zal zijn: dat wordt een kwestie van overleg en zoeken. Veel succes met jouw scriptie! Met vriendelijke groet, Kie, Vgt, Wte
06-03-2002 9. Logboek Wanneer Wat Hoelang
28 februari | week 9 Onderwerp uitkiezen en informatie verzamelen 50 min. 5 maart | week 10 Deelvragen verzinnen
Informatie zoeken
Verantwoording maken 20 min. 20 min. 10 min. Van de volgende periode ben ik mijn gegevens over het logboek verloren, daarom heb ik daar ingevuld wat ik me nog kon herinneren. 6 maart – 28 maart | weken 10, 11, 12, 13 Informatie verzamelen en inlezen
Verantwoording maken 300 min. 50 min. 2 april | week 14 Informatie lezen 25 min. 3 april Voorwoord (o.a. hypothese) en inleiding maken 100 min. 4 april Rooseveld study centre bezocht. Vooral boeken bekeken, ook boeken geleend. 70 min. 16 april | week 16 Begin beantwoorden deelvragen. Thuis verder gewerkt aan deelvragen 50 min. 120 min. 17 april Deelvragen verder uitwerken 30 min. 20 min. 18 april Deelvragen verder uitwerken
Conclusie maken

Evaluatie maken
Werkstuk bij elkaar zetten 180 min. 40 min. 20 min. 30 min. 19 april Bronvermelding afmaken
Werkstuk verder afwerken 20 min. 30 min. 20 april Werkstuk verder afwerken en verbeteren 200 min. 21 april Werkstuk verder afwerken 30 min. 22 april | week 17 Werkstuk verder afwerken 100 min. 23 april Werkstuk inleveren 10. Evaluatie ξ 10.1 Evaluatie van het maken van de scriptie in het algemeen
In mijn onderzoek over het Marshallplan ben ik heel erg veel te weten gekomen. Voordat ik met mijn onderzoek begon, wist ik nauwelijks wat het Marshallplan inhield. Na het onderzoek kan ik zeggen dat ik redelijk veel van het onderwerp af weet. Ik heb het onderzoek als heel erg leerzaam ervaren en ik vond het ook leuk om dit onderwerp te onderzoeken ondanks dat ik soms tot laat in de avond met het werkstuk bezig ben geweest. Verder wil ik aangegeven dat ik blij ben dat we uitstel hebben gekregen van één weekend. Hierdoor ben ik in staat geweest om het werkstuk nog goed te kunnen nakijken en was ik niet genoodzaakt het werk af te raffelen. Niet alleen heb ik nieuwe feiten geleerd over onze geschiedenis, maar ook heb ik geleerd hoe een scriptie op te zetten, de informatie te verzamelen en uit te werken op papier. ξ 10.2 Evaluatie van de planning en de uitvoering hiervan
We waren een halve week eerder begonnen met het uitkiezen van het onderwerp van de scriptie. Dit had tot gevolg dat ik in week 10 al mijn deelvragen klaar had, en niet in week 11 zoals in de planning staat. De weken daarop volgend heb ik mij georiënteerd op het onderwerp en alvast een inleiding een voorwoord gemaakt. Ook heb ik toen het Rooseveld Study Centre bezocht, hier heb een aantal boeken meegekregen waar ik heel erg veel aan heb gehad. In week 14, toen ik nog bezig was met informatie halen en verwerken, moest ik eigenlijk beginnen met het beantwoorden van deelvragen. Hier had ik op dat moment geen tijd voor mede doordat ik me ging voorbereiden op de SE-week. In week 15 had ik de SE-week en heb ik verder niets aan mijn scriptie meer gedaan, ik had toen eigenlijk de scriptie verder moeten uitwerken. In week 16 moest ik volgens de planning de scriptie al inleveren. Ik was toen nog druk bezig met het beantwoorden van de deelvragen, maar aan het einde van week 16 was ik bijna helemaal klaar. We hebben een uitstel gekregen van een weekend, in dit weekend heb ik de scriptie verder uitgewerkt, zoals te zien is in het logboek. Wat ik met klem wil opmerken bij de tijd die ik heb gerekend voor de verschillende activiteiten is dat de tijd die ik genoteerd heb de áctieve tijd is die ik heb besteed aan het schrijven van de scriptie. In werkelijkheid ben ik dus langer bezig geweest.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.